Definities Kwalitatieve Data Analyse PDF

Title Definities Kwalitatieve Data Analyse
Course Kwalitatieve data-analyse
Institution Universiteit Gent
Pages 7
File Size 253.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 36
Total Views 138

Summary

Overzicht definities...


Description

Definities Kwalitatieve Data Analyse

Syllabus Deel 1 LES 1: Introductie en Wetenschaps – Filosofische Achtergrond  Paradigma’s  Toegepast op kwalitatief onderzoek Onderzoek

Systematisch proces die leidt tot geldige conclusies. (DEF!)

Emic

Emic staat voor het perspectief van binnenuit, hoe iemand uit een bepaalde (sub)cultuur het zelf ervaart. Mens als intentioneel betekenisverlenend wezen.

Attic

Etic staat voor het perspectief van buitenaf, hoe een buitenstaander naar een bepaalde realiteit kijkt.

Mixed Method Onderzoek

Kwalitatief en kwantitatief onderzoek heeft geen absoluut onderscheid. Het wordt van een onverenigbaarheid (dichotomie) naar een pragmatisch pluralisme gebracht. (Combinatie van de twee)

Dichotomie

Een dichotomie is de opdeling in twee niet-overlappende structuren of begrippen.

Deductief

Bij deductie wordt veelal een gevolgtrekking ge “”maakt uit het algemene naar het bijzondere - vanuit de major-premisse wordt met een minor-premisse de conclusie afgeleid of gededuceerd.

Inductief

Inductieve methoden werken veelal andersom, hierbij komt men tot een algemene regel, generalisatie geheten, op grond van een aantal specifieke waarnemingen.

Paradigma’s

Set van verschillende veronderstellingen. (Assumpties) (Niet zo’n strikte sets, vaak nuances, verscheidene paradigma’s vaak samengevoegd) Veronderstelling die algemeen aanvaard is. Vanuit deze paradigma’s vertrekt de wetenschap. Welke kennis er bestaat en hoe we kennis kunnen verwerven.

Methodologie

Hoe kunnen we kennis verwerven? (Procedures)

Ontologie

Wat is de aard van de realiteit en het zijn? Dit is een abstract begrip. (Link allegorie van de grot: realiteit meerdere opvattingen.) Realisme (1 realiteit) VS. Relativisme (meervoudig geconstrueerde real.) Nieuw realisme (Geen 1 geheel, alles context gebonden)

Epistemologie

Louter positivisme

Wat is de relatie tussen onderzoeker (diegene die wil weten) en onderzochte (diegene die weet)? Objectief (dualistisch) VS. Subjectivistisch (Transactioneel) (Axiologie: Invloed waarden onderzoeker in het onderzoeksproces) Menswetenschappen volgens dezelfde logica als de exacte wetenschappen

Constructivistisch

Realiteit is geen extern gegeven, maar wordt gecreëerd door de menselijke geest.

Kritisch ideologisch

Gericht op emancipatie en transformatie. Geleefde ervaring gemedieerd door machtsrelaties binnen historische, culturele en sociale contexten.

Nomothetisch

Nomothetischemethode (nomos = wet) — de studie van groepen om algemene conclusies te kunnen trekken — geschikt was voor de bètawetenschappen om wetmatigheden te ontdekken.

LES 2: Het Kwalitatieve onderzoeksproces    

Theorie Inductie en deductie Literatuurstudie Onderzoeksvragen

Conceptualisatie

Van een algemeen onderwerp naar duidelijke probleemstelling. (Goede onderzoeksvraag)

Meta- niveau (Grand theories)

Deze methode maakt gebruik van filosofische paradigma’s. Er wordt gefocust op hoe de realiteit bestudeerd moet worden op sociaal en psychologisch vlak.

Middle Range Theorie Publicaties-alsTheorie Inductief/ Deductief Literatuurstudie Fact Finding studies Proxy

Focus beperkt tot een bepaald fenomeen. (Toegepast op specifieke onderwerpen) Verschillende concepten worden hier noodzakelijk opdat m’n ze kan waarnemen. Fact finding studies Zie hierboven Voor en tegen literatuurstudie (Actueel) ? ?

LEERPAD 1: Generalisatie  Analytische generalisatie  Transfereerbaarheid Process Theory

Begrijpen hoe bepaalde situatie, beslissing, gebeurtenis, ervaring tot stand komen aan de hand van diepgaande analyse en rijke beschrijving.

Variant Theory

Focust op verschillen en verklarende variabelen.

Generalisatie

Brede conclusies op basis van specifiek voorkomen. Interferentie over het niet geobserveerde op basis van het geobserveerde. Belang van relevantie onderzoeksbevindingen voor settings en mensen buiten die onderzoekscontext.

Statistische Generalisatie Analytische Generalisatie

Extrapoleren van steekproef naar populatie. Toetsen van de algemene geldigheid.

Transfereerbaarh.

Case to case translation. Gebruik van bevindingen van het ene onderzoek naar het andere.

Heen en weer gaan tussen informatie, verfijnen. Generaliseren van bijzonderheden naar bredere constructen of theorie. Concepten die voor de hele groep gelden.

LEERPAD 2: Algemene purposive sampling technieken  Extrame/ afwijkende, typische, kritische, maximale, homogene en doelgerichte

Analyse –eenheid

Op welk niveau je gaat onderzoeken

Saturatie

Er wordt theoretische saturatie gesproken als er geen nieuwe concepten of dimensies gevonden kunnen worden voor categorieën die van belang zijn voor de studie.

Convenience of opportunistic sampling Algemeen doelgerichte sampling Theoretische sampling

Mensen die relatief eenvoudig te bereiken zijn. (Minder betrouwbaar, geen bewuste selectie)

Sneeuwpal of chain referral sampling Extreme

Vaak bij mensen die moeilijk te bereiken zijn. De onderzoeker gaat op zoek naar participanten die mogelijke volgende participanten kunnen aanreiken.

Doelgericht steekproeftrekken, niet-sequentieel. Onderzoeker stelt criteria vast om te selecteren. Typicsche vorm bij Grounded Theory Studie. Op basis van gegenereerde inzichten in de resultaten worden nieuwe participanten onderzocht. Sequentieel.

Extreme eenheden onderzoeken, naar de extreme kijken om te leren over de typische.

Typische

Gemiddelde beschrijven in een domein waar geen goede beschrijving van het typische fenomeen.

Kritische

Gericht op een grote toepasbaarheid, door het juiste te bestuderen (als hier, dan)

Maximale

Veel variatie in de steekproef steken, wat komt telkens terug en wat is uniek?

Homogene

Variatie beperken, door gemeenschappelijk punt komt het gesprek makkelijker op gang.

Doelgerichte

Wanneer de steekproef te groot is, niet statistisch generaliseerbaar.

Gestratifieerde doelgerichte Homogeniteit

Combinatie van verschillende theorieën Gelijkenis in de steekproef zorgt voor diepgang.

Heterogeniteit

Verschil in de steekproef zorgt voor diversiteit.

Sequentieel

De steekproef kan veranderen als er nieuwe info aan het licht komt.

Epistemologisch kader

Kader met kennis.

LEERPAD 2: Soorten interviews  Gestructureerd, ongestructureerd, semigestructureerd Gestructureerd Ongestructureerd Semigestructureerd Interviewguide

Alle woorden exact verwoord worden, geen externe factoren. Er is 1 open vraag, geen vaste structuur, open ruimte voor participant’s mening. Middenweg tussen de twee. Leidraad maar niet persé in volgorde. Helpt bij de voorbereiding en het afnemen van interviews. Het geeft kort de thema’s weer die aan bod moeten komen tijdens het interview. (Louter als leidraad, evoluerend)

Data en methode triangulatie Transcriptie

Combinatie van dataverzamelingsmethodes. Data die verzameld werd, uitgetypt.

Pilootstudie

Interviewvragen aftoetsen aan niet participanten om de helderheid te testen

Probing

De participanten uit te nodigen verder te vertellen, verder op iets in te gaan, dieper in hun verhaal.

Immersie

Onderdompelen van de onderzoeker in de cultuur die hij bestudeert.

Participerende observaties

Het participatief observeren is een manier die gebruikt wordt om groepen te verkennen. Er wordt binnengetreden in de wereld van de participanten.

Progressief focussen

Dit proces zorgt ervoor dat zowel de context als de specifieke onderzoeksonderwerp de aandacht krijgen.

Veldnota’s

Dit zijn beschrijvingen van wat er precies gebeurde, waarom en hoe. Ook bedenkingen en reflecties van de onderzoeker worden opgenomen in deze notities.

Informed consent

Document dat participanten moeten ondertekenen, om toestemming te geven voor het onderzoek.

Peer review

Observaties worden gecontroleerd door mede-onderzoekers.

Member Check

Door de leden van de bestudeerde groep worden de observaties gecontroleerd.

Minder retrospectief

De data wordt neergeschreven wanneer de ervaringen zich voordoen.

Syllabus Deel 2 LES 3: Data Analyse  Interpretatief  Iteratief  Constant comparatief Ecologische validiteit

De mate waarin onderzoeksresultaten overeenkomen met de alledaagse praktijk of werkelijkheid

Tum

Tool voor uitkomstenmeting (online psycholoog). In het online therapeutisch instrument beantwoordt uw cliënt elf eenvoudige vragen over zijn/haar klachten, sociale relaties, tevredenheid en therapeutische relatie. De verkregen antwoorden worden automatisch verwerkt, waardoor onmiddellijk feedback verkregen wordt.

Horse shaped shoe

Vaardigheden essentieel voor een onderzoeker. Het aanpakken van een serieus gesprek met eerst voorbereiding en daarna naar de harde kern.

Triangulatie

Op verschillende manieren naar je studie onderwerp kijken, dan verkrijg je een meer accuraat beeld.

Geometrie

Twee hoeken berekenen, pythagoras.

Analyticus Interuptus Subjectiviteit

Veel onderzoekers pogingen doen, maar weinig resultaat.

Reflexiviteit

Wat jouw waarden en normen zijn Omgaan met subjectiviteit, het subjectieve, een plaats geven, waarom interpreteer ik het? Kom ik uit een klassiek kerngezin?

LES 3: Verschillende benaderingen  Interpretatieve Fenomenologie  Grounded Theory  Thematische Analyse Interpretatieve Fenomenologie

Ervaren en subjectief beleefde wereld is de enige werkelijke. Het distantieert zich van het idee dat er een objectief waaarneembare werkelijkheid is.

Grounded Theory

Systematische en inductieve methode om theorie op te bouwen op basis van kwalitatieve data analyse

Thematische

Zoektocht naar thema’s: van code naar hogere orde thema.

Missing Data Coherentie Mutueel Exclusief

??? Interne homogeniteit Heterogeniteit (Ze moeten elkaar uitsluiten, de quotes passen enkel onder 1thema)

LES 3: Kwaliteitscontrole  Betrouwbaarheid en validiteit  Termen die verwijzen naar validiteit Validiteit

Validiteit gaat niet over een onweerlegbare waarheid die naar een objectieve realiteit verwijst. Het gaat over ‘verdedigbare beweringen’: sporen deze met onze onderzoeksgegevens? Conclusies geloofwaardig?

Betrouwbaarheid

Kan een bevinding gereproduceerd worden in de tijd en door andere onderzoekers? Zijn je onderzoeksgegevens of observaties geloofdwaardig?

Triangulatie Coherentie Verheldering Testimonial validity Catalytische validiteit Reflexieve validiteit Consensus

Verschillende bronnen van gegevens, perspecteiven combineren. Hebben de concepten iets met elkaar te maken? Beter begrip krijgen over iets dat je bestudeert Sluit het aan bij de perceptie van de deelnemer? (member checking)

Top and Tail

Elke quote context en discussie.

Zet het aan tot verandering? Verandert de ideeën van de onderzoeker over het fenomeen. Eenzelfde thematische map. (eenheid)

LEERPAD 3: Data Analyse  Inleiding: Data analyse in wisselwerking met Dataverzameling, sampling, onderzoeksvraag en literatuur Onderzoekscyclus

LEERPAD 4:

Wisselwerking bij data analyse tussen verzameling en sampling....


Similar Free PDFs