Vragen morele ontwikkeling - antw PDF

Title Vragen morele ontwikkeling - antw
Course Filosofie
Institution Hogeschool Gent
Pages 5
File Size 129 KB
File Type PDF
Total Downloads 36
Total Views 125

Summary

antwoorden op vragen thema morele ontwikkeling...


Description

Vragen morele ontwikkeling Casussen Jeppe (8j) en Noor (5j) zijn samen in de zandbak aan het spelen.? Plotseling schept Noor een grote hoeveelheid zand uit de zandbak en gooit dit in het gras. Jeppe heeft het gezien en reageert onmiddellijk met: “Noor, je mag geen zand uit de zandbak gooien van mama!” Noor gaat echter onverstoord verder met het graven van haar put en zegt: “Ik heb geen zand uit de zandbak gegooid.” Jeppe wordt nu echt woedend en roept: “Liegen mag niet!” Hij loopt naar binnen om zijn beklag te doen bij zijn moeder. In welke fase van de morele ontwikkeling volgens Kohlberg bevindt Jeppe zich? Leg uit! Conventionele moraliteit: goed is wat de omgeving als dusdanig bestempelt. Tijdens de lagere schoolperiode zijn het voornamelijk de ouders, leerkrachten,…die de bepalers zijn van goed en kwaad. Hier: mama zal boos zijn ….het is dus niet goed wat ik doe. Jeppe heeft vooral oog voor de algemene gedragscodes waaraan mensen zich bij voorkeur dienen te houden.

Johanna is hoogzwanger. Ze is net met haar man naar de winkel geweest wanneer haar water breekt. Ze moet snel in het ziekenhuis geraken. Haar man rijdt dan ook veel te snel en rijdt zelfs door een licht dat net op rood gesprongen is. Hij begaat onderweg naar het ziekenhuis veel verkeersovertredingen. Wat zou een kind van 11 jaar hierover vinden volgens de theorie van Kohlberg? Verklaar je antwoord. Zou vinden dat de papa erg onvoorzichtig geweest is en het niet gepast vinden dat die de verkeersregels overtreden heeft; Niveau 2: conventionele moraliteit Regels naleven: sociale waardering (goed gedrag wordt bepaald door de omgeving) Stadium 4: oriëntatie op wetten en plichten (Wet boven individu)

In het Nieuwsblad van 23 juni 2014 lezen we volgende uitspraak: “De zorgleraar Seppe R. zou het zesjarige dochtertje hebben aangerand. De man gaf les in meerdere scholen. Het parket spreekt intussen van liefst vijftien mogelijke slachtoffers. Hoe is het mogelijk dat de feiten niet eerder aan het licht kwamen? “Kinderen vertrouwen hun leerkracht, verklaart kinderpsychiater Schoentjes. “ De leraar heeft gezag en is hun voorbeeld. Als zijn handelingen ongewoon zijn, praten kinderen daar niet meteen over”… Verklaar deze uitspraak door een verband te maken met de theorie over de morele ontwikkeling van Kohlberg. Benoem de fase en de subfase en geef uitleg. Niveau 2: Conventionele moraliteit (lagere schoolkind) Op dit niveau brengt het naleven van de regels / gedragscodes sociale waardering. Goed is wat de omgeving als dusdanig bestempelt. Aanvankelijk is dit de directe omgeving van het kind bv. ouders, leerkracht of jeugdleiding. In de adolescentie worden officiële autoriteiten (bv. wetten, rechtbanken, overheid, werkgevers) de bepalers van goed en kwaad.  Derde stadium: interpersoonlijke oriëntatie waarin wederkerigheid centraal staat.  Vierde stadium: oriëntatie op wetten en plichten. De wet staat boven het individuele motief. Dit niveau in het voorbeeld is nog niet bereikt

Sarah kiest ervoor om geen koekjes uit de koektrommel te stelen, omdat ze weet dat ze, als ze betrapt wordt, straf krijgt van haar mama. Ze weet dat ze dan in de namiddag niet op haar tablet mag spelen. In welke stadium van de morele ontwikkeling zit Sarah volgens Kohlberg? Antwoord: Pre-conventioneel stadium want ze denkt vanuit het principe : ik stel geen gedrag waarvoor ik gestraft kan worden.

Naomi heeft samen met haar vriend haar mama vermoord. Justine, het buurmeisje van Naomi, hoort dit nieuws en vindt het vreselijk wat er gebeurd is. Ze moet denken aan de jeugd die Naomi heeft gekregen. Naomi heeft haar papa nooit gekend. Haar mama heeft Naomi jarenlang geterroriseerd. Justine denkt dat de mama van Naomi eigenlijk geen kind wilde hebben. De mama liet Naomi soms urenlang alleen thuis. Soms was er geen eten meer in huis en kwam de mama zo laat thuis dat Justine Naomi een boterham klaar maakte zodat ze toch niet met honger moest gaan slapen.

Justine begrijpt het wel dat Naomi door het lint is gegaan. Justine vindt dat je mensen niet mag vermoorden. Maar toch begrijpt ze wel dat Naomi door het lint is gegaan. De jarenlange mishandeling, het getreiter van de mama, de vernederende opmerkingen, … ze zullen op een bepaald moment teveel geweest zijn waardoor de bom bij Naomi ontplofte. Justine hoopt dat de rechter verder kijkt dan “zoveel jaar gevangenisstraf”. Ze vindt dat er verzachtende omstandigheden zijn en dat we als maatschappij tekort geschoten zijn in het zorg dragen voor Naomi. Ze hoopt dat Naomi een goede begeleiding krijgt in de gevangenis en dat Naomi vertrouwen leert krijgen in mensen en in zichzelf. In welk stadium van de morele ontwikkeling bevindt Justine zich als ze op deze manier oordeelt over de moord die haar buurmeisje pleegde? Antwoord : Post-conventioneel stadium: Ze weet dat je mensen niet mag vermoorden maar ze begrijpt dat er verzachtende omstandigheden zijn als een kind bvb. jarenlang door zijn ouders mishandeld werd en niet geleerd heeft lief te hebben. Ze vindt het dan begrijpelijker dat dit kind mensen haat en een moord pleegt. Een jong volwassene zal bij een moord niet onmiddellijk zeggen “zoveel jaar gevangenisstraf”. Hij zal nadenken over verzachtende omstandigheden. Hij zal nadenken over welke taak wij als maatschappij hebben om die moordenaar te helpen en hoe we dit het beste kunnen doen (vb. gevangenis of internering met daarbij een psychiatrische behandeling).

Op welk niveau van moreel besef (welke fase van Kohlberg) doen de volgende schoolregels een beroep? Leg uit waarom. A. Leerlingen zijn verplicht om tijdens de schooluren aanwezig te zijn op school, tenzij ze een geldige reden hebben om afwezig te zijn. De reden van afwezigheid moet worden aangetoond met een schriftelijke bevestiging van de ouders (max. 1 dag afwezigheid), een doktersattest of een ander geldig bewijsstuk. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… B. Leerlingen zijn verplicht om tijdens de schooluren aanwezig te zijn op school. Indien ze zonder geldige reden afwezig zijn, krijgen ze strafstudie. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………

C. Leerlingen zijn in principe verplicht om alle schooldagen aanwezig te zijn op school. We geloven er als school immers in dat onderwijs een recht voor iedereen is. Regelmatige afwezigheden tijdens de lessen verstoren dit recht op onderwijs. ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… Antwoord: Welk niveau van morele ontwikkeling volgens Kohlberg? A. Leerlingen zijn verplicht om tijdens de schooluren aanwezig te zijn op school, tenzij ze een geldige reden hebben om afwezig te zijn. De reden van afwezigheid moet worden aangetoond met een schriftelijke bevestiging van de ouders (max. 1 dag afwezigheid), een doktersattest of een ander geldig bewijsstuk. = conventionele moraliteit, een officieel doktersattest of een ander bewijsstuk moet duidelijk maken dat je de leerling zich aan de regels houdt. B. Leerlingen zijn verplicht om tijdens de schooluren aanwezig te zijn op school. Indien ze zonder geldige reden afwezig zijn, krijgen ze strafstudie. = pre-conventionele moraliteit ; wie een regel niet opvolgt krijgt straf C. Leerlingen zijn in principe verplicht om alle schooldagen aanwezig te zijn op school. We geloven er als school immers in dat onderwijs een recht voor iedereen is. Regelmatige afwezigheden tijdens de lessen verstoren dit recht op onderwijs. = post-conventionele moraliteit, je handelt vanuit menselijke waarden zoals iedereen heeft recht op onderwijs.

Meerkeuzevragen Bij welke leeftijdsfase past de uitdrukking “spiegelgeweten”? a) Baby b) Peuter c) Kleuter d) Lagere schoolkind

“Mogen we stelen van elkaar? ”Welk antwoord past bij iemand in de conventionele fase volgens de theorie over morele ontwikkeling van Kohlberg? a) Ja, als we daarmee het leven van iemand anders kunnen redden.

b) Neen, omdat we anders geen beloning van onze ouders krijgen. c) Neen, omdat we anders gestraft worden door onze ouders. d) Neen, omdat de wet dit verbiedt.

Welke 2 fasen onderscheidt Piaget in de morele ontwikkeling? a) Autonome moraliteit en conventionele moraliteit b) Autonome moraliteit en instrumentele oriëntatie c) Heteronome moraliteit en autonome moraliteit d) Heteronome moraliteit en prosociaal gedrag

Verklaar volgende begrippen (+ geef ook aan in welke leeftijdsfase) Spiegelgeweten Extern geweten Conventionele moraliteit Empathie Regel-emoties...


Similar Free PDFs