Title | Pathologie - Samenvatting XIV. Hoogrisico neonatologie |
---|---|
Author | Lieze Ysenbaardt |
Course | XIV. Hoogrisico neonatologie |
Institution | Karel de Grote Hogeschool |
Pages | 22 |
File Size | 930.9 KB |
File Type | |
Total Downloads | 81 |
Total Views | 143 |
Hoogrisico neonatologie onderdeel patholgie...
Ademhaling v/d baby bij de geboorte: van fysiologie tot pathologie Fysiologie v/d transitie Voor geboorte = gasuitwisseling O2 en CO2 thv placenta - Foetus: longen zijn maar % doorbloedt nog geen functie enkel groei longvaatweertand > systeemweerstand - 2 shunts leiden bloed weg van longen 1) Foramen ovale: van re naar li kamer 2) Ductus arteriosus: van li kamer naar aorta - Geboorte baby: systeemweerstand AH komt op gang ontplooien vd longen longvaatweerstand ductus arteriosus sluit + foramen meestal ook gasuitwisseling nu thv de longen Baby’s 1ste ademteug:
1) toename longcirculatie 2) aanmaak en secretie van surfactant in longen 3) resorptie ipv secretie van longvocht
1) Toename longcirculatie - Ontplooiing vd longen oiv O2 (zet bloedvaten open) vrijstellen van NO (Nitric Oxide) relaxatie gladde spiercellen in longcapillairen ( bloedvaten open) - O2 aanvoer in longblaasjes diffusie O2 naar capillairen - Vasodilatatie in longbloedvaten - Toename weerstand in lichaamscirculatie afklemmen navelstreng wegvallen lage weerstandcirculatie door placenta toename druk in li hart en aorta - O2 thv longen = vaatverwijdend - O2 thv hart = vaatvernauwend Ductus arteriosus sluit 2) Aanmaak van surfactant = mengsel van vet en eiwitten - Verlaagt opp. Spanning voorkomen dichtvallen longblaasjes/alveolen - Zorgt dat Functionele Reserve Capaciteit (FRS) w opgebouwd in longen (bij uit ademen) - Aanmaak +/- 24w zws - Voltooid rond 32-34w 3) Resorptie van longvocht - W voor geboorte geproduceerd in alveolen - Na geboorte snel plaatsmaken voor O2 contracties en vaginal squeeze druk geboortekanaal perst vocht uit resorptie door Na kanalen (w geactiveerd door hormonen voor bevalling) lucht in longen zorgt voor uitscheiding vocht - Al longvocht w opgenomen door lichaam 1
AH problemen bij en na geboorte 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Transiënte tachypnoe Persisterende pulmonale hypertensie van de neonaat (PPHN) Pulmonale luchtlekkage Respiratory Distress Syndrome Meconium Aspiratie Syndroom (MAS) Longhypoplasie Atelectase Longbloeding
1. Transiënte Tachypnoe TTN ≈ ‘wet lung syndrome’ = tekortschieten van resorptie van longvocht Risicofactoren: - primaire sectio - prematuriteit - stortbevalling Symptomen: - snelle AH - kreunen - gebruik hulpadehalingspieren - O2 behoefte symptomen vaak niet meteen na geboorte processen hebben tijd nodig Diagnostiek: Rx thorax overmatig vocht in luchtwegen en interstitium Preventie: hoe ‘ouder’ zws, hoe minder risico prim sectio uitstellen tot >39w Behandeling: - O2 toedienen + CPAP Continuous Positive Airway Pressure verhogen druk in luchtwegen bevorderen resorptie longvocht vermijden dat vocht terug in longen stroomt - Glucocorticoïden voor geboorte stimuleren productie Na kanalen - PEEP onmiddellijk na geboorte Positive End Expiratory Presure longen vullen met lucht bevordert opbouw FRC - inflaties inspiratoire druk Tijdige herkenning: Vertraagde transitie vertraagde relaxatie longvaatbed persisteren van hoge drukken in longbloedvaten risico Pulmonale hypertensie Verhoogde ademarbeid gebrek opbouwen FRC ‘dichtklappen’ vd longen hoge drukken nodig om longen weer te openen en O2 te kunnen opnemen risico op luchtleksyndromen / pnuemothorax
2. Persisterende pulmonale hypertensie van de neonaat (PPHN) = onvoldoende daling vd longvaatweerstnd na geboorte Onvoldoende O2 arm bloed naar longen w meteen weer naar systeemcirculatie omgeleid onvoldoende opname O2 = onvoldoende oxygenatie
2
Risicofactoren:
- meconiumaspiratie - TTN/RDS - infectie - aangeboren afwijkingen - longhypoplasie (onderontwikkeld) Symptomen: - uitgeputte baby door verhoogde ademarbeid - cyanose - hoge O2 behoefte Diagnostiek: Rx thorax ‘Black Lung’ Saturatiemeting verschil handje (preductaal) en voetje (postductaal) vnl voor hartafwijkingen op te sporen Behandeling: - O2 verlaag longvaatweerstand - behandeling onderliggende oorzaak - goede longontplooiing kunstmatige ventilatie + surfactant - systemische BD op peil houden - Nitric Oxide via inademhalingslucht relaxatie gladde spiercellen - hart ondersteunende medicatie
3. Pulmonale luchtlekkage ‘air leak’ = lucht in thorax bevindt zich ook buiten luchtwegen en longblaasjes ≈ klaplong Meestal door onderliggend AH probleem Druk in luchtwegen >> spankracht vd wand van alveoli en luchtwegen interstitium (pulmonaal interstitieel emfyseem) pleuraholte (pneumothorax) mediastinum ( pneumomediastinum) Pericardholte (pneumopericard) Risicofactoren: - prematuren RDS langdurig gebroken vliezen kunstmatige ventilatie sepis/pneumonie - terme MAS oligohydramnion aangeboren anatomische afwijkingen thv longen streven naar zo kort mogelijke beademing Pulmonaal interstitieel emfyseem: - Lucht ontsnapt uit alveolen naar plaats waar deze niet hoort - Prem die beademd w - Binnen 48 levensuren - Risico voor pneumothorax + pneumomediastinum Behandeling AH intellingen aanpassen Vermijden bijkomend trauma door positieve druk Pneumothorax - Lucht tss longen pleuraholte heft vacuüm op collaps long
3
-
Toename druk verplaatsing mediastinum naar andere kant (soms ook hart) minder ontplooiing long spanningspneumothorax Symptomen RDS O2 behoefte circulatoire collaps = tachycardie + lage BD Diagnostiek: - asymmetrie vd thorax - Rx thorax Behandeling: - eenmalige punctie - drain in pleuraholte
4. Respiratory Distress Syndrome RDS = Hyaliene Mebraan ziekte = uitsluitend bij prematuren:
35w: 10% 29w: 60% uitdroging slijmvliezen
5
Methoden: - Zuurstofkapje voor neus/mond kortdurend - O2 toediening in couveuse - Low-flow systeem via neusbril reële O2 opname is lager dan toegediende concentratie bv bij 100% O+2+ toediening, opname van +/- 30% 2) CPAP = Continuous Positive Airway Pressure continue positieve druk bij in –en uitademing (PEEP) voorkomen dichtklappen alveoli verhhoogd gemiddelde druk in longen verbetering FRC achterblijven van lucht in longen bevat CO2 = stimulatie AH = goede manier van AH ondersteuning bij preamturen > benen Behandeling: heelkunde
8
Aangeboren afwijkingen vd genitaliën Ambigue genitaliën = geslacht bij geboorte niet duidelijk Tgv stoornis in geslachtsdifferentiatie Oorzaken:
HIELPRIK chromosomenonderzoek verhoogde hydroxyprogesteron Behandeling: levenslange inname hydrocortison correctieve chirurgie Diagnose
HYPOSPADIE =afwijking thv penis of scrotum abnormale uitmonding van urethra aan onderzijde Kan fertiliteitsproblemen Behandeling:
- niet altijd heelkundige correctie nodig - chirurgie niet voor 6m
CRYPTORCHIDIE afwezigheid testis in het scrotum Als indaling op 6m niet voltooid is risico infertiliteit (T°) Heelkundig ingrijpen!
Prematuriteit Grenzen levensvatbaarheid: 24w evt corticoïden vanaf 23w5d vanaf 26w ALTIJD intensieve zorgen! prognostisch ongunstige factoren 24-26w grijze zone wensen ouders
Prognose beïnvloedende factoren -
-
Zws gegevens oorzaak dreigende vroeggeboorte corticoïden gekregen eenling vs meerling Geslacht meisjes meer overlevingskans Geschatte gewicht
9
Premature partus 1. GOLDEN HOUR Belang van goede zorgen 60’ na geboorte verm. Kortetermijn complicaties
2. Delayed Cord Clamping
1) 2) 3) 4) 5)
6)
Prenatale counseling + briefing Delayed cord clamping Preventie hypothermie Ademhalingsondersteuning Cardiovasculaire ondersteuning Infectie preventie …
Afnavelen 30sec-3min na geboorte Minder risico: anemie intrventriculaire bloedingen NEC Hoger risico: Hyperbilirubinemie Niet altijd evident ‘angst’ voor prematuren Sectio
3. Hypothermie < 36,5°C 28% meer kans op overlijden per daling 1°C Hoger risico: Hypoglycemie late onset sepsis hersenbloeding warmteverlies door 4 mechanismen: 1) Evaporatie = verdamping - warme doeken afdrogen - goede luchtbevochtiging - geen open tafel < 1kg 2) Convectie = luchtstroming - geen airco / open raam - incubator sluiten - beademingslucht verwarmen 3) radiatie = straling = warmetafgifte zonder direct contact - dubbelwandige incubator gebruiken 4) conductie =direct contact met koude voorwerpen - warme matras/doeken - warme handen… Risicofactoren: - groter ratio lichaamsopp./gewicht - groter opp. Hooft tov lichaam - dunne huid - minder sc vetweefsel Preventie: - < 32w opvangen in plastic zakje + stralingswarmte - natte doeken weg - T° kamer 26-28°C - verwarmen beademingsgassen
4. Kenmerken van prematuriteit -
Relatief groot hoofd schedelomtrek > schouderomtrek Minder stevige weefselconsistentie Huid =glazig rood, lanugo beharing Hypotonie
10
Complicaties van prematuriteit op korte termijn 1) 2) 3) 4) 5) 6)
Hypothermie Immature ademhaling Respiratory distress syndrome Patente ductus arteriosus Necrotiserende enterocolitis Intraventriculaire bloeding
1. Hypothermie Zie p. 10
2. Immature AH APNOE inhouden AH >15-20sec vaak gepaard met sat daling en/of brady 3 vormen: 1) centrale apnoe = ophouden inademing zonder obstructie 2) obstructieve apnoe = zichtbare adembewegingen, zonder flow 3) gemengde apnoe = obstructie apnoe voor of na centrale apnoe Oorzaken:
- onrijp AH centrum - sterkere reflexmatige inhibitie van AH
(reactie bij prikkel) - obstructie vd ademweg Monitoring: -alle prem 50% vd ventrikel; ventrikeluitzetting Diagnose: Transfontanellaire echografie Complicaties: 1) Periventriculaire hemorrhagisch infarct = obstructie terminale vene door bloeding verminderde veneuze drainage veneus infarct 2) Posthemorrhagische ventrikeldilatatie (hydrocephalie) = vergroting ventrikels >97ste percentiel 1-3w na ontstaan van bloeding kan witte stofschade >60% handicap / 20% mortaliteit Preventie: aanpak + ondersteuning van prematuren gericht op preventie IVH Delayed Cord Clamping vermijden BS schommelingen optimale AH ondersteuning Behandeling:
- Geen opties voor bloeding en infarct - post hemorrhagische ventrkeldilatatie drainage cerebrospinaal vocht
13
Prognose:
= afhankelijk van geassocieerde parenchymschade: milde IVH: 5% ernstige IVH: 35% matige IVH: 15% ernstige IVH + infarct: 90%
Complicaties van prematuriteit op lange termijn 1) 2) 3) 4)
Periventriculaire leucomalacie Retinopathy of prematurity Bronchopulmonale dysplasie Ontwikkelingsproblemen
1. Periventriculaire leucomalacie = Necrose vd witte stof rondom de laterale ventrikels kan leiden tot cystsche omvorming en/of gliose Ontstaan = multifactorieel hemodynamisch genetisch toxisch infectieus hormonaal Classificatie: - Graad I: persisterende periventriculaire flaring (>10 dagen) - Graad II: gelocaliseerde periventriculaire cysten - Graad III: uitgebreide cystische periventriculaire leucomalacie Preventie: - voorkomen foetale nood vroeggeoorte AH problemen stoornissen in circulatie Prognose:
Graad III grote kans op ernstige motorische stoornis
Geen behandeling
2. Retinopathie vd prematuur (ROP) = aandoening die immature retinale vascularisatie treft belangrijke oorzaak blindheid vnl prematuren traumatische partus Risicofactoren: - abnormale ligging foetus - cephalopelvische disproportie - oligohydramnion - kunstverlossing - foetale afwijkingen Diagnose: - Kinisch - bij twijfel KA verwittigen - aanvullend beeldvorming CT of MRI
1. Caput succedaneum = onderhuidse collectie bloed + sereus vocht - Zachte massa - Oorzaak: druk voorliggend deel tegen cervix vacuümextractie - Niet scherp afgelijnd, loopt over de middellijn, niet beperkt tot 1 schedelbot - Behandeling: pijnstilling verdwijnt spontaan
2. Cephaal hematoom = bloeding thv periost (vlies rondom bot) - Oorzaak: traumatische partus vacuüm extractie - Opstapeling vocht tss schedelbot en periost - Beperkt tot 1 schedelbot anatomische aflijning - Grote hematomen: heel wat bloed moet afgebroken worden hyperbilirubinemie - Behandeling: opvolgen grootte pijnstilling verdwijnt na enkele dagen tot weken
3. Subgaleale bloeding = bloeding tss periost en schedelaponeurose - Week/zacht - Geen anatomische aflijning kan snel fors uitbreiden - Oorzaak: vacuümextractie - Behandeling: observatie opvolgen SO
pijnstilling
Intracraniële bloedingen Zie P. 13
Peripartale asfyxie
Denies: Hypoxie = Tekort aan zuurstof i/h bloed Ischemie = Tekort aan zuurstof i/d weefsels Encephalopathie= ‘Aandoening’ thv de hersenen Peripartaal= ‘Rond’ de geboort Asfyxie= Geen pol Definities: - Hypoxie = Tekort aan zuurstof i/h bloed - Ischemie = Tekort aan zuurstof i/d weefsels - Encephalopathie= ‘Aandoening’ thv de hersenen - Peripartaal= ‘Rond’ de geboorte - Asfyxie= Geen pols = O2 tekort bij geboorte 17
1% van alle geboorten risico hoger bij prem en IUGR Criteria: 3 of meer aanwezig tekenen foetale nood deceleratief ctg mec vw Arteriële navelstreng pH cortex) - Afwijkend flowpatroon in cerebrale bloedvaten Resistive index = verschil tussen flow in diastole en systole RI = (peak systolic velocity - end diastolic velocity ) / peak systolic velocity < 0,55 in eerste 24u: geassocieerd aan slechte prognose
20
2) MRI hersenen - 5-7 dagen na hypoxisch/ischemisch event - Gedetailleerde informatie over schade aan hersenen - Belangrijk om prognose in te schatten
Neurofysiologisch onderzoek – Amplitude geïntegreerd EEG ‘cerebral function monitoring’ Registratie gedurende langere tijd Beperktere afleidingen tov volledig EEG Ernst + verloop van afwijkingen belangrijk voor prognose Herstel van afwijkingen binnen 24u: gunstige prognose Registratie van convulsies Prognose: -
-
25% overlevenden = neurologische restletsels Epilepsie stoornis zintuigelijke functies Afhankelijk van ernst afwijking
21
22...