Marketing Management HF9- Deel 2 begrippen PDF

Preview

Summary

Marketing Management...

Description

MARKETING MANAGEMENT: HF9 – Distributiebeleid Begrippen – deel 2 Hybride marketingkanaal: wil zeggen dat een bedrijf meerdere kanalen inzet om zijn klantsegmenten te bereiken. Superstores: zijn groter dan normale supermarkten en bieden een groot assortiment routinematig gekochte levensmiddelen, non-food artikelen en diensten. Distributieschakel: is een laag in een bedrijfskolom. Merchandisingconglomeraat: is een detailhandelsorganisatie die verschillende detailhandelsijnen en vormen combineert in centraal eigendom, met enige integratie van distributie-en managementfuncties. Lengte van het distributiekanaal: Dat wordt bepaald door het aantal tussenliggende schakels. Factory outlet: een winkel waar fabrieksverkoop plaatsvindt. Een factory outlet is een fysieke winke waar spullen rechtstreeks vanuit fabriek worden verkocht. Factory outlets: zijn winkelcentra voor fabrieksverkoop en gemengde winkelcentra voor goedkope detaillisten. E-commerce- long tail: Een verbreding en verdieping van het assortiment dat kenmerkend is voor veel webshops. Intensieve distributie: een strategie waarbij de producten op zo veel mogelijk verkooppunten worden aangeboden. Non-store retailling: -

Postorderverkoop: heeft geen fysieke winkel en behoort dus tot non-store retailling Webshop: heeft geen fysieke winkel en behoort tot non-store retailling Verkoopautomaten: hebben geen fysieke winkel en behoren dus tot non-store retailling

Productvariabelen van een detaillist: -

productassortiment, servicemix sfeer van de winkel

Horizontaal marketingsysteem: werken twee of meer bedrijven samen op hetzelfde niveau om een nieuwe marketingkans te realiseren. Geïntegreerd verticaal marketingsysteem: wil zeggen dat de coördinatie en conflictbeheersing gerealiseerd worden doordat verschillende niveaus van productie en distributie in handen zijn van één bedrijf. Contractueel verticaal marketingsysteem: bundelen onafhankelijke productie en handelsbedrijven op verschillende niveaus in het distributiekanaal hun krachten om grotere schaalvoordelen of een sterkere invloed op de omzet te realiseren dan dat zij zelfstandig zouden kunnen. Franchise is hier een voorbeeld van. Horizontaal kanaalconflict: is een conflict tussen bedrijven op hetzelfde niveau binnen het kanaal. Verticaal kanaalconflict: is een conflict tussen verschillende niveau van hetzelfde kanaal. Verticale marketingsysteem: wil zeggen dat producenten, groothandelaren en detaillisten in een harmonieus systeem samenwerken. Een fusie tussen bedrijven: wil zeggen dat deze bedrijven volledig samengaan. Disintermediatie: wil zeggen dat producenten van producten en diensten tussenpersonen omzeilen en zich rechtstreeks tot de eindkopers wenden, of er kunnen radicaal nieuwe soorten tussenpersonen op die de traditionele vervangen. Het uitschakelen van de tussenhandel. Ketenmanagement: is het managen van stroomopwaartse en stroomafwaartse waardetoevoegende stromen van materialen, eindproducten en verwante informatie tussen leveranciers, het bedrijf, wederverkopers en eindconsumenten. Franchiseorganisatie: De samenwerking bestaat uit een contractuele overeenkomst tussen een fabrikant/groothandel en een onafhankelijke partner die het recht heeft om het systeem van de fabrikant te exploiteren. Detaillistencoöperatie: deze zelfstandige detaillisten hebben in gezamenlijk eigendom een centrale groothandel opgezet en gezamenlijk merchandising en promotie bedrijft. Detailhandelsketen: dit zijn twee of meer vestigingen met een eigenaar, een hoofdkantoor, centrale inkoop en merchandising. Vrijwillig filiaalbedrijf: Deze zelfstandige detaillisten worden door groothandels ondersteund en kopen gezamenlijk in. Vrijwillig filiaalbedrijf: detailhandel

Groothandel: -

makelaars verkoopfiliaal agenten De drie groepen groothandelaren: Groothandelaren met volledige service, groothandelaren met beperkte service, verkoopfilialen. Funtie van groothandel: Managementdiensten en advies verlenen, inkoop, promotie. Selectieve distributie: wil zeggen dat meer dan één, maar niet alle mogelijke tussenhandelaren worden ingeschakeld. Intensiteit van de distributie: betreft het aantal tussenschakels dat wordt ingezet. Primaire logistieke functies: opslag, voorraadbeheer en transport. Discountwinkel: een winkel die standaardwaar verkoopt tegen lage prijzen. Category killer: Een winkel ter grootte van een vliegtuighangar met een diep assortiment merkproducten van een bepaalde lijn bv; Action. Conventioneel distributiekanaal: bestaat uit een of meer onafhankelijke producten, groothandelaren en detaillisten. 15 tot 40: Een winkelcentrum van deze grootte wordt een wijkwinkelcentrum genoemd. 5 tot 15: buurtwinkelcentrum 1 tot 5: zo weinig winkels bij elkaar noemen we geen winkelcentrum 40 tot 200: regiowinkelcentrum Value delivery network: bestaat uit het bedrijf, leveranciers, distributeurs en uiteindelijk klanten. Fysieke distributie of marketinglogistiek: planning, implementatie en monitoren van de fysieke stroom goederen om met winst in de behoeften van klanten te voorzien....