Bijhorende theorie HC 1 rechtsgeschiedenis PDF

Title Bijhorende theorie HC 1 rechtsgeschiedenis
Course Geschiedenis van het recht
Institution Universiteit Hasselt
Pages 5
File Size 95.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 23
Total Views 198

Summary

bijhorende theorie hoorcollege 1 rechtsgeschiedenis uit het handboek...


Description

Bijhorende theorie HC 1: nrs 51 t/m 84

1 Suum cuique tribuere (ca. 1000 v.Chr. – 565 n. Chr.) 1.1 Politiek en staat ….

1.2 Cultuur en recht 1.2.1 Het recht van goden en mensen - Tijdens de archaIstische tijd (tot en met 8ste eeuw voor Chr.) kenden de Grieken geen zelfstindig rechtsbegrip. - In Ilias (grote heldendicht van Homeros, is sprake van Themis →Themis is een godin en verwijst naar de rechterlijke uitspraken door de koning of rechter →Vonnissen die ingeblazen worden door de goden - Het recht veruitendigt zich enkel in het oordeel over een concreet geding, niet als een autonoom stelsel van regels van objectief recht - Themisten zijn de toepassing in een concreet geding van algemene, dwingende orde - In de Ilias en odysseia waren goden en mnesen onderworpen aal dezelfde opvattingen over wat moet, mocht en niet mocht - Recht was geen instrument om de samenleving te ordenen - Dikè toont aan dat mensen geleidelijk aan bewust werden van het bestaan van rechtsregels - Dikè wordt door de mens uit themis afgeleid; niet rechtstreeks door goden ingeblazen - Nomos = een verwijzing naar de gewoonte: hetgeen men gewoon was te doen en bijgevolg normaal, de norm achtte - Grieks recht bestond uit regels van gewoonterecht - De verankering van het recht in de godsdienst verminderde in de loop van de 8ste, 7de en 6de eeuw voor Chr. - In griekse stadstaten deden zich sociale en politieke conflicten voor tussen de aristocratie en de meerderheid van de bevolking →Eis tot het vastleggen van het recht in geschreven wetten - Het recht werd getekend op stenen/bronzen tafels en uitgestald in de agora (marktplein) zodat recht voor iedereen toegankelijk werd 1.2.2 Fas en ius in het archaïsch Romeins recht - Het archaïsch Romeins recht was verweven met de religie - Oudste kern van het Romeins recht bestond uit de traditionele zeden en gewoonten die men van de voorouders had overgeërfd (mos maiorum) →hadden zowel betrekking op de verhouding tussen mensen onderling als tussen goden en mensen - Aan het begin van de Republiek bestond het onderscheid tussen het fas en het ius, wat tegen deze regels inging was nefas (taboe) o Regels van ius beheersten ver verhouding tussen de Romeinse burgers onderling, algemene regels om conflicten op te lossen om vrede binnen Rome te garanderen. o Ius had geen aanspraak op volledigheid, er bestonden niet voor alle conflicten regels, enkel die door het Ius waren geregeld konden voor de rechtbank worden gebracht

o De rechtbank, bestaande uit gewone burgers, oordeelde over het gelijk en ongelijk van de partijen en deed uitspraak →vervolging + utivoering van het vonnis was en zaak van de benadeelde zelf o Ius beschermde de belangen van de burgers o Het fas had een proces met als doel de vertoornde goden te verzoenen 1.2.3 Het ius civile en de XII-Tafelenwet - Romeins recht werd benoemd als ius civile, het recht van en voor de Romeinse burgers - In een geschil tussen een Romeinse burger en een vreemdeling was het ius civile niet van toepassing - Onder welk rechtsstelsel men viel werd niet bepaald door de plaats waar men zich bevond maar door de aanhorigheid tot een stom of volk - De kern van het ius civile is de mos maiorum - De XII-Tafelenwet vormt een belangrijk cesuur in de ontwikkeling van het Romeins recht - De priesters hadden een monopolie op de interpreatie van het recht en konden op deze manier het recht bijsturen en naar hun hand zetten - De optekening van het recht moest een einde maken aan deze willekeur en verhinderen dat er priesters her recht nog veranderen - Ius civil werd van goddelijk recht onderscheiden maar giel vast aan de onveranderlijkheid ervan - De taak van de koning en priesters was niet om het recht aan te passen maar om de naleving ervan de geranderen - De XII-Tafelenwet was een conservatieve reactie , bedoeld om rechtsontwikkeling door priesters te stoppen en het aloude recht te vrijwaren - In 451 voor Chr. Werd de decemviri legibus scribundis aangesteld (een commissie van 10 man) →deze namen voor de duur van hun ambt de staatsmacht over - De XII-Tafelenwet was een optekening van een aanzienelijk deel van het recht rn bevatte vooral regels van privaatrecht, strafrecht en procesrecht - De volksvergaderingen zouder door latere wetten enkele wijzigingen en aanvullingen doorvoeren 1.2.4 De legis actio en de interpretatie van het recht door de priesters - De gewoonde gerechtelijke procedure die het ius civile kende was de legis actio procedure die bestond uit 2 fases o Fase 1: in iure, in rechte. De eiser en de verweerder verschenen voor de priester. Hij ging na of het geschil onder het ius civile viel en er een proces mogelijk was. Was dit het geval? Dan ging de zaak door naar de 2de fase o Fase 2: apud iudicem, voor de rechter. Het geschil kon door de eigenlijke rechter worden behandeld, bewijzen werden aangebracht en de zaak werd gepleit en gevonnist - Onder de republiek hield het legis acto-proces de opdeling in twee fases maar de invulling was geëvolueerd o De vordering of eis werd juridisch afgelijnd door het gebruik van legis actiones ( een geijkt model, de wettelijke vordering, procesinstrument)

De legis actio sacramento in rem: gebruikt om de heerschappij over een zaak op te eisen  De legis actio sacramento in personam: men claimed een vordering ten aanzien van een persoon Vandaag de dag hanteren wij het onderscheid tussen materieel recht en procesrecht, vroeger maakte men dat onderscheid niet Ubi ius, ibi remedium →waar recht is is ook een rechtsmiddel Enkel die geschillen waarvoor ius civile een rechtsmiddel voorzag konden voor de rechtbank komen Doordat de rechters zetelde in de eerste fase van een proces, kregen zij de monopolie over de interpreatie van het ius civile 

-

1.2.5 Publiekrecht en privaatrecht - Tweedeling tussen fas en ius ligt ten grondslag aan het moderne onderscheid tussen privaat en publiekrecht →naleving van fas ging het gehele Romeinse volk aan, iemand die iets tegen het fas deed, verstoorde de harmonie tussen het volk en zijn goden o Bestraffing moest de goden met hun volk verzoenen, vaak door een offer van de dader o Misdrijven die hiertoe behoren zijn bv: gebruiken van magie, landverraad, … - Uit de tweedeling tussen fas en ius groeide het onderschied tussen crimina publica (publiekrechtelijke misdrijven) en delicra privata (burgerrechtelijke delicten) - In de tweede eeuw voor Chr. Ontstonden quaestiones perpetuae: permanente rechtbanken die bevoegd waren voor een specifiek misdrijf, zoals corruptie bij het besturen van de provincies, … 1.2.6 De invloed van de Griekse filosofie en reotica 1 - Onder de late Republiek evolueerde het Romeins recht fundamenteel - Vanaf het einde van de 2de eeuw ontwikkelde zich een autonome rechtswetenschap en onstond er een stelsel van rechtsregels (ius gentium) dat de romeinse rechtbanken konden toepassen op geschillen waarbij vreemdelingen waren betrokken - Rome bloeide tijdens de Late Republiek: economisch, politiek en cultuureel - De Grieken ontwikkelde geen eigen rechtswetenschap - De geschiedenis van de Griekse en daarmee van de hele Westerse filosofie, begon in de 6de eeuw voor Chr. - De 5de eeuw voor Chr. Was ge Gouden Eeuw van Athene, o De atheense polis of stadstaat was een democratie, waarin alle burgers een zekere mate van inspraak hadden o De belangrijkste beslissingen werden in de volksvergadering genomen o Niet de kennis van de waarheid maar de overtuigingskracht is belangrijk o Sokrates en plato - Een sofist is Griekse filosoof die brugers tegen betaling leerde hoe ze succesvol moesten spreken in de rechtbank en volksvergadering

1.2.7 De sofisten en de veranderlijkheid van het recht - Sofisten hadden een grote invloed op de rechtsopvattingen in het klassieke griekenland, ze trokken bijvoorboord de band tussen menselijke en goddelijke recht in vraag - De basis van het recht as bijgevolg de overeenstemming tussen de burgers en niet van goddelijke oorsprong - Recht werd door de mens zelf gemaakt en bijgevolg ook aan zijn wil onderworpen, wat door de mens was gemaakt, kon ook door de mens worden veranderd - Tegenover de gewoonte en het recht plaatste zij de onveranderlijke eeuwige fysis (natuur) - De nomos (gewoonte en het recht) is veranderlijk en hoeft niet in overeenstemming te zijn met de wetten van de natuur - Sofisten hebben een onomkeerbare stap gezet door de erkenning van het bastaan van een recht dat aan de menselijke wil onderworpen is 1.2.8 Het formula proces en het ius praetoriumm - De Romeinse republiek veranderde grondig de laatste eeuwen van haar bestaan →Rome evolueerde in enkele generaties van middelgrote stadsstaat tot het grootste rijk in het Middellandse zeegebied - Door opbloei van handel, welvaart, rechten, … werden rechtbanken overspoeld met nieuwe soorten conflicten en gedingen →Vaak had het ius civile geen antwoord meer, recht had behoefte aan vernieuwing - Deze vernieuwing kwam er door het ontstaan van een nieuwe procesvorm - Het zouden niet meer de pontifices zijn die voor de noordzakelijke vernieuwing van het recht zorgden - Halverwege de 2de eeuw voor Chr. Verdrong de praetor de priesters aan het hoofd van de rechtbanken →Ze probeerden het recht te verbreden door aan het bestaande recht (ius civile) een extrensieve interpretatie te geven - Het formula proces had geen ritueel en relgigieus karakter 1.2.9 Het ius gentium - Tijdens de laatste eeuwen van de Republiek nam het aantal vreemdelingen en nietburgers in Rome sterk toe →Preator peregrinus, de tweede preator, kreeg gezag over de rechtgedingen in Rome waarbij vreemdelingen waren betrokken - Ius gentium = volkenrecht →heel andere inhoud en betekenis dan het hedendaagse volkenrecht - Ius gentium stond bij oorsprong volledig los van ius civile en kon z tot een stelsel van vrij algemene regels uitgroeien waarbij overwegingen van redelijkheid domineerden 1.2.10 De opkomst van de rechtswetenschap in de 2de en 1ste eeuw voor Chr. - Ontstond in Rome - Autoome, seculiere rechtswetenschap beoefend door een onderscheiden groep van rechtgeleerden of juristen - De priesters verloren het monopolie over de kennis en interpretatie van het recht

-

Rechtsgeleerden en advocaten vormden twee verschillende groepen Volgens Cicero was de activiteit van een rechtsgeleerde driedelig o Respondre of antwoorden: het geven van adviezen op concrete rechtsvragen o Agere of handelen/optreden: pleiten voor de rechtbank, o Cavere of opmaken van geschreven stukken: het opstellen van bewijsakten, contracten, testamenten

1.2.11 De invloed van de Griekse folofie en retorica 2 - De eerste Romeinse rechtsgeleerden werden zeker geïnspireerd door denkbeelden uit de Griekse retorische en wijsgerige tradities - De geschriften van Plato en Aristoteles trokken diepe sporen in het denken van talrijke Hellenistische redenaars en filosofen - Aristoteles...


Similar Free PDFs