Oc-verkorte-versie - Werkstuk over Diabetes PDF

Preview

Summary

Werkstuk over Diabetes...

Description

1 Inleiding Diabetes mellitus is een chronische ziekte en betekent letterlijk honingzoete doorstroming. De term suikerziekte wordt ook wel gebruikt, maar wordt door sommigen afgeraden omdat deze een verkeerde gedachten zou oproepen, zoals dat de ziekte zou ontstaan door te veel suiker te eten, of dat men geen suiker zou mogen eten als men diabetes heeft.

2 Wat is diabetes mellitus? Diabetes mellitus is een ziekte waarbij de spontane regeling van het glucosegehalte in het bloed verstoord is. Het is een ziekte waarbij de persoon in kwestie onvoldoende energie kan halen uit de suikers die in de voeding aanwezig zijn. Hierdoor stapelt de glucose zich op. Het bloed vervoert de glucose tot aan de cellen maar daar botsen ze tegen de celwand. Ze hebben een zogezegd een sleutel nodig om de cel binnen te gaan en dat is insuline. De insuline wordt aangemaakt door de de eilandjes van langerhals die in de pancreas zitten. Diabetespatiënten maken geen of onvoldoende insuline aan. Er zijn dus geen of te weinig sleutels voor de miljarden deurtjes van de cellen. Doordat de alvleesklier geen/ onvoldoende insuline produceert of omdat de beschikbare insuline niet effectief is, geraakt de glucose niet in de cel. Daarom blijft het in het bloed en via de voeding komt er steeds meer en meer bij. Hierdoor heeft de zieke persoon een verhoogd bloedsuikergehalte heeft..

3 Soorten diabetes en oorzaken De meest voorkomende soorten diabetes zijn de zogenaamde type 1 en type 2 diabetes. De ziekte kan ook even optreden tijdens de zwangerschap. Er bestaan ook nog andere soorten maar die zijn eerder zeldzaam. 3.1 Type 1 Bij Type 1 maken Eilandjes van Langerhans in de alvleesklier geen insuline meer aan. Dit komt omdat het eigen afweersysteem de bètacellen van de alvleesklier vernietigt. Daarom moeten patiënten levenslang insuline inspuiten. Patiënten die geen insuline inspuiten, zullen overlijden. Deze soort ontstaat meestal bij mensen onder in de kindertijd. Hoe dat type 1 diabetes is ontstaan is nog niet zo duidelijk. We weten wel dat deze soort een autoimmuunziekte is. Dus de ziekte is ontstaan omdat het lichaam zichzelf aanvalt. Het lichaam

ziet de lichaamseigen cellen als lichaamsvreemd. Het lichaam gaat dan antistoffen tegen de eigen weefsels vormen. De aanmaak van die antistoffen staat in verband met erfelijke factoren. 3.1 Type 2 Type 2 komt pas tot uiting na het 40ste jaar en werd daarom ook wel ‘ouderdomsdiabetes’ genoemd. 90% van mensen die aan diabetes lijden bezitten deze soort. Bij deze soort is er nog een insulineproductie, maar niet zo veel als daarvoor. Er zijn dus niet genoeg sleutels voor alle celdeurtjes. Maar bij deze soort zijn de lichaamscellen minder ontvankelijk voor insuline: dus de sleutels passen niet zo goed meer. Dit type komt meestal door zwaarlijvigheid en te weinig lichaamsbeweging. Om te zien of het gewicht een risico voor diabetes type 2 oplevert, kan de patiënt altijd zijn bmi berekenen.

4 Symptomen 4.1 Symptomen die bij type 1- en type 2-diabetes voorkomen Vaak dorst Veel plassen

4.2 Symptomen typisch voor type 1 De symptomen van type 1 zijn ongeacht de leeftijd hetzelfde en treden meestal op in dagen of weken. Dit zijn de typische symptomen die kunnen optreden bij type 1. Verliezen van lichaamsgewicht Vermoeidheid Tintelingen in handen en voeten voelen Wonden genezen slecht Veel jeuk

4.3 Symptomen typisch voor type 2

Symptomen van type 2 ontwikkelen zich eerder langzamer dan type 1. Het ontwikkelt zich in de loop der jaren. De symptomen kunnen zo mild zijn dat de patiënten het misschien niet eens opmerkt. Typische klachten van dit type zijn: Wazig zicht Hartproblemen

5 Complicaties Diabetes kan zowel op korte als langer termijn voor andere problemen zorgen. Het kan leiden tot zeer ernstige complicaties zoals: blindheid. De meest voorkomende ongelukken op korte termijn bij mensen met diabetes zijn: hyperglycemie en hypoglycemie. Als de insulineproductie verstoord is, is de bloedsuikerspiegel moeilijk te regelen. Hierdoor kan de patiënt last krijgen van te hoge of te lage bloedsuikerwaarden. Als de bloedsuikerspiegel te laag is, treedt hypoglycemie op. Dit kan onmiddellijk problemen veroorzaken. “Een hypo krijg je wanneer er te veel insuline in het bloed is ten opzichte van de hoeveelheid suiker”. De persoon in kwestie heeft: een hongergevoel, zweet tintelingen in zijn lichaam. Als de persoon zijn bloedsuikerspiegel te hoog is, spreekt men van hyperglycemie. Hyperglycemie kan ontstaan door verschillende oorzaken zoals maaltijden met te veel koolhydraten, te weinig beweging en onvoldoende insuline ingespoten of vergeten in te spuiten. Als de bloedsuikerspiegel te lang te hoog blijft, is er een grote kans op schade van hart- en bloedvaten, nieren en ogen . De persoon zal veel drinken , zal veel dorst hebben en moe zijn. Als de bloedsuikerspiegel te hoog blijft, kan men ook vermageren, maar het kan ook de grote en de kleine bloedvaten aantasten. Hierdoor kunnen verschillende organen schade oplopen.

De lange-termijn complicaties zijn te wijten aan de schade die diabetes toebrengt aan de bloedvaten en zenuwen De complicaties van diabetes op langer termijn zijn: hartinfarct, amputaties, nierziekten, De stoornissen van de kleine bloedvaten zorgen voor problemen bij mensen met type 1. Dit zorgt voor problemen aan de nieren en de ogen. Bij mensen met type 2 gaat het vooral om problemen van hart, hersenen en de voeten. Dit komt doordat er iets aan de hand is met de grote bloedvaten. Mensen met diabetes hebben een kans op vier om voetproblemen op te lopen. Dit komt door de afwijkingen en vernauwingen van de bloedvaten en zenuwbanen. Doordat het normale gevoel bij mensen met diabetes verminderd is, worden beschadigingen en wondjes aan de voeten vaak te laat opgemerkt wat aanleiding kan geven tot ernstige infecties. Die voetinfecties kunnen later leiden tot een amputatie. Daarom moeten de patiënten altijd alert zijn op wondjes op hun voeten. Dit noemt men ook de diabetische voet.

7 Het stellen van de diagnose Het vaststellen van type 1 diabetes is makkelijk omdat bij die mensen de verschijnselen duidelijk ontstaan. Bij dit type verlies je op een paar weken tijd veel lichaamsgewicht. Mensen met overgewicht is zeldzaam. Het vaststellen van type 2 diabetes is moeilijker omdat de symptomen veel milder zijn. Hierdoor kan het jaren duren voordat de diagnose wordt vastgesteld. Meestal ontdekken de patiënten de ziekte bij een bloedafname voor iets anders. De meeste mensen hebben overgewicht bij deze type diabetes. Bij deze type speelt erfelijkheid een rol. De arts zal de aandoening vaststellen door via een bloedafname. Hierdoor kan hij het het suikergehalte in je bloed bepalen. Je mag op voorhand niets hebben gedronken of gegeten. Er worden 2 bloedafnames genomen. Is je suikergehalte bij de 2 bloedafnames te hoog, dan heb je diabetes. Als je al de klachten van deze aandoening hebt, is 1 bloedafname al voldoende. Een andere test die je arts via het bloed kan doen, is het geglycosyleerd hemoglobine of HbA1c. Deze test wordt gebruikt om diabetes in de tijd op te volgen, maar niet om de aandoening vast te stellen. Bij deze test willen de suikers zich binden met het bloedpigment

hemoglobine. De test meet dus hoeveel bloedsuiker zich heeft vastgezet op dat bloedpigment. Er is dan een bloedafnamen Het bloed wordt dan in het laboratorium onderzocht. Voordeel van deze test is dat het HbA1c-gehalte

een maat is voor het

glucosegehalte over de afgelopen 3 maanden. Bij mensen zonder suikerziekte is het HbA1c gehalte normaal gesproken tussen de 20-42 mmol/mol ligt. Mensen met de aandoening hebben meestal een HbA1c gehalte van boven de 48 mmol/mol

8 Behandeling Je kunt nog niet helemaal genezen van diabetes. Wel lukt het mensen met diabetes type 2 wel eens om de ziekte goed onder controle houden zodat ze geen medicijnen meer nodig hebben. Doel van behandeling: 

verschijnselen te verwijderen,



een zo goed mogelijke glucoseregulatie



tijdig opsporen en behandelen van diabetes gerelateerde complicaties

8.1 Behandeling van type 1 Als de aandoening zich eenmaal heeft voorgedaan kunnen de betacellen zich niet meer blijvend herstellen. Daarom zullen die patiënten levenslang insuline inspuiten.

Het

diabetische kind hoeft geen dieet te volgen, maar het moet evenwichtig en gevarieerd zijn. De insulinedosis is altijd aangepast aan de voedselinname.

8.2 Behandeling van type 2 De behandeling van type 2 is anders als die van type 1. Dit komt omdat bij deze soort de patiënten wel nog insuline aanmaken, dus medicatie is niet direct noodzakelijk. De eerste behandeling van type 2 is een caloriebeperkt dieet, vooral het elimineren van snelle suikers. Dit komt omdat veel patiënten van deze soort last van overgewicht hebben. Hierdoor kan de bloedsuikerspiegel vanzelf verbeteren. Dus vet voedsel zal vermeden

worden en degenen die rijk zijn aan vezels, zoals fruit en groenten, zullen de patiënten veel eten. Alcohol mogen ze ook niet. Medicijnen kunnen ze ook helpen. Het zijn medicijnen die 2 functies hebben: ofwel verbeteren ze de werking van insuline ofwel bevorderen ze de productie van insuline. Groep 2 kan wel voor hypo zorgen. De tabletten worden pas gegeven als de artsen zien dat het dieet geen effect heeft en hij bepaald welke hij geeft. Ten slotte is soms toediening van insuline noodzakelijk, regelmatige lichaamsbeweging wordt sterk aanbevolen

9. Voorkomen Iets wat de patiënt kan doen is minder suikers en koolhydraten eten. Deze 2 voedingsstoffen kunnen ervoor zorgen dat de ziekte zich sneller ontwikkelt. Regelmatig bewegen en veel water drinken Roken zorgt ervoor dat het lichaam niet meer goed op insuline reageert. Als insuline niet meer goed werkt, dan stijgt de bloedsuikerspiegel. Hierdoor is de kans op diabetes veel hoger. Een sigaret bevat 3 stoffen die slecht zijn voor het lichaam. Dat zijn teer, nicotine en koolmonoxide. 

Als je inhaleert komt de nicotine terecht in de longen. Nadien komt het terecht in het bloedbaan. Hierdoor gaat het hart harder en sneller beginnen pompen. Nicotine versmalt en beschadigd de wand van de bloedvaten



Koolstofmonoxide is een giftige stof die ook via de longen in het bloed terechtkomt. Het grote hoeveelheid zuurstofgas in het lichaam wordt voor een deel vervangen door koolstofmonoxide. Hierdoor kunnen de aders verstopt geraken. Verminderde zuurstofgehalte in het lichaam zorgt voor een slechtere uithoudingsvermogen.



Door teer worden de longblaasjes na een bepaalde tijd verstopt. Dit zorgt voor steeds een moeilijkere zuurstofopname.

Het allerbelangrijkste is gewoon gezond blijven eten....