DEEL II eigendom PDF

Title DEEL II eigendom
Course Goederen- en bijzondere overeenkomstenrecht
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 7
File Size 169.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 114
Total Views 140

Summary

notities bij Hoofdstuk 1: eigendomsrecht...


Description

DEEL II: OVEREENKOMSTEN INZAKE OVERDRACHT VAN EIGENDOM H1: EIGENDOMSRECHT Oud burgerlijk wetboek: art 544, centrale steen waarrond heel het goederenrecht draait. Waarom zo centraal in BW van 1804? Kort voordien de Franse Revolutie (1789). Eigendomsrecht was onderbouw van de ‘vrijheidsgedachte’ van de Franse Revolutie. Dat concept van vrijheid komt in oud BW naar voor. Art 544 moet er aan geloven in het nieuwe BW en nu nieuw art 3.50 nieuw BW. Verschil 544: -

-

In oud art stond dat het het recht was om op meest volstrekte wijze… Dat verwees naar soort misplaatst absolutisme dat de wetgever ook niet bedoeld had. We zien dat het eigendomsrecht socialiseert en dus ‘meest volstrekte wijze’ niet overgenomen. Wel ‘rechtstreeks’, betekent dus zonder tussenpersoon, zonder iemand anders. Er is niemand anders bij betrokken. De drie bevoegdheden van een eigenaar zijn beter naast elkaar gezet. Onder het vroegere artikel was dat warriger. Niet alleen beperkingen door de wet kunnen worden opgelegd, maar ook door rechten van derden. Bv. u zit op kot, verhuurder mag met dat kot minder doen dan hij normaal zou mogen omdat hij aan u huurrecht toegekend heeft op uw kot. Globaal genomen is het zo dat de kenmerken van het eigendomsrecht wel zijn gebleven: o Volmaakt: minder in de zin van absoluut, aan steeds meer aanbeperkingen onderworpen. Bv. u bent eigenaar van grond: mag u daar zomaar op bouwen? Nee, omgevingsvergunning nodig. Je moet daarbij steeds meer beperkingen in acht nemen dus eigendom steeds minder volmaakt, maar blijft wel residuair (eigenaar mag alles doen tenzij verboden door wet/rechten van derden) o Eeuwigdurend:  1. Betekent dat eigendom geen maximum duurtijd heeft, blijft bestaan zolang het voorwerp ervan blijft bestaan. Zelfs als voorwerp teniet gaat, kan het nog blijven voorbestaan. Er wordt gedoeld op ‘zakelijke subrogatie’. Kan overgaan op verzekeringsuitkeringen of wat dan ook in de plaats komt. Daarmee onderscheidt eigendom zich van andere ZR, maar niet helemaal, ook onbeperkt in de tijd: erfdienstbaarheden (maar heel specifieke bevoegdheid aan titularis ervan) + opstal en zelfs erfpacht in 1 geval eeuwigdurend. Centripetale kracht van eigendomsrecht (als gravitatiecentrum, als centrum waarop je valt) verliest wel aan draagkracht.  2. Gaat niet teniet door onbruik. Enige ZR dat ongeacht hoelang men het niet uitgeoefend heeft, toch nog kan uitgeoefend worden. Bv. rechtvaardige rechters, stel dat die teruggevonden worden, dan zou het bisdom van Gent dat paneel kunnen revindiceren, tenzij wanneer iemand anders zich kan beroepen op verjaring, maar het dooft niet rechtstreeks uit doordat er geen gebruik van is gemaakt. Bij andere ZR

is dat wel zo. De reden daarvoor is dat eigendom geen plicht creëert om te gebruiken, maar wel een recht (art 3.51 nieuw BW). o Exclusief: de volmaakte eigendomsbevoegdheden kunnen slechts aan één iemand, op 1 goed op 1 tijdstip toekomen. Waarom is dat zo? Zoals alles in het goederenrecht is dat zo omwille van historische redenen: feodaliteit. Hierbij waren er een paar leenheren, veel leenmannen en vazallen. Elk van hen had een laagje eigendom op grond. De vazal had de dominium utile (gebruikseigendom) voor de vazal. Leenheer en leenman hadden juridisch eigendom. Eigendom was dus opgesplitst. Eigendomsrecht moest exclusief zijn. !uitzondering art 3.67 (gaat om toleranties):  1. Bv. u stopt aan rotswand, gooit fiets daar en valt in de tuin van iemand anders. U mag die gaan halen, geen toestemming voor nodig.  2. Ladderrecht: bv. u wil haag knippen en u wil naar de andere kant van de haag om ze recht te knippen.  3. Bv. onbebouwde grond in de wijk en daar gaan spelen met vrienden. Als je het zelf niet gebruikt, laat dan aan anderen toe om er te spelen xp.  Inkepingen op exclusiviteit van het eigendomsrecht

Evoluties in het eigendomsrecht De eerste was de ‘socialisering’: er zijn beperkingen die worden opgelegd aan een eigenaar en steeds meer vanuit drie hoeken (1 publiekrechtelijke en 2 privaatrechtelijke). Publiekrechtelijke hoek hebben we al besproken. Privaatrechtelijke hebben we eigenlijk ook al besproken: -

-

Rechtsmisbruik: o Handelen met exclusief oogmerk om te schaden o Handelen zonder een redelijk en voldoende belang, terwijl men schade berokkent o Indien er verschillende uitoefeningswijzen zijn met eenzelfde nut om het recht uit te oefenen, die uitoefening van zijn recht kiezen die het meest schadelijk is of die het algemeen belang schaadt o Proportionaliteitscriterium: wanneer de veroorzaakte schade niet in verhouding staat tot het voordeel dat de houder van dat recht beoogt of heeft verkregen. Bovenmatige burenhinder: arresten: schoorsteenarrest en het kanaalarrest (6 april 1960 cassatie). In het ene geval schoorsteen waarbij buurman gebouw zo opricht dat schoorsteen niet meer functioneert. Aan de buurman kan men niks verwijten dus zit je met een spanningsveld. Idem met kanaalarrest: tussen Charleroi en Brussel. Kanaal gebouwd in jaren 50 en de buren reclameerden want gedurende alle jaren werden hun eigendommen gestoord door hinderingen. Op grond waarvan vorderen? Cassatie: als je evenwicht verbreekt van twee naburige percelen, bent u aansprakelijk op grond van bovenmatige burenhinder en die arresten hebben geleid tot hele vloed aan rechtspraak over bovenmatige burenhinder. Leukste geschillen om te hebben, want het gaat eigenlijk nergens over, maar het beheerst wel het leven van die mensen en om het leven van mensen te

bepalen kan je vragen wat je wil xd en als je verliest niet erg xd. Voorwaarden (vorm van

foutloze aansprakelijkheid): o Buur zijn: kan ook zijn attribuut van het eigendomsrecht, dus ook huurder of oprechter (aannemer is geen buur; bouwwerken beginnen naast u, wie gaat u aanspreken? De bouwheer kan u aanspreken op grond van bovenmatige burenhinder. Aannemer niet aanspreken op grond van bovenmatige burenhinder, eventueel wel indien er schade is op basis van art 1382 oud BW) (bv. op kot vinden dat buur te veel lawaai maakt) o Bovenmatige hinder: rechtspraak gecodificeerd in de wet (art 3.101)  Tijdstip  Frequentie: verjaardagsfeestje kan luidruchtig zijn  Intensiteit: muziek op 30 decibel vs 90  Eerstingebruikneming: gebruikt men vaak in debat van luchthaven en lawaai dat daarmee gepaard gaat. Wat was er eerst? De hinderverwekkende activiteit of de gehinderde persoon?  Publieke bestemming onroerend goed  Plaatsgesteldheid: de haan die kraait zal misschien niet bovenmatig zijn in het ene dorp, maar in een appartement in Brussel wel. o Toerekenbaarheid van de hinder: de hinder moet toe te rekenen zijn aan het handelen of niet handelen van de buur. Bv. april 98: oud dametje woont alleen en gaat slapen en wordt wakker van een brandgeur en komt om in de brand. Bleek dat brand was ontstaan bij de buren, maar wat brand had doen ontstaan kon men niet meer achterhalen. Erfgenamen vorderden op grond van 1382 (maar geen fout), en op grond van burenhinder. Wat zegt cassatie? No way, men kan niet bewijzen dat die bovenmatige hinder toerekenbaar is aan buurman, er kan even goed derde zijn binnengekomen en in brand gestoken. Gevolg bovenmatige burenhinder: passelijke en billijke compensatie. In natura of in geld? Is niet noodzakelijk integrale schadevergoeding zoals 1382, maar wel die het evenwicht tussen naburige percelen herstelt. Dus altijd in hoofdorde 1382 (want indien fout volledige schadevergoeding) en in ondergeschikte orde bovenmatige hinder (indien geen fout, toch nog billijke en passelijke compensatie)

08/10 Dematerialisering eigendomsrecht Eigendomsrecht op onlichamelijke goederen wordt steeds belangrijker. Blijkt uit: eigendom op spaarrekening neemt belangrijke plaats in in het vermogen, aandelen (onder vorm van effectenrekening, rekeningsaldo waarop bv staat 100 aandelen Johnson & Johnson en dat aandeel geen lichamelijk bestaan meer heeft Instrumentalisering eigendomsrecht Betekent dat eigendomsrecht niet alleen meer een doel op zich is, maar een middel om verder afgelegen doel te bereiken. Dat noemt men een fiduciair eigendomsrecht. Welk doel? Ofwel kan het gaan om zekerheidsdoelstelling ofwel om beheersdoelstelling. Gebeurt dat iemand iemand eigenaar heeft gemaakt van goederen teneinde zo goed mogelijk beheer over goederen te kunnen volgen. Bv. derderekening: is meestal fiduciaire eigendom tot beheer. Ander verklaringsmodel hiervoor: middellijke vertegenwoordiging. Eigendom kan soms ook gebruikt worden als zekerheidsinstrument. Bv. bank geeft 20.000 euro, maar wat vraagt bank? Hypotheek op onroerend goed of pand op roerend goed. Maar voor de bank kan er iets aantrekkelijker bestaan, namelijk eigendom. Want stel pand op juwelen en die 100.000 wordt niet terugbetaald, dan moet bank proberen om swarovski te verkopen en ik verzet mij daartegen. Aantrekkelijker idee: diamanten in eigendom overdragen aan bank en dan is die eigenaar en blijft ze eigenaar. Als de bank niet terugbetaald wordt, dan zal ze die diamanten moeten wederoverdragen aan mij. Mag dat? Dat noemt men fiduciair overdracht tot zekerheid. Cassatie: zo een fid overdracht tot zekerheid moet geherkwalificeerd worden in pandrecht omdat het in strijd lijkt te komen met essentiële kenmerken van het eigendomsrecht, -

-

bv. eeuwigdurende karakter, betekent dat eigenaar geen duurtijdbeperking heeft. Bij fid ok blijft bank slechts eigenaar zolang lening duurt. Daarnaast ook probleem dat bank diamanten niet zomaar mag verkopen en een eigendomsrecht waarover men niet mag beschikken (verkopen) is een beetje een moeilijk verhaal. Bovendien ook in strijd met exclusiviteit van het eigendomsrecht. Waarom? Waarom zou bank vragen dat diamanten in eigendom worden overgedragen? Om een zekerheid te hebben tegen de insolvabiliteit van mij. Wat als bank failliet gaat? Positie als ontlener: indien toepassing exclusiviteit, bank eigenaar en diamanten in vermogen bank en dus onbeschermd om diamanten terug te krijgen. Rechtsleer zegt dat dit niet de bedoeling kan zijn en dus soort bescherming aan ontlener: als u lening correct blijft

terugbetalen, diamanten revindiceren uit handen van de bank. Komt dus in strijd met exclusiviteit eigendomsrecht.

Bevoegdheden eigenaar: 1. Gebruiken: alle materiële handelingen stellen die kapitaalwaarde van goed niet verminderen en alle rechtshandelingen stellen die het zakenrechtelijk statuut van het goed niet wijzigen. Rechtshandelingen noemt men ‘daden van beheer’. 2. Genot hebben: recht om de vruchten van een goed te innen. Wat zijn vruchten? Periodieke voortbrengselen van een goed die de kapitaalwaarde van dat goed niet aantasten. Oud BW: onderscheid natuurlijke vruchten, burgerlijke en van nijverheid. Onderscheid wordt nu afgeschaft. 3. Beschikken: materiële handelingen die kapitaalwaarde van goed wel aantasten of rechtshandelingen die zakenrechtelijke statuur van een goed wel wijzigen. Bv. huis verkopen: daad beschikking want verkoop is rechtshandeling (= handeling die rechtsgevolgen beoogt). Verkoop beoogt rechtsgevolgen, namelijk ik ben eigenaar, maar wil niet langer rechtsgevolgen hebben dus verkoop. Bv. huurovereenkomst (rechtshandeling die persoonlijk recht verleent): daad van gebruik Bv. innen dividenden (bedrijf winst gemaakt, deel van die winst onder vorm van dividenden uitkeren aan aandeelhouders) op een aandeel: daad van genot. Niet zeker dat divident periodiek is, want elk divident kan het laatste zijn (discussie) Bv. huuropbrengsten innen: daad van genot, want periodieke opbrengst die geen afbreuk doet aan kapitaalwaarde. Kan men contractueel afstand doen van zijn gebruiks- en genotsbevoegdheden? Uiteraard geldig. Kotbaas is eigenaar van kot, maar door huurovereenkomst geen gebruiks- en genotsrecht op. Kan men afstand doen van zijn beschikkingsbevoegdheid? Zeer twijfelachtig. Bv. kotbaas 84, heeft 2 kinderen en denkt: ik ga mijn chirotenten schenken aan kinderen, maar kinderen zijn allebei 19 jaar en raf is bezorgd om geestelijke maturiteit en bedenkt in schenkingsakte dat ze het niet mogen vervreemden voor ze 35 zijn, want dergelijke vervreemding kunnen ze doen om redenen die niet gezond zijn xd. Bv. hockeyspeler heeft manager nodig om zakelijke belangen te behartigen. Vennootschap met S, maar S wil niet dat hij aandelen overdraagt aan Maud, want geen vertrouwen in het talent van Maud. Dat heet stand still clausule. Mag dat? Klassiek zei men dat dat niet mag, dat dat nietig is en in strijd met openbare orde. Rechtspraak heeft principe erkend: onbeschikbaar

eigendomsrecht is contra dictio. Geleidelijk aan opvatting wat genuanceerd. Men is gaan aanvaarden dat dat verbod wel mag voor zover (1) beperkt in de tijd: niet eeuwigdurend, doorgaans 20 jaar maximum en (2) beantwoordt aan een rechtmatig belang: bv. iemand beschermen tegen jeugdigheid. Art 3.53. Eigendomsrecht als fundamenteel mensenrecht Internationale bescherming eigendomsrecht Eigendomsrecht is het enige vermogensrecht dat verheven is tot een mensenrecht. Art 1 bij eerste protocol EVRM. Waarom in aanvullend protocol en niet in EVRM zelf? Men heeft zich in EVRM willen beperken tot kern mensenrechten (zegt men) + bij goedkeuring EVRM waren aantal landen bezig met publiek maken van bedrijven. Die landen hadden geen zin om eigendomsrecht te beschermen dus even paar jaar goesting doen en dan pas eigendomsrecht beschermen. Bepaling is een bepaling die een tijd een dood bestaan heeft gekend in de rechtspraak tot september 1982: Sporrong en Lonroth (zaak tegen Zweden). Waren 2 inwoners van Stockholm en op bepaald ogenblik krijgen ze brief in de bus waarin staat dat er een nieuw mobiliteitsplan wordt uitgewerkt en daarom vaardigen we 2 maatregelen uit: (1) onteigeningsmachtiging (nog geen onteigening, maar eerste stap die nodig is om er later toe te kunnen overgaan) en (2) bouwverbod uitvaardigen (u mag aan uw huis geen bouwwerken meer uitvoeren). Wat gebeurt er? Niks tot plots S en L 8 en 23 jaar later nieuwe brief in bus krijgen waarin wordt verwezen naar vorige brief: mobiliteitsplan wordt afgevoerd. S en L konden er niet mee lachen en trokken eerst naar EHRM (ons onroerend goed laten bekommeren en er geen geld mee kunnen verdienen). Art 1 protocol EVRM: (1) regel algemene eigendomsbescherming: dat is voor EHRM algemene regel, residuaire regel. (2) voorwaarden waarop men tot onteigening kan overgaan. (3) legt voorwaarden op waaronder men tot eigendomsbeperking kan overgaan. Toegepast op casus: twee maatregelen: -

Onteigeningsmachtiging (is nog geen onteigening): valt onder regel 1. Bouwverbod: valt onder regel 3.

! EHRM geeft eigen invulling aan begrip onteigening. Is gebleken in arrest van 93: papa michalopulos tegen Griekenland. Papa was boer in Griekenland die een stuk bewerkte aan de Egeïsche Zee. Hij krijgt brief in de bus waarin staat: we hebben beslist dat grond niet meer mag gebruikt worden voor landbouw, maar komt resort voor militairen dus je mag niet meer op grond komen. Goede nieuws is dat u eigenaar blijft van de grond. Papa gaat naar EHRM: is dat onteigening? Eigendomsbeperking? Antwoord EHRM: Griekenland zei eigendomsbeperking, want hij blijft eigenaar. EHRM zegt dat er niet alleen onteigening is wanneer men titel verliest, maar ook wanneer het formeel blijft, maar bevoegdheden dusdanig uitgehold dat het neerkomt op ontnemen eigendomstitel.

Waarom van belang dat situering juist gebeurt regel 1, 2, 3? Van belang voor voorwaarden die worden opgelegd aan dergelijke eigendomsinmenging: 1. Legaliteit: maatregel moet wettelijke grondslag hebben 2. Finaliteit: inmenging kan enkel wanneer dat vanuit algemeen belang gerechtvaardigd is 3. Proportionaliteit: inmenging mag niet verder gaan dan noodzakelijk is voor de doelstelling van algemeen belang die men nastreeft. 1 en 2 geldt voor alle normen, maar proportionaliteit krijgt andere invulling onder norm 2 dan norm 3, met name op vlak van vergoedingsplicht. Onteigening (norm 2 maatregel) kan niet opgelegd worden zonder dat er een vergoeding uitbetaald wordt aan onteigende eigenaar. Onteigening zonder vergoeding altijd schending art 1. Bij eigendomsbeperking in concreto nagaan of het een inbreuk inhoudt, niet noodzakelijk gepaard met eigendomsvergoeding. Wordt nog uitgelegd aan de hand van één voorbeeld: arrest Pressos Compania Navierra tegen België. Is het ‘loodsenarrest’. Ging erover dat Belgische staat niet aansprakelijk gesteld kon worden voor fouten van zeeloodsen (iemand die schepen binnenloodst in de haven). Veel rechtspraak vinden grondslag in fouten van zeeloodsen. Kan Belgische staat ervoor aansprakelijk gesteld worden? Voor 83 niet, maar in cassatie-arrest van 83 wijzigt rechtspraak. Zeeloods orgaan van Belgische staat en dus wel aansprakelijk. Daardoor alle scheepsrederijen die afgelopen 30 jaar (verjaring aansprakelijkheidsvordering, nu is het 5 jaar met maximum 20 jaar vanaf schadeverwekkend feit (262bis oud BW), bij contractuele vorderingen is het 10 jaar, bij zakelijke rechten 30 jaar behalve eigendomsrecht) schade hadden geleden vanwege zeeloodsen gingen schadevergoeding vorderen van de Belgische staat voor een totaal van anderhalf miljard euro. Toenmalige minister stemde wet: die wet zei (1) Belgische staat niet aansprakelijk voor fouten zeeloodsen, (2) deze wet heeft 30 jaar terugwerkende kracht.  Scheepsrederijen gingen daar niet mee akkoord en gingen naar EHRM. EHRM moest eerst vraag beantwoorden: is hier sprake van eigendom? Vorderingen (voor aansprakelijkheid Belgische Staat) waren nog hangende voor rechtbanken. EHRM oordeelt dat ook het rechtmatig vertrouwen om eigendom te verkrijgen wordt beschermd. Dat rechtmatig vertrouwen vertegenwoordigt ook vermogenswaarde. Rederijen hadden rechtmatig vertrouwen dat vorderingen gegrond zouden worden verklaard en dus vorderingen onteigend zonder vergoeding en dus schending art 1 protocol....


Similar Free PDFs