Familiaal vermogensrecht - deel relatievermogensrecht PDF

Title Familiaal vermogensrecht - deel relatievermogensrecht
Author Arinela Fazlic
Course Personen-, familie- en familiaal vermogensrecht
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 38
File Size 816.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 2
Total Views 134

Summary

Volledige samenvatting van het boek relatievermogensrecht met het nieuwe huwelijksvermogensrecht 2018 voor het vak familiaal vermogensrecht van Professor Verbeke. ...


Description

Familiaal vermogensrecht – relatievermogensrecht (HVR 2018)

I.

Het secundair vermogensrecht

Hoofdstuk 1. Het wettelijk stelsel Afdeling 1. Situering Echtgenoten zijn onderworpen aan het primair huwelijkstelsel + het secundair huwelijksvermogenstelsel. 2 mogelijkheden: -

Huwelijksovereenkomst voor notaris: conventioneel stelsel Niets doen: wettelijk stelsel art 1390 BW Regels wettelijk stelsel zijn ook residuair van toepassing bij huwelijkscontracten art 1451 BW

Het stelsel begint te werken vanaf de voltrekking van het huwelijk 1391 BW MAAR tijdens huwelijk kan men een wijzigingsakte sluiten bij notaris als men toch een huwelijksovereenkomst wil art 1394-1395 BW

Afdeling 2. Kwalificatie van de vermogens Art 1398 BW: er zijn 3 vermogens = van beide echtgenoten het eigen vermogen en het gemeenschappelijk vermogen -

-

Stelsel van gemeenschap van aanwinsten! o Solidariteit tussen echtgenoten: gezinsvermogen (gemeenmaking van de aanwinsten) Vermogen dat niet verbonden is aan het huwelijk: o Voorhuwelijks vermogen: tegenwoordige goederen o Vermogen verkregen door erfenis of schenking: toekomstige goederen o Ook tijdens het huwelijk: familievermogen

GEMEENSCHAPPLEIJK VERMOGEN: alle activa die tijdens het huwelijk onder bezwarende titel toevallen aan 1 van de echtgenoten EIGEN VERMOGEN: goederen die de echtgenoten bezaten op de dag van de voltrekking van huwelijk alsook de activa die hen tijdens het huwelijk toevallen door erfenis of schenking en de wederbelegging ervan.

Afdeling 3. Werking van het wettelijk stelsel A. ALGEMEEN -

Vermoeden van gemeenschappelijkheid 1405 BW Bewijsregels volgens art 1399 BW 1

“Waar het voordeel is, is ook de last “ Dit betekent dat een eigen goed gepaard gaat met een eigen schuld en een gemeenschappelijk goed met gemeenschappelijke schuld.

B. De BEWIJSREGELS -

-

-

Tussen echtgenoten: alle middelen van recht art 1399 BW o HVR 2018 schuldvorderingen zijn onderworpen aan dezelfde bewijsregels als andere goederen Ten aanzien van derde: veel strenger: limitatief opgesomde wettelijke bewijsmiddelen o Art 1399 BW o Bij omkering van het vermoeden kunnen derden altijd opnieuw tegenbewijs leveren Bewijswaarde lijst eigen goederen: lijst van eigen goederen o Niet tegenwerpelijk aan derden o Rechter heeft soevereine appreciatiebevoegdheid

Afdeling 4. De baten Limitatief opgesomd 1399 – 1401 BW

A. BATEN VAN DE EIGEN VERMOGENS -

Echtgenoten moeten aantonen met wettelijke bewijsregels dat het goed: o Eigen uit oorsprong 1399 BW o Eigen door aard 1400-1401 BW

1. GOEDEREN EIGEN DOOR HUN OORSPRONG Wat de echtgenoten toebehoort op dag van het huwelijk of verkregen door schenking, erfenis of testament. -

-

Voorhuwelijkse goederen (tegenwoordige goederen): alle goederen en schuldvorderingen voor het huwelijk eigen. Datum van eigendomsverwerving is determinerend. o Vb: kort voor huwelijk handelszaak opgericht met mogelijkheid om cliënteel aan te trekken dan is het eigen o Om een goed daarna gemeenschappelijk te maken moet het onroerend vorderingsrecht worden ingebracht o Ook bij opschortende of ontbindende voorwaarde is het eigen → retroactieve werking o Het lichten van een voorhuwelijkse aankoopoptie geen terugwerkende kracht noch bij verkrijgende verjaring dus gemeenschappelijk Tijdens huwelijk om niet verkregen goederen (toekomstige goederen): altijd eigen o Tenzij testator of schenker uitdrukkelijk bepaalde dat de goederen gemeenschappelijk zijn 1405 BW

2

2. GOEDEREN EIGEN UIT HUN AARD - Accessoria 1400 BW o Voorziet een vergoedingsplicht aan gemeenschappelijk vermogen o Pas opeisbaar na ontbinding stelsel bij vereffening en verdeling met toepassing van vergoedingsrekeningen art 1432 BW - Strikt persoonlijke goederen 1401 BW

1. Accessoria 1400 BW Er is dubbel bewijs nodig: enerzijds aanwezigheid van een oorspronkelijk eigen goed/verzekering en anderzijds goed/recht dat daaraan afhankelijk is. 1.1. Het toebehoren van eigen goederen of rechten uitzondering op het principe “bijzaak volgt hoofdzaak” Een goed zal eigen zijn indien het ondergeschikt is aan een eigen roerend of onroerend goed en indien het nuttig is voor het gebruik of de bewaring daarvan. Vb: horizontale of verticale natrekking vb: stemrecht of voorkeurrechten gekoppeld aan aandelen waarvan eigen karakter is bewezen. NIET de periodieke inkomsten van waardepapieren (interesten of dividenden): uitdrukkelijk gemeenschappelijk 1405 BW Winnend lot van Nationale Loterij steeds gemeenschappelijk vermogen! 1.2. De goederen aan één der echtgenoten overgedragen door een van zijn bloedverwanten in opgaande lijn 4 cumulatieve voorwaarden: - onder bezwarende titel - door ascendent aan een echtgenoot - ter voldoening van een schuld van ascendent of verplichting een schuld van de ascendent aan een derde te betalen 1.3. Het aandeel door één der echtgenoten verkregen in een goed waarvan hij reeds medeeigenaar is wanneer één van de echtgenoten een aandeel verwerft in een goed waarvan hij reeds persoonlijk mede-eigenaar is, ook dat bijkomend aandeel tot het eigen vermogen van de betrokken echtgenoot behoort. NIET van toepassing wanneer andere echtgenoot reeds mede-eigenaar is of gezamenlijk een aandeel verwerven WEL mogelijk wanneer beide reeds mede-eigenaars zijn en beide een bijkomend aandeel verwerven NIET verwervingen om niet: eigen op grond van 1399 BW of wanneer er geen sprake is van onverdeeldheid 1.4. De goederen en rechten die ten gevolge van zaakvervanging in de plaats treden van eigen goederen, alsook de goederen verkregen uit belegging of wederbelegging 2 soorten subrogaties: een rechtstreekse (zaakvervanging) of onrechtstreekse ((weder)belegging)

3

1.4.1. Zaakvervanging wanneer een goed/recht wordt omgeruild voor een ander goed/recht vb: verzekeringsvergoeding uitbetaald na beschadiging of vernieling woning/auto of onteigeningsvergoeding In geval van een opleg geldt “pars major-principe” → met welk vermogen werd het grootste gedeelte van het nieuw verworven goed gefinancierd indien gemeenschappelijk vermogen dan gemeenschappelijk goed met een vergoedingsplicht aan eigen vermogen na ontbinding stelsel of andersom 1.4.2. Belegging en wederbelegging art 1402 – 1404 BW belegging: een echtgenoot verwerft een goed met eigen gelden wederbelegging: een eigen goed wordt vervreemd en met de opbrengsten een nieuw goed wordt aangeschaft 1.4.2.1. Gewone onroerende (weder)belegging art 1402 BW: materiele voorwaarde = ook hier geldt het pars major-principe: als wordt aangetoond dat het goed voor het grootste gedeelte met eigen vermogen werd betaald dubbele formele voorwaarde: echtgenoot moet verklaren dat het een aankoop is met wederbelegging van eigen goederen maar ook dat het voor meer dan de helft werd gefinancierd uit eigen vermogen De echtgenoot kan deze rechtshandeling alleen stellen en daartoe zelfs gemeenschapsgelden aanwenden zonder toestemming van echtgenoot. → Het ontbreken van één van de voorwaarden leidt tot het gemeenschappelijk karakter van het verworven goed, maar met vergoedingsrecht tot de echtgenoot die eigen middelen gebruikte 1.4.2.2. Vervroegde onroerende (weder)belegging een echtgenoot kan bij de verwerving evenwel niet altijd in staat zijn het grootste gedeelte met eigen vermogen te betalen. Hij zal eerst met gem. vermogen het grootste gedeelte pre financieren en daarna overgaan tot terugbetaling. art 1403 BW: formele voorwaarde = in compromis en notariële akte een verklaring van vervroegde wederbelegging wordt gedaan materiele voorwaarde = binnen 2 jaar na datum meer dan de helft dat gem. vermogen heeft betaald, wordt terugbetaald uit eigen vermogen !! toestemming beide echtgenoten vereist Indien dit niet lukt in 2 jaar zal het goed gemeenschappelijk worden 1.4.2.3. Roerende (weder)belegging art 1404 BW: pars major-regel zonder andere bijzondere formaliteiten De echtgenoot die de wederbelegging betwist, kan met alle middelen van recht bewijzen dat er geen wil tot wederbelegging bestond in hoofde van de andere echtgenoot. 1.5. Individuele levensverzekering Enkel de individuele levensverzekeringen behoren tot familiaal vermogensrecht onderscheid tussen 3 hypotheses: 1) de verzekerde prestatie wordt niet opeisbaar bij de ontbinding van het stelsel: de verzekering, gemaakt tijdens het huwelijk, wordt eigen art 1400 °6 BW met vergoedingsplicht art 1435 BW een verzekering gesloten voor het huwelijk telt hier niet, die is steeds eigen met vergoedingsplicht voor premies die betaald werden met gemeenschapsgeld. 2) de verzekerde prestatie wordt opeisbaar bij de ontbinding van het stelsel door overlijden: 4

OF eigen met een vergoeding wanneer betaald met gem. vermogen door echtgenoot in eigen voordeel art 1400 °7 BW OF eigen zonder vergoeding door eerststervende echtgenoot in voordeel van andere echtgenoot, als voorzorgsmaatregel art 1401 °2°2 BW 3) de uitkering gebeurt tijdens het huwelijk: gemeenschappelijk indien de premies voor meer dan de helft zijn betaald met gemeenschapsgelden art 1405 °1°8 BW met vergoedingsrecht voor premies met eigen vermogen betaald art 1434 BW

2. Strikt persoonlijke goederen art 1401 BW zonder verdere bewijsvoering uitzonderingsbepaling is beperkter want de ‘titre’ wordt eigen beschouwd terwijl de vermogensrechtelijke gevolgen gemeenschappelijk zijn ‘finance’ → daarom geen vergoedingsplicht daarbij zijn in een 2de paragraaf de regelingen opgenomen van schadevergoeding voor persoonlijke ongeschiktheid en de individuele levensverzekeringen 2.1. De klederen en voorwerpen voor persoonlijk gebruik dit duidt meer op de goederen met een affectieve waarde dan een economische waarde daarbij moet in concreto worden geoordeeld rekening houdend met de levensstandaard er is geen discussie bij eretekens, sport trofeeën, diploma’s, fotomateriaal of briefwisseling. Voor andere goederen zoals juwelen in concreto bepaald moeten worden of het verbruiksvoorwerpen zijn of beleggingsvoorwerpen Echtgenoten kunnen echter vermoeden van gemeenschappelijkheid weerleggen zelfs over beleggingsgoederen door aan te tonen dat ze accessoria zijn van eigen vermogen. 2.2. Het literaire, artistieke of industriële eigendomsrecht het verschil tussen ‘titre’ en ‘finance’ is hier van toepassing de rechten behoren tot het eigen vermogen maar de opbrengsten vallen in gem. vermogen 2.3. Het recht op herstel van persoonlijke lichamelijke of morele schade hier ook wordt enkel het recht op vergoeding tot het eigen vermogen gerekend. Vergoeding voor morele schade behoort tot eigen vermogen bij materiele schade wordt een onderscheid gemaakt: vergoeding voor fysieke integriteit behoort tot eigen vermogen maar de vergoeding voor inkomstenderving of gemaakte kosten behoort tot het gem. vermogen HVC: bij globale schadevergoeding is het volledig eigen. Kritische noot: tenminste compenserende vergoeding aan gem. vermogen → daaruit heeft men het recht zelf eigen gemaakt maar de vergoeding in een driedeling opgenomen: - vergoeding voor persoonlijke ongeschiktheid EN niet-economische waardeerbare gevolgen van de aantasting van de fysieke of psychische integriteit: eigen art 1401 BW - vergoeding tot herstel van huishoudelijke of economische ongeschiktheid: gemeenschappelijk 1405 BW indien niet mogelijk de verschillende componenten te onderscheiden is er een vermoeden van gem. 2.4. Het recht op een pensioen, lijfrente of soortgelijke uitkering, dat één der echtgenoten alleen bezit betreft alleen periodieke uitkeringen of vervangingsinkomsten (pensioen of onderhoudsuitkeringen) enkel het recht daarop is eigen. De vermogenswaarde is gem. 5

2.5. Vennootschapsaandelen ‘titre’ geeft recht om als eigenaar van de aandelen te handelen hierbij zal de waardering niet bij vereffening zijn maar bij de ontbinding. Dit enkel bij vennootschapsrechtelijke of professionele redenen. NIET bij spaar- of investeringsverrichting. Ook hier geldt het pars major-principe. Titre is eigen maar de finance is gem. vermogen tot ontbinding. MAAR is de echtgenoot een werknemer of staan beide echtgenoten ingeschreven op de aandelen dan volgt het de vermogensrechtelijke regels en wordt het gewaardeerd bij vereffening. 2.6. Beroepsgoederen beroepsactieve echtgenoot heeft titre, de gemeenschap heeft enkel de vermogenswaarde ‘finance’ tot aan de ontbinding. Dit geldt voor alle goederen die exclusief door één echtgenoot gebruikt worden 2.7. Het cliënteel de beroepsuitoefenaar heeft exclusief recht ‘titre’, de gemeenschap krijgt ‘finance’ specifiek sprake van economische waarde en niet vermogenswaarde (niet mogelijk) ook hier waardering op het moment van ontbinding

B. BATEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VERMOGEN Art 1405 § 2 BW: vermoeden van gemeenschappelijkheid: residuair vermogen → deze gelden zolang het stelsel niet is ontbonden. Art 1405 § 1 BW is een niet-limitatieve lijst van voorbeelden -

“Aanwinsten” is een sleutelconcept hier. Goederen die echtgenoten ten bezwarende titel hebben verworven tijdens het huwelijk EN waarvan het tegenbewijs niet kan worden geleverd dat ze een wederbelegging van eigen goederen uitmaken. o In strikte zin: inkomsten uit beroepsactiviteit tijdens huwelijk en, na besteding van deze inkomsten voor de lasten van het huwelijk en voor het beroep incl. de besparingen en beleggingen daarvan. o Belgisch recht: ook inkomsten uit eigen vermogen zijn aanwinsten en vallen in principe in het gem. vermogen o Begrip “aanwinsten” is niet statutair: veel gemeenschapsgoederen zijn aanwinsten maar er zijn er ook die geen gemeenschapsgoederen zijn. Bij een stelsel van scheiding van goederen zijn eigen goederen ook aanwinsten o Vooral belangrijk bij kwalificatie van goederen als aanwinsten

Art 1405 §1 BW: Voorbeelden van goederen die behoren tot gemeenschappelijke vermogen: -

°1: “inkomsten uit beroepsbezigheden…” alle inkomsten uit beroepsuitoefening, ongeacht statuut, alsook alle vervangende of aanvullende vergoedingen zijn gemeenschappelijk o Conventionele afwijkingen zijn op dit vlak onmogelijk! o Al vanaf het ontstaan van de schuldvordering o Zelfs bij een stelsel van scheiding van goederen waarbij de beroepsinkomsten worden toegevoegd tot een “vennootschap van aanwinsten” zal dit automatisch leiden tot een herkwalificatie van het huwelijkscontract → demarcatiecriterium voor het onderscheid 6

HVR 2018: toevoeging van het opzeggingsvergoeding en andere uitkeringen wegens beëindiging van de arbeidsovereenkomst: enkel voor het gedeelte dat betrekking heeft op een periode tijdens het huwelijk °2: “de vruchten, inkomsten, interesten van hun eigen goederen” elke echtgenoot moet bijdragen in de lasten van het huwelijk naar zijn mogelijkheid. Dit omvat ook alle opbrengsten uit eigen vermogen. °3 “de goederen geschonken of vermaakt aan de twee echtgenoten…” art 1418 BW o Een storting of overschrijving op een gemeenschappelijke rekening wordt beschouwd als gem. o Vermoeden dat ouders een schenking enkel aan eigen kind doen. De andere echtgenoot draagt de bewijslast van het tegendeel o HVR 2018 heeft 5 bijkomende gevallen opgenomen in de lijst o

-

-

Afdeling 5. De lasten De regeling van de lasten is het spiegelbeeld van de baten. Tussen de echtgenoten onderling geldt de regel dat eigen vermogen moet bijdragen voor eigen schulden en gem. vermogen voor gem. schulden. De afrekening gebeurt pas bij ontbinding. De schuldenrekening tussen echtgenoten is het definitief passief. Hier wordt de vraag gesteld wie moet bijdragen aan de schuld “contributio” In verhouding tot de schuldeisers is er een aparte schuldenregeling voorzien. Tussen de echtgenoten en de schuldeisers is de verhaalbaarheid van belang. WIE kunnen ze aanspreken “obligatio” Tijdens het stelsel echter kunnen schuldeisers zich verhalen op de inkomsten van de schuldenaar, ook al betreft het een eigen schuld, ook al zijn inkomsten eigenlijk gemeenschappelijk. De gem. schulden kunnen worden verhaald op 3 vermogens en uitzonderlijk op 2 vermogens art 1414 BW. Dit zorgt voor een vermogensverschuiving en kan conform de vergoedingsregels worden gecorrigeerd na ontbinding tijdens de vereffening.

A. HET DEFINITIEF PASSIEF/ CONTRIBUTIO Art 1408 BW: het gemeenschappelijkheidsvermoeden telt ook voor schulden. Art 1406-1407 BW zijn restrictief. Tegenbewijs kan geleverd worden conform de wettelijke bewijsregels van art 1399 BW.

7

1. EIGEN SCHULDEN 1. Schulden eigen door hun oorsprong art 1406 BW 1.1. Voorhuwelijkse schulden een schuld is voorhuwelijks wanneer de rechtsgrond ervan ontstond voor het huwelijk. 1.2. De schulden ten laste van erfenissen en giften aangezien dat het saldo van een erfenis of gift tot het eigen vermogen behoort (art 1399 BW), zijn de gekoppelde financiële lasten ook eigen. 2. Schulden eigen uit hun aard art 1407 BW een limitatieve lijst van 3 categorieën contractuele schulden en de buitencontractuele schulden die eigen zijn. De hoofdsommen zijn eigen maar de interesten blijven gemeenschappelijk art 1408 BW 2.1. De schulden van één der echtgenoten aangegaan in het uitsluitend belang van zijn eigen vermogen wanneer het in gemeenschappelijk belang is, dan gem. schuld In geval van discussie wordt dit in concreto beoordeeld. Onduidelijkheid in verband met onderhoudskosten voor eigen onroerend goederen die wel verhuurd worden. De schulden worden eigen beschouwd ondanks dat het niet uitsluitend eigen belang is want het huurgeld is gemeenschappelijk. 2.2. De schulden ontstaan uit een persoonlijke of zakelijke zekerheid door één der echtgenoten gesteld in een ander belang dan dat van het gemeenschappelijk vermogen elke echtgenoot heeft het recht een persoonlijke of zakelijke zekerheid te stellen. Als deze gesteld is in een ander belang dan het gemeenschappelijk vermogen is deze schuld eigen. Wanneer de echtgenoot zich persoonlijk stelt voor een vennootschap, waar hij zijn beroepsactiviteit uitvoert dan kan dit niet anders dan gemeenschappelijk vermogen zijn. Art 224 BW: bij persoonlijke zekerheden wanneer ze de belangen van het gezin in gevaar brengen, dit binnen het jaar na kennisname. Art 215 BW: Voor zakelijke zekerheden kan dit enkel als er een hypotheek gesteld werd op de gezinswoning art 1422 BW: zakelijke zekerheden die met gem. onroerende goederen werden gesteld zijn wel vatbaar voor vernietiging. 2.3. De schulden behorende tot een door één der echtgenoten uitgeoefend beroep “…” wanneer een echtgenoot door art 216 BW een beroepsverbod krijgt en hij deze miskent zijn alle schulden eigen. De gewone beroepsschulden zijn dus a contrario gem. schulden. In bepaalde gevallen is er voor bepaalde rechtshandelingen medewerking nodig van de andere echtgenoot of machtiging van de familierechtbank (art 215, 1417, 1418, 1419 BW) Indien men deze miskent, zijn de verbonden schulden eigen. Bij verboden beroeps- of bestuurshandelingen kan de andere echtgenoot deze als eigen laten kwalificeren of nietigheid vorderen (art 224, 1422 BW) 2.4. De schulden ontstaan uit een strafrechtelijke vordering of een onrechtmatige daad begaan door één der echtgenoten alle financiële gevolgen hiervan worden als eigen gekwalificeerd.

8

2. GEMEENSCHAPPELIJKE SCHULDEN Art 1408 BW: slechts exemplatief, in fine is een vermoeden van gemeenschappelijkheid vervat. 1. De schulden aangegaan door beide echtgenoten, gezamenlijk of hoofdelijk ook al is deze schuld in het eigen belang van één echtgenoot. Ze moeten wel in dezelfde hoedanigheid verbonden zijn anders moet dit in concreto worden beoordeeld. Als dit gedaan was met het gemeenschappelijk belang dan zijn de schulden gem. 2. De schulden aangegaan door één der echtgenoten ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de kinderen dit wordt ruim geïnterpreteerd. Hiervoor moet wel een huishouding bestaan om van een huishoudelijke schuld te spreken. Derden hebben echter geen actieve onderzoeksverplichting in geval van een feitelijke scheiding. Dit heeft betrekking op alle kinderen die in het gezin opgevoed worden, gem. en eigen kinderen. A contrario art 222 BW zijn alle schulden, buitensporig of niet, gemeenschappelijk. 3. De schulden door één der echtgenot...


Similar Free PDFs