Verpleegkundigen en handelen verdiepend 4 - canulezorg: zorgvrager met een tracheacanule PDF

Title Verpleegkundigen en handelen verdiepend 4 - canulezorg: zorgvrager met een tracheacanule
Course Verpleegkundig handelen en redeneren verdiepend 4
Institution Arteveldehogeschool
Pages 7
File Size 104.6 KB
File Type PDF
Total Downloads 41
Total Views 116

Summary

Samenvatting volledig hoofdstuk. Academiejaar 2018/2019. 7 pagina's....


Description

Canulezorg: zorgvrager met een tracheacanule Definities en begrippen 1. Tracheotomie = Proces waarbij in de anterieure wand van de trachea een opening wordt gecreëerd en daarna een canule wordt geplaatst. = Het maken van de insnede Meestal voor minder lang Soorten:  Chirurgische tracheotomie (d.m.v. chirurgische dissectie)  Percutane Dilatatie Tracheotomie (PDT) (d.m.v. punctie/dilatator: aanprikken met naald en steeds grotere naald erdoor schuiven) → geniet de voorkeur! Kosten-efficiënter + minder risico infectie

Meestal tijdelijk, kan ook definitief: bij verwijderen tracheacanule → tracheale opening sluit spontaan na enkele dagen tot weken Persoon kan zowel door mond als canule ademen of alleen door canule

2. Tracheostomie = Kraakbeenringen worden na de insnede vastgehecht aan de huid van de hals. Creëren opening die steviger, stabieler is en niet meer of minder spontaan dicht groeit. = Het gat dat ontstaat Meestal voor langere tijd

3. Tracheostoma = Situatie die ontstaat na chirurgische verwijdering van het strottenhoofd (larynx): laryngectomie (bovenste luchtwegen worden afgesloten, persoon kan niet meer praten) Na resectie larynx wordt de trachea over haar volledige omtrek definitief met de huid verbonden Indien stoma groot genoeg en stabiel is, kan de persoon hierdoor ademen zonder canule

Indicaties Tracheotomie  Ademhalingscomfort (zo makkelijker ademen en bv. Makkelijker slijm weghalen)

 Langdurige kunstmatige beademing  Chronisch gebruik van kunstmatige beademing  Frequent verslikken met gevaar voor aspiratie (bv. Neurologisch probleem, comateuze persoon) (door opgeblazen cuff kan er niets naar beneden in luchtpijp komen)

Tracheostoma  Specifieke chirurgische omstandigheden (meestal in combinatie met nekchirurgie)  Na totale laryngectomie (Oncologische reden bv. Mondbodemca)  Ernstige risico op verslikken (bv. Glossectomie)  Neurologische oorzaak

Complicaties PDT (Percutane Dilatatie Tracheotomie)  Bloeding (bv. Door aansnijden, plotse bloeddrukstijging,…)

 Hypoxie (door klonter: droge lucht → sputum droog → sputumbrok → ahproblemen)  Accidentele decannulatie  Pneumothorax (door verwonding van de pleura bij aanprikken)  Slokdarm verwonding  Subcutaan emfyseem (door te dicht omsluiten van weefsels rond de tube of een gat in de trachea)  Slikproblemen (ballon in weg bij slikken of door zenuwbeschadiging)  Stemproblemen (door zenuwbeschadiging)  Zenuw beschadigd (door verplaatsen van katheter)

Tracheacanules = gebogen tube/buisje dat door de tracheo(s)tomie in de trachea wordt gestoken.

Gebruik    

Toedienen positieve druk ventilatie Verzekeren luchtweg Verlenen toegang lager gelegen ademhalingsweg Beschermen tegen aspiratie

Materiaal Metaal Plastiek Rubber

Soorten canulesystemen Tweedelige systemen Bestaat uit binnen- en buitencanule - Buitencanule: blijft meestal ter plaatse zitten, basis canule - Binnencanule: herbruikbaar of wegwerp, kan frequent verwijderd worden voor reiniging Enkelvoudige systemen Canules die uit één stuk bestaan Indien nood aan reiniging: volledig verwijderen en herplaatsen Gevensterd of niet gevensterd Gevensterde canule = standaardcanule met toevoeging van een opening (venster) in het posterieure deel van de tube, net boven de cuff. Venster = één grote opening of meerdere kleine openingen, kan aanwezig zijn in zowel binnen- als buitencanule. Aanwezigheid venster: indien de cuff gelost is en de uitwendige canule opening is afgesloten, kan persoon in- en uitademen door het venster en rond de canule in de trachea. → zo ook lucht die langs stembanden passeren: persoon kan spreken Aandachtspunten: -

cuff moet volledig loslaten vooraleer canule (met bv. Spreekklep) wordt afgesloten. Indien buitencanule gevensterd is, moet binnencanule ook gevensterd zijn Ook expiratie observeren

Extra lange canules = Canules met binnencanule waarvan afstand van huid tot trachea langer is dan normaal. Vooral bij patiënten met variaties in anatomische bouw of structuur Gewapende canules = tube met twee belangrijke eigenschappen -

Aanpassen van de flens of nekplaat (de plaat die tegen de hals geduwd zit, hierdoor aanpassen proximale afstand bv. Bij dieperliggende trachea) Spiraal wapening: spiraal van metaal die vervat zit in kunststofdeel, zo kan canule niet afknikken (plaat die tegen hals geduwd zit)

Onderdelen tracheacanule de uitwendige canule de inwendige canule of binnencanule de ballon of cuff Tracheacanule bestaat met of zonder ballon, wordt al dan niet opgeblazen -

-

Canule zonder cuff:  kan artificiële luchtweg verzekeren  beschermt niet tegen aspiratie vanuit mond of keelholte  niet voor kunstmatige beademing Canule met cuff:  Beschermen luchtweg op aspiratie  Stabiliseren canule in trachea (verminderen frictie)  Efficiënt laten verlopen positieve druk beademing (positieve druk in thorax behouden, ook na expiratie, zo voorkomen dichtklappen alveolen: kleiner risico atelectase)

Cuffdruk: -

Indien cuffdruk hoger dan perfusiedruk bloedvaten (25-35mm Hg) → hoog risico druknecrose tracheale wand → belemmering slikreflex Indien cuffdruk te laag → risico minder adequate beademing + risico aspiratie bacterierijk sputum Aangeraden cuffdruk: 15-22mmHg Continue cuffdrukmeters: enkel bij bedlegerige of immobiele personen op intensieve zorgen. Meten druk continu en passen hem indien nodig aan.

Aandachtspunten: -

aspiratie in mond (bij verminderd bewustzijn) + trachea voor loslaten cuff (opstapeling speeksel die in longen terecht zou kunnen komen) Nooit plug op canule als cuff is opgeblazen! (anders ademtraject afgesloten) Altijd cuff lossen wanneer buitencanule wordt verwijderd (anders schade aan tracheostoma of tracheotomie)

Hoe opblazen? → spuitje (5-10 cc) Hoe meten? → cuffdrukmeter

Het venster De mandrin Wordt in buitencanule geplaatst alvorens plaatsen of wisselen van buitencanule (zo minder kans schade trachea, na plaatsen uithalen)

Het canulelint en bevestigingssysteem De flens of halsplaat = plaatje dat zich tegen de hals bevindt en ervoor zorgt dat canule niet in trachea schuift Kan alleen bij gewapende canules verschoven worden

Het canuleborsteltje Voor reinigen binnen- en buitencanule

Spreekklep = éénrichtingsklep die toelaat dat de persoon bij inspiratie lucht langs de canule inademt. Expiratie via deze klep is niet mogelijk en moet via normale luchtweg gebeuren! Doel: communicatie bevorderen, oxygenatie en longfunctie verbeteren bij mensen die reeds zelfstandig ademen Altijd cuff lossen, eventueel gevensterde canule Om te spreken: tijdens expiratie vinger op canule opening plaatsen indien geen ventiel Sommige spreekkleppen: zuurstofpoortje waarop extra zuurstof kan worden geconnecteerd Nooit plaatsen bij persoon met laryngectomie aangezien de uitgeademde lucht via het tracheastoma het lichaam moet verlaten (stemprothese wel mogelijk) Contra-indicaties: obstructie bovenste luchtwegen, bewusteloze of sub comateuze persoon, personen die geen cuffdeflatie aankunnen, te weinig ruimte trachea,… Vooraleer cuff lossen en plaatsen spreekklep: aspireren

Kunstneus of HME filter

Bevochtiging van de lucht Bevochtiging door waterdamp De kunstneus of HME filter (vocht expiratie gebruiken voor bevochtiging inspiratie) Verwarmde, actieve bevochtiger (waterreservoir met elektrisch verwarmingselement) Bevochtiging door gebruik van waterdeeltjes = aerosol (bv. Jetvernevelaar)

Bevochtiging door waterdruppels Algemeen aandachtspunten: - Stimuleer persoon tot drinken - Observeer persoon (lippen en mondholte droog? Mooi bevochtigd?)

Aspiratie van de tracheacanule (B1 handeling) Indicaties -

Luidruchtige en hoorbaar vochtige ademhaling Moeilijke ademhaling Verlengde expiratie Rusteloosheid Daling saturatie Verzoek persoon Inefficiënte hoest

Bewaken van vrije ademweg en normale ademhaling door: - Het verwijderen van orale/nasale secreties - Het verwijderen van endotracheale secreties

Suctiekatheter Meest voorkomende problemen tijdens aspireren: schade aan trachea en hypoxie Diameter aspiratiesonde: maat tracheacanule x3/2 (bv. 8x3/2= ch. 2) Zuigkracht: 100 – 150 mm Hg

Complicaties -

hypoxie en 02daling (t.g.v. te lange aspiratie, te veel suctie of te dikke katheter) zuiglaesies of trauma’s (t.g.v. vastzuigen aan tracheawand of het heen en weer bewegen van de zuigslang) hartritmestoornissen (t.g.v. prikkeling trachea) dislocatie canule bloedingen slijmvlies trachea overdadig hoesten

Aandachtspunten -

Niet zuigend inbrengen! Tot weerstand en dan 1 cm terugtrekken Nooit langer dan 10-15 seconden aspireren Niet op en neer Max 3 keer na elkaar (met telkens nieuwe sonde)

Verzorging tracheacanule -

Metalline® split-verband Wondzorg met Nacl0,9%  Soms gewoon water (thuiszorg) Canulelintje vervangen indien nodig Reinigen van de binnencanule

Reinigen binnencanule -

Huishoudelijk proper Droog bewaren Fleswater Zuurstofwater  Nooit lang laten weken  Niet bij zilveren canules (oxidatie)

Doel  Preventie obstructie van de ademhaling  Preventie irritatie van de omringende huid Indicatie  2 à 4 maal per dag  Bij overmatige sputumproductie

Reinigen buitencanule C handeling!

Mogelijke verpleegproblemen Obstructie of bemoeilijkte ademhaling t.g.v. overmatige sputumproductie, harde slijmprop of bloeding  Verminderde opwarming en bevochtiging van de ingeademde lucht Irritatie van omringende huid t.g.v.  Continue contact met sputum  Continue wrijving  Gebruik irriterende producten → dan beschermende zalf aanbrengen Aspiratie t.g.v. slecht opgeblazen cuff Druknecrose t.g.v.  Te hard opgeblazen cuff  Continue opgeblazen cuff (afhankelijk van indicatie) Tracheale letsels t.g.v. foutieve manipulatie (bv. Trekken aan canule wanneer cuff nog opgeblazen is) Nasopharyngeaal letsel t.g.v. foutieve manipulatie Accidenteel verwijderen van de canule t.g.v. onvoldoende fixatie Risico op collaberen (samenvallen) van de tracheotomieopening t.g.v. te trage handeling

Urgenties en complicaties Respiratoire distress Symptomen - Verhoogde inspanning ademhalen - Desaturatie - Verminderde ademgeluiden - Zeer borrelende ademhaling - Koud, klam zweet - Geen ademhaling - Overdadig en continu hoesten Oorzaken - Volledig of partieel geblokkeerde tracheacanule - Dislocatie tracheacanule - Lekkage cuff - Verkeerde toediening zuurstof

Actie -

Geen bevochtiging lucht Geef o2 Observeer persoon Aspireer Bekijk binnencanule en vervang eventueel → indien dit niet helpt: verwijder volledige canule...


Similar Free PDFs