TTT2017-2018 semester 1 studentenversie OPEN PDF

Title TTT2017-2018 semester 1 studentenversie OPEN
Course Instructiepsychologie en -technologie
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 9
File Size 222.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 110
Total Views 137

Summary

Download TTT2017-2018 semester 1 studentenversie OPEN PDF


Description

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie

Academiejaar 2017-2018

Beste studenten,

Dit is de tussentijdse toets over het uitbreidingsgedeelte. De tussentijdse toets bestaat uit 6 inzichtvragen en 6 toepassingsvragen. Dit is een open-boek toets wat wil zeggen dat alle materiaal mag worden gebruikt (met uitzondering van elektronische hulpmiddelen). De toets bestaat uit verschillende vraagsoorten.

Het eigenlijke examen over het uitbreidingsgedeelte is eveneens een open boek examen en zal bestaan uit 18 vragen die ongeveer gelijk verdeeld zullen worden in inzichtvragen en toepassingsvragen. Ook het examen zal bestaan uit verschillende vraagsoorten. Enkel bij de meerkeuzevragen zal correctie voor raden worden toegepast. Dit wordt voor alle duidelijkheid nog eens aangegeven in de vraag zelf.

Veel succes,

Jan Elen

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie

Academiejaar 2017-2018

INZICHTVRAGEN

1. Wat is volgens de situationele benadering de relatie tussen activiteit en begripsvorming? Voor deze vraag wordt correctie voor raden toegepast.

a. Een verschillende activiteit leidt tot eenzelfde begripsvorming. b. Een verschillende activiteit leidt tot andere begripsvorming. c. Eenzelfde activiteit leidt tot eenzelfde begripsvorming bij alle lerenden. d. Eenzelfde activiteit leidt tot andere begripsvorming op voorwaarde dat er sprake is van een onderwijsleeromgeving.

2. Geef voor de volgende uitspraak aan of ze al dan niet waar is. Geef bovendien in één zin aan waarom.

Binnen een behavioristisch geïnspireerde leeromgeving staat het verwerven van routinevaardigheden en algemene denkvaardigheden centraal.

Omdat:



waar



niet waar

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie

Academiejaar 2017-2018

3. Geef voor de volgende uitspraak aan of ze al dan niet waar is. Geef bovendien in één zin aan waarom.

Volgens Mayer zijn studenten tijdens een discussie per definitie actiever betrokken dan tijdens een hoorcollege.



waar



niet waar

Omdat:

4. Vul onderstaande verhoudingsvraag verder aan.

Modeling staat tot situated cognition zoals shaping staat tot ______________________________

5. Geef één argument vanuit de tekst van Black & Wiliam (1998) waarom het niet steeds aangewezen is om competitie in te voeren in de klas.

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie

Academiejaar 2017-2018

6. Wanneer er in een klas sprake is van probleemgestuurd onderwijs, is het belangrijk dat de evaluatie ook gericht is op het kunnen oplossen van problemen. Leg in maximaal één zin uit waarom dit belangrijk is.

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie

Academiejaar 2017-2018

TOEPASSING

1.

Bekijk onderstaande oefening over de gezegden uit het eerste jaar van het secundair onderwijs en beantwoord daarna de vraag. Oefening: Verbind telkens de gezegden met hun correcte betekenis: Ik amuseer mij heel goed. Ik wil mijn beste beentje voorzetten. Ik doe dat niet zo graag. Ik ken het op mijn duimpje. Ik praat er heel graag over. Ik haal mijn hart op. Ik overdrijf nogal dikwijls. Ik heb er de mond van vol. Ik ken iets nog niet zo goed. Het hangt me de keel uit. Ik wil echt mijn best doen. Ik maak van een mug een olifant. Ik ken iets heel goed. Ik heb het nog niet onder de knie.

Een leerling die bovenstaande oefening correct kan oplossen heeft volgens het situationele perspectief kennis over gezegden. Is deze uitspraak waar of niet waar? Geef ook twee redenen aan waarom de uitspraak wel of niet waar is. Leg elke reden uit gebruik makend van het voorbeeld! Schrijf niet de theorie over maar leg duidelijk de link met het voorbeeld.

1.

2.

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie 2.

Academiejaar 2017-2018

In het tv-programma “Wauters versus Waes” gaven Koen Wauters en Tom Waes les over het communisme aan een klas leerlingen van het derde leerjaar. Namen en data werden door Koen en Tom bijgebracht aan de leerlingen om later te kunnen reproduceren op een toets.

Welk begrip - gehanteerd door von Glasersfeld (2001) - is op dit voorbeeld van toepassing? Voor deze vraag wordt correctie voor raden toegepast.

a. Training b. Thematization c. Verbalization d. Conceptueel leren

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie 3.

Academiejaar 2017-2018

"Mevrouw Vanaerden en meneer Beerten hebben een gesprek met de leerkracht wiskunde over hun zoon Tom. Tom heeft slechte resultaten op een formatieve toets. De juffrouw zegt dat dit komt omdat Tom geen interesse heeft in wiskunde. Mevrouw Vanaerden en meneer Beertens ontkennen dit en zeggen dat Tom wel interesse heeft in wiskunde, hij weet immers dat wanneer hij goede resultaten haalt ze samen op vakantie zullen gaan.

Wie heeft het hier allicht bij het juiste eind?

a. geen van beide, omdat : b. de juffrouw, omdat: c. de ouders, omdat:

Omdat:

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie 4.

Academiejaar 2017-2018

Vul de ontbrekende woorden in.

Tom geeft gedragswetenschappen in het 6de jaar van het secundair onderwijs. Tijdens zijn lessen legt hij de leerstof uit aan zijn leerlingen. Daarnaast probeert hij zijn leerlingen te stimuleren in het maken van samenvattingen door hen te vragen om aan het einde van elk hoofdstuk een samenvatting te maken en deze in te dienen als huistaak. Deze leerkrachtstijl noemen Vermunt en Verloop (1999) 1) ______________________________. Wanneer de leerlingen van Tom echter reeds goed in staat zijn deze 2) _____________________ uit te voeren, kan deze leerkrachtstijl aanleiding geven tot 3)____________________________.

1) ________________________________________________ 2) ________________________________________________ 3) ________________________________________________

5.

Tijdens het eerste jaar van de opleiding leerkracht basisonderwijs wordt er heel wat tijd uitgetrokken voor zogenaamde kijkstages. Een kijkstage is een observatiestage, dit wil zeggen dat de studenten de lessen kunnen meevolgen van een ervaren leerkracht zonder dat ze zelf al verwacht worden les te geven.

Welk concept uit het artikel van Brown, Collins en Duguid (1989) wordt hier geïllustreerd? Voor deze vraag wordt correctie voor raden toegepast.

a. Conceptual knowledge b. Indexical representations c. Legitimate peripheral participation d. Tacit knowledge

Tussentijdse Toets Instructiepsychologie en –technologie

6.

Academiejaar 2017-2018

Match de voorbeelden uit de linkerkolom met de soorten gebruik uit de rechterkolom door de juiste letter(s) in te vullen op de lijntjes. Opgelet: er is niet noodzakelijk een één-één verhouding tussen beide kolommen!

______ ______ ______ ______

Voorbeeld Dyslexie programma Software om mindmaps te maken Een app leren programmeren Een online cursus

Gebruik a. Computer als tool b. Computer als tutee c. Computer als tutor...


Similar Free PDFs