Samenvatting - cerebellaire en cerebrovasculaire aandoeningen PDF

Title Samenvatting - cerebellaire en cerebrovasculaire aandoeningen
Course Neurologie
Institution Thomas More
Pages 10
File Size 153.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 67
Total Views 136

Summary

cerebellaire en cerebrovasculaire aandoeningen...


Description

Cerebellaire aandoeningen Cerebellum -

Coördinatie

-

Controle van houding en gang

-

Spraak

Cerebellaire symptomen -

-

Hypotonie o

Verminderde spierweerstand bij palpatie en passieve manipulatie

o

Ipsilateraal

o

Rebound fenomeen: eerst weerstand bieden. Bij plots lossen: overshooting

o

Pendulaire kniepeesreflex

Coördinatieverlies o

Abnormale gewilde bewegingen  ataxie

o

Vertraagd in gang zetten en stoppen van beweging Jerky bewegingen op einde van grijpbeweging: op einde beginnen beven



Intentietremor bij VNP



A- of dysdiadochokinese

o

Tibutatie: trage hoofdtremor, heel de tijd knikken met hoofd

o

Decompositie van beweging in zijn componenten:

o

o

-





Niet vloeiend



Opdelen in deelbewegingen

Spraakstoornissen 

Slurry dysartrie: lallen, slepend praten



Gescandeerde dysartrie



Explosieve spraak

Gestoorde oogbewegingen 

Saccadische dysmetrie



Catch-up saccades



Extreem fixeren onmogelijk

Evenwichts- en gangstoornissen o

Onstabiele houding en gang met wijde gangbasis

o

Onregelmatig, onzeker stappen

o

Onstabiliteit en wiebelen van romp

o

Soms hulp nodig om te blijven staan

o

Test: koorddansergang

o

Bij trage evolutie  compensaties door verbrede gangbasis, korte passen, voorovergebogen romp, armen van lichaam weg

-

Spierzwakte en -vermoeibaarheid

Pathogenese van cerebellaire syndromen -

-

Cerebellum o

Tumoren

o

BVletsels

o

Ontsteking

o

Paraneoplastisch

o

Bijwerkingen op medicijnen

Kamers en kanalen o

-

Obstructieve hydrocephalie 

Verstopping in cerebellum



Verbreding van 3e en 4e ventrikel en breder foramen

Verbindingen: pedunculi

Cerebellaire syndromen bij volwassenen -

-

Degeneratieve aandoeningen o

Grote groep

o

Ataxie

o

Dysartrie

o

Tremor

o

Spasticiteit

o

Extrapiramidale tekens

o

Cognitieve deterioriatie

Metabole en toxische oorzaken o

Metabool: hypothyroïdie

o

Toxisch 

Diphantoine



Alcohol



Paraneoplastisch bij longtumoren = ergens tumor aanwezig, maar niet op plaats van symptomen

-

Tumoren o

Zeldzaam bij volwassenen

o

Metastasen van 

Longtumor



Borsttumor



Maligne melanoom

Cerebellaire syndromen bij kinderen -

Tumoren o

o

Medulloblastoom 

< 10 jaar



Dak van 4e ventrikel: obstructieve hydrocephalie, intracraniale hypertensie



Behandeling: HK gevolgd door RT

Astrocytoom van cerebellaire hemisfeer 

Ataxie



Nystagmus



Hypotonie

Cerebrovasculaire aandoeningen (CVA) -

Hersenaandoeningen tgv bloedvataandoening

-

Mogelijke bloedvataandoeningen o Letsel van bloedvatwand 

Cholesterol tegen bloedvatwand  wordt groter



Bloedvat geraakt verstopt

o Verstopping door klonter of embool 

Plotse klonter die blijft steken



Klonter: bloedplaatjes die aan elkaar kleven



Embool: wanneer klonter uit hart, a.carotis,… komt

o Permeabiliteit: 

Scheur in wand: hevige bloeding

o Bloedviscositeit  -

Ingedikt  minder goed stromen

Frequentie o Trombose:

50%

o Embool:

30%

o Bloeding:

15%

o Vasculitis:

5%

= ontsteking van bloedvatwand -

2 belangrijke vragen bij CVA o Waar? in welk stroomgebied van welke slagader? o Pathologisch mechanisme? welke soort?

-

Rgote mortaliteit, handicap en morbiditeit

-

Afname van incidentie  betere controle van hypertensie en van cardiale oorzaken van embolen

1

1. Pathologische mechanismen

Trombose -

Door atheromatose (aderverkalking) o Mechanisme 

Vernauwing van BV



Turbulentie



BV en cholesterol in rond gezwierd

atheromateuze plaque in grote BV arteriosclerose in kleinere BV  laminaire bloedstroom Trombusvorming Occlusie OF embool

 kleven aan BV-wand = trombusvorming 

Occlusie: volledige verstopping



Embool: losschieten en kleiner BV doen verstoppen

o Risicofactoren

-



Arteriële hypertensie (hoge bloeddruk)



Roken



Diabetes mellitus (suikerziekte)



Hyperlipidemie (o.a. te veel cholesterol)

Door ontsteking van BV-wand o SLE (systemische lupus erythematosus) o Polyarteritis: ontsteking van verschillende slagaders

-

Door verhoogde viscositeit van bloed o Polycytemia vera: toename van aantal bloedcellen  meer visceus

Embool -

Cardiaal (vanuit het hart) o VKF (voorkamerfibrillatie) en andere hartritmestoornissen o Hartinfarct (AMI) met trombusvorming o Bacteriële endocarditis: infectie van binnenwand van hart o Complicaties bij hartchirurgie of arteriografie o Mitraalkleplijden o Kunstkleppen o Aneurysma van kamerwand o Paradoxaal embool: gaatje in voorkamer dat niet vanzelf is dichtgegaan

-

Niet cardiaal: atheromateuze plaques vanuit 2

o Aortaboog o aa. Carotides o cerebrale vasculaire trombose o vet, tumor en luchtembool o complicaties van nek- en thoracale chirurgie

Bloeding -

ruptuur van intracraniale slagader

-

anomalie van BV-wand: o aneurysma 

soms familiaal voorkomen



meestal thv circulus van Willis

o AVM (arterioveneuze malformatie) 

Slagaders  arterionen  haarvaatjes



Geen haarvaatjes soms: slechte overgang van arterie naar vene = AVM

2. Ischemische accidenten = cerebraal infarct: wit infarct (geen bloed) of hemorragisch infarct (embolen)

Syndromen volgens irrigatiezone -

a. cerebri anterior o occlusie proximaal van a. communicans anterior  contralaterale neemt over o occlusie distaal van a. communicans anterior 

-

verlamming van contralaterale been

a. cerebri media o volledige proximale occlusie 

parese van contralaterale arm en contralaterale facialisparese



contralaterale hemianesthesie



contralaterale homonieme hemianopsie



afasie (als CVA in dominante hemisfeer)



pariëtale kwabstoornissen (als CVA in niet-dominante hemisfeer)

3

o distale occlusie 



-

anterieure tak 

hemiparese



motore afasie

posterieure tak 

sensore uitval



sensore afasie

a. cerebri posterior o proximale occlusie 

contralaterale homoniemen hemianopsie



thalamusletsels





contralaterale gevoelsuitval



soms: parese en thalamisch pijnsyndroom

mesecephaal letsel: syndroom van Weber

o distale occlusie 

contralaterale homonieme hemianopsie

o bilaterale occlusie 

corticale blindheid ( niet doorhebben dat je blind bent) hallucinaties, anosogbosie, geheugen- en gedragsstoornissen

-

a. carotis interna: symptoomloos tot dodelijk

-

a. basilaris o proximaal: letsels thv hersenstam 

vaak dodelijk



comateus (formatio reticularis)



bewust, maar mutistisch en quadripleeg  locked-in

o thv bifurcatie van aa.cerebri posteriores: corticale blindheid o kleine takjes naar hersenstam: hersenstamsyndromen -

a. vertebralis o veroorzaakt gekruiste syndromen (hersenstamsyndromen) 

ipsilaterale uitval van nn. craniales



ipsilaterale uitval van cerebellum



contralaterale uitval van lange banen

4

o voorbeeld: syndroom van Wallenberg door een trombose van de a. cerebellaris posterior inferior (PICA): infarct ter hoogte van lateraal deel van de pons, medulla oblongata, cerebellaire hemisfeer. - ipsilateraal: - n. trigeminus (n. V): hypoesthesie gelaatshelft. - n. statoacusticus (n. VIII): doofheid, vertigo, nystagmus. - n glossopharyngeus (n. IX) en n. vagus (n. X): slikstoornissen en heesheid. - Hornersyndroom (sympathische vezels):miose, geen lichtreactie, lichte ptose van bovenooglid, droge, rodeed en warme gelaatshelft. - dysmetrie. contralateraal: tractus spinothalamicus aantasting.

-

lacunaire infarcten = occlusies van kleine perforerende vaten uit proximale a. cerebri media, posterior en a. vertebralis

-

o

kleine lacunes op CT in basale kernen  veel: dementieel beeld

o

soms symptomen

TIA: Transcient Ischemic Attack o Voorbijgaande CVA, symptomen minder dan 24u o 5-10%: binnen 12 maanden een zwaardere CVA o Kleine bloedplaatjesembolen op plaques in extracraniale BV  lossen op o Daling van hartdebiet bij iemand met vernauwde BV

-

Amaurosis fugax o TIA met tijdelijk verlies van zicht in één oog o Voorbijgaande verstopping van a. ophtalmica o Trombusembool vanop arteriosclerotische plaque in a. carotis o Zeer zelden vanuit hart

Aanvullende onderzoeken -

CT-scan van hersenen of MRI van hersenen en hersenstam

-

perfusieSPECT van hersenen

-

risicofactoren o biochemie o hematologie: bloedplaatjes, sikkelcelanemie, polycythemie o hart: EKG, ECG, holter 5

o echo-doppler halsBV o arteriografie

3. Hemorhagische accidenten (bloedingen) -

Primaire hypertensieve intracerebrale bloeding

-

Geruptureerd sacculair aneurysma

-

Ruptuur AVM

-

Hoofdtrauma

-

Ziekten met verhoogde kans op bloedingen

-

Complicatie van medicatie

-

Bloedingen in hersentumoren of metastasen

-

Hemorragische infarcten

-

Arteriële amyloïdose

Primaire intracerebrale bloeding -

Thv hersenparenchym

-

Door chronische arteriële hypertensie of AVM

-

Vooral in basale ganglia, pons en cerebellum  doorbraak naar ventrikels of subarachnoïdale ruimte mogelijk

-

Ruimte-innemend effect bij uitgebreide bloeding of bloeding in fossa posterior

-

Behandeling o

Kleine hematomen: spontaan

o

Cerebellair hematoom: stereotactische evacuatie

o

Oedeem: corticoïden

Subarachnoïdale bloeding -

-

Ruptuur van BV in subarachnoïdale ruimte o

Aneurysma nabij circulus van Willis

o

Congenitaal AVM

Klinische kenmerken o

Tijdens activiteit: plotse, occipitale hoofdpijn

o

Braken, fotofobie, verminderd bewustzijn

o

Geen focale neurologische tekens

o

Tekens van meningisme 6

-

Diagnose: CT-scan of LP

-

Behandeling o

Medicatie op ICU

o

Clipping of coiling na arteriografie

7...


Similar Free PDFs