Cardiologie - Samenvatting Pathologie 2V PDF

Title Cardiologie - Samenvatting Pathologie 2V
Author Nikky Eichinger
Course Pathologie 2V
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 16
File Size 689.3 KB
File Type PDF
Total Downloads 66
Total Views 160

Summary

De pp's...


Description

Cardiologie Etalagebenen (perifeer arterieel vaatlijden) Wat? Vernauwing van de beenslagaders  arteriële insufficiëntie onderste ledematen Oorzaak Atherosclerose Symptomen Kramppijn in been/benen bij inspanningen, pijn neemt af na korte rustpauze. In later stadium ook pijn tijdens rust en nachtelijke pijn. Eindstadium: veranderingen thv. huid, arterieel ulcus, gangreen Diagnose Beeldvorming Behandeling Rookstop, wandelen, aspirine in lage dosis. Aangezien myocardinfarct en CVA belangrijke doodsoorzaken zijn bij patiënten met een perifeer vaatlijden, is aanpak van CV risicofactoren, zoals diabetes, hypertensie en hypercholesterolemie zeer belangrijk. Ballondilatatie (plaatsen van stent) Heelkundige ingreep: bypass Verwikkeling Acute ischemie van het been tgv. plotse afsluiting beenslagader door bloedklonter Extra info Rokersbenen Atherosclerose: slagaderverkalking, veel voorkomen, vetten in het bloed slaan neet ter hoogte van de bloedwanden  vernauwen en dichtslippen (Mensen met veel cholesterol, te hoge bloeddruk, te weinig beweging, diabetes) In een ver stadium krijg je zelf pijn op een gewoon vlak terrein te stappen Er kan een arteriële ulcus ontstaan Wandelen is zeer belangrijk! Door te wandelen krijg je een soort van nieuwe bloedvaten Aspirine is geen pijnstiller meer, dit werd vervangen door paracetamol. Aspirine gaat effect hebben op de bloedplaatjes. De belangrijkste oorzaak van trombosevorming in de slagaders is atherosclerose! Aspirine behoort tot de bloedplaatsjesaggregatieremmers. Meer kans op CVA en hartinfarct

1

Geen = vetten (cholesterol)

Ballondilatatie met plaatsen van stent

Overbruggingsoperatie Chronische veneuze insufficiëntie onderste ledematen Wat? Afvoerstoornis veneus bloed in de beenaders Oorzaak Niet meer voldoende sluiten van de kleppen in de beenaders (erfelijkheid) Bevorderende factoren Lang staan of zitten, overgewicht, zwangerschap

2

Symptomen Zware benen, pijn in de benen, krampen Oedeem enkels Varices Trofische huidstoornissen: verkleuring huis, veneus ulcus Diagnose Doppler Verwikkelingen Diep veneuze trombose Behandeling Omhoog leggen van de benen, lichaamsbeweging Elastisch steunverband of op maat gemaakte elastische steunkousen (compressietherapie) Venotrope geneesmiddelen Sclerotherapie Heelkunde Extra info Insufficiëntie = onvoldoende functioneren Varices of spataders is een symptoom Belangrijke factoren: -kleppen -spierpompwerking -ademhaling Zwangerschap: hormoonverandering Je kan het ook hebben zonder spataders te krijgen Je gaat vooral zware benen krijgen, te veel bloesopstapeling, kramppijnen

Veneuze insufficiëntie tgv. niet sluitende kleppen. Het bloed kan iet meer zo goed terugstromen, het bloed valt terug naar beneden. Erfelijk bepaald.

3

Veneuze insufficiëntie: varices

Veneuze insufficiëntie: veneuze ulcus

Sclerotherapie Trombo-embolische aandoeningen Wat? Aandoeningen gepaard gaande met aanwezigheid van een bloedklonter in een bloedvat, leidend tot een vernauwing of afsluiting van dat bloedvat. Zowel in arteriën als in venen mogelijk Bevorderende factoren Atherosclerose Vertraagde bloedstroom Erfelijke trombofilie (verhoogde stolbaarheid van het bloed) Kanker Hartritmestoornissen: VKF Symptomen Afhankelijk van lokalisatie van trombus of embool 4

Kransslagader: acuut myocardinfarct Beenslagader: acuut ischemie van het been Hersenslagader: herseninfarct Beenader: diep veneuze trombose Langader: longembolie Diagnose Klinische beeld Bloedonderzoek, beeldvorming Behandeling Trombolyse (met trombolytica) – embolectomie Heparine of LMGH (clexane), gevolgd door orale anticoagulantia (marcoumar, marevan) Extra info Embool is een gevolg van een trombose Kan in aders en slagaders Embool is een stukje van een klonter dat loskomt en vast komt te zitten ergens in het lichaam Atherosclerose is de meest voorkomende oorzaak voor trombosevorming Factoren zijn voor een veneuze trombose Zwangerschap: de hormonen veranderen en bloed stolt meer Erfelijke trombofelie: letterlijk vertaald: houden van bloedklonter. Deze mensen hebben meer de neiging om bloedklonters aan te maken. Door te kort aan proteïne C en S gaat het bloed minder stollen, gaat er minder remming zijn Sommige kankercellen scheiden stoffen af dat het bloed dikker maakt VKF: voorkamerfibrilatie: toestand waarbij de voorkamer, onregelmatig beweegt;  hebben tot 6x meer kans op een CVA

Zorgt voor een blokkering van de circulatie Diep veneuze trombose (DVT) Wat? Trombose in een diepe beenader, meestal thv. Onderbeen Wandstandige trombose – afsluitende trombose

5

Bevorderende factoren Zie trombo-embolische aandoeningen Symptomen Pijn en zwelling thv. been Soms rode en warm aanvoelende huid Kunnen echter ontbreken (bij verstopping klein vat of soms bij wandstandige trombose) Diagnose Bloedonderzoek: verhoogde spiegel D-dimeren Beeldvorming: doppler Verwikkelingen Acuut: longembolie Chronische: posttrombotisch syndroom (chronisch oedeem thv. been) Behandeling LMGH in therapeutische dosis, gevolgd door orale anticoagulantia gedurende meerdere maanden om herval te voorkomen (regelmatige controle van de stolling aan de hand van bloedonderzoek) Preventie Bij alle risicopatiënten: snelle mobilisatie, steunkousen, LMGH in preventieve dosis Extra info Wandstandige trombose: aan de zijkant is een prop Afsluitende trombose: heel de venen is afgesloten, bloed keert terug Laag moleculair gewicht heparine anticoagulantia Dosis voor behandeling is 2x meer dan dosis ter preventie

Anticoagulantia Wat? Remmen de vorming van trombine en de omzetting van fibrogeen in fibrine Indicatie Preventie en behandeling van trombo-embolische processen

6

Heparine en laag moleculair gewicht hepaines (LMGH) Wat? Activeren het natuurlijke antistollingseiwit antitrombine (antitrombine remt de werking van trombine maar ook van allerlei andere stollingsfactoren) Ongewenste effecten Bloedingen, antidoot beschikbaar voor heparine (protaminesulfaat) Heparine-geïnduceerde trombocytopenie LMGH zijn even doeltreffend als heparine, maar veroorzaken minder ongewenste effecten dan heparines. LMGH worden subcutaan toegediend. De therapeutische dosis van LMGH ligt hoger dan de preventieve dosis. De dosis hangt ook af van het lichaamsgewicht van de patiënt. Het halfleven van LMGH is groter dan dat van heparine wat toelaat om hun toediening te beperken tot 1 of 2 subcutane inspuitingen per dag. Voordeel Geen stollingstesten nodig voor de meeste patiënten Vitamine K-antagonisten (VKA) Bv. marcoumar, marevan, sintrom Wat? Remmen thv. de lever de aanmaak af van stollingsfactoren II, VII, IX en X door de werking van vitamine K af te remmen Hoe innemen? Orale inname (cumarinedevaten) Geneesmiddelen met een nauwe therapeutisch-toxische marge Regelmatige controle door bloedonderzoek (stollingstesten) is nodig om de dosering van KVA zo nodig bij te stellen. De dosis die nodig is, wisselt van persoon tot persoon en van dag tot dag. Het antistollingseffect van VKA dient binnen de nauwe therapeutische zone gehouden te worden door aanpassing van de dosis. We streven naar een dosering die een goed therapeutisch effect oplevert (preventie van tromboembolie) en tegelijkertijd veilig is (weinig gevaar op bloedingen). Om te kunnen meten hoe sterk iemand ontstold is, wordt het begrip INR gebruikt. Bij patiënten onder behandeling van VKA streven we naar een INR-waarde tussen 2 en 3. Als iemand te veel ontstold is (INR-waarde hoger dan 4,5) neemt het risico op potentieel levensbedreigende bloedingen aanzienelijk toe. Antidoot: vitamine K1 (konakion) Heel wat andere geneesmiddelen kunnen in interactie treden en ontstollende werking van VKA versterken of verzwakken, combinatie van VKA met bloedplaatjesregatieremmers en NSAI heeft verhoogde kans op bloedingen tot gevolg. Er is ook interactie mogelijk met sommige voedingsmiddelen.

7

Directe orale anticoagulantia (DOAC) Wat? Remmen rechtsreeks een bepaalde stap in het stollingsproces Hoe innemen? Orale inname Voordelen Vaste dosering voor elk type patiënt, geen regelmatige bloednames nodig Ongewenst effect Risico op bloedingen, voor een van de DOAC is er een specifiek antidota ter beschikking Abdominaal aorta-aneurysma (AAA) Wat? Abnormaal uitstulping wand van de buikaorta Oorzaken Atherosclerose is de belangrijkste oorzaak Symptomen Meestal geen (soms buikpijn) Diagnose Beeldvorming (echo, CT-scan) Verwikkelingen Ruptuur is belangrijkste verwikkeling: risico neemt toe met diameter, bij diameter vanaf 5,5cm neemt de kans ernstig toe. Lage rugpijn is vaak een alarmteken van een dreigende ruptuur Behandeling Vooraleer uitstulping openbarst, heelkunde indien diameter meer dan 5,5 cm: plaatsen van prothese Prognose Ruptuur gaat gepaard met een zeer hoge sterfte

8

AAA: plaatsen van prothese  neemt druk weg Shock Wat? Levensbedreigende toestand waarbij verminderde bloeddoorstroming van weefsels ontstaat waardoor onvoldoende zuurstof in de weefsels terechtkomt (weefselhypoxie) Vormen  Hypovolemische shock Te wijten aan een tekort aan circulerend bloedvolume  Distributieve shock Of vaatverwijdingsshock, shock gaat gepaard gaande met perifere vaatverwijding - Septische shock: te wijten aan de aanwezigheid van bacteriën in bloedbaan - Anafylactische shock: te wijten aan een veralgemeende allergische reactie  Cardiogene shock Te wijten aan het falen van de hartpompfunctie  Obstructieve shock Te wijten aan een obstakel dat de instroom van bloed naar het hart in de weg staat Mogelijke oorzaken van de verschillende vormen van shock  Hypovolemische shock Massaal bloedverlies als gevolg van uitwendige bloeding Massaal bloedverlies als gevolg van inwendige bloeding Massaal vochtverlies

9





 

Septische shock Bacteriële urinaire infectie Bacteriële gastro-intestinale infectie Bacteriële bronchopulmonale infectie Bacteriële genitale infectie Bacteriële meningeale infectie Anafylactische shock Geneesmiddelen Vaccins Allergenen Cardiogene shock Massaal myocardinfarct Hartritmestoornis Obstructieve shock Harttamponnade als gevolg van uitstorting van vocht of bloed in het pericard Massaal longembool

Symptomen Om hartdebiet op peil te houden ontstaat tachycardie (compensatiemechanisme) Bij hypovolemische shock wordt bloed herverdeeld zodat hersenen en hart zo lang mogelijk goed doorbloed blijven  bleekheid, koude handen en voeten Septische shock en anafylactische shock zijn zogenaamde vaatverwijdingsshocks  warme en rode huid Wanneer lichaam niet meer in staat is te compenseren, treedt een daling op van het hartdebiet en bloeddruk  cyanose, verwardheid en bewustzijnsverlies Diagnose Observatie patiënt met regelmatige controle van o.a. bloeddruk en pols. Vooral evolutie in de tijd van deze parameters is belangrijk. Een patiënt kan immers in shocktoestand verkeren ondanks een ogenschijnelijk normale bloeddruk.

10

Behandeling Algemeen: zuurstof, IV-infuus en bestrijding van pijn en angst Specifiek (naargelang de oorzaak): - Plasma - Antibiotica - Adrenaline of corticoïden - Inotrope geneesmiddelen - Trombolyse Endocarditis Wat? Ontsteking van hartklep Oorzaak Meestal bacterieel Voorkomend bij mensen met reeds aangetaste hertkleppen Symptomen Meestal aspecifiek: algemeen onwel zijn, koorts en moeheid Diagnose Hartauscultatie, echo, hemocultuur Behandeling Antibiotica Preventie Bij patiënten met klepgebreken preventief antibiotica toedienen wanneer ze een ingreep ondergaan waarbij bacteriën in de bloedbaan kunnen komen Myocarditis Wat? Ontsteking van het hartspierweefsel Oorzaak Infecties: meestal viraal Bestraling Symptomen Griepachtig beeld met spierpijn en koorts Ritmestoornissen (tachycardie) Tekens van hartfalen Diagnose ECG, echo Behandeling Medicamenteuze behandeling van ritmestoornissen/hartfalen

11

Pericarditis Wat? Ontsteking van het hartzakje Oorzaak Meestal viraal Uremie Symptomen Pijn in de borststreek (droge pericarditis) Diagnose Echo Behandeling Pijnstilling Dialyse igv. uremie Cardiomyopathie Wat? Afwijking van de hartspiercellen waarbij de wand van het hart te slap (gedilateerde cardiomyopathie) of te dik (hypertrofische cardiomyopathie) is. Oorzaken Erfelijk Alcohol Vormen  Gedilateerde cardiomyopathie Is de meest voorkomende vorm van cardiomyopathie. Afwijking van de hartspier waarbij een of beide kamers uitgezet zijn en een verslapte wand vertonen. Hart heeft onvoldoende kracht om een voldoende hoeveelheid bloed uit te pompen  Hypertrofische cardiomyopathie Is meestal aangeboren. Afwijking van de hartspier waarbij de wand van een of beide kamers verdikt is Symptomen Moeheid, kortademigheid, verminderde inspanningsvermogen (symptomen van hartfalen), optrede van hartritmestoornissen Diagnose Echocardiografie Prognose Afhankelijk van de oorzaak maar is meestal onomkeerbaar

12

Behandeling Voornamelijk medicamenteus: verbetering van de hartfunctie, behandeling van hartritmestoornissen

Hartritmestoornissen

Hartritmestoornissen Wat? Afwijking van normaal hartritme tgv; abnormale prikkelvorming of doordat prikkel ergens in hart wordt opgehouden (geleidingsstoornis of blok) Oorzaken Hartaandoening Andere dan hartaandoeningen Sommige geneesmiddelen Afwijkingen kaliumspiegel in bloed Uitlokkende factoren Alcohol, roken, koffie, stress Symptomen Variabel: hartkloppingen, overslaan van het hart, pijn op de borst, tekens van hartfalen, duizeligheid, bewustzijnsverlies Sommige ritmestoornissen zijn blijvend aanwezig, andere treden op in aanvallen Diagnose ECG, holter-registratie Behandeling

13

In functie van soort hartritmestoornis, vermijden uitlokkende factoren, oorzakelijke medicatie, elektrische cardioversie, plaatsen van pacemaker of inwendige defibrillator, katheterablatie Prognose Variëren van onschuldig tot levensbedreigend Sinustachycardie Ontstaat door verhoogde sympathische prikkeling van sinusknoop. Onder meer voorkomend bij hyperthyroïdie, anemie en koorts. Kan ook normale fysiologische respons op inspanning zijn. Sinusbradycardie Vertraging van prikkelvorming in sinusknoop. Komt onder meer voor bij atleten, als bijwerking van bètablokkers en bij verhoogde hersendruk. Extrasystole (supraventriculair of ventriculair) Abnormale prikkelvorming waardoor hart vroeger samentrekt dan normaal. De slag die volgt op de extrasystole is krachtiger en kan door de patiënt gevoeld worden als bonzen of druk in de borst en de keer (overslaan van hart). Kan uitgelokt worden door nervositeit, koffie of alcohol, maar kan ook het gevolg zijn van een hartaandoening.

Ventrikelfibrilatie Chaotische en ongecoördineerde, zeer snelle contracties van de kamers (350-600 per minuut), wat neerkomt op een functionele stilstand van de kamers en de circulatie. De enige behandeling bestaat uit defibrillatie. Belangrijkste oorzaak van overlijden in acute fase van myocardinfarct.

Voorkamerfibrillatie (VKF) Wat? Ontstaan van abnormale elektrische prikkels op meerdere plaatsen in de voorkamers waardoor de voorkamers niet gelijkmatig meer samentrekken. Een deel van deze prikkels wordt doorgegeven aan de kamers, die onregelmatig, met wisselde kracht

14

en vaak ook te snel samentrekken. Een ander belangrijk gevolg is dat het boed in de voorkamers niet meer mooi gelijkmatig doorstroomt naar de kamers, wat de kans op bloedklontervorming vergroot. Oorzaak Precieze oorzaak niet bekend Overbelasting hart lokt blijkbaar wel VKF uit Symptomen Sterk variërend van patiënt tot patiënt Kan zowel asymptomatisch als symptomatisch verlopen: hartkloppingen, onaangenaam gevoel of pijn op de borst, moeheid, dyspnoe, duizeligheid of zelfs bewustzijnsverlies Diagnose Onregelmatige en onregelmatige pols, vaak ook versnelde polsslag, ECG Verwikkelingen Hartfalen Meer kans op trombo-embolische aandoeningen, vooral CVA Behandeling Anti-aritmica Cardioversie Acetylsalicylzuur of orale anticoagulantia om risico op CVA te verminderen

Atrioventriculair blok (AV-blok) Wat? Geleidingsstoornis waarbij prikkel wordt opgehouden thv AV-knoop. Kan pompfunctie van het hart ernstig beïnvloeden. Bij een afgenomen pompfunctie kunnen klachten optreden zoals moeheid, duizeligheid, kortademigheid en zelfs een tijdelijk bewustzijnsverlies. 3 soorten 1. Eerstegraads AV-blok: asymptomatisch, geen behandeling nodig

15

2. Tweedegraads AV-blok: in bepaalde omstandigheden kan een pacemaker aangewezen zijn 3. Derdegraads AV-blok of totaal AV-blok: pacemaker is noodzakelijk, totaal AVblok kan verwikkeld worden door plotse, voorbijgaande aanvallen van circulatiestilstand met syncope Paroxysmale supraventriculaire tachycardie Aanvalsgewijs optredende tachycardie (140-240 hartslagen per minuut)/ vooral bij jonge mensen voorkomend. Aanvallen beginnen en eindigen plotseling, duur is wisselend. Kan te wijten zijn aan aanwezigheid van twee elektrische geleidingsbanen in de AV-knoop of aan aanwezigheid van abnormale elektrische verbinding tussen voorkamers en kamers. Patiënt ervaart aanval vrijwel altijd als onaangename hartkloppingen. Aanval kan vaak stop gezet worden door massage van de sinus caroticus. Onderhoudsbehandeling met calciumblokkers en/of bètablokkers. Katheterablatie .

16...


Similar Free PDFs