1 Angiografie bij pijn op de borts wil zeggen arteriele weergave PDF

Title 1 Angiografie bij pijn op de borts wil zeggen arteriele weergave
Author iam done
Course Interne Geneeskunde
Institution Anton de Kom Universiteit van Suriname
Pages 10
File Size 501.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 22
Total Views 124

Summary

1 Angiografie bij pijn op de borts wil zeggen arteriele weergave...


Description

1 speeksel Mond- pharynx-oesophagus The esophagus (Fig. 1032) or gullet is a muscular canal, about 23 to 25 cm. long, extending from the pharynx to the stomach. It begins in the neck at the lower border of the cricoid cartilage, opposite the sixth cervical vertebra, descends along the front of the vertebral column, through the superior and posterior mediastina, passes through the diaphragm, and, entering the abdomen, ends at the cardiac orifice of the stomach, opposite the eleventh thoracic vertebra. The general direction of the esophagus is vertical; but it presents two slight curves in its course. At its commencement it is placed in the middle line; but it inclines to the left side as far as the root of the neck, gradually passes to the middle line again at the level of the fifth thoracic vertebra, and finally deviates to the left as it passes forward to the esophageal hiatus in the diaphragm. The esophagus also presents antero-posterior flexures corresponding to the curvatures of the cervical and thoracic portions of the vertebral column. It is the narrowest part of the digestive tube, and is most contracted at its commencement, and at the point where it passes through the diaphragm.

1

2 bloedprop De a. coronaria dextra loopt in de sulcus coronarius naar rechts en caudaal, waarbij het in het begin bedekt wordt door het rechter hartoor. Aan de onderrand van het hart buigt het naar de achterzijde van het hart als de r. interventricularis posterior in de sulcus interventricularis posterior naar de apex. Het 1e deel geeft de r. atrialis voor het rechter atrium. Daar is er nog een r. nodi sinu-atrialis voor de sinusknoop. In het verdere verloop worden de volgende takken afgegeven: de r. marginalis dextra, die naar het rechter ventrikel gaat. De r. interventricularis posterior gaat via de r. nodi atrioventricularis naar de AV knoop; via de r. ventricularis en r. septalis naar de achterwand van het rechter ventrikel, achterste 1/3 ventrikelseptum en een deel van het linker ventrikel. Tenslotte is er een anastomose met de a. coronaria sinistra via de r. interventricularis anterior. De a. coronarius sinistra is een korte hoofdstam en ligt tussen de truncus pulmonalis en het linker hartoor. Bij het bereiken van de sinus coronarius gaat het zich vertakken in de r. circumflexus en de r. interventricularis anterior. De r circumflexus loopt in de sulcus coronarius naar de achterzijde van het hart, en geeft af de r. atrialis (linker atrium) en r. marginalis sinistra(zijwand van het linker ventrikel). De R. interventricularis anterior loopt in de sulcus interventricularis anterior naar de apex, geeft af de r. ventricularis en r. septalis: voor de voorzijde van het linker ventrikel, klein deel voorzijde van rechter ventrikel, voorste 2/3 van het ventrikelseptum, de bundel van His, en bundeltakken.

3 vergelijking extern hart met intern hart: Extern gedeelte Het hart ligt schuin in de thoraxholte. Twee derde deel ligt links en een derde deel rechts van linea mediana anterior. De punt van het hart (=apex cordis) is naar ventraal, links en caudaal gericht. Het grondvlak (=basis cordis) wijst naar dorsaal, rechts en craniaal. Aan de voorzijde ,de facies sternocostalis, is het hart convex, en dit ligt tegen de binnenzijde van de ventrale thoraxwand. Onderzijde (inferior): facies diafragmatica, ligt op het diafragma. Linkerzijde: facies pulmonalis. Rechts: hier gaat de voorzijde via de onderste (inferiore) hartrand over in de onderzijde.

De lengte- as is een lijn door de apex en het midden van de basis. De lengte-as maakt zowel in het mediane vlak als in het frontale vlak een hoek van 40° – 50°. Het hart bestaat uit: tweetal atria, tweetal ventrikels, met delen van de grote bloedvaten. Ventraal aan het hart zijn er 2 groeven: 1. verticaal verlopende groeve: de sulcus interventricularis anterior : dit vormt de scheiding tussen de ventriculus sinister en dexter. Het eindigt bij de inferiore hartrand, rechts van de apex cordis. De apex is een deel van linker ventrikel. 2. sulcus coronarius: dit begint bij de origo van de aorta, loopt rechts onder, scheidt de linker ventrikel van het linker atrium en zet zich voort aan de onderzijde van het hart, zodoende de grens vormend tussen de atria en de ventrikels. Vanaf het midden van de sulcus coronarius begint aan de onderzijde van het hart de sulcus interventricularis posterior die de scheiding vormt tussen het linker en rechter ventrikel Aan de ventrale zijde van de hartbasis is van links naar rechts te onderscheiden: de truncus pulmonalis, de aorta, de v. cava superior. De truncus pulmonalis komt uit het rechter ventrikel en ligt deels voor de aorta. De aorta bedekt de iets naar dorsaal gelegen v. cava superior. Links van de truncus pulmonalis zit het linker hartoor, dat is de auricula sinistra. Rechts en voor de aorta zit de auricula dextra. Aan de onderzijde van het hart monden uit rechtsonder de v. cava inferior en de sinus coronarius in het rechter atrium. Links boven zijn er uitmondingen van de vier vv. pulmonalis in het linker atrium. Intern gedeelte Rechter atrium (atrium dextra)  gladwandig deel: afkomstig van sinus venosum  ruwwandig deel: afkomstig van de gemeenschappelijke atria De grens tussen de beide delen is de crista terminalis (halvemaanvormige spierkrans ventraal en rechts liggend van de inmonding van de v. cava superior). Het ruwwandige gedeelte bestaat uit evenwijdig verlopende spierbalkjes (mm. pectinatii) die loodrecht staan op de crista terminalis. Het zet zich ventraal voort in de auricula dextra, uitstulping van het rechter atrium. Uitmondingen: v. cava superior, v. cava inferior, sinus coronarius De uitmonding van de v. cava superior ligt dorsocraniaal, die van de v. cava inferior ligt dorsocaudaal. De uitmonding van de sinus coronarius ligt links van de uitmonding van v. cava inferior. Aan de ventrale zijde van de uitnmonding van de v. cava inferior zit de halvemaanvormige plooi, de valvula venae cavae inferiores oftewel klep van Eustachii. De 2e plooi, de valvula sinus coronarius oftewel Thebesii, ligt rechts van de uitmonding van de sinus coronarius. In de interatriale wand is er een ovale indeuking zichtbaar. Deze fossa wordt craniaal begrensd door de naar onder concave limbus fossae ovalis. Linker atrium (atrium sinistra) Dit is kleiner dan het rechter atrium en is grotendeels gladwandig. Alleen de wand in de naar ventraal uitstekende auricula sinistra bevat de mm. pectinati. Dorsocraniaal, zowel links als rechts bevinden zich de uitmondingen van de vv. Pulmonalis. Hier zijn er geen kleppen Rechter ventrikel (ventriculus dextra) Vorm: piramide-vorm. De punt is ventrocaudaal gericht. Het gehele instroomgebied is ruwwandig. De wand bestaat uit spierbalkjes: trabeculae carneae. De trabeculae verlopen in verschillende richtingen en vormen onderling een netwerk. Het uitstroomgebied is trechtervormig, gladwandig, en ligt ventraal. Het wordt de conus arteroisus oftewel infundibulum genoemd. Tussen het instroom- en uitstroomgebied bevindt zich de crista supraventricularis. Tussen het ventrikelseptum en de basis van de anteriore papillair spier zit de trabecula septomarginalis = de moderator band. Hierin verloopt de rechter bundeltak van de AV bundel van His.

Linker ventrikel (ventriculus sinistra) Dit is trechtervormig. De basis is het linker AV ostium. De top is de apex cordis. De spierwand is 3x dikker dan die van de rechter ventrikel. Het trabeculair netwerk is fijner. Het uitstroomgebied onder het ostium aortae is glad en er is geen duidelijke scheiding tussen het gladde en het ruwe deel. AV kleppen (valvulae atrioventricularis) Opbouw: cuspidus, chordae tendinae en mm. papilares. Het naar de atria gerichte oppervlak van de AV klep is gladwandig. Het naar de ventrikels gerichte oppervlak is ruw vanwege de chordae tendinae die daar zitten. Het aantal mm. papillaris varieert: links heeft meestal 2 grote, 1 anteriore en 1 posteriore, en rechts heeft meestal 1 grote. Kenmerk: rechter ventrikel: chordae tendinae insereren aan het ventrikelseptum Rechter AV klep = tricuspidaal klep Dit bestaat uit 3 kleppen: de cuspus anterior (groot), de cuspus posterior (minder groot) en de cuspus septalis (klein) Vaak is er een dubbele cuspus posterior. De cuspus septalis zit vast aan de pars membranacea van het septum interventriculare dat verdeeld is in: het onderste deel tussen de ventrikels en het bovenste deel tussen het rechter atrium en de linker ventrikel. Linker AV klep = bicuspidaal klep = mitralis klep Dit bestaat uit 2 kleppen: de cuspus anterior (het grootst) en de cuspus posterior . Semilunaire kleppen: 1] valvula trunci pulmonalis (van het rechter ventrikel naar de truncus pulmonalis) 2] valvula aortae (van het linker ventrikel naar de aorta). Beide kleppen bestaan uit 3-tal halvemaanvormige plooien (= valvula semilunaris). Pulmonalis klep: valvulae semilunares anterior, dextra en sinistra. Aortaklep: de valvulae semilunares posterior, dextra en sinistra. De aanhechting van de semilunaire kleppen aan de hartwand is naar boven toe concaaf en omdat de vrije rand hoger reikt dan de aanhechting ontstaan er aan de bovenzijde van de kleppen 3 zakvormige ruimtes. In het midden van de vrije rand is er een verdikking: de nodulus Arantii. Delen van de rand aan weerszijden van de nodulus worden lunulae genoemd. Op de plaatsen van de zakvormige ruimtes vertonen de wanden van de truncus pulmonalis en aorta uitbochtingen: de sinus trunci pulmonalis en de sinus aortae. De sinus van de aorta vormt een verwijding aan het begin van de aorta welke te zien is als de bulbus aortae.

Verschil Grootte Aspect Crista terminalis Uitmondingen

Linker atrium kleiner Grotendeels gladwandig geen vv. Pulmonalis

Rechter atrium groter ruwwandig wel v. cava superior, v. cava inferior, sinus coronarius

Kleppen Ligging Art vascularisatie

geen

wel

a. coronarius sinistra

a. coronaria dextra

Verschil Vorm

Linker ventrikel trechtervormig

Rechter ventrikel piramide-vorm

trabeculair netwerk Scheiding Wand

fijner geen duidelijke scheiding tussen het gladde en het ruwe deel De spierwand is 3x dikker

ruwer crista supraventricularis

rechter bundeltak van de AV bundel van His. Art vasc

a. coronarius sinistra en dextra(kleindeel)

a. coronaria dextra en sin (klein deel)

Ligging

4 linker long rechter long Vergelijkt u linker- en rechterlong met elkaar.   

.Rechts zit de fissura obliqua en de fissura horizontalis, en links de fissura obliqua. De rechterlong heeft meestal 3 kwabben en de linkerlong 2. Variaties komen regelmatig voor; vb. van extra kwabben bij de rechterlong: lobus v. azygos & lobus cardiacus

Topografie 



Rechterlong: craniaal van de impressio cardiaca is er een verticale groeve voor de v. cava superior. Craniaal van de hilus is er een transversale groeve voor je v. azygos. Craniaal op de groeve van de v. azygos zijn er 2 verticale groeven:ventraal een groeve voor de v. brachiocephalica en dorsaal een groeve voor de area oesophagealis Dorsaal van de hilus en het lig. pulmonale is er een verticale groeve voor de oesophagus. Inferior van de hilus kan er ook een groeve zijn voor de v. cava inferior. Linkerlong: craniaal van de hilus is er een groeve t.g.v. de arcus aortae.Dorsaal van de hilus en lig. pulmonale heb je een groeve t.g.v. aorta thoracica.

Hilus:  Rechts: de bronchus principalis ligt dorsaal en de a. pulmonalis ligt ventraal.  Links: de a. pulmonalis ligt craniaal van de bronchus principalis. De bronchiaalboom . ==De hoek gevormd door de rechter bronchus principalis met de trachea bedraagt 155°. De hoek gevormd tussen de linker bronchus principalis met de trachea bedraagt 120°. ===Nadat de rechter bronchus principalis de rechterlong binnentreedt wordt de bronchus lobaris superior dexter afgegeven. Ongeveer 2,5 cm meer naar distaal toe gaat het resterende deel zich splitsen in de bronchus lobaris medius dexter en bronchus lobaris inferior dexter. ===De linker hoofdbronchus splitst zich, iets binnen de hilus van de linkerlong, in de bronchus lobaris superior sinistra en bronchus lobaris inferior sinistra.

Rechterlong

Bronchus lobaris superior

Bronchopulmonaal Bronchus segmentalis segment 1. apicalis//// apicaal segment 2. posterior/// Posterior 3. anterior//// Anterior 4. lateralis//// Lateralis 5. medialis//// Medialis 6. superior Superior 7. basalis medialis basalis medialis 8. basalis anterior basalis anterior 9. basalis lateralis basalis lateralis 10. basalis posterior basalis posterior

medialis inferior

Linkerlong Bronchus lobaris superior

Bronchus segmentalis 1+2 apicoposterior/// 3. anterior//// 4. lingularis superior// 5. lingularis inferior// 6. superior 7. basalis medialis 8. basalis anterior 9. basalis lateralis 10. basalis posterior

inferior





Bronchopulmonaal segment Apicoposterior Anterior Lateralis Medialis superior basalis medialis basalis anterior basalis lateralis basalis posterior

De a. pulmonales dextra loopt horizontaal en dorsaal van de aorta ascendens naar de hilus van de rechterlong, waar het ventraal komt te liggen van de bronchus principalis en bronchus lobaris superior. De a. pulmonalis sinistra loopt ventraal vanaf het begin van de aorta descendens naar de linkerlong hilus, kruist de linker bronchus principalis aan de craniale zijde en buigt vervolgens dorsaal van de bronchus lobaris superior naar caudaal om. Veneus vv. bronhialis. De 2 vv. pulmonales dextra komen uit : een gezamenlijke uit de lobus superior & medius, en de andere uit de lobus inferior, lopen dorsaal van de v. cava superior & het rechter atrium naar het linker atrium. De 2 vv. pulmonalis sinistra komen uit de lobus superior en inferior, lopen ventraal van de aorta descendens naar het linker atrium.

 “”These vessels uniting successively, form a single trunk for each lobe, three for the right, and two for the left lung. The vein from the middle lobe of the right lung generally unites with that from the upper lobe, so that ultimately two trunks from each lung are formed; they perforate the fibrous layer of the pericardium and open separately into the upper and back part of the left atrium. Occasionally the three veins on the right side remain separate. Not infrequently the two left pulmonary veins end by a common opening.””””

5

Mediastinum superior

Mediastium inferior Mediastinum anterior

Grote vaten Veneus: de linker - en de rechter vv. brachiocephalica ,de v. cava superior. v. jugularis interna dextra en de v. subclavia dextra, De v. brachiocephalica sinistra ,de v. jugularis interna sinistra ,v. subclavia sinistra, de v. azygos Arterieel:. De arcus aortae ,de truncus brachiocephalicus, de a. carotis communes sinister en de a. subclavia sinister. Hierin kunnen er ook variaties zijn . lig. arteriosum botalli

Inhoud: a. en v. thoracica interna, nodus lymfaticus parasternalis, en bij een kind de thymus.

Mediastinum medius

Inhoud: het hart en pericard, de v. cava superior, de v. cava inferior inferior, de gehele aorta ascendens, de gehele truncus pulmonalis, alle 4 vv. pulmonalis, de nn. phrenici en de begeleidende bloedvaten, de bifurcatio tracheae en beide bronchi principalis.

Mediastinum posterior

Oesophagus: r. oesophagealis uit de a. thyroidea inferior rr. oesophagealis uit de aorta thoracalis - craniaal deel van de nn. laryngius reccurens caudaal deel van de nn. vagi sympatisch: zenuwen van het thoracaal deel van de grensstreng Aorta descendens ventrale takken: r. bronchialis en r. oesophagealis dorsolaterale takken: aa. intercostalis III – XI en a. Subcostalis ductus thoracicus V. azygos systeem De v. azygos De v. hemiazygos v. hemiazygos accesoria, Grensstrengen = trunci sympatici de r. communicantes vanaf de ganglia schuin naar lateraal naar de nn. intercostalis. Onderverdeelt in : r. communicantes griseus, ligt het dichtst bij de wervelkolom r. communicantes albus, ligt verder af van de wervelkolom de n. splanchnicus major, de n. splanchniscus minor. de n. splanchnicus minimus.

Nn. phrenici: Nn. vagi: De nn. vagi geven in de mediastinum superior af de : r. cardiaca thoraci, voor de plexus cardiacus r. bronchialis voor de linker en rechter plexus pulmonalis. Rechts: ontspringen alle takken caudaal van de afgifte van de n. laryngius reccurens. Links: ontstaat de r. cardiaca craniaal, en de r. bronchialis

ontspringen caudaal van de n. laryngius reccurens. Thymus. r. thymici vanuit de a. thoracica interna. v. thoracica interna. Oesophagus Trachea

6 geur”: Neus- nasopharynx- larynx- trachea- bronchus principalis:→ bronchi lobares → bronchus segmentalis → bronchi lobulares → bronchioli lobularis → bronchioli terminalis → bronchioli respiratori→ ductuli alveolaris → atrium → sacculi alveolaris.

7 th7 http://www.anatomyatlases.org/HumanAnatomy/3Section/03.shtml

Upper Left Quadrant Lower Left Quadrant Lower Right Quadrant

Upper Right Quadrant

1. Rib 3 2. Right atrium 3. Lung, right upper lobe, anterior segment, and superior vena cava 4. Pleural cavity 5. Right pulmonary a. 6. Rib 4 7. Pectoralis major m. 8. Pectoralis minor m. 9. Lateral thoracic a. and v. 10. Bronchus, right 11. Ribs

45. Intercostal mm. and left interlobar (oblique) fissure 46. Lung, left upper lobe, upper division, apical posterior segment, and left pulmonary v. 47. Left atrium 48. Pericardiacophrenic a. and phrenic nerve 49. Left coronary a. 50. Left anterior descending a. and v. 51. Lung, left upper lobe, upper division, anterior segment 52. Right ventricle 53. Internal thoracic a. and v. 54. Ascending aorta, semilunar valve fragments and aortic sinus (of Valsalva) 55. Right coronary a. 56. Sternum, body

12. Lung, right upper lobe, posterior segment 13. Right pulmonary v. 14. Rib 6 15. Long thoracic nerve and thoracodorsal a. and v. 16. Latissimus dorsi m. 17. Serratus anterior m. 18. Teres major m. 19. Scapula, inferior angle 20. Rib 7 21. Rhomboideus major m. 22. Intercostal neurovascular bundle 23. Lung, right lower lobe, superior segment, and esophagus 24. Levator costae m. 25. Intercostal v. 26. Trapezius m. 27. Azygos v. 28. Dorsal root ganglion in intervertebral foramen 29. Thoracic duct 30. Spinal cord

31. Interspinous ligament 32. Ligamentum flavum and vertebral body, T7 33. Inferior and superior articular processes, zygapophyseal joint 34. Multifidus m. 35. T7 spinal nerve root and hemiazygos v. 36. Thoracolumbar fascia, anterior layer 37. Longissimus thoracis m. 38. Thoracic aorta 39. Pericardium 40. Scapula, inferior angle; insertion of serratus anterior m. 41. Teres major m. 42. Bronchus, left 43. Lung, left lower lobe, superior segment 44. Left pulmonary w.

This section passes through the lower third of the seventh thoracic vertebra (32), the zygapophyseal joint (33) with its superior and inferior articular processes, the interspinous ligament (31), and the body of the sternum (56) anteriorly. It cuts ribs 7 (20), 6 (14), 5 (11), 4 (6), and 3 (1). On the left side, the right coronary artery (55), ascending aorta (54), right ventricle (52), left anterior descending coronary artery and vein (50), left coronary artery (49), pericardiacophrenic artery and phrenic nerve (48), and left atrium (47) are seen. The thoracic aorta (38) and hemiazygos vein (35) are also seen. The section cuts the left lung, upper lobe, upper division, anterior (51); the left upper lobe, upper division, apical posterior (46); and the left lower lobe, superior (43) bronchopulmonary segments. On the right side, the superior vena cave (3), right pulmonary artery (5), lateral thoracic artery and vein (9), thoracodorsal artery and vein (15), primary division of the right bronchus (10), and the esophagus (23) can be identified. The following right bronchopulmonary segments have been identified: right lower lobe, superior (23); right u...


Similar Free PDFs