06.01 Basisbegrippen - Originele oplossing van de oefening PDF

Title 06.01 Basisbegrippen - Originele oplossing van de oefening
Course Basisboekhouden en documenten I
Institution Hogeschool Gent
Pages 2
File Size 94.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 39
Total Views 139

Summary

Originele oplossing van de oefening...


Description

06.01 - Basisbegrippen

H6 - Basisbegrippen 1) Wat verstaat men onder het “imputeren van een inkomende factuur”?  Het registreren van een stijging van de kosten, een stijging van de vordering op de btw-administratie en een stijging van een schuld aan de leverancier. 2) Hoe zou je een creditnota omschrijven?  Een correctie van een eerder uitgeschreven factuur. 3) Op welke rekening wordt de btw voor inkomende creditnota’s genoteerd en waarom?  De correctie van de ‘Terugvorderbare btw bij aankopen’ (49959) wordt genoteerd op een aparte rekening: nl. ‘Regularisatie terugvorderbare btw (bij ontvangen CN)’: 49963. Beide bedragen moeten apart worden vermeld op de btw-aangifte. 4) We kopen 25 stuks aan tegen 400,00 EUR per stuk. Er wordt een handelskorting toegestaan wegens grote afname van 10%. Indien we contant betalen, kunnen we ook genieten van een financiële korting van 2%. De aangerekende vervoerskosten bedragen 150,00 EUR. Op het aankoopcontract staan verder geen bijkomende bepalen vermeld en het btw-tarief bedraagt 21%. Bereken de prijs bij contante betaling.  Prijs van de aangekochte goederen - Handelskorting + Additionele kosten (vervoerskosten) = Nettofactuurprijs - Financiële korting = Maatstaf van heffing Btw (21%) Totale factuurprijs bij contante betaling

10.000,00 EUR - 1.000,00 EUR + 150,00 EUR = 9.150,00 EUR - 183,00 EUR = 8.967,00 EUR = 1.883,07 EUR = 10.850,07 EUR

Handboek Boekhouden: Dubbel boekhouden - Prof. dr. P. Everaert - Oplossingen oefeningen

06.01 - Basisbegrippen

5) Volgende gegevens: - Beginsaldo leveranciers: 1.500.000,00 EUR - Totaal bedrag aankoopfacturen deze maand: 140.000,00 EUR - Totaal bedrag creditnota’s deze maand: 40.000,00 EUR a) Stel de rekening “44000 Leveranciers” voor d.m.v. een grootboekrekening. b) Welk soort saldo bekomen we op het einde van de maand? c) Wat is de betekenis van dit bedrag? a) D

44000 Leveranciers

C

1.500.000,00 BS CN

40.000,00 40.000,00

140.000,00 AF 1.640.000,00

b) Een creditsaldo van 1.600.000,00 EUR. c) Dat betekent dat de onderneming nog 1.600.000,00 EUR schulden heeft aan haar leveranciers. 6) Een korting kan zowel een element zijn van het financieel OF van het bedrijfsresultaat. a) Juist b) Fout 7) Wanneer een inkomende factuur en creditnota contant betaald werden, moeten ze niet meer worden ingeschreven in het aankoopboek. a) Juist b) Fout: Alle inkomende facturen en creditnota’s worden ingeschreven in het aankoopboek. Alle betalingen worden genoteerd in het kasboek. 8) Geef voorbeelden van aankopen, die we registreren onder de rubriek diensten en diverse goederen.  D&DG zijn alle prestaties aangekocht bij derden, die niet rechtstreeks betrekking hebben op HG, GS en HS of onroerende goederen bestemd voor de verkoop. Voorbeelden: zie handboek p.126.

Handboek Boekhouden: Dubbel boekhouden - Prof. dr. P. Everaert - Oplossingen oefeningen...


Similar Free PDFs