Title | Indeling dierenrijk op basis van kenmerken |
---|---|
Course | Systematiek |
Institution | Thomas More |
Pages | 2 |
File Size | 64.2 KB |
File Type | |
Total Downloads | 9 |
Total Views | 136 |
Samenvatting van de inleiding, de indeling van het dierenrijk op basis van een aantal kenmerken...
Systematiek Indeling van het dierenrijk is gebaseerd op: 1. Cellulaire of supra- cellulaire organisatie
Eencellig = protozoa Klein (prooi) Kolonievorming
Meercellig = metazoa Kan groter worden (jager) Minder energie voor een betere prestatie Specialisatie cellen tot weefsels (organen)
2. Lichaamssymmetrie Symmetrievlakken
Bol/sferisch = elke doorsnede geeft 2 helften die elkaars spiegelbeeld zijn bv. protozoa Radiatie = meerdere symmetrievlakken bv. kwallen Bilaterale symmetrie = 1 vlak door het middelpunt verdeelt het organisme in 2 helften die elkaars spiegelbeeld zijn
3. Verteringsapparaat Spijsverteringsholte Spijsverteringskanaal (wormen)
1. 2de lichaamsopening wordt gevormd 2. Mond en anus verbonden met darmkanaal 3. voedselkroon
4. Zenuwstelsel en skeletvorming Ligging
Onder maagdarmkanaal uitwendig skelet ongewervelde Boven maagdarmkanaal inwendig skelet gewervelde
5. Klievingstype Deling cel bij bevruchting
Radiaal Spiraalvormig
3 lagen: buitenlaag = afschermend middenlaag = alle lichaamsstructuren binnenlaag = voedsel opnemen 3 kiembladen: ectoblast
6. Lichaamsholten Metazoa
Systematiek mesoblast endoblast
7. Metamerisatie Gesegmenteerde dieren
Lichaamssegmenten
Gelede wormen ontwikkelen tijdens embryonale groei een reeks gelijkwaardige weefselmassa’s = metameren of segmenten Inwendige onderverdelingen lichaamsholten
8. Wijzen van coeloomvorming Coeloom Lichaamsholten
Ontstaan uit het mesoderm Hoe de lichaamsholten zijn gevormd Coelomaten organen zijn met elkaar verbonden en kunnen vrij bewegen in de holte coeloom is volledig afgelijnd Pseudocoelomaten valse holte organen zijn vastgehouden maar kunnen meer bewegen bv. nematoden (rondwormigen) Acoelomaten geen lichaamsholte organen maken rechtstreeks contact met het epitheel (= bovenste laag huid) bv. platwormen...