Samenvatting tijd semeset 1 mens en maatschappij PDF

Title Samenvatting tijd semeset 1 mens en maatschappij
Course Mens & maatschappij
Institution Hogeschool PXL
Pages 9
File Size 415.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 53
Total Views 128

Summary

Samenvatting van het onderdeel tijd van het vak mens en maatschappij...


Description

Inhoud 1 Tijd.......................................................................................................................................................2 1.1 Tijdsbeleving................................................................................................................................2 1.2 Wat is tijd?....................................................................................................................................2 1.3 Ons tijdsbegrip..............................................................................................................................2 1.4 Wat is tijd voor een kleuter?.........................................................................................................3 1.5 Verschillende voorstellingen.........................................................................................................3 1.6 Verschillen in tijdsbeleving tussen kleuter en volwassene............................................................3 1.7 Ontwikkeling van tijdsbegrippen..................................................................................................4 1.8 Begrippen in verband met tijd......................................................................................................4 1.8.1 Tijdsintervallen......................................................................................................................5 1.8.2 Tijdsduur................................................................................................................................5 1.8.3 Tijdsstip..................................................................................................................................5 1.8.4 Opeenvolging.........................................................................................................................5 2 De kalenders........................................................................................................................................6 2.1 De dag- en weekkalender.............................................................................................................6 2.2 De maand- en jaarkalender..........................................................................................................6 2.3 De daglijn en de dagklok...............................................................................................................6 2.4 De weerkalender..........................................................................................................................7 2.5 De seizoenkalender......................................................................................................................7 2.6 Een themakalender of aftelkalender............................................................................................8 2.7 De verjaardagskalender................................................................................................................8 2.8 De aanwezigheidskalender...........................................................................................................8 2.9 Het takenbord..............................................................................................................................8 3 Het nieuws van de dag — Actualiteit...................................................................................................9 4 Generaties...........................................................................................................................................9 5 Historische tijd.....................................................................................................................................9

1 Tijd 1.1 Tijdsbeleving Kleuters zijn vol belangstelling voor alles wat leeft en groeit in de wereld. Zij staan open voor de hen omringende wereld. Een kleuter is voortdurend in ontwikkeling bij de verkenning van zijn wereld. Hij leert er zichzelf, de andere en het andere kennen. Het oriënteren is veel meer dan verkennen van de ruimte. Het is ook het ontdekken van de eigen plaats in de wereld. Tijdsoriëntatie ( dgl.+hist. tijd ) heeft een unieke plaats binnen wereld oriënterend onderwijs → opgroeien tot een volwassen persoon. De wereld heeft een ruimtelijke maar ook een tijdelijke dimensie: Wij leren vanuit het verleden naar de toekomst. Wij moeten bij de kinderen een attitude ontwikkelen die het mogelijk maakt tijdsbeleving in het leven bij kleuters te laten integreren. Het is een proces waarbij de kleuters leren relaties te leggen tussen gebeurtenissen en hun eigen bestaan

1.2 Wat is tijd? Tijd is een fascinerend verschijnsel. Het verstrijken van 'tijd' moet je aflezen aan andere dingen. Aan het uiterlijk van iemand zie je dat hij ouder wordt. Aan de lengte van een kaars of die al lang brandt. Aan de jaarringen van een boom hoe oud die was. Tijd kun je dus eigenlijk alleen indirect waarnemen. Objectieve tijdsmeting

subjectieve tijdsmeting ( psych. ):

*De mens heeft allerlei meetinstrumenten uitgevonden om meer grip op de tijd te krijgen: klokken. = objectieve tijdsmeting. *Een moment kan een 'eeuwigheid' duren, een periode kan in een 'tel' voorbij zijn. Als we terugdenken aan onze eigen jeugd, zullen velen zeggen: toen leek een schooljaar veel langer te duren dan nu. De tijd vliegt. Kinderen op jonge leeftijd hebben vooral te maken met de beleving van tijd. Maar omdat wij het belangrijk vinden, proberen we hen zo snel mogelijk de kloktijden te leren. = subjectieve tijdsmeting .Tijd is abstract, immaterieel, is vloeiend en ongrijpbaar. Vanuit een biologisch perspectief is sprake van een biologische tijd: fysiologische of biologische tijdritmes: dag – en nachtritme, wisseling van seizoenen, levensritme  tijd is hiervan afgeleid.

1.3 Ons tijdsbegrip In feite is ons tijdsbegrip afgeleid van de beweging van de aarde om haar as en om de zon. We nemen de duur van de omloop van de aarde als meeteenheid. De aarde draait om haar eigen as = +/- 24 uren of 1 dag De maan draait om de draaiende aarde = +/- 29 dagen of 1 maand

Kunnen tekenen!

1.4 Wat is tijd voor een kleuter? Ze leven in het nu en gaan in op biologische tijdritmes (ik heb honger). Ze kunnen niet vooruit of achteruit gaan in de tijd. Een voortdurende aaneenschakeling van activiteiten: spelen, eten, ergens naar toe gaan, slapen. Het woord ‘tijd’ wordt niet afzonderlijk gebruikt. Tijdsbegrippen zijn een weergave van steeds terugkerende gebeurtenissen = inzicht krijgen in tijdsvolgorde. Het tijdsbestek wordt steeds groter. Langzaamaan komen kinderen los van het hier - en nu:ze beginnen over gebeurtenissen in het verleden te denken en leren de woorden die je daarbij kan gebruiken. Ze gaan ook beseffen dat de tijd een zich herhalend, cyclisch karakter heeft: dingen gebeuren na elkaar in een steeds terugkerende volgorde. Een vorm hiervan is het biologisch tijdsbesef: een kind krijgt door middel van concrete ervaringen in de gaten, dat in de natuur processen elkaar eindeloos opvolgen. Het dagelijkse tijdsbesef is hiervan een afgeleide.

1.5 Verschillende voorstellingen - Lineair (rechte lijn)

-Cyclische tijd ( cyclus-rond)

-Dag voorstelling

1.6 Verschillen in tijdsbeleving tussen kleuter en volwassene

Experiment Piaget!

1.7 Ontwikkeling van tijdsbegrippen Sensomotorisch → zintuigen + ervaringen Aan de basis ervan ligt het beleven en beseffen van: -Opeenvolging: de ene gebeurtenis roept de andere op, er ontstaat een soort patroon dat ordening brengt in het leven van alledag (na het doen van een werkje komt het buitenspelen). ). Kinderen leren zo anticiperen (vooruitlopen) op het retrociperen (teruggaan)in de tijd. = stappenplan. - Tijdsduur: we weten allemaal hoe subjectief dit aspect is. Iets van korte duur kan een eeuwigheid lijken. Dat iets tijd kost, leren kinderen ervaren bij wedstrijdjes (beurt krijgen), bij wachten op een verrassing (heerlijk avondje, verjaardag) of bij honger en slaap hebben (biologisch tijdsbesef). -Verandering: mensen, planten, dieren en dingen om ons heen veranderen (sommige dingen veranderen uiterst langzaam (stenen), andere dingen veranderen veel sneller (paddenstoelen). Soms is de verandering wel goed te zien, maar duurt ze vrij lang (seizoenen). -Verwoording: Dit helpt ons om meer greep te krijgen op dat brede begrip tijd. We spreken over: duurt dat nog zo lang?, dat is snel!, later, toen, lang geleden, als ik groot ben, opa is al heel oud ... -Meting: : het leren vergelijken van wat oud en nieuw is (iemand is ouder, dat zie je aan ...; dit speelgoed is nieuw, want ...) is een manier van 'kwalitatief' meten. De duur van een gebeurtenis of activiteit kan je 'kwantitatief' meten, bijvoorbeeld met natuurlijke tijdmeters (zandloper, waterloper, klok) -Tijdsbesef: Het omgaan met verwoording en meting van gebeurtenissen in de tijd draagt bijaan de vorming van tijdsbegrip. Toch behoeft kunnen klokkijken nog niet te betekenen dat er sprake is van echt tijdsbegrip. Kinderen kunnen soms wijzers aflezen of dagen van de week aangeven zonder dat ze enig begrip hebben van tijd. basis = beleven + beseffen – tijdsbegrip!

1.8 Begrippen in verband met tijd Tijd beleven: -Ervaren: Bij kleuters groeit het tijdsbegrip vanuit persoonlijke belevingen. Kleuters schatten tijd meestal subjectief in: naargelang hun verwachting, stemming of interesse. Een periode waarin ze zeer intensief bezig zijn, zal ze korter schijnen dan eenzelfde tijdsspanne waarin ze zich vervelen. - Rollend materiaal: speelgoed op wielen, fietsen, loopfietsen, steppen, ... ervaren kleuters wat 'traag' en wat 'snel' is. - Verschillende spelen: bij het draaien, glijden, duwen, klimmen en lopen, vergelijken de kleuters hun tempo met dat van hun vriendjes.

- Een leerwandeling: kan de onderwijzer(es) de aandacht van de kleuters vestigen op het bewegen van verschillende voertuigen. Welke voertuigen bewegen zich langzaam, welke snel? Als de kleuters verschillende dieren waargenomen hebben, dan kunnen ze vergelijken.Vragen die de kleuters aanzetten tot denken en verwoorden in verband met snelheid en tijd

1.8.1 Tijdsintervallen Occasioneel of gepland, doen er zich in de kleuterklas tal van situaties voor waarbij een duidelijke begin- en eindpunt aangegeven wordt. Dit gebeurt door middel van een instrument of een bepaald materiaal. Vb. Vanaf de eerste schooldag horen de kleuters de schoolbel als signaal dat de klas begint, dat de speeltijd begint of eindigt, of dat het tijd is om naar huis te gaan.

1.8.2 Tijdsduur Een slinger geeft de tijdsduur aan die de kleuters hebben om op te ruimen. De onderwijzer(es) geeft het startsein en zet de slinger in beweging. Zolang hij slingert, krijgen de kleuters de tijd om op te ruimen. Vb. Slinger, metronoom, zandlopen, kookwekker, brandende kaars

1.8.3 Tijdsstip De tijd uitdrukken in werkelijke gebeurtenissen → concreet! Vb. Als een kleuter aan de onderwijzer(es) vraagt: "Juf, wanneer gaan we naar huis?", "Nu zullen we opruimen, dan zal ik poppenkast spelen en daarna doen we de jassen aan om naar huis te gaan." De dagverloop aangeven door tekening en deze aan de kinderen tonen welke gebeurtenis nu plaats vinden en welke later. Als de kleuters hun aanwezigheidskaartje omdraaien, kan de onderwijzer(es) de nadruk leggen op het tijdstip. Wie is er deze morgen of deze middag aanwezig?

1.8.4 Opeenvolging - Als de kleuters een verhaal mogen navertellen of uitbeelden, dan moeten ze de feiten chronologisch kunnen rangschikken - Prenten kijken en daarna de losse prenten in logische volgorde leggen is een uitstekende gelegenheid om de feiten in de tijd te ordenen. - Door samen met de kleuters een dag-, weer- en weekkalender op te bouwen, zullen de kleuters de opeenvolging van dag en nacht en van de verschillende dagen in de week ervaren. - In een gesprek laat de onderwijzer(es) de kleuters hun ervaringen vertellen over wat ze gisteren of in het weekend meemaakten. Dit geeft kansen om hun belevingen te rangschikken in de tijd, een woordenschat van tijdsaanduidingen op te bouwen en deze zinvol te gebruiken. - Op verschillende tijdstippen in het jaar dezelfde leerwandeling doen, geeft goede kansen om te vergelijken

2 De kalenders Allerlei kalenders en takenborden zijn uitnodigingen om de kleuters in dagelijkse, concrete situaties verschillende tijdsbegrippen te laten verwoorden. Bij het starten van elke dag wordt meestal bijzondere aandacht besteed aan het groeiende tijdsbesef van de kleuter. Door de verschillende kalenders krijgen ze een beter begrip op ‘de tijd’. Het stimuleert ook de taalontwikkeling

2.1 De dag- en weekkalender Elke dag heeft een vaste pictogram. Pas in de 2de kleuterklas krijgt elke dag een vaste activiteit

2.2 De maand- en jaarkalender Vindt je meestal terug in een 3de kleuterklas. Je kan deze kopen of zelf maken. Elke maand heeft een eigen kenmerk/symbool. De jaarkalender wordt geleidelijk opgebouwd door de maandkalenders onder elkaar te hangen

2.3 De daglijn en de dagklok -De daglijn = lineair: en wordt voorgesteld op één lijn. De activiteiten worden horizontaal van links naar rechts aangebracht. Keuzeactiviteiten worden verticaal onder elkaar geplaatst.D.m.v. aanduiding (pijl, wasknijper, ...) wordt het voor de kleuter duidelijk welke activiteiten voorbij zijn en welke nog moet komen.

-De dagklok = cyclisch: De dagklok heeft de vorm van een uurwerk. Het grote verschil met de daglijn bestaat hierin dan bij een daglijn de activiteiten horizontaal staan en op de dagklok in klokvorm.

2.4 De weerkalender Bij peuters en bij de jongste kleutergroep zal het in het begin nodig zijn, voorwerpen te gebruiken als symbool.

2.5 De seizoenkalender Minder gebruikelijk is een seizoenkalender. Een band of cirkel stelt de wisseling van de jaargetijden voor. Een pijl of kindje situeert de lopende maand

2.6 Een themakalender of aftelkalender Af en toe kan de leidster een themakalender maken. Achter venstertjes zitten de topactiviteiten, als verrassing per dag, per halve dag of per dagdeel verstopt. Aan het eind van de week staan alle venstertjes open. Een goede houvast voor een terugblikgesprek. Men kan met dit soort kalender ook uitkijken naar een fijne gebeurtenis aan het eind van een periode, vb. de komst van de Sint,… Een adventskalender is hiervoor beslist een aanrader.

2.7 De verjaardagskalender De verjaardagskalender is min of meer op te vatten als een bijzondere themakalender. Het is voor de kinderen heel fijn een aparte verjaardagskalender te hebben. Dit kan een gewone jaarkalender zijn met een afdruk van hun kenteken op de dag dat ze verjaren.

2.8 De aanwezigheidskalender

2.9 Het takenbord Het oordeelkundig gebruik van een takenbord ontwikkelt niet alleen het verantwoordelijkheidsgevoel, maar is tegelijk een uitstekend middel om het symboolbegrip bij kleuters te laten groeien. We beginnen met één taak voor te stellen en naarmate de kleuters ermee vertrouwd geraken, breiden we uit.

3 Het nieuws van de dag — Actualiteit Doel: kleuters weten wanneer en waarom een feest gevierd wordt. Het nieuws moet op kleuterniveau gebracht worden. Dit is iets voor de 3de kleuterklas. Kleuters brengen zelf al aan wat hen boeit. Je kan dit doen door middel van een fotoboek met de belangrijkste gebeurtenissen of door op een prikbord de meest actuele gebeurtenissen te plaatsen.

4 Generaties Doel: kleuters inzicht laten verwerven in verband met een leeftijd inschatten. Kleuters hebben het zeer moeilijk met het inzicht in generaties. Ze kunnen zichzelf plaatsen binnen het gezin, maar kunnen zich nauwelijks voorstellen dat je als ouder een kind bent van hun grootouders, dat hun tantes en nonkels ev. Zussen of broers van hun ouders zijn en tevens kinderen van hun grootouders. In de periodes rond moeder- en Vaderdag of grootoudersfeest wordt hieraan frequent aandacht besteed. Foto’s van de verschillende generaties doen hierbij uitstekend dienst om samen met de kinderen eenvoudige stambomen voor te stellen.

5 Historische tijd Uiteraard werken we in de kleuterklas eerder rond dagelijkse tijd dan rond historische tijd. Dit wil echter niet zeggen dat we de historische tijd links moeten laten liggen. Kinderen kunnen enorm geboeid geraken door het verleden...


Similar Free PDFs