Methodisch vaardigheden I PDF

Title Methodisch vaardigheden I
Course methodische vaardigheden
Institution Koç Üniversitesi
Pages 7
File Size 170.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 93
Total Views 127

Summary

college aantekenen week 1 uitleg over methodische vaardigheden...


Description

Methodische vaardigheden I

Methodisch vaardigheden I Week 1 Methodisch handelen  stapsgewijs om een doel te bereiken Lineair bepaalde doel omschrijvingen Circulair je hebt geen voorkant of eind, als je bepaalde doelen niet hebt gehaald kan je terug kan Kenmerken methodisch handelen - Doelgericht  een vooraf geformuleerd doel dat je wilt bereiken - Systematisch  een volgorde in verschillende stappen die je gaat zetten op weg naar het doel, prioriteiten en aanpassen - Procesmatig  een doorlopende ontwikkelingslijn, de stappen sluiten elkaar aan, inschatten van het effect - Bewust  weten wat je doet en waarom je het doet, onderbouwen Voordelen methodisch handelen: - Je handelen kun je uitleggen en verantwoorden - Je kunt vooruitkijken, meer controle/zicht op wat er gebeurt, minder kans op fouten - Je maakt voor een ander het te volg proces inzichtelijk - Je kunt je eigen handelen bespreekbaar maken/evalueren - Je maakt je proces overdraagbaar aan anderen - Je werkt efficiënt Methodisch werken in een regulatieve cyclus

Plannen Uitvoeren Evalueren Bijstellen

Methodische vaardigheden I

Vragen en opdrachten 1. Wat is methodisch handelen: je hebt tevoren al bepaald welk doel je wilt bereiken en je hebt dit zo goed mogelijk geformuleerd. 2. Noem de kenmerken van methodisch werken: a. Doelgericht b. Systemisch c. Procesmatig d. Bewust 3. Hoe ziet een eenvoudige regulatie cyclus eruit? Plannen – uitvoeren – evalueren - bijstellen 4. Welke voordelen heeft methodisch handelen? - Je kunt beter vooruitkijken waardoor je meer controle hebt over wat er gebeurt en de kans op fouten afneemt - Je maakt voor een ander inzichtelijk welk proces je wilt volgen - Je kunt je eigen handelen bespreekbaar maken/evaluerend en op grond daarvan eventueel je proces bijstellen - Je maakt je proces overdraagbaar aan anderen - Je werkt efficiënt en effectief 5. Wat is precies het verschil tussen het begrip methode en methodiek Methodiek is het begrip voor het overzicht van verschillende methoden. Een methode is een vaste, weldoordachte manier van handelen om je doel te bereiken 6. Wanneer werk je lineair? Je werkt gefaseerd. De vorm die je aan je plan geeft, is het model. Doelformulering – stap 1 – stap 2 – stap 3 – doelresultaat. Je werkt in een rechte lijn met een stappenplan. Met een duidelijk begin en een duidelijke eind. 7. Wanneer werk je circulair? Een model dat zich kenmerkt door de circulaire vorm. Hierbij worden de fasen van het stappenplan in een cirkel gesitueerd. Als het begin en eindpunt zijn verbonden in een boog 8. Welke voordelen heeft circulair werken? Er zijn meerdere routes mogelijk. Er kunnen onverwachte problemen bij komen kijken hierdoor kan je plan aanpassen.

Fase 1 initiatief

Methodische vaardigheden I Beeldvorming over je cliënt Intake – informatie verzamelen en situatie verkennen Wees nieuwsgierig durf te vragen. Welke informatie: - Verwijzer; door wie ben je gestuurd? Hou contract met de verwijzer. - Wijze van eerste contact; is dit telefonisch of aan de balie. - Biografische gegevens; adres, email, geboortedatum etc. - Leefsituatie; inkomen, woont die alleen of samen? Vrienden, school, werk etc. gezondheid. - Referenten; andere informatiebronnen (dit kan iedereen zijn) Wat is de hulpvraag van de cliënt? Persoonlijk Biografische gegevens

Sociaal Leefsituatie Gebeurtenissen Ervaringen Beleving cliënt

Juridisch Procedures Aanvragen Beslissingen Bezwaren

Agogisch Gedrag vaardigheden

Integraal beoordelen: sociaal, agogisch en juridisch hangt samen en heeft effect op elkaar! Hulpvragen: Sociaal/agogisch Welke sociale agogische vragen problemen zijn er? Met name sociale contact, gedrag en vaardigheden Juridisch: welke juridische vragen zijn er? Met name rechten, plichten, straffen

Casus Karel Persoonlijk Biografische gegevens: Naam: Karel Geboortedatum: 11 september 1974 Adresgegevens: Het J. de Ruiterplein 37 Sociaal Leefsituatie: Leefsituatie: Oud stinkend huisje. Gebeurtenissen: Zijn vrouw is overleden. Kort daarna is hij zijn architectenbureau verloren. Hij kreeg grote schulden omdat hij zijn leven niet kon inrichten naar zijn nieuwe financiële omstandigheden. Hij raakte zijn huis kwijt, maar is altijd op het plein blijven wonen. Karel heeft scooters en fietsen gestolen. Hij drinkt per dag een kratje bier en ongeveer drie tot vier flessen vlierbessenwijn. Buren hebben over hem geklaagd. Ervaringen: Slechte gezondheid, vieze kleding.

Methodische vaardigheden I Beleving cliënt: hij heeft drank nodig om de dag door te komen. Belevingen moeten worden genoemd door de cliënt zelf. Juridisch Procedures: De buren hebben de politie gebeld. Politie is naar Karel toe gegaan om de klacht te bespreken. Karel wordt meegenomen naar het bureau voor verhoor en hij moet voorkomen. De politiefunctionaris overlegt met zijn collega de wijkagent en ze besluiten hem aan te melden bij het werkteam. Aanvragen: Beslissingen: Bezwaren: n.v.t. Agogisch Gedrag: Hij heeft per se drank nodig om de dag door te komen. Criminele activiteiten. Maken van schulden. Vaardigheden: Karel was een gerenommeerd architect. Hij had een eigen architectenbureau. Kan niet voor zichzelf zorgen.

Week 2 Analyse fase: - Nadenken - Onderzoeken

Methodische vaardigheden I -

Conclusies trekken Van globaal naar specifiek

Analyse fase betekent het selecteren van de situatie op micro, meso en macroniveau. In methodiek staat ondersteuning/begeleiding voor cliënt. De microsituatie analyseren vanuit jet 3-werelden model en de werkwijze van de SJD-er, waarbij het sociaal, agogisch en juridisch aspect centraal staat. - Microniveau: een persoon of een klein groep. Een hulpverlener werkt dan heel direct met een persoon of een klein groepje. Denk aan dagopvang, 24-uurshulp of leefgroepen. - Mesoniveau: je hebt iets meer afstand met de cliënt en zijn directe omgeving - Macroniveau: op grote afstand van de cliënt, het signaleren van maatschappelijke problemen, indirecte hulp Drie-wereldenmodel - Objectieve wereld: feitelijk kennis o De huidige leefomstandigheden o Financiële situatie o Psychische en fysieke gesteldheid - Subjectieve wereld: beleving, emotie o Persoonlijke betrokkenheid o Wat voelt en ervaart diegene? - Sociale wereld: opvattingen, waarden en normen en moreel besef. o Welke verwachtingen hebben ze van elkaar? o Hoe wil ze zich gedragen en hoe moet zij zich gedragen?

Analysefase in beeld 1. Selecteren van de situatie op micro, meso en macroniveau. In methodiek staat voornamelijk het microgedeelte centraal omrent de individuele ondersteuning/begeleiding voor cliënt. 2. De informatie analyseren vanuit het 3-werelden model o Objectief o Sociaal o Subjectief 3. Informatie ordenen op probleemgebied o Juridisch o Sociaal o Agogisch 4. Inzicht in mogelijkheden van een cliënt. Draagkracht/draaglast. Hoe betrek je de cliënt?

Casus Marie Analyse fase in beeld (kan gewoon in steekwoorden) 1. Microniveau:

Methodische vaardigheden I o Marie werd mishandeld, ze werd geslagen en geschopt. En psychische zwaar onder druk gezet. o Ze kreeg schulden en kon zelf de meest elementaire zaken als voedsel niet meer betalen o Ze dacht vaak aan zelfmoord o Ze denkt vaak dat ze alleen op de wereld staat o Afhankelijk van haar man Mesoniveau: n.v.t. ze heeft geen problemen met instanties. Macroniveau: n.v.t. ze heeft geen probleem dat voor iedereen geldt. 2. Objectief: o Onvrijwillig moeten verhuizen o Haar financiële situatie is verslechterd ze heeft veel schulden. o Psychisch is ze niet meer in orde omdat ze werd mishandeld door haar echtgenoot. (Als dit bewijsbaar is, is hiervan sprake?) o Wordt door haar echtgenoot gedwongen om op het plein te gaan wonen anders krijgt ze geen geld. o Slechte verzorging o Afgestuurd antropoloog Sociaal: o Marie verwacht hulp van haar huisarts en hulpverlener o Marie moet zo sterk mogelijk op haar voeten staan terwijl dit erg lastig is voor haar op dit moment als we kijken naar haar situatie. o Ze moet afspraken maken met een hulpverlener zodat ze haar leven weer langzamerhand kan oppakken. Subjectief: o Onzeker o Angstig o Eenzaam o Komt liever niet naar buiten 3. 4.

Sociaal/ agogisch Juridisch Zelfmoordneigingen - inkomenspositie Wellicht psychische problemen - aangifte mishandeling Eenzaamheid - schulden Afhankelijk van haar man - heeft ze kinderen? De cliënt niet aan het werk zetten. Eerst moeten problemen opgelost worden. Doel probleemstellingsfase Erachter komen wat nu precies het probleem is dat opgelost moet worden door: - Van huidige situatie naar gewenste situatie te gaan

Methodische vaardigheden I -

Vragen, analyse, onderzoek te richten op waar precies aan gewerkt moet worden om je cliënt te helpen zijn situatie ten goede te keren Gebruik van de w-woorden: wie, wat, waar, waarom, welke, waardoor? De wondervraag. Als jij morgen wakker wordt wat zou jij dan graag anders willen zien? Of de schaalvraag: Wat voor cijfer geef jij de situatie waarin jij je nu bevindt.

Huidige situatie, gewenste situatie - Vanuit de initiatief en analysefase inmiddels veel informatie gekregen - In de ruimte tussen werkelijkheid dus huidige situatie en wens gewenste situatie ligt de probleemstelling opgesloten Huidig  probleemstellingruimte  gewenst Probleemstellingen: - Sociaal/agogische vraagstukken (Bijv. Hoe word je blij wakker, hoe kan de situatie rond om de familie weer verbeterd worden? Hoe gaat iemand weer aan het werk? Hoe komt iemand weer uit de schulden en hoe blijft die uit de schulden?) - Juridische vraagstukken (bijv. echtscheidingen)...


Similar Free PDFs