Samenvatting TBL PDF

Title Samenvatting TBL
Author Hanne Mostinckx
Course Therapie en begeleiding bij personen met leerstoornissen
Institution Arteveldehogeschool
Pages 16
File Size 357.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 46
Total Views 125

Summary

Download Samenvatting TBL PDF


Description

H1: Behandeling van reken-, lees- en spellingstoornissen: algemene principesremediëringsmethodieken Voorwaarden voor een goede therapie: -

-

-

Toepassing van de didactische principes  Geleidelijkheidsprincipe  Motivatieprincipe  Activeringsprincipe  Herhalingsprincipe  Individualisatieprincipe  ... Externe sturing Individuele setting Rustige omgeving zodat kind zich makkelijk kan concentreren Rekening houden met: persoonlijkheid, socio-emotioneel welbevinden en gedrag van het kind Nauwe samenwerking met ouders en school Therapie steunt op wetenschappelijk verantwoorde diagnostiek  Juiste groep kinderen volgt therapie  Regelmatige product- en procesevaluatie Beginnen op juiste oefenniveau van het kind (kennis van het leerplan) Aanpak basale problemen Keuze voor belangrijkste doelstellingen

Psycho-educatie in de praktijk: (! Rode draad intherapie) Doel: -

Leren omgaan met stoornis Stoornis leren aanvaarden In combinatie met taakgerichte interventie

Wat: -

Inzicht geven in de stoornis en in de mate waarin de stoornis het fuctioneren van de cliënt beïnvloedt Vaardigheden aanleren: bewust worden van negatieve gedachten en gevoelens en die leren ombuigen tot positieve gedachten en gevoelens Zelfvertrouwen versterken

Hoe: -

Artikels, brochures, getuigenissen, boeken te lezen Individueel In groep (oudervereniging Sprankel)

Wie: -

Cliënt Directe omgeving

Vb: dyslexie doe-gids, survival gids, Jesse heeft dyslexie, dyslexie de baas (groepsbehandeling)

Evidence-based handelen = De integratie van het beste beschikbare onderzoek met de klinische ervaring in de context van de kenmerken, cultuur en voorkeuren van cliënt Basisprincipes behandeling lees- en spellingproblemen REDICODI-maatregelen 1. Remediëren = therapie geven Doel:  Zwakke vaardigheden en onvoldoende kennis op aanvaardbaar niveau brengen  Dmv taakgerichte aanpak Voorwaarde:  Kennis van het normale ontwikkelingsproces  Kennis van het leerplan  Degelijke multidisciplinaire diagnostiek: niveau + fouten Meer dan klassieke instructies geven:  Starten op juiste oefenniveau van cliënt  Principe van de directe instructie  Heldere, constructieve product- en procesgerichte feedback 2. Dispenseren = vrijstelling geven Verschillende vormen:  Didactische dispensatie = leraar grijpt didactisch in vb: geen leesbeurten, luisterboeken in secundair onderwijs, dictee type i.p.v. schrijven  Formele dispensatie = formele erkenning van gemaakte afspraken binnen de school Waarom:  Leerstoornis beïnvloedt de resultaten te sterk negatief  Te zwakke vaardigheid die niet meer te remediëren valt (zeker in secundair en hoger onderwijs) Advies:  Niet te lang wachten met dispenseren 3. Compenseren = minimaliseren van de gevolgen van het probleem Wanneer?  De kennis of vaardigheden van een cliënt op vlak van lezen en spellen zo zwak zijn dat remediëren onvoldoende soelaas biedt  De leeftijd van een cliënt dat zorgt voor tekorten (pubers, adolecenten met dyslexie) Oplossing?

 Gebruik maken van sterke kanten van de cliënt  Via een omweg lees- en spellingtaken uitvoeren vb: met hulpmiddelen Voorbeelden:       

Werken met een computer met spellingcontrole Secretaresse schrijft verslagen uit Gebruik maken van voorkennis bij lezen van teksten Laten cijferen i.p.v. hoofdrekenen Zakrekenmachine gebruiken Tafelbladen gebruiken Formularium gebruiken

4. Differentiëren  Door deze maatregelen kunnen kinderen met ongelijke mogelijkheden gelijke slaagkansen krijgen (M-decreet) Wanneer en waarom redelijke aanpassingen: -

Cliënten die nooit kunnen voldoen aan eindtermen door stoornis Op maat van het kind Enige mogelijkheid om onderwijs op intellectueel niveau te blijven Steeds opmaken in samenwerking met cliënt, ouders, school

Instructie, interactie en feedback -

Starten vanuit foutenanalyse Continuüm van instructie tot feedback = telkens nieuwe instructies geven op basis van reacties en resultaten Kern van therapie geven Instructies = als cliënt niet weet hoe je iets moet doen Feedback = bij fouten of bij vastlopen van oefeningen

3 manieren van instructies geven: -

Uitleg geven (aanpakstrategie of regel en kennis) Voordoen (materiaal, lichaam, voorwerp) Hard op denken (denkproces stap voor stap verwoorden -> metacognitie wordt gestimuleerd)

Directe instructiemodel:

-

-

-

-

-

-

Kinderen moeten weten aan welk doel ze werken en welk niveau ze moeten behalen na de therapie Verschillende niveaus van behandeling  Inputfase  Begeleid oefenen  Zelfstandig oefenen Taken indelen in deelvaardigheden  Starten op laagste oefenniveau  Later komen tot synthese  Geleidelijkheidsprincipe of opbouwmethodiek Stapsgewijs hulp bieden  Alleen noodzakelijke hulp bieden  Feedback geven (continuüm tussen instructie en feedback) Drill  Herhaling  Inoefenen  Feedback Procesgerelateerde vragen stellen en inhoudsvragen  Feedback op procesniveau Strategieën  Aanleren  Demonstreren  Hard op denkmethode  Reminders maken Uitleg geven hoe een taak moet aangepakt worden  Modeleren  Hard op denken verwoorden  Samen oefenen  Zelfstandig oefenen (aanleren van begrijpend lezen strategieën)

Soorten feedback 1. Taakniveau = gaat over het behaalde resultaat op de taak  Effectief: cues geven mbt aanpak en strategie 2. Procesniveau = gaat over uitvoering van de taak 3. Zelfregulatieniveau = zelfcontrole, stappenplan 4. Persoonsniveau = gevoel van de cliënt - Feed up = wat zijn de doelen voor de cliënt - Faadback = wat is de stand van zaken mbt het bereikte doel - Feed forward = wat is de volgende stap ifv automatisatie, zelfregulatie Feedback werkt als die betrekking heeft op: -

Proces, aanpakgedrag Inspanningen Resultaat op taak, vooral op kleine stappen Duiden op positieve evolutie

Opbouwmethodiek -> geleidelijkheidsprincipe

-

Wat:  Komt vanuit de leerpsychologie (vroeger: starten vanuit motorische therapie, nu: taakgerichte behandeling)  Grondige diagnostiek  Vorm van taakgerichte behandeling  Sluit aan bij directe instructiemethode  Systematische opbouw  Lees- en spellingvaardigheden analyseren in deelvaardigheden  Istructies en feedback zijn cruciaal

-

Kenmerken:  Juiste startniveau (status praesens van een kind is gekend -> grondige foutenanalyse)  Opdelen in kleine stapjes (systematische opbouw)  Instructies fb op maat  Moeilijkheidsgraad van woorden (vb: fiets of kaart? -> kaart is makkelijker: beide klankzuiver, beide finaal tweeldige cluster, eenlettergrepig woord, 4 fonemen. Waarom is fiets moeilijker? Ts en st worden omgedraaid) (vb: fiets en bord? -> fiets is klankzuiver en bord verlengingsregel toepassen dus bord is makkelijker)  Elke deelvaardigheid wordt afzonderlijk aangebracht en ingeoefend  Alle genomen stappen moeten terug tot een geheel geïntegreerd worden  Activiteit wordt sterk gestuurd en bijgestuurd  Individuele aanpassing van een oefening = MUST  Kennis van het leerplan

-

Woord kastelen schrijven: ! oefenen met instructies en fb !  Kasteelen: probleem met de spellingregel van de vocaalverenkeling  Geleidelijkheidsprincipe toepassen: waar zit onze cliënt vast?  Weet je kind wat klinkers en medeklinkers zijn? Vb: Lang en korte  Kunnen splitsen in klankgroepen vb: kas – te – len (auditief)  Kent kind de regel? “ik hoor een lange en dan moet ik er twee schrijven”  fout  Kan kind de regel toepassen?  Toepassen in contrast woorden vb paden en paarden  woord splitsen  Toepassen op niveau van 3 lettergrepige woorden  Regel stapsgewijs aanbrengen en inoefenen  Mengoefeningen

-

Oefening slide 61 geen goede oefening waarom?  De twee regels worden meteen door elkaar gebruikt, verwarrend  NIET GEBRUIKEN ALS EERSTE OEFENING

-

Stijgende moeilijkheidsgraad lezen EN spellen  Altijd beginnen met aanbreng van grafeem-foneemkoppeling (fouten: s en z verwisselen)  + taakgerelateerde functies lezen en spellen (fouten: zwart  zart) (oefening: je schrijft het woord zwart als z w a r t klopt dit? Waarom klopt dit? Kan je het zelf nog eens herhalen?)  Starten met 3-foneemwoorden klankzuiver vb: pen, pak, bal, poes, lat, ...  4-foneemwoord klankzuiver vb: kast, past, kaart, fles, bril, broer, poets, spoel, spel, spat, ... (CRUCIALE FASE)  5-foneemwoorden klankzuiver vb: kramp, staart, straat, stort, struik, korst, barst, vorst, hengst, ...  Klankzuivere samengestelde woorden vb: stoelpoot, bloempot, speeltuin, speelplaats (speeltuin is makkelijker dan speelplaats omdat er een finale tweeledige cluster is bij speelplaats)  Klanzuivere tweelettergrepige woorden (multimodale aanpak) vb: wimper (foutgevoelig: doffe e), prenten, kantoor, ...

-

Stijgende moeilijkheidsgraad spellen:  Voorvoegsels vb: verbrand (moeilijk want d finaal), gewoon, verhaal, geluk, begin, gedaan, verdriet, ...  Spellingregel t/d finaal vb: paard, hond, bloedband, stokbrood  Spellingregel vocaalverenkeling (vanaf 3e lj) vb: tafel  Spellingregelconsonantverdubbeling (vanaf 3e lj) vb: katten, vossen, bessen, mannen, ...  Achtervoegsel vb: -lijk, -ig (komen pas later in het leerplan aanbod)  Ww: tt  vt  Onthoudwoorden moeilijk uit te leggen  Vreemde woorden moeilijk uit te leggen

-

Stijgende moeilijkheidsgraad TL:  Zie cursus  Instructieniveau? Oefenniveau, altijd beginnen met laagste instructieniveau  Doelen: accuratesse (opbouwmethodiek) , tempo (inprentingsmethodiek)  Technieken accuratesse; zingend lezen bij spellend lezen, meerlettergrepige woorden gesplitst lezen  Materiaal: codekraker, speciale leesbegeleiding!!! Wanneer opbouwmethodiek toepassen?  Onvoldoende beheersing van de deelvaardigheden  Problemen met technisch lezen

-

 Spellingproblemen -

Leer- en instructieprincipes:  Directe instructie  Specifieke doelen stellen Vb: hoofdrekenen: optellen tot 100, TE + TE met brug Vb: spellingregel t/d finaal bij éénlettergrepige substantieven

-

Bedenkingen:  Oefenen op integratie van deelvaardigheden!!!  Effectonderzoek: fonologisch bewustzijn + lezen en spellen

-

Effect van dezen methodiek:  Behoorlijk  Niet duidelijk of resultaten van blijvende aard zijn  Transfer van aangeleerde vaardigheden:  60 à 75 behandelingen  Een-een relatie  Ook compenserende strategieën aangeleerd  Therapie: systematische en planmatig

Inprentingsmethodiek -> automatisering en integratie van de leerinhoud (waarnemings- en herhalingsprincipe) -

Hoe?  Herhaling  Inprenting

-

Wanneer? Problemen met ...  Leestempo en accuratesse (technisch lezen)  Sublexicaal decoderen (structuren rt, spr niet opgeslagen, niet herkennen, blijven spellend lezen)  Losse woorden lezen te weinig geautomatiseerd  Onthoudwoorden correct spellen  Deelvaardigheden automatiseren

-

Technieken TL:  Herhaald lezen: wisselrijen vb: vlot, vlag, vloer, vlief en vlag, vlam, klok, stok, stik, stip  meest effectief  Luisterlezen  Alternerend lezen  Materiaal: codekraker, zuidvallei, speciale leesbegeleiding

-

Grafeem-foneemkoppeling  Koppeling aan een beeld

 b/d koppelen met spraak vb: b  lippen staan op elkaar=stok, d  mond maakt eerst een rondje  individualisatie  vb: klinkerauto voor korte en lang klanken groeperen  vb: medeklinkervliegtuig voor p,b,m,w samen gezet  indeling volgens spraak  motoriek gebruiken: eu van neus, “met de racewagen overkop en in de put”  verbale koppeling: ie, de tienletter  ei verhaal gebruikt door therapeuten komt uit spelling in de lift  sleutelwoorden -

effectief?  In combinatie met opbouwmethodiek

Strategiemethodiek -> oorsprong in de cognitieve leerpsychologie ! beertjes van Meichembaum ! (wat moet ik doen? Hoe moet ik het doen? ...) -

Wat?  Komt vanuit de cognitieve leerpsycholgie  Bewust aanleren van lees- en spellingstrategieën  Activeren van de voorkennis (kinderen laten nadenken waarover de tekst zal gaan)

-

Hoe?  Zelfinstructiemethode  Aanbreng methode  Herhaling  Verkorten  Automatiseren

-

Bedenkingen?  Sterke methodiek  Leidt niet tot geautomatiseerd lezen en spellen

-

Besluit?  Logopedische therapie  Therapieplan: logische opbouw, stijgende moeilijkheidsgraad, deelstappen, strategieën aanleren, inprenten en herhalen  Instructie, interactie en fb op maat van cliënt

H2: kleuters met een risico op lees- en spellingproblemen en aanpak ! dyslexie kan je niet voorkomen !     -

Ernstigere moeilijkheden voorkomen Preventief werken bij kwetsbare kinderen Achterstand minimaliseren Er spelen zoveel facetten een rol dat je niet kan voorspellen

Risicosignalen  Geheugen  Training werkt niet, onvoldoende gerelateerd aan lees- en spellingtaak  Ouders informeren en melden op mdo (totaalbeeld en compenseren indien nodig)  Vraag tot parafraseren (wat moest je doen? Wat moest je daarna doen?)  Familiaal voorkomen  Ouders informeren over erfelijkheid  adviezen over voorlezen aan ouders  melden op mdo  Socio-economische status  Verhoogd risico op latere lees- en spellingproblemen want zorgen in gezin zijn veel te groot  Besteed maximale aandacht voor extra ondersteuning op school  Ouders begeleiden om lezen te motiveren, interactief voorlezen  Speelse aanpak op school  Methode van de directe instructie 3e kleuterklas  Intensieve begeleiding van een groepje op school  Spraak- en taalontwikkeling (dysfasie, dld)  Stos bij kinderen: taaltherapie heeft GEEN effect op langere termijn van de leesprestaties  Dld-kinderen in therapie: extra aandacht voor de ontwikkeling van de ontluikende geletterdheid  Spraak- en spellingproblemen op lagere schoolleeftijd: foneembewustzijntraining, gecombineerd met spelling!  Hoorontwikkeling  Fonologisch bewustzijn  Preventieve waarde van fonologisch bewustzijntraining = BEPERKT  Foneembewustzijn in combinatie met letterkennis en invented spelling in functionele context = EFFECTIEF  Foneembewustzijn in combinatie met huiswerkopdrachten = EFFECTIEF  Opbouwmethodiek moet toegepast worden  Oefenen op juiste niveau  Oefenen op meerlettergrepig niveau: aanbod via lettegrepen  Benadrukken van de kenmerken van klanken “funtioneel”

Voorbeelden fonologisch bewustzijntraining: -

-

Rijmherkenning: kaartjes sorteren, rijmwoorden bij elkaar Auditieve analyse/synthese op lettergreepniveau: pakjes open doen en in de juiste hoepel leggen, thema ridders en kastelen: kinderen moeten wachtwoord aan elkaar zeggen, ze krijgen woorden hand en schoen  wachtwoord = handschoen Foneembewustzijn klank analyseren: allemaal woorden met d Foneembewustzijn auditieve analyse op klankniveau: vissen en in juiste bakje leggen  Omgaan met letters  Observeren bij kinderen met taalstoornissen: belangstelling of kennis van letters van hun naam? Schrijf- of leespogingen?  Letters aanleren in combinatie met fonologische bewustzijntraining = EFFECTIEF  Via allerlei spelletjes en taken de letterkennis stimuleren: naam spellen terwijl schrijven, kinderen moeten zeker leren om hun naam te schrijven  aandacht naar letters trekken  D.m.v. visualisatie van spraak  Invented spelling (geen schrijfpogingen ondernemen)  Beste voorspeller voor dyslexie in een transparante taal zoals het Italiaans, NIET voor het Nederlands  Model van directe instructie  = Spontane communicatieve schrijfpogingen van kleuters

Effecten geïsoleerde vaardigheden op leesaaccuratesse: -

Benoemsnelheid kan je niet trainen Luisterbegrip kan een groter effect hebben op bln , niet op leesaccuratesse Geheugentraining niet effectief Auditieve synthese niet effectief Auditieve discriminaite niet effectief

Voorbereidend lezen -

Werken met woorden die betekenis hebben en werken met de begin letter van een woord Geen ei/au/c, heel verwarrend Niet aa want a (kat, apen) Multisensorieel oefenen vb: letter laten overtekenen, laten rijden, laten beplakken Vermijd sterk gelijkende letters Fb geven vb: p van mama “wat hoor je in mama, ken je een ander woordje van p, kijk eens rond in het lokaal,...”

Taak van de logopedist: 1. -

Advies geven Ouders informeren over het erfelijke karakter van dyslexie Lees- en spellingontwikkeling van het kind opvolgen Gevens van het leerlingvolgsysteem regelmatig opvragen voor lezen, spellen en rekenen vanaf midden eerste leerjaar Gegevens vergelijken met ouders en bevindingen van de leerkracht Kleuterjuf/zorgcoördinator informeren, met toestemming van de ouders

-

Ouders informeren over de wijze waarop ze hun kind best voorlezen: interactief, in gesprek het verhaal linken aan de leefwereld van hun kind Hulp door kleuterjuf best bieden in kleine groepen (max 4 kinderen)  Mattheüseffect voorkomen Hulp van kleuterjuf/zorgcoördinator: ontluikende geletterdheid stimuleren, extra voorlezen, kinderen pseudoverhalen laten vertellen bij tekeningen , kinderen hun naam laten schrijven bij werkjes

2. -

Diagnosticeren Observeren van de ontluikende geletterdheid Onderzoeken van fonologisch bewustzijn Bij kleuters in het laatste trimester van de derde kleuterklas

3. -

Behandeling Wie? Kinderen met taalstoornissen 3e kleuterklas, zwakke fonologische vaardigheden Invented spelling funtioneel stimuleren Auditief synthetiseren van lettergrepen tot woorden Auditief analyseren van woorden tot lettergrepen Rijmoefeningen Auditieve identificatie op woordniveau Ontluikende geletterdheid In combinatie spraak- en/of taaltherapie Individueel of in kleine groepjes Speelse en functionele manier aanbrengen Interactief voorlezen Structuur van woorden: kort/lang (“je mag enkel drankjes met een lange naam bestellen in de winkel) Auditieve discriminatie Naam schrijven

Besluit: -

De unieke marker van dyslexie is nog niet bekend Het is onmogelijk om dyslexie te voorkomen of vast te stellen in de kleuterklas Omgaan met letters/auditieve analyse is het meest predictief Interventie op kleuterleeftijd is zinvol:  Zingeving  Fonologisch bewustzijn  Beperkt aantal letters

H3: Therapie bij lees- en spellingproblemen/stoornissen Domein Begrijpend lezen Woordenschat Technisch lezen van bestaande woorden Pseudowoorden lezen Spelling Rekenen Algemeen lezen: technisch en begrijpend lezen samen

Effect van behandeling 0.81 – 0.80 0.73 0.65 0.60 0.55 0.45 0.44

Conclusies: -

Methode van directe instructie en strategiemodel zijn meest effectief voor technisch lezenen begrijpend lezen Als therapie gegeven wordt door professionals is het effect groter dan dat het door vrijwilligers of medeleerlingen gegeven wordt 60 – 70 sessie verspreid over anderhalf jaar tot 2 jaar zijn nodig bij kinderen met dyslexie

Fonologisch bewustzijn en letterkennis: Invloed van fonologische vaardigheden op leesaccuratesse: Domein Luisterbegrip Auditief geheugen Auditieve synthese Auditieve discriminatie -

Effecten 0.40 0.38 0.38 0.37

Preventieve waarde van fonologische bewustzijnstraining, los van het leesproces zelf voor kwetsbare kleuters is beperkt Fonologische bewustzijnstraining gecombineerd met aanleren van letters, op een indirecte speelse en functionele wijze is veel groter Kwetsbare kleuters uit de derde kleuterklas kregen zwakkere resultaten voor fonologisch bewustzijn en letterkennis  training met een computerprogramma

-

Computerprogramma gericht op toont significante vooruitgang voor leesnselheid, spelling en begrijpend lezen Oefening en training op laagniveau leidt niet tot automatisatie

Taakgerelateerde funties: -

Oefeningen op de klanstructuur van de taal gecombineerd met grafeem...


Similar Free PDFs