Samenvatting Bijzondere thema\'s maatschappelijk werk PDF

Title Samenvatting Bijzondere thema\'s maatschappelijk werk
Course Bijzondere thema's
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 26
File Size 849.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 118
Total Views 160

Summary

Samenvatting slides en extra info...


Description

SAMENVATTING: BIJZONDERE THEMA’S MAATSCHAPPELIJK WERK

Inleiding Kennis verwerven over hoe elementen van dwang en drang aanwezig zijn in het brede maatschappelijk werkveld. • Kritisch reflecteren over hoe maatschappelijke evoluties de praktijk van het maatschappelijk werk beïnvloeden. • Kennis verwerven over hoe je als maatschappelijk werker je dubbele rol op een adequate manier kan hanteren. • Verbindingen maken tussen de theoretische kaders die je aangereikt krijgt en de praktijk van het maatschappelijk werk. Dwang/drang: •



Dwang is overal, ook in het SW



Het eeuwige spanningsveld tussen controle en emancipatie (= losmaking) als doelstelling voor het SW

• •

Maatschappelijke en beleidsevoluties en impact op het MW Hoe ermee omgaan? Hoe werken met ‘onvrijwillige’cliënten? Impact op (vertrouwens)relatie? Dubbele rol? Belang van rolverklaring? …

Macht: •

Ook in hulpverleningsrelaties is er machtsongelijkheid



Probleem: macht wordt vaak ontkend



Waarom zouden cliënten moeten aankloppen bij ‘machteloze’ maatschappelijk werkers?



Concept van ‘caring power’ (Svensson, 2002; 2003)

Discretionaire ruimte: = professionele macht? •

Steeds meer controle, protocollering, standaardisering, …



Hoe kunnen maatschappelijk werkers hun discretionaire ruimte (professionele macht?) nog uitoefenen?



Pleidooi voor (meer, doch verantwoord) uitoefenen van professionele macht

Motivatie: •

Impact van dwang/drang op motivatie?



Maatschappelijk werk enkel voor ‘gemotiveerde’ cliënten?



Case van verslavingszorg: kennismaking met motivationele gespreksvoering a.d.h.v. online tool van de VAD. •

Prof. dr. Kerstin Svensson (Lund University, Zweden) geeft gastcollege (lesopname) met betrekking tot het concept van ‘Caring Power’;

Thema 1: Dwang/drang (= langste lessen gehad) 1. Historisch perspectief op dwang in SW: het eeuwige spanningsveld tussen emancipatie & controle Onder het motto ‘onderwijs is herhaling’: even rewind naar SW I. ‘eeuwig’: spanningsveld is er altijd geweest en zal er altijd zijn. Illustratie: ‘dwang’ bij 2 belangrijke founding mothers van het SW: Octavia Hill & Mary Richmond Octavia Hill: - Victoriaans Londen, East End: extreme armoedeContra charitas van de Poor Law 1

-

-

Medeoprichter van de Charity Organisation Society (COS) ‘Anything for nothing’ If you say that someone is getting something for nothing, you disapprove of the fact that they are getting what they want without doing or giving anything in return.& ‘foolish almsgiving’(alms = geld of eten geven aan arme mensen. Gettovorming als oorzaak van armoede & sociale problemen Focus op huisvesting – friendly visiting: a free support service intended to help individuals maintain social interaction with the community and alleviate isolation She ruled over a little kingdom of 3000 loving subjects with an iron scepter twined with roses.

Mary Ellen Richmond - Illinois, Verenigde Staten - Gevormd door persoonlijke ervaring (armoede) - Betrokken bij Amerikaanse tweelingdochter van de Charity Organisation Society (COS) – friendly visiting - Social illness - social diagnosis – social treatment - What is social casework? (1922) - Non-interference except in essentials (we let that person go his own way, wheter we approve of it or not SW in België: rol van overheid & arbeidersbewegingen •

Na WO I: België in puin (infrastructuur én sociaal)



Emile Vandervelde: 1920 eerste opleiding SW in België



Arbeidersbewegingen: 1921 – 1922 oprichting eigen opleidingen



‘Dubbele rol’ van in het begin verankert in onderwijs & praktijk Emile vandervelde= 1ste socialistische minister. De patron van de belgische werkliedenpartij & maria baers (= geestelijke moeder van femma. Sociaal werkster en stichtster van de kristelijke arbeiders vrouwen beweging. 1 van de grote figuren van het christelijke feminisme tijdens het interbellum (= periode tussen de 2 oorlogen).



Na WO II: zorg voor welzijn als individuele én collectieve verantwoordelijkheid



Ontwikkeling van de verzorgingsstaat



Pendelbeweging tussen disciplinering en emancipatie



Jaren ‘70 en ‘80: SW onder vuur - verzakelijking

Evidentie vanuit sociaalwerkonderzoek • •



O.a. Juhila & Roivainen: twee archetypes van SW (theoretische dichotomie = opdeling in twee niet overlappende structuren of begrippen = tweedelig) Ontelbare publicaties met betrekking tot de ontologie (= beschrijving van de eigenschappen) van het SW (o.a. Payne, 1996; 2005; 2014; Howe, 1987; Dominelli, 2002; Garrett, 2013; enz.)  cf. SW II In de praktijk: steeds mengvormen

2

2. Actuele maatschappelijke en beleidsevoluties en impact op het MW = Actuele ontwikkelingen Laatste jaren: toenemend appèl (= hoger beroep) op SW in aanpak maatschappelijke problemen – Criminaliteit – Overlast – Intrafamiliaal geweld (cf. beleidsplan minister Demir) – Armoede & sociale exclusie – Schoolverzuim – Arbeidsparticipatie – Inburgering (cf. Vlaams regeerakkoord) – … – Positief (naïef?): toenemend geloof in maatschappelijke relevantie van SW – Anderzijds: spanningsveld tussen emancipatorische doelstellingen van SW en de beheersingslogica van de SL groeit – Vraag: is dit per definitie een probleem? In heel wat sectoren van het SW vinden we toepassingen van ‘dwang’: – Justitiële context (typevoorbeeld) – Jeugdhulpverlening; – Verslavingszorg; – Schuldhulpverlening; – Psychiatrie; – Arbeidstrajectbegeleiding; – Inburgering; Daarnaast: taalgebruik in de context van SW wijst op ambiguïteit: (=dubbelzinnigheid) – Gewapende zorg – Bemoeizorg – Conditionele hulpverlening – Gedwongen hulpverlening – Aanklampende hulpverlening – Voorwaardelijke hulp – Justitieel welzijnswerk – Gerechtelijke hulpverlening – – – – –

Evolutie naar alternatieve vormen van bestraffing; Conflicten oplossen zonder justitiële tussenkomst; (On)veiligheid; Toenemende voorwaardelijkheid van sociale rechten (cf. voor wat, hoort wat; SW II) – beleidsnota minister Beke; Maatschappelijk noodzakelijke hulpverlening in de lift.

3. Dwang: quid est? (= wat is) Verschillende interpretaties van wat ‘dwang’ is; Verschillende voorbeelden: • Dwang door overheid (politie, gerecht, …) • Dwang door naasten (ouders, partner, …) • Dwang vanuit persoon zelf (keuzevrijheid  gedwongen om keuzes te maken?) • Dwang door docent? Concrete vertaling van spanningsveld emancipatie Vs controle = koppeling van ‘hulpverlening’ aan aspecten van ‘dwang’; 3

Defenitie Dwang? “Het uitoefenen van macht om iemand tegen diens wil iets al dan niet te laten doen.” Maar wat zegt dit concreet? Vaak is de perceptie:  Cliënten komen ‘onvrijwillig’ dus hebben zelf geen wens tot (gedrags)verandering  Cliënten komen vrijwillig, dus hebben zelf een wens tot (gedrags)verandering Is dat zo? Vragen: - Waar in de casus zitten elementen van dwang? Leg uit! - Vanuit welke hoek komt de dwang? De samenleving? De SWorganisatie? De Swer? De sociale context? … - Heeft dit implicaties voor hoe je als Swer moet omgaan met de cliënt uit de casus? Welke? - Positioneer de casus op een continuüm tussen vrijwilligheid en dwang

4. Het continuüm tussen vrijwilligheid en dwang In de literatuur: continuüm van vrijwilligheid, cfr. o.a. Rooney, 1992; Roeg, e.a. (2004); Lohuis e.a. (2001) - Vrijwillig 1. Vrijwillige HV (persoon start vrijwillig) 2. Actief aanbod (Actieve benadering van een persoon zonder specifieke zorgvraag in laagdrempelige zorgvoorzieningen (zoals de maatschappelijke opvang), persoon kiest zelf of hij zorg gebruikt. 3. Bemoeizorg (Actieve en aanhoudende benadering van persoon zonder zorgvraag, persoon kan weigeren) 4. Informele drang 5. Formele drang (cliënt heeft ‘constrained choice’) = beperkte keuze 6. Formele dwang ambulant (Ambulante zorg opgelegd als dwingende voorwaarde , persoon heeft geen keus 7. Formele dwang residentieel (Opname of behandeling opgelegd, persoon heeft geen keus - Gedwongen

Bemoeizorg in de Geestelijke gezondheidszorg GGZ – Broeders van liefde (2014)

• • • •

Is het niet altijd de specificiteit van de situatie die mensen ‘dwingt’ naar de HV te stappen? In hoeverre is dit nog een ‘vrijwillige’ keuze? Vanuit deze overweging: het onderscheid tussen ‘vrijwilligheid’ & ‘onvrijwilligheid’ is soms relatief; Ook vanuit de ‘vrijwillige HV’ ontwikkelen sporen met elementen van dwang: 4

 ‘bemoeizorg’, ‘outreaching’, ‘erop af!’, voorwaardelijkheid van hulpverlening, … • Bovendien: wat is het perspectief van de cliënt? • De feitelijke dwangsituatie komt niet altijd overeen met de subjectieve beleving  ook in context van dwang (bv. gedwongen opname) kunnen mensen het gevoel hebben ‘vrijwillig’ deel te nemen aan de HV. • In de context van SW: te simpel om de complexe praktijk te kaderen in een dichotomie tussen vrijwillig & onvrijwillig • Jagt (2001): twee kanten van dezelfde medaille: Pijn en waarden zijn als twee kanten van dezelfde medaille. Iets is pijnlijk omdat het je raakt, omdat het van belang is voor jou. Als het niet van belang zou zijn, zou je er ook niets bij voelen. Dan zou het je onverschillig laten. • Titel ‘maatschappelijk’ assistent? • Is de essentie van SW in gedwongen context dan zo fundamenteel anders dan in een vrijwillige context? • Gaat het niet altijd om het bijstaan/ondersteunen van mensen: • In een moeilijke of specifieke situatie • In het samen-leven • In samenwerking met andere disciplines Conclusie dwang : • Dwang als disciplinering met een emancipatorische optie? • Dwang als emancipatie met disciplinerende optie? •  Afhankelijk van de positie op het continuüm (= een cyclische beweging van hulp en van activiteiten, ononderbroken lijn of reeks)

5. Hoe omgaan met dwang? Hoe werken met ‘onvrijwillige’cliënten? Hoe werken met ‘onvrijwillige cliënten? • (tweedeling, splitsing =)Dichotomie dwang vs vrijwilligheid: veel grijs tussen zwart en wit; • Aanpak kan verschillen naargelang context, doelgroep, … • Vraag: zijn er gemeenschappelijke elementen in de aanpak van alle ‘onvrijwillige’ cliënten waarvan bewezen is dat ze werken? • Cf. Prof. dr. Chris Trotter (ZIE EXTRA TEXT) “Working with involuntary clients” (Canvas)  an evidence-based approach • 3 belangrijke thema’s: 1) De professionele relatie 2) Rolverklaring 3) Pro-social modelling

1) De professionele relatie Er wordt vaak gezegd, eerst vertrouwensband opmaken alvorens je kan verder werken met client. Johan is het er fundamenteel mee oneens, reden: ipv vertrouwens relatie, eerder bespreken als werkalliantie. Figuur 2 Traditioneel relatiebegrip is toepasbaar op alle relaties. Werkalliantie niet geldig voor alle relaties maar voor alle processen van menselijke verandering. Wat kan helpen om een goede werkalliantie te bewerkstelligen? (cf. Wilkinson, Smith & Gallagher, 2018) • Continuïteit in de hulpverlening • Autoritatieve stijl (effectief gebruik van autoriteit): zowel betrokken, begripvol en accepterend 5

• • •

als controlerend, veeleisend en gezaghebbend (balans!) Praktische hulpverlening opent deuren Respect en menselijkheid Basisvertrouwen

De werkalliantie wordt meestal gezien als dyadisch(=tweeledig) (hulpverlener – cliënt) In het werken met ‘onvrijwillige’ cliënten: vaak een triade(=3) (hulpverlener – cliënt – beslissingsorgaan)

Traditioneel relatiebegrip tussen cliënt en hulpverlener“vertrouwensrelatie” gebaseerd op Freud (1912;1913) en Rogers (1957)

Werkalliantie-concept (ontwikkeld door johan) gebaseerd op Bordin (1979)

Universeel toepasbaar op alle vormen van menselijke relaties = professionele relatie, dus dat is al een problematisch

Pan-theoretisch: toepasbaar op alle professionele processen van menselijke verandering niet enkel over sociaal werk processen, ook binnen ortho, binnen therapien, … op alle professionele processen van toepassing, niet elke vorm van menselijke relatie

Benadrukt het belang van houdingen en gedrag van de professional (kwaliteitsvolle relatie) SW’er moet aan het vertrouwen werken. Cliënt blijft daar passief bij.

Benadrukt het belang van samenwerking tussen professional en cliënt die samen de kwaliteit van die werkalliantie gaan bepalen. Samenwerking!!

Gebaseerd op de Rogeriaanse principes van echtheid, warmte en empathie maar het is ook veel meer dan dat!

Gebaseerd op overeenstemming over doelstellingen, taken en de verbinding die nodig is (goals, tasks, bond) Doelstellingen als die er zijn als we gaan interveniëren in menselijke relaties. (vb: soc. Cult. Werker – richten op samenleven in de wijk, meer in structurele ipv individueel niveau). In elke vorm van sociaal werk is er een werkalliantie noodzakelijk. Echtheid, warmte en empathie ook, maar niet alleen dat!

Relatie is doel op zich (vehicle for growth) = Volgens rogers de relatie tussen cl en hulpverlener = volgens hem noodzakelijk om tot persoonlijke groei te komen. Is dat wel zo?

Relatie is ondergeschikt aan de doelstellingen die moeten voorop staan, daarover gaat het.

Impliceert dat een vertrouwensrelatie noodzakelijk is voor er kan gewerkt worden aan bepaalde doelstellingen Dit stelt Johan dus sterk in vraag met zijn werkalliantie concept

Impliceert dat de doelstellingen van een veranderproces bepalen welke verbinding nodig is om ze te bereiken Daarom weg geëvolueerd van het idee om eerst vertrouwensrelatie te hebben en pas dan aan de doelstelling te werken. vb.: onthaal SOC huis: info over echtscheiding: wat kan ik doen om advokaat onder de arm te nemen? Die persoon wil info krijgen? Het is niet zo dat er dan eerst een vertrouwensrelatie moet uitgebouwd worden. = triest! Dus is niet in overeenstemming met hoe het in de praktijk is.

6

Vb. OCMWRaad; Justitiehuisstrafuitvoeringsrechtbank/probatiecommissie; Gemeenschapsinstellingjeugdrechter; … Blay & Boxstaens

De figuur met de ‘drie driehoeken’ geeft eigenlijk een beeld over hoe de professionele relatie in een gedwongen context (in het artikel waar er op de slide naar verwezen wordt: probatie) evolueert doorheen de tijd. De driehoek verbindt de professional, de cliënt en de professionele organisatie die zorgt voor het mandaat waarbinnen de relatie tot stand komt (in het artikel: de gerechtelijke instantie die de probatiemaatregel oplegt). In het begin is de verbinding tussen de professional en de organisatie zeer sterk: het is immers de professional die de organisatie vertegenwoordigd in een eerste gesprek met de cliënt. Hij/zij spreekt als het ware ‘in naam van’ en maakt voor het eerst kennis met de cliënt en definieert (definition) de relatie (waarom is men daar? Welke voorwaarden worden opgelegd? Wat wordt van de cliënt verwacht? Wat bij niet naleving van de voorwaarden?... kortom: een duidelijke rolverklaring). Naarmate de tijd vordert (development), zie je een verschuiving (cf. het aantal +-tekens): de relatie tussen professional en cliënt wordt hechter, de professional wordt steeds minder alleen maar een vertegenwoordiger van zijn/haar organisatie. De derde driehoek symboliseert het tot stand komen van een goede werkrelatie (rapport). Belangrijke implicatie: de organisatie blijft steeds aanwezig en de professional kan er naar verwijzen bij moeilijkheden (bv. niet-nakomen van voorwaarden) indien nodig. Op dit manier blijft het voor hem/haar mogelijk om de verbinding met de cliënt intact te houden. De controlerende/sanctionerende instantie is immers niet hij of zij zelf, wel de organisatie.



Implicatie(=uitspraak): om een werkbare werkalliantie te behouden is het soms nodig het derde element in de triade te gebruiken Maar… dit ontslaat hulpverleners niet van hun taak duidelijk te zijn over hun professionele rol en wat cliënten mogen verwachten!

2) Rolverduidelijking • •

• •

Basisvaardigheid voor het werken met ‘onvrijwillige’ cliënten (cf. o.a. Andrews & Bonta, 2010; Trotter, 2015) Cliënt helpen om te begrijpen wat de interventie inhoudt: • Meer dan enkel uitleg geven bij wat opgelegd wordt (bv. de voorwaarden die gesteld worden aan de hulpverlening) of het mandaat van waaruit de Swer werkt (cf. organisatie); • Proberen antwoorden te vinden op: • Waar zijn we hier voor? • Wat hopen we te bereiken? • Wat moeten we doen? • Waar hebben we de keuze over? Start in een eerste gesprek, maar stopt daar niet: loopt doorheen het hele proces Wat hoort bij dit proces? 7

• Dubbele rol van de Swer (controle vs emancipatie) • Wat is (niet) onderhandelbaar? • Hoe kan de werker zijn autoriteit adequaat aanwenden? • Wat verwacht cliënt van de Swer? • Wie heeft recht op welke informatie? (confidentialiteit) • Hoe zit het met de werkalliantie? • … Dubbele rol? • Voortdurend balanceren (Swer als koorddanser), soms zelfs in hetzelfde gesprek • Dilemma’s zijn inherent verbonden aan dit proces • Vb. Jeugdwerker geconfronteerd met een drugsverslaafde jongere  politie inschakelen (veiligheid)? Focus op hulpverlening? Beiden? Hoe balanceer je dit?

Wat is (niet) onderhandelbaar? • Duidelijkheid over wat verwacht wordt en de gevolgen van niet voldoen aan deze verwachtingen • Duidelijkheid over van waar deze verwachtingen komen (vanuit een juridisch mandaat? Vanuit organisationele regels? Vanuit de Swer zelf?) • Vb. Uithuisplaatsing bij problematische opvoedingssituaties  wanneer kan dit gebeuren? Zijn er bepaalde ‘minimumvereisten’ om dit te vermijden? Zijn er duidelijke grenzen?  als dat zich voordoet zal uithuisplaatsing zeker volgen … • Vb. leerlingenbegeleiding: ll stelt problemen in de klas  verplicht om llenbegeleiding te zien? Wat zijn de consequenties als zij/hij dit niet doet? Wat wanneer ll wel opdaagt, maar weigert in gesprek te gaan? Mag de ll vragen om geen contact op te nemen met haar/zijn ouders? … Autoriteit adequaat aanwenden? • Het gaat NIET om mensen vertellen wat ze MOETEN doen • Wel: – Helderheid over wederzijdse verwachtingen – Investeren in samenwerking – Cliënt stimuleren om zijn zienswijze te geven – Niet frontaal confronteren of schuld induceren (=afleiden, gevolg trekken) – Cliënt actief betrekken bij proces (doelstellingen bepalen en hoe ze te bereiken?) – Eigen inbreng van cliënt in gesprekken faciliteren – Maar… wel duidelijke grenzen stellen! Confidentialiteit? (= vertrouwelijkheid) • Kunnen we dit concept gebruiken in het werken met ‘onvrijwillige’ cliënten? • Immers: cliëntinfo wordt vaak doorgegeven (rapportage, teamgesprek, driehoeksoverleg, doorverwijzing, …) • Need to know & nice to know? • Meldingsplicht of beroepsgeheim? • Complexe materie die bovendien voortdurend in evolutie is (cf. politieke druk om beroepsgeheim in te perken) Verwachtingen van cliënt? • Eerdere ervaringen  (on)realistisch beeld van wat Swer kan betekenen • Exploreren van deze verwachtingen is belangrijk

8

• •

Vb. eigen onderzoek in Justitiehuizen  cliënten die al eerder bij een JA kwamen hebben een beeld van wat JA’s (niet) doen. Klopt dit beeld altijd? Soms nodig verwachtingen bij te stellen!

De werkalliantie? • Eigen onderzoek (Boxstaens, 2013; 2019): sommige cliënten beschouwen Swer eerder als ‘vriend’  klopt natuurlijk niet • Op langere termijn kan dit zorgen voor verwarring (vb. wanneer Swer grenzen stelt) • Duidelijkheid over doelstellingen, een duidelijk stappenplan, … kan helpen om ook de relatie te begrenzen

3) Pro-Social Modelling (zie kennisclip bij thema 1: dwang: praktische vragen) • • •

Onderzoek toont aan dat ‘pro-social modelling’ wellicht de belangrijkste vaardigheid is voor werkers in een context van dwang (Trotter, 2013); Gebaseerd op leertheorie (cf. ook SWII): mensen worden beïnvloed door ...


Similar Free PDFs