Examen sociologie opgelost PDF

Title Examen sociologie opgelost
Author itziar delaey
Course Psychologie
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 8
File Size 100 KB
File Type PDF
Total Downloads 29
Total Views 158

Summary

Verschillende samenvattingen sociale psychologie hoofdstuk een, twee, drie, vier, vijf...


Description

2. Examen sociologie (POM31A) - Bachelor Psychologie 19-1-2020 – prof. dr. Jan Van Bavel 1. De term "agency" verwijst in de sociologie naar... A. het sociaal verband dat ontstaat wanneer handelingsbekwame actoren samenhandelen. B. het vermogen van sociale actoren om zelf keuzes te maken over hoe zij zullen handelen of niet. C. het contingente karakter van samenhandelen. D. situaties waar het samenhandelen niet door de sociale structuur bepaald wordt. 2. Het Matteüseffect is een voorbeeld van welk van volgende sociologische fenomenen? A. een zichzelf waarmakende voorspelling B. een onbedoeld effect C. een "self-denying prophecy" D het Thomas-theorema 3. Supporters van voetbalploegen dragen tijdens de match heel vaak een sjaal met de kleuren en het logo van hun favoriete ploeg. Van welk sociologisch fenomeen is dit een illustratie? A. een formele rolverwachting B. een informele rolverwachting C. een moet-verwachting D. een symbolische verwachting 4. Wat wordt bedoeld met "sociologische verbeeldingskracht"? A. het vermogen om persoonlijke problemen op te lossen door ze meer sociaal aan te pakken. B. het vermogen om persoonlijke problemen met sociale feiten of maatschappelijke veranderingen te verbinden. C. het vermogen om maatschappelijke problemen sociologisch onderbouwd op te lossen. D. het vermogen om nieuwe sociologische theorieën uit te vinden. 5. Van welke van de hoofdvragen van de sociologie is de volgende concrete empirische vraag een heel specifieke illustratie? "Hoeveel procent van de jongeren uit het Vlaamse Gewest woont in een gezin dat zich financieel niet minstens één week vakantie buitenshuis kan veroorloven?" A. de invloed van de economie op de cultuur B. de invloed van het sociale op het individuele C. het sociale-ordevraagstuk D. maatschappijdiagnose 6. Eén van onderstaande uitspraken is fout. Welke? A. "Grand Theory" is inductief van aard. B. "Grand Theory" is deductief van aard. C. "Grounded Theory" is inductief van aard. D. "Middle Range Theory" is specifieker dan "Grand Theory".

7. Een bekend fenomeen in de gezondheidssociologie en epidemiologie is de preventieparadox: wanneer experts een epidemische toename van een bepaalde ziekte verwachten en de beleidsmakers kunnen overtuigen om effectieve maatregelen te nemen om die uitbraak tegen te gaan, dan kunnen er naderhand twijfels rijzen of die maatregelen wel nodig waren wanneer er van een echte uitbraak geen sprake blijkt te zijn. Van welk van volgende algemene sociologische fenomenen is dit een voorbeeld? A. een latente disfunctie B. een "self-fulfilling prophecy" C. een zichzelf weerleggende voorspelling D. het Thomas-theorema

8. "De stad Leuven wenst alle inwoners een gelukkig nieuwjaar!" Deze uitspraak is een voorbeeld van: A. Reïficatie B. Essentialisering C. Gemeinschaft D. Waarderationeel handelen 9. Sociologen en demografen verbonden aan de Verenigde Naties bestudeerden voor alle lidstaten de samenhang tussen onderwijs en levensverwachting. Zij stelden vast dat in landen waar méér mensen hoger onderwijs volgen, de mensen gemiddeld langer leven. Welk van de volgende fenomenen illustreert het opzet van deze studie? A. methodologisch kosmopolitisme B. methodologisch nationalisme C. mondialisering D. scholarisatie 10. Joris (vijf jaar geleden afgestudeerd als burgerlijk ingenieur, met nu een topfunctie in een groot bouwbedrijf) heeft sinds 6 maanden een relatie met Peter. De ouders van Joris waren allebei ongeschoolde en laagbetaalde arbeiders, terwijl de moeder van zijn lief Peter een burgerlijk ingenieur-architect is en de vader een operazanger. De ouders van Peter nodigen Joris mee uit op een exclusieve première van de nieuwe opera waarin de vader van Peter een hoofdrol speelt. De uitnodiging bezorgt Joris veel stress want hij is nog nooit eerder naar een opera geweest. Welk sociologisch fenomeen is mogelijk een oorzaak van die stress, gelet op deze achtergondinformatie? A. cultuur als statussymbool B. het Thomastheorema C. rolambivalentie D. statusincongruentie 11. Welk van volgende ultspraken is fout? A. Etnische stratificatie is een vorm van horizontale differentiatie. B. Etnische stratificatie is een vorm van soçiale stratificatie. C. Etnische stratificatie kan leiden tot etnische discriminatie. D. Etnische stratificatie verdeelt de bevolking in onderling ongelijke groepen die bestaan uit verschillende etnische groepen.

12. Eén van onderstaande eigenschappen is typerend voor "Gesellschaft" eerder dan voor "Gemeinschaft" in het onderscheid gemaakt door de 19de-eeuwse socioloog Ferdinand Tönnies om maatschappijen te typeren. Welke eigenschap is dat? A. persoonlijk B. planmatig C. ruraal D. traditioneel 13. Welk proces hoort niet specifiek bij het proces van modernisering? A. secularisatie B. functionele differentiatie C, individualisering D. stratificatie 14. De verkoop tijdens de kerstperiode is verantwoordelijk voor een aanzienlijk deel van de jaarlijkse omzet van de kleinhandel. Kerstmis, de christelijke traditie om de geboorte van Jezus Christus te vieren, vervult dus een belangrijke voor de kleinhandel. Wat past op de stippellijn? A. latente functie B. manifeste functie C. latente disfunctie D. manifeste disfunctie 15. Symbolisch interactionisme heet "symbolisch" omdat... A. actoren bij interactie de handelingen van de anderen moeten interpreteren als betekenisvolle symbolen. B. actoren vaak bijzonder belang hechten aan specifieke symbolische gebeurtenissen. C. het handelen tussen mensen niet essentialistisch maar enkel symbolisch als een interactie beschouwd kan worden. D. interactie een lopend proces is van het aan elkaar aanpassen of op elkaar afstemmen van de handelingen van de deelnemers. 16. "Kwetsbare mensen krijgen in januari 2021 voorrang bij het toedienen van een vaccin." Deze regel uitgevaardigd door het Ministerie van Volksgezondheid is een voorbeeld van A. een overtuiging B. een waarde C. een norm D. geïnstitutionaliseerde cultuur 17. Uit een vrije tribune door prof. dr. Robert Skidelsky, emeritus-hoogleraar economie, in De Standaard van 22/12/2020: "De economie is de wetenschap van het besparen, of van zo min mogelijk tijd en moeite besteden om zo veel mogelijk voldoening te produceren. Hoe meer we kunnen besparen op het gebruik van schaarse middelen, des te 'efficiënter' we zouden zijn in het krijgen van wat we willen. Efficintie is een gewaardeerd doel, omdat het letterlijk de kosten van het levensonderhoud verlaagt. Spaarzaamheid bij het verkrijgen van de goederen en diensten die we willen hebben, is dus de sleutel tot een beter leven. In dit citaat wordt de economische wetenschap gekarakteriseerd aan de hand van een kenmerk dat volgens sociologen kenmerkend is voor modernisering. Welk van de volgende is dat? A. Doelrationalisering

B. Waarde-rationalisering C. Commodificatie D. Functionele differentiatie 18. In de loop van de voorbíje decennía vond je ín steeds meer landen fílíalen van de Amerikaanse koffiebarketen Starbucks. Deze wereldwijde verspreidíng van de koffíe van Starbucks kan je beschouwen als een illustratíe van één van volgende socíologísche concepten. Welk ? A.culturele homogeniseríng B.culturele hybridiseríng e. culturele omnívoríseríng D. glocalísatie 19. Wat bedoelde de Duitse socioloog Ulrích Beck met zijn concept van " de risicomaatschappij"? A. Dat onze maatschappíj ten gevolge van de klimaatveranderíng steeds meer risico's loopt om met catastrofes geconfronteerd te worden . B. Dat ín de geïndividualiseerde maatschappij mensen meer keuzedwang ondervinden en daarom meer risico's moeten nemen. C. Dat onze maatschappij zich meer bewust is geworden van de risico's verbonden aan het grootschalíg gebruik van wetenschap en technologíe. D. Dat in de moderne maatschappij een stijging op de socíale ladder en dus sociale mobilíteit bevorderd wordt door het nemen van doelrationele risico's. 20. Stel, je hoort iemand de volgende uitspraak doen: "In de grootstad zijn er veel mensen die hun afval gewoon op straat dumpen omdat het in de grootstad als gevolg van superdiversiteit ontbreekt aan gemeenschappelijke waarden en normen." Welke van volgende sociologische karakteriseringen typeert correct deze uitspraak? A. Durkheimiaans B. Functionalistisch C. Marxiaans D. Weberiaans 21. De taakverdeling in het Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg kenmerkt zich door een extreem hoge mate van taakspecialisatie. Dit gaat gepaard met drie van de vier onderstaande sociologische fenomenen. Welk van de vier hoort NIET in het rijtje thuis? A. gegeneraliseerde afhankelijkheid B. mechanische solidariteit in Durkheimaanse zin C. organische solidariteit in Durkheimiaanse zin D. sociale differentiatie 22. Om te begrijpen waarom sommige groepen in onze samenleving weigeren om zich te laten vaccineren, moeten we peilen naar wat die mensen zelf hiervoor als motieven naar voren schuiven. Eén van onderstaande concepten past NIET bij deze onderzoeksbenadering. Welke? A. Methodologisch individualisme B. Weberiaanse sociologie C. Essentialisering D. Interpretatieve sociologie

23. "De afgelopen jaren zijn de techreuzen, die nauwelijks belastingen betalen, ontzettend machtig geworden. Als ze een potentiële concurrent aan de horizon zien opduiken, kopen ze die op. Zo werd Waze, net als ruim 200 andere bedrijven, overgenomen door Google. Zo kwamen Whatsapp en Instagram samen met tientallen andere firma's in handen van Facebook. 'Het is beter om te kopen dan om te concurreren', schreef Facebook-topman Mark Zuckerberg al in 2008. Dat bleek uit een interne email die de Amerikaanse Federal Trade Commission vorige week opnam in haar aanklacht tegen Facebook." (Ruud Goossens in De Standaard van 18/12/2020). In welke sociologische theoretische stroming speelt het proces van machtsconcentratie, zoals hier beschrev ẹn in het geval van Facebook, een centrale rol? A. Conflictsociologie B. Functionalisme C. Sociocentrisme D. Symbolisch interactionisme 24. Mark heeft vrijdag om 16u, vlak voor de start van de kerstvakantie, nog een laatste online Zoomafspraak met zijn leidinggevende Isabelle. Mark zet zích in maatpak met das voor zijn laptop en zit klaar om notities te nemen van de laatste instructies. Isabelle verschijnt echter in beeld in feestkledij en met een glas witte wijn in haar hand. Van zodra Mark dit ziet, doet hij zijn stropdas uit en schenkt zich ook een glas in. Welke van volgende vier vormt een accurate omschrijving van wat zich hier afspeelde. A. De situatiedefinitie van Mark werd door Isabelle gesanctioneerdr. B. Mark had zich vergist in zijn keuze van rolattributen. C. Mark paste zijn situatiedefinitie aan na het zien van de Indicaties van Isabelle. D. Mark loste externe rollenincongruentiė op via indicatle-interpretatie. 25. "De gezondheid van de bewoners van de woonzorgcentra moet beschermd worden, koste wat het kost, want hun gezondheid is het hoogste goed!" Het handelen in functie van deze uitspraak, kan beschouwd worden als... A. affectief handelen B. doelrationeel handelen C. traditioneel handelen D. waarderationeel handelen 26. In welke van volgende theoretische tegenstellingen staan Marx en Durkheim aan dezelfde kant van het spectrum? A. conflict versus consensus B. agency versus structuur C. idealisme versus materialisme D. cultuur versus structuur 27. "De kans op innovatief deviant gedrag, zoals gedefinieerd door Merton, is het sterkst...... " Wat past op de stippellijn? A. wanneer de waarden van de betreffende cultuur erg sterk zijn. B, wanneer de waarden van de betreffende cultuur erg zwak zijn. C. wanneer de normen van de betreffende cultuur erg dwingend zijn. D. wanneer noch de waarden noch de normen van de betreffende cultuur aanvaard worden

28. Bij het gebruik in de sociologle van de term "culturele integratie" moet er altijd worden gespecifieerd over welke …….. het gaat. Wat past op de stippellijn? A. dominante cultuur B. meerderheidscultuur C. referentiecultuur D. subcultuur 29. Wat bedoelen sociologen met anomie in de betekenis van Robert Merton? A. De centrale, maatschappelijk aanvaarde waarden worden nog wel nagestreefd maar dat gebeurt met deviant gedrag. B. De maatschappelijke normen worden nog wel gevolgd maar zonder de onderliggende centrale, waarden te onderschrijven. C. De maatschappelijke functiesystemen vallen uit elkaar door een overwicht van disfuncties op functies. D. Het verzwakken of verdwijnen van breed aanvaarde waarden en normen. 30. "Vakantie is voor mij: zon, zon en nog eens zon!" Waarover gaat deze uitspraak? A. de connotatieve betekenis van het begrip "vakantie". B. de denotatieve betekenis van het begrip "vakantie". C. de ruilwaarde van het begrip "vakantie". D. de referentiele of waarheidswaarde van het begrip "vakantie". 31. Welke concept is zeker NIET typerend voor de sociologische denkbeelden van Karl Marx? A. materialisme B. Idealisme C. commodificatie D. productiewijze 32. De Europese Commissie werkte in 2020 aan plannen om een aantal multinationale technologiegiganten aan te pakken. Met name is de Commissie van oordeel dat de haast monopolistische macht van de GAFAMS (zo genoemd naar Google, Amazon, Facebook, Apple en Microsoft) dysfunctioneel hoog oploopt terwijl die bedrijven weinig belastingen betalen in de Europese context. In het Franse weekblad Le Point lekte een confidentiele nota van Google uit waarin het Amerikaanse bedrijf aan zijn lobbyisten uitlegde hoe zij de Europese plannen konden dwarsbomen. Eén van de aanbevolen tactieken was om het debat in de Europese context te verleggen. Het zou niet meer mogen gaan over een discussie over het al dan niet te veel macht hebben of over het al dan niet betalen van genoeg belastingen door de GAFAMS maar wel over de omvang van de meerwaarde van de diensten die zij aan Europese consumenten leveren (De Standaard 18/12/2020, "De lobbymachine van big tech"). Vraag: welke van volgende sociologische termen beschrijft de aanbeveling die Google deed aan zijn Europese lobbyisten? A. commodificatie B. doelrationalisatie C. framing D. globalisatie 33. Het tonen van je mannelljkheid of vrouwelijkheid door je op een bepaalde manier te kleden, te letten op je lichaamshouding, je haardracht, je manier van zitten enzovoort wordt wel eens omschreven als doing gender. Dit is een specifiek voorbeeld van........

A. classificatiestrijd B. de essentialisering van de verschillen tussen mannen en vrouwen C. de naturalisering van de verschillen tussen mannen en vrouwen D. de performativiteit van symbolische interactie 34. Wat bedoelen sociologen met "impression management"? A. Dat bedrijven in de functioneel gedifferentieerde maatschappij gespecialiseerde posities voorzien om een goede indruk te maken op consumenten, bijvoorbeeld via een marketing-afdeling. . B. Dat mensen bij hun sociaal handelen de nodige aandacht moeten besteden aan de indruk die zij maken bij de anderen in een gegeven sociaal verband. C. Dat mensen bij het spelen van hun sociale rol vaak zelfbewuste aandacht besteden aan het geven van de indruk dat zijn hun rol goed beheersen. D. Dat mensen in hun rollenspel vaak de indruk geven van autonoom rolhandelen, ook al wordt hun gedrag gedetermineerd door geinstitutionaliseerde rolverwachtingen

35, Welke van volgende uitspraken is fout? A. Cultuurgemeenschappen kenmerken zich door het delen van dezelfde interpretatieve codes. B. Het concept van de interpretatieve code stamt uit de symbolisch interactionistische traditie dus kunnen codes niet als een Durkheimiaans sociaal feit worden beschouwd. C. Het concept van de interpretatieve code past binnen de symbolisch interactionistische traditie. D. Interpretatieve codes leggen het verband tussen betekenaar en betekenis. 36. Een bepaald biermerk maakte ooit reclame voor zijn pilsbier met als slogan: "Mannen weten waarom!" Aan welke van volgende waarden van het aangeprezen bier wil deze slogan appelleren? A. de gebruikswaarde B. de meerwaarde C. de ruilwaarde D. de tekenwaarde 37. Wat betekent het concept "symbolisch gezag" in de sociologie? A. Autoriteit die louter symbolisch is maar geen daadwerkeljke macht Inhoudt. B. Autoriteit om voor een sociaal verband de gepaste symbolen uit te klezen. C. Culturele autoriteit die maakt dat iemands interpretatiemacht breed voor legitiem doorgaat, bijvoorbeeld omdat die de gepaste opleiding heeft genoten. D. Gelegitimeerde macht die zijn autoriteit ontleent aan symbolen. 38. Welk van onderstaande omschrijving is een accurate omschrijving van een sociaal verband gevormd door een bedrijfsleider en zijn medewerkers. A. een positiesegment B. een positieset C. een positieveld D. een rollenstel 39. Welk van volgende uitspraken over "role making" klopt niet? A. De mate waarin er ruimte is voor eigen "role making" varieert al naargelang de focuspositie. B. In een hiërarchisch sociaal verband hebben minder machtige positiebekleders geen mogelijkheid tot "role making".

C. "Role making" veronderstelt dat de nieuwe rolinvulling van iemand in een focuspositie door personen in de tegenposities gevalideerd wordt. D. "Role making" veronderstelt dat de nieuwe rolinvulling van iemand in een focuspositie met een zeker mate van consistentie en dus voorspelbaarheid herhaald wordt. 40. Medische experts werd tijdens de corona-pandemie soms verweten te weinig oog te hebben voor de psychologische gevolgen van de genomen maatregelen om de epidemie in te dijken. Van welk sociologisch fenomeen is dit verwijt een mogelijke aanwijzing? A. rolambivalentie B. rollenincongruentie C. extern rollenconflict D. normatieve rolverwachtingen...


Similar Free PDFs