Les 5: landschapsarcheologie (vak Algemene inleiding tot de archeologie) PDF

Title Les 5: landschapsarcheologie (vak Algemene inleiding tot de archeologie)
Course Algemene inleiding tot de archeologie
Institution Universiteit Gent
Pages 5
File Size 108.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 45
Total Views 129

Summary

College-aantekeningen van les 5 landschapsarcheologie (vak Algemene inleiding tot de archeologie). De bijhorende powerpoints moeten naast deze notities gelegd worden....


Description

Landschapsarcheologie Inleiding In jaren 30: groei landschapsarcheologie in GB met Crawford (luchtfotografie), het evolueerd in jaren 50 door nederzettingspatronen te analyseren (Amerikaanse archeologie; Gordon Willey en Braidwood = archeologie is niet alleen een Europees verhaal). In de jaren 60-80: surveys, gebruik van prospectietechnieken (vb. luchtfotografie,…) = veel aandacht aan besteed. Vanaf jaren 90-2000: computer (biedt heel veel mogelijkheden: concept van big data). Crawford: komt van Oxford University, geograaf van opleiding, in WOII bij Field survey battalion (verantwoordelijk voor cartografie). Gaat over op Royal Flying Corps = gaat mee als observator in het vliegtuig. In de jaren 20 in de cartografische dienst in GB, begint systematisch met luchtfotografische prospecties. Voornamelijk in Engeland actief. = Luchtfotografie heeft al vroeg zijn roots. Quote: landschap een tekstblad waarop geschreven is en steeds opnieuw is overgegaan. Naar bepaalde sporen kijken, het landschap is doorheen de eeuwen heen permanent veranderd. Braidwood: Mesopotamië. Multidisciplinaire aanpak (kijkt naar fauna en flora, geografie erbij betrokken, cultuur-historische aanpak). Laat zich beinvloeden door Child, maar heeft er soms ook kritiek op. Willey: antropoloog-archeoloog (Typisch voor de VS: sterk verweven). Werkt in twee instituten. Specialiteit is nederzettingspatronen in het landschap (waar nederzettingen doorheen de tijd geplant, welke locatie spelen daarbij een rol) en new archaeology. Sauer: (quote): het culturele landschap groeit uit het natuurlijke landschap (wordt aangepast door de cultuurgroepen) = landschap als medium. Naar gelang de cultuurgroepen kan een verjonging of een nieuw landschap ontstaan. Wilkonson: (quote) georganiseerd.

landschapsarcheologie

bestudeerd

hoe

het

land

is

Afbeelding: Ecologische systeem werkt op elkaar in, heeft op zijn beurt impact op de menselijke culturen (vb. overstromingen). Het landschap heeft drie componenten: Fysisch component … wordt bestudeerd door verschillende wetenschappen. Geologie = studie van de aardkorst en haar samenstelling, structuur, scheikundige en fysische kenmerken en alle processsen die het heeft gekend -

1

Aluvian: erosie waarbij delen van de rivier verzet wordt = systematisch proces van diverse lagen uit de rivier die verplaatst en afgezet worden anticlinaal: soort van afgrond van andere lagen gletsjer: compactie sneeuw en ijsvorming zorgt voor zee-effect Badlands: gevolg van erosie = tonen hoe complex geologie kan zijn; dat het een impact heeft op de archeologie.

o

Gevolg archeologie: Vlaamse vallei volledig afgedekt doorheen de eeuwen (alles van Neanderthalers zit meters onder de bodem), soms kunnen door geologische processen de oude niveaus aan de oppervlakte komen. Geologische processen spelen rol op het landschap en het menselijke gedrag (Vb. Vulkanische grond erg vruchtbaar = trekt mensen aan).

Geomorfologie = studie van het landschap en hoe het is veroorzaakt. -

Vb. Syberië van de rotsformaties en terassen (hebben symbolisch/religieuze betekenis). Landschappelijke kenmerken kunnen betekenis hebben voor mensen of mensen geeft ze betekenis

Bodemkunde = studie van de bodem, hun ontstaan, kenmerken en gebruik. Afbeelding: zandbodem: oranje achtige band = ijzerbestandsdeel die neerslaat; erboven humusbodem. Belangrijke studie voor bewaring van archeologica. Natuurlijke componenten Fauna en flora bestudeerd door archeozoologie en archeobotania. Vb. Archeobotanisch onderzoek: polenanalyse (onder microscoop geteld, op die manier landschap reconstrueren: hoeveel van elke soort bomen/bepaald ook vochtigheid van het landschap). Studie van diverse graanpollen kunnen helpen om te onderzoeken welke granen het eerst verschenen (vb. rogge vroeger gezien als onkruid, pas later geconsumeerd). Botmateriaal zegt iets over natuurlijke componenten: welke diersoorten, hoe zit het met bevissing, etc. = interactie mens/natuur bestuderen. Menselijke componenten Gebruik van het landschap als aanpassing van het landschap (aanpassen aan nieuwe ideeen, nieuwe economische concepten), perceptie van landschap (vb. Nederlandse windmolens: vroeger economisch concept, nu perceptie landschap/toerisme). Keuze voor lokalisatie archeologische site door een aantal factoren bepaald: economische overwegingen (site catchment analysis = waarom bepaalde nederzetting op bepaalde plaats zetten? Wat is de rol ervan?), strategische overwegingen (verdediging), comfort, cognitieve aspecten (de betekenis die aan het landschap wordt toegekend; kan economisch zijn, maar ook symbolisch). -

-

2

Vb. Neolithische woning in Denemarken: kampen die verhuizen (in de zomer interessant voor vissoorten, zwanen in de winter, etc.). Dus: vertrekken van het basiskamp is te zien dat naargelang het seizoen, tijdelijke kampen gemaakt worden in bepaalde zones om jaarlijkse voedingsbevoorading te voorzien. Vb. Vroeg-neolitische: voorkeur voor zware leusbodems (?) = rol van het landschap speelt een rol. = typisch patroon Reconstructie: aanwezigheid bos (hout nodig voor verbouwing en verwarming), aanwezigheid van oversteekplaats, rivier (voor water = niet perse uit de rivier gehaald/soms waterputten bij huizen zelf). = zoeken naar componenten.

-

-

-

Bronstijdgrafvelden liggen doelbewust zichtbaar (landschap hiervoor gebruikt) = menselijk gebruik van het landschap en de doelbewuste keuzes. Keltische adelijke sites: allemaal op hoge posities met rotsformaties (overzicht). Stonehenge: hele landschap gestructureerd (zichbare is slecht een klein onderdeel: zit in een gigantisch landschap gecreeerd door de mens). Circulaire structuren = reflexie symbolisch/religieuze betekenis (in begin funerair?). Na bronstijd verliest site zijn betekenis. Newgrange: neolitisch element. Ingang (versierd met allerlei gravures): slechts 5 dagen in het jaar krijg je licht binnen (op midzomernacht). Betekenis veranderd doorheen de eeuwen heen.

Samenvatting Sauer: alle culturele veranderingen die optreden hebben impact op het landschap zelf. Het landschap is heel gelaagd (diverse soorten teksten op elkaar). Paradigma van het landschap -

Anders dan zijn natuurlijke omgeving Landschap zijn cultureel product (betekenis van Stonehenge is een intellectuele constructie) Landschappen zijn de arena van alle activiteiten van een gemeenschap Landschappen zijn dynamisch

Richard Muir: diverse invalshoeken om naar landschap te kijken. Bender: politiek perspectief van het landschap (vb. herbebossing in Vlaanderen: wat is het natuurlijke landschap? Vertrekken van Ferraris kaart, maar Oostenrijk was begonnen met aanplanten dennebossen uit economische redenen = was reeds een gecreerd landschap). Taile?: filosofisch concept van waarnemen/hoe kijken naar een landschap. Enkele projecten 1. Landschappen in Siberië Grens Mongolië, China, etc. = grensgebied met allerlei valleien (heel lang magische tradities gekend). Sites moeten correct gelokaliseerd worden. Probleem = zeer oude niet echt accurate kaarten (trachten te werken met satelietmateriaal). Op bepaalde plaatsen referentiepunten waar contact wordt genomen met satelieten. Corona systeem: VS spionage satelieten (massa’s foto’s met deftige resoluties voor die periode). Werken met steroscopie: foto’s overlappen om zo archeologische sites te herkennen (vb. circulaire structuur). Nu: Google Earth = bronstijd monumenten te zien dankzij lange droge periodes. Werken met controlepunten om van daaruit de kaart op te maken. Accuraatheid van 0,5m. Inlogtijd/connectie met satelieten maakt uit. GPS punten worden nogmaals gecontroleerd/gecorrigeerd met andere satelieten. Zo ontstaan accurate kaarten met orthophoto’s die bruikbaar zijn voor archeologische prospectie en analyse. Methode 2: kartering archeologische sites. Monumenten die landschap vorm geven moeten gelokaliseerd worden (gaan met GPS systeem te weg). Nood aan accuraatheid: indien niet fijn genoeg gewerkt wordt, loopt alles in elkaar over. 3

Veldkartering. Alles vanuit archeologisch standpunt gemeten, gefotografeerd en beschreven. Toewijzing gebeurt vaak obv eigen kennis en literatuur kennis! Elk spoortje in het landschap wordt gedocumenteerd. GPS punten overzetten naar een siteplan (vb. circulaire elementen, lijnvormen, kleine monumenten = vorm, omvang en manier waarop gestructureerd belangrijk voor de archeoloog). Alles wordt in een dagboek bijgehouden (erg gedetailleerd beschreven); vervolgens digitaliseren (reeks metadata creeeren). Data wordt omgezet in GIS (kaarten in kaarten maken). Kan mooie detailsopnames maken. Details die niet altijd duidelijk zijn kunnen dankzij 3D duidelijk worden en interpretatie mogelijk maken (vb. menselijke figuur: uit beeld die geerodeerd is door de eeuwen heen, dankzij 3D toch figuur in te zien). Vaak in de valleien monumenten terug te vinden, niet op de bergvlaktes. = landschap wordt cultureel gemaakt door nomadengroepen. Betekenis die vorige groepen hadden, worden voor een deel overgenomen, naast bestaande monumenten eigen monumenten inplanten. In de vallei alles systematisch georganiseerd. In de vallei vaak petrogliefen terug te vinden (altijd op flanken teruggevonden, nooit op de vallei zelf). Monumenten volgen systematisch de vallei. 2. Landschap in Vlaanderen en de bronstijdgrafheuvels Luchtfotografie gaat terug tot de jaren 70 (Militair vroeger, universiteit pas jaren 70). Semey = piloot die vanuit nieuwsgierigheid systematisch vloog om sporen te zien. Vanaf 84 heeft universiteit intensief op luchtfotografie ingezet. Klassieke beelden van de Belgische overheid (voor diverse redenen). Vooral in zandzones resultaat (cropmarks: de soort crop zorgt voor ander beeld). Vb. telescoop-effect (niet alle circulaire structuren zijn perse grafculturen; kan bv. ook paddenstoelenkringen zijn). Follow-up: meerdere keren herbekijken (naargelang het moment dat er gevlogen wordt, de oogst die erop staat en het klimaat kunnen voor andere effecten zorgen). Densiteitmap. Probleem: heuvels niet bewaard door landbouw, erosie. Enkel circulaire vormen terug te vinden. Door afdekking in de ME zijn de polders leeg (zie density map), ook nood aan droge periode om iets te zien in de leemzone. Piek in constructie van monumenten te zien (proces die aan de hand van dit onderzoek achterhaald werd). Op Europees vlak: concentraties te zien (vb. in Vlaanderen). Ruimtelijke spreiding is niet accidentieel. Visibiliteit geginderd door verschillende aspecten: boszones, etc. Ingepland op posities waar monumenten goed zichbaar zijn (doelbewust). Duidelijk: niet toevallig op het landschap (zitten op hoge gronden waar ze gezien zijn; radius van 1 à 2km, vaak ook echt markeringspunten in het landschap). 3. Luchtfotografie van Wereldoorlog I Wanneer loopgravenoorlog ontstaat (Duitsers zaten hoog: ideale positie; Fransen en Engelsen zagen niks = ontstaan luchtfotografie). In eerste instantie enkel voor militaire doeleinden (wat is de tegenstander aan het doen). Bronnen voor verdwenen landschap (veel vernietigd tijdens WO). Vb. vakjes vertegenwoordigen zones waar foto’s van zijn genomen (Wallonië: vanuit geallieerd standpunt). Alles wordt gedigitaliseerd (metadata opgeslagen). Dankzij de foto’s veel details te achterhalen. 4

Adhv historische luchtfoto’s een landschapsreconstructie doen.

5...


Similar Free PDFs