Samenvatting encyclopedie van de criminologische wetenschappen (2020-2021) PDF

Title Samenvatting encyclopedie van de criminologische wetenschappen (2020-2021)
Course Encyclopedie van de criminologische wetenschappen
Institution Universiteit Gent
Pages 19
File Size 313.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 11
Total Views 116

Summary

Download Samenvatting encyclopedie van de criminologische wetenschappen (2020-2021) PDF


Description

ENCYCLOPEDIE VAN DE CRIMINOLOGISCHE WETENSCHAPPEN DEEL 1: WETENSCHAPPELIJKE PUBLICATIES HOOFDSTUK 1: BASISWERKEN    

Woordenboeken Encyclopedieën Annual reviews Handboeken

Je spoort basiswerken op in een eerste oriënterende fase  deze geven je een snelle toegang tot informatie of tot vindplaatsen die informatie verschaffen  in deze fase:   

Leer je de terminologie kennen Krijg je een overzicht van theorieën, methoden, onderzoeksgegevens … Krijg je een idee van de aard en omvang van de publicaties

WOORDENBOEKEN Soorten woordenboeken:   



Algemeen verklarende woordenboeken Algemene vertaalwoordenboeken Bijzonder verklarende woordenboeken  deze geven begrippen binnen een bepaald vakgebied (bv de criminologie) alfabetisch of systematisch weer en verklaren ze  deze gebruiken we in het kader van dit vak Bijzondere vertaalwoordenboeken

ENCYCLOPEDIEËN 

 

Eerste oriëntatie met betrekking tot een onderwerp: geeft beschrijving van zaken, vertelt waaruit ze bestaan, hoe ze functioneren, geeft historische feiten en geografische wetenswaardigheden  meer context dan in een woordenboek Geeft aan het eind van elk trefwoordartikel een verwijzing naar verdere literatuur Hebben vaak een naam- en trefwoordenregister  helpen bij het formuleren van zoveel mogelijk trefwoorden om in databases te zoeken

Wikipedia is GEEN wetenschappelijke encyclopedie  bevat heel veel artikelen die je heel snel informatie geven, maar de betrouwbaarheid is discutabel!! Sommige informatie op Wikipedia is moedwillig vervalst, gekleurd door de persoonlijke passie van de schrijvers …

INLEIDINGEN EN ANNUAL REVIEWS Inleidingen:  

Eerste gedeelte van een boekwerk dat dient om het onderwerp voorlopig aan te geven en te situeren Voorbereiding tot de kennis of het begrip van iets, vaak als titel van geschriften die de beginselen van een vak behandelen

Annual revieuws (yearbooks):  

De meest uitgebreide informatie aan de hand van overzichtsartikelen Werken in de diepte en beperken zich tot de beste en belangrijkste publicaties op een bepaald domein

HANDBOEKEN Deze gebruiken we in een later stadium van de oriënterende fase wanneer we zoeken naar meer uitgebreide info Een handboek is:   

Een beknopt werk waaruit men de beginselen van een wetenschap kan leren Een boekwerk dat een stelselmatige samenvatting inhoudt van enig vak van kennis, kunst of wetenschap Overzichtswerk waarin onderwerpen meer algemeen aan bod komen, geen specifieke informatie

Handboeken zijn het product van hun tijd  versies worden herwerkt wanneer meer actuele informatie beschikbaar is

HOOFDSTUK 2: BOEKEN    

Verzamelwerken (readers) Monografieën Series of reeksen Losbladige werken

Boeken verschillen van tijdschriften: boeken zijn/hebben    

Eenmalige publicaties Volumineuzer Grondigere behandeling van materie Lagere actualiteitswaarde

VERZAMELWERKEN OF READERS Eds. Of Ed. = editor(s)  verschillende werken bij elkaar gebracht in een reader door deze editors  die werken zijn niet noodzakelijk door die editors zelf geschreven  zij schrijven meestal een inleiding, conclusie om de werken aan elkaar te bundelen Conference proceedings: bundels van publicaties die verschreven zijn naar aanleiding van een conferentie  heeft een heel hoge actualiteitswaarde

MONOGRAFIEËN

Geen editors  de auteurs die op de kaft staan hebben alles in het boek volledig zelfgeschreven  geen verzamelwerk

REEKSEN OF SERIES Monografie in het kader van een reeks  een reeks van monografieën bv Reeks Het Groene Gras  reeks over criminologisch relevante onderwerpen in België en Nederland

LOSBLADIGE WERKEN Bepaalde hoofstukken die stelselmatig aan een boek worden toegevoegd  hoge actualiteitswaarde want er worden steeds nieuwe stukken literatuur toegevoegd Zien we tegenwoordig meer en meer vervangen worden door online initiatieven

HOOFDSTUK 3: TIJDSCHRIFTEN Tijdschriften:      

Bevatten een recente stand van zaken over wetenschappelijk onderzoek Bevatten uitgebreide informatie betreffende nieuwe literatuur Bieden (jonge, startende) auteurs de kans om snel artikels te publiceren Verschijnen in afleveringen of issues  verschillende uitgaven per jaar Een aantal van deze afleveringen vormen een volume  bv 6 uitgaves (om de 2 maanden) samen = 1 volume (1 jaargang) Themanummers: geven overzichtsartikelen weer rond specifieke onderwerpen

Er bestaan verschillende types van tijdschriften:   

Populairwetenschappelijk: er is weinig voorkennis nodig Beroepsgericht: zijn gefocust op specifieke beroepen  is al moeilijker om te lezen als je niet in deze beroepscultuur zit Wetenschappelijk: zijn zeer specifiek en behandelen een onderwerp in de diepte  heel veel verwijzingen in teksten naar andere bronnen  artikels hierin moeten aan bepaalde criteria voldoen

Onderdelen van een wetenschappelijk artikel:       

Titel + namen auteurs Abstract: korte samenvatting van de inhoud van het artikel Inleiding: korte omschrijving van onderzoek en probleemstelling Onderzoeksmethodes Resultaten Discussie: interpretatie en verklaring van de resultaten Referentielijst of biografie: overzicht gebruikte bronnen

HOOFDSTUK 4: GRIJZE LITERATUUR 

Nieuwsbrieven

     

Onderzoeksrapport Dissertaties Jaarverslagen Dagbladen of kranten Studieboeken Overheidspublicaties

Grijze literatuur:   

Heeft geen unieke code (ISBN) Is doorgaans niet systematisch gecatalogeerd en is minder makkelijk op te sporen Voornamelijk via het internet terug te vinden

NIEUWSBRIEVEN Gaat meestal over een heel groot project  alle mensen die meewerken aan het project informeren over de evolutie ervan

ONDERZOEKSRAPPORT Wordt op het einde van een studie geschreven

DISSERTATIES Masterproeven of doctoraten

JAARVERSLAGEN Instanties maken op het einde van een jaar een samenvatting van het afgelopen jaar bv politiële criminaliteitsstatistieken van het jaar 2011

DABLADEN OF KRANTEN Helpen om bepaalde informatie snel op het spoor te komen  welke cases worden in de media besproken Primair gebruiken: je baseert je op een bepaalde case in de media en gaat die bijvoorbeeld vergelijken in verschillende kranten Secundair gebruiken: bijna letterlijk overnemen uit een krant  kan gevaarlijk zijn

STUDIEBOEKEN Bijvoorbeeld een syllabus

HOOFDSTUK 5: KWALITEITSCONTROLE PUBLICATIES Criteria om te bepalen of een publicatie betrouwbaar is:

     

Staan er referenties in tekst, bij figuren, in bibliografie? Publicaties zonder of met heel weinig referenties zijn meestal niet zo betrouwbaar Taalgebruik  wetenschappelijk taalgebruik Beschrijving en rechtvaardiging van de onderzoeksmethode  je moet altijd kunnen terugvinden hoe men een onderzoek heeft uitgevoerd  transparantie is essentieel om replicatie mogelijk te maken Expertise van de auteur  als je een publicatie vindt van auteurs die al heel veel rond een bepaald thema hebben geschreven, is de kans dat ook dit een betrouwbare publicatie is groter Uitgever  sommige uitgevers hebben zelf criteria, andere niet In welke databanken/bibliotheken is de publicatie opgenomen? Web of Science of Google Scholar?

Bewijzen voor betrouwbaarheid:    

Bronvermeldingen Beschrijven van de onderzoeksmethode Toetsing door andere wetenschappers  peer review  als een bepaald onderzoek getoetst is door andere experten, mag je ervan uitgaan dat er geen fouten meer instaan en dat alles waterdicht is  Bij tijdschriften: het aantal citaties van een werk geeft ook de impact van dat werk weer  een stuk dat veel geciteerd is, is hoogstwaarschijnlijk een kwaliteitsvol stuk

GPRC-label: label dat aangeeft dat de inhoud van het werk onderhevig is geweest aan peer review ISBN-nummer = International Standard Book Number  dit is een unieke code voor boeken  DIT ZEGT NIKS OVER DE BETROUWBAARHEID VAN EEN BOEK!!! ISSN-nummer: International Standard Serial Number  dit is een unieke code voor periodieke publicaties (tijdschriften)  ZEGT OPNIEUW NIKS OVER BETROUWBAARHEID Double blindend peer review proces: tijdschriftartikel dat je aanbiedt aan een uitgever wordt uitgestuurd naar een aantal wetenschappers/experten zonder dat zij weten wie het artikel heeft geschreven (en de auteur weet ook niet welke expert zal oordelen over zijn artikel)  zij maken een verslag op en op basis daarvan wordt een beslissing genomen om te publiceren of niet  kan zijn dat ze een aantal suggesties doen om te herwerken en dan moet dat eerst gebeuren en dan weer de hele selectie doorlopen Impactfactor van een bepaald tijdschrift = citaatfrequentie van een gemiddeld artikel in een bepaald tijdschrift in een bepaald jaar  je kan dan de impactforen van tijdschriften uit eenzelfde vakgebied vergelijken  het belang van een tijdschrift in vergelijking met andere tijdschriften binnen hetzelfde vakgebied worden door die impactfactoren geregistreerd Classificatiesysteem tijdschriften:    

A1: alles wat in Web of Science zit A2: internationaal wetenschappelijk tijdschrift met peer review A3: nationaal tijdschrift met peer review A4: andere

Web of Science  vooral artikelen over exacte wetenschappen  sociale en humane wetenschappen zijn daar wel in opmars maar komen daar nog steeds veel minder voor  VABB-SHW (Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand voor de Sociale en Humane Wetenschappen) opgericht: hierin worden alle sociaal-wetenschappenlijke artikelen in voor die eigenlijk ook voldoen aan die kwaliteit Beall’s list: lijst van predatory open access (= auteurs betalen een bedrag aan het tijdschrift zodat hun artikel vrij beschikbaar zou zijn voor iedereen) journals en uitgevers  lijst van tijdschriften en uitgevers die pretenderen

te werken met peer review, zodat ze heel veel geld kunnen vragen aan auteurs die een artikel in hun tijdschrift willen plaatsen, maar eigenlijk is de review waardeloos en zijn er onrealistisch snelle publicatie procedures

DEEL 2: JURIDISCHE BRONNEN HOOFDSTUK 1: PUBLICATIES WETGEVING - HOOFDSTUK 2: PUBLICATIES PARLEMENTAIRE DOCUMENTEN - HOOFDSTUK 3: PUBLICATIES RECHTSPRAAK Er zijn heel veel raakvlakken tussen criminologie en het recht Justitiële bronnen: komen voort uit de werking van de strafrechtsketen:    

Politie  pv’s van aangifte en opsporing Parket  dossiers van onderzoek of seponering Rechter  vonnissen Penitentiaire administratie  dossiers zoals bijvoorbeeld detentieverslagen

Formele bronnen: Primaire bronnen: worden in hun oorspronkelijke, onbewerkte vorm weergegeven   

Wetgeving Parlementaire documenten Rechtspraak

Secundaire bronnen: deze zijn wel bewerkt 

Rechtsleer of doctrine

WETGEVING  

Wetten in materiële zin  inhoud van een wet Wetten in formele zin  vorm van een wet  KB, MB, ordonnantie …

Er is federale, regionale en internationale wetgeving    

Officiële publicaties: gaat uit van de instantie die de wet heeft voortgebracht Officieuze publicatie: bepaalde stukken uit verschillende officiële publicaties Doorlopende publicaties: wetgeving wordt op een chronologische manier geordend  meestal op datum van bekendmaking Systematische publicaties: ordenen volgens domeinen (rechtstakken)

Officiële vindplaatsen van wetgeving:    

Belgisch staatsblad  elektronisch beschikbaar Bestuursmemoriaal van de provincies  publicatievorm per provincie EU-Publicatieblad  elektronisch beschikbaar European Treaty Series  overzicht van de verdragen uit de Raad van Europa

Officieuze vindplaatsen van wetgeving:  

Chronologische publicaties: op datum van afkondiging of bekendmaking Systematische publicaties: per rechtstak/domein/specifiek thema

o o

Loutere verzamelingen van wetteksten rond een bepaald domein Verzamelingen waaraan commentaar werd toegevoegd MAAR geen persoonlijke verwerking!! Want dan spreken we van rechtsleer

PARLEMENTAIRE DOCUMENTEN   

Parlementaire stukken: alle documenten die tot stand kwamen bij de voorgeschiedenis van de wet of bij de uitwerking ervan Parlementaire handelingen: brengen een volledig en woordelijk verslag van de besprekingen en van de stemmingen, alsook van de mondelinge vragen in de wetgevende kamers Vragen en Antwoorden: Bevat de schriftelijke vragen die niet werden beantwoord, en vervolgens de schriftelijke vragen waarop door de minister of staatssecretaris een antwoord werd verstrekt

RECHTSPRAAK EN RECHTSLEER Rechtspraak = interpretatie van de rechtsregels  gebeurt door de rechterlijke macht  niet alle rechtbanken hebben een officiële publicatieverplichting  welke hebben dat wel:   

Arresten van het Grondwettelijk Hof Arresten van het Hof van Cassatie Verzameling van de arresten van de Raad van State

Alle andere rechtbanken (politierechtbank, vredegerecht ...) hebben geen officiële publicatieverplichting  Officieuze publicaties

DEEL 3: STATISTISCHE BRONNEN HOOFDSTUK 1: GEINTEGREERDE CRIMINOLOGISCHE STATISTIEKEN INLEIDING Geregistreerde criminaliteit vinden we in de politiestatistieken Verborgen criminaliteit kunnen we in slachtofferschapsenquêtes en zelfrapportagestudies terugvinden Dé criminaliteit bestaat niet  filters verstoren de realiteit op elk echelon van de strafrechtsketen = funneling (trechter) proces De teleenheden op alle niveaus van de strafrechtsbedeling:    

Opsporing: feiten Vervolging: dossiers Straftoemeting: veroordelingen Strafuitvoering: personen

Dit heeft als gevolg dat de onderlinge vergelijkbaarheid van al deze gegevens heel moeilijk is 8 vragen te stellen bij alle statistieken:  

Waar komen de data vandaan? Was er peer-review op de data?

     

Hoe werden de data verzameld? Zijn de vergelijkingen goed doorgevoerd? Staan de getallen in context? Worden geldige definities gebruikt? Zijn er veranderingen in omstandigheden van dataverzameling? (Enkel bij surveys: zijn de vragen neutraal?)

STATISTIEK VAN DE REGULIERE POLITIEDIENSTEN Algemene problemen politiestatistiek:   

Veel onderzoek toont aan dat de meeste strafbare handelingen niet bij de politie gekend zijn en dus niet in de statistieken terecht komen = verborgen criminaliteit Maar, het omgekeerde is ook waar  burgers melden ook zaken aan de politie die geen criminaliteit zijn bv vals alarm, verloren voorwerpen, valse aangiftes Via een combinatie van criminologische methoden kunnen we toch ramingen maken

Is de gekende criminaliteit representatief voor de onbekende parameter in de populatie? Indien de verhouding onbekend gelijk is aan bekend, wat is dan het drieledige gevolg:   

Proporties van geregistreerde criminaliteit = proporties van de niet gekende criminaliteit Kenmerken van gevatte daders = kenmerken van niet-gevatte daders Het enige probleem zou dan zijn: de onbekende factor waarmee we de geregistreerde criminaliteit moeten vermenigvuldigen

Dit is helaas wishful thinking  de totale geregistreerde criminaliteit is niet representatief voor de totale onbekende criminaliteit Er zijn bepaalde misdrijven oververtegenwoordigd en ondervertegenwoordigd  onbekende criminaliteit is geen constante  ze is afhankelijk van het type delict en de pakkans Dark number  er is slechts een topje van de ijsberg opgenomen in de politiestatistieken Er zijn heel wat selectiemechanismen die ervoor zorgen dat zaken niet in politiestatistieken terechtkomen 3 grote perioden in de Belgische politiestatistiek: 





Voor 1993 was er absolute chaos  3 verschillende politiediensten in België: gerechtelijke politie, gemeentepolitie en rijkswacht  zij hielden onafhankelijk van elkaar wat gegevens bij  was louter een activiteitenstatistiek die de werking van die diensten weerspiegelde 1993-1999: GICS  eerste politiestatistiek werd in het leven geroepen  kwam er met de oprichting van de APSD  interpolitioneel want verbond de 3 politiediensten met elkaar  was een uniform systeem dat dubbeltellingen wou vermijden  zorgde voor de horizontale integratie van de 3 diensten in één statistiek  het was niet langer een activiteitenstatistiek maar een fenomeen-statistiek 2000-nu: PCS  huidige politiestatistieken  naar aanleiding van de politiehervorming in 1998  geïntegreerde statistiek op twee niveaus: lokaal en federaal

Dit heeft ervoor gezorgd dat er een breuklijn kwam in de politiestatistieken  gegevens werden vanaf 2000 op een andere manier verzameld  GICS en PCS zijn moeilijk met elkaar te vergelijken in onderzoek van lange tijdsperiodes tot in het verleden

SLACHTOFFERSCHAPSENQUÊTES Nut van slachtofferschapsenquêtes:     

Aanvulling op (onvolledige) politiegegevens Inzicht in onveiligheidsgevoelens Inzicht in aangiftegedrag Inzicht in de kost van criminaliteit …

De Belgische Veiligheidsmonitor is een voorbeeld  modules in de veiligheidsmonitor:      

Slachtofferschap en aangiftegedrag Buurtproblemen Onveiligheidsgevoelens Preventie Politiefunctioneren Achtergrondkenmerken

Er zijn ook internationale slachtofferenquêtes bv ICVS (International Crime Victims Survey)  opvolger is de EUICS

SELF-REPORT STUDIES De methode van zelfrapportage is één van de 3 belangrijkste manieren om zicht te krijgen op jeugddelinquentie Basisgedachte: bevragen van (potentiële) daders naar hun betrokkenheid bij delinquent gedrag Het gaat hier dus over dark number onderzoek Ook hier zijn er internationale varianten bijvoorbeeld ISRD-project

PARKETSTATISTIEKEN Deze hebben een zeer langzame start genomen  tot 2004 waren er heel oude parketstatistieken:   

Heel grote diversiteit voor wat betreft de bereidheid tot systematische registratie Onbetrouwbaar, onvolledig, geen standaardisatie, onduidelijke teleenheden en regels Enorme achterstand (op sommige momenten wel tot 5 jaar!!)

Het OM is niet te verwarren met de veroordelingsstatistieken van hoven en rechtbanken Welke statistische info is relevant voor het strafrechtelijk beleid:      

Sepot Overmaken van een zaak aan een ander parket voor verdere beschikking Voorstel tot minnelijke schikking Voorstel aan beklaagden en aan slachtoffer tot bemiddeling in strafzaken Samenvoeging met een andere zaak Dagvaarding voor de rechtbank

De REA als bron voor de parketstatistieken = informatiesysteem voor de correctionele zaken  enige bron die gebruikt wordt voor statistische analyse en rapporten  standaardisatie was noodzakelijk  men wou problemen bij de manuele dataverzameling vermijden Het grootste probleem was de verschillende teleenheden  feiten, personen, zaken  doorheen de complexe weg die een dossier aflegt in de strafrechtsbedeling Methodologische bedenkingen:   

Diversiteit naargelang het gerechtelijke arrondissement  te grote lokale vrijheid die de uniformiteit van de statistiek in het gedrang brengt Het aggregatieniveau van de nomenclatuur is te hoog  de categorieën zijn te vaag en dus minder criminologisch relevant in vergelijking met de politiestatistieken Diversiteit in crimineel beleid per parket

GERECHTELIJKE STATISTIEKEN = veroordeling- en activiteitenstatistieken van de zittende magistratuur De oudste gerechtelijke statistieken:  

In 1830 bij de onafhankelijkheid van België  Quetelet telde het aantal veroordeelden, gevangenen, misdrijven geregistreerd op de parketten  uit deze praktijk zijn de gerechtelijke statistieken gegroeid Tot 1992  vanaf dan werden ze ondergebracht in Algemene Directie Statistiek  nu is dat STATBEL

Er werd een ondersc...


Similar Free PDFs