ZSO 11 zenuwstelsel deel 3 AZS PDF

Title ZSO 11 zenuwstelsel deel 3 AZS
Course Verpleegkunde
Institution Hogeschool PXL
Pages 8
File Size 664.1 KB
File Type PDF
Total Downloads 58
Total Views 138

Summary

zenuwstelsel deel 3 AZS...


Description

ZSO 11: Zenuwstelsel deel 3: Autonome Zenuwstelsel (AZS) Het autonome zenuwstelsel maakt deel uit van het efferente zenuwstelsel, net als het somato-motorisch deel van het PZS. Het AZS geleidt motorische impulsen van de hersenen of het ruggenmerg naar perifere effectoren. Informatie uit de periferie, dat naar de hersenen moet, wordt enkel vervoerd via het somato-sensorische deel van het PZS. Er zijn ook verschillen tussen het efferente deel van het PZS en het AZS. Zo worden skeletspieren door het PZS aangestuurd via het motorisch neuron in het CZS (in de ventrale hoorn van het ruggenmerg). In het AZS, zit er nog een extra motorisch neuron tussen het CZS-neuron en het perifere effector (glad spierweefsel, klieren). Dat neuron bevindt zich in een ganglion, gelegen buiten het CZS, en wordt ganglionaire neuron genoemd. Vezels uit het CZS naar dit neuron noemen de preganglionaire vezels; vezels vanuit het ganglion naar de effector, zijn de postganglionaire vezels. Groepjes neuronen noemt ment ganglion Waar bevinden zich de preganglionaire neuronen in het lichaam? Maak een vergelijking tussen het ortho- en parasysmpatisch ZS. 1. laterale hoorn: thoracolumbaal= ortho sacraal = para 2. hersenen diepe kernen (cranio) - parasympatisch

Waar situeren de ganglia zich van het ortho- en het parasympatische ZS? Ortho: -

Liggen nabij het ruggenmerg in de grensstreek (paravertebraal naast de wervelkolom)

-

Prevertebraal (voor de ruggenmerg)

Para: -

Intramuraal is nabij de organen = para

Opmerking: zweetklieren, huid, en bloedvaten van skeletspieren krijgen géén parasympathische prikkels, enkel orthosympatische zenuwen vanuit postganglionaire neuronen (=sympathische cholinerge zenuwen), met de neurotransmitter acetylcholine

Wat zegt de ligging van de ganglia over de lengte van de pre- en postganglionaire vezels? De zenuwen tussen het centrale zenuwstelsel en de grensstrengen worden preganglionaire zenuwen genoemd. Deze preganglionaire zenuwen zijn tussen de eerste borstwervel (T1) en de tweede, of derde, lendenwervel (L2 of L3) verbonden met de grensstrengen.[1] Om ook andere delen van het lichaam te bereiken, kunnen signalen via de grensstrengen worden overgebracht. Zo lopen de orthosympathische impulsen van en naar het hoofd en de nek via drie paar cervicale ganglia, die indirect met de wervelkolom zijn verbonden via T1. Op deze manier kan het orthosympathische zenuwstelsel zorgen dat de pupillen worden vergroot en dat de traan-en speekselklieren worden geremd.[1]

Het orthosympathische zenuwstelsel kan tussen wervels T2 en T6 de hartslag verhogen, zweetklieren stimuleren en huidharen rechtop laten staan. Via de abdominale zenuwknoop, verbonden met de wervelkolom tussen wervels T6 en T12, stimuleert het orthosympathische zenuwstelsel de productie van glucose in de lever, remt het de spijsvertering in de maag, en vernauwt het bloedvaten in de darmen, waardoor het opnemen van voedingsstoffen uit eten afneemt. Op het niveau van wervels L1, L2 en L3 bevindt zich het ganglion mesentericum inferius, dat onder andere ook de bloedvaten in de darmen vernauwt en de blaas verslapt. [1] De korte verbinding tussen het ruggenmerg en de ganglia van de orthosympathische grensstreng, waar de preganglionaire cellen doorheen gaan, is de ramus communicans albus. Deze wordt zo genoemd omdat de preganglionaire cellen myelineschedes hebben en die zijn wit (albus is Latijn voor "wit"). Welke neurotransmitter wordt gebruikt door de preganglionaire vezels? De signaaloverdracht is cholinerg (met acetylcholine als neurotransmitter) in de grensstreng Ter hoogte van de receptoren in de organen is er een onderscheid tussen het ortho – en parasympatisch ZS: welke neurotransmitters worden hier gebruikt? Ortho is acetylcholine Para is adrenaline Welke effecten hebben deze neurotransmitters: stimulerend of remmend? Afhankelijk van de receptoren krijg je een stimulerend of remmend effect. Noradrenaline is die een sterk opwekkende werking geeft. Acetylcholine (ACh); ACh is de neurotransmitter van het parasympatisch zenuwstelsel en van de motorneuronen die de skeletspieren activeert Effecten van ortho- en parasympatisch zs

Effecten van orthosympathisch ZS (OS) zijn uitgebreider dan van het parasympathisch ZS (PS) omdat OS takken heeft naar viscerale én somatische structuren in het lichaam en PS enkel naar viscerale structuren.

Doelstellingen 1. Je kan in grote lijnen formuleren hoe het autonome zenuwstelsel opgebouwd is.

AZS = visceromotorisch zenuwstelsel PZS bevat ook cellichamen van neuronen in groepjes bij elkaar = ganglia:  sensorische of dorsale ganglia: cellichamen van sensibele neuronen  autonome ganglia: cellichamen van motorische neuronen van het AZS 2. Je kent de twee onderdelen van het autonome zenuwstelsel, met de bijhorende neurotransmitters en receptoren waarop ze inwerken. het orthosympathisch zenuwstelsel en het parasympathisch zenuwstelsel.  orthosympathisch: noradrenaline (NA) -> sympathische ganglia bevatten adrenerge neuronen -> effect: stimulerend (meestal)  parasympathisch: acetylcholine (ACh) -> effect: stimulerend of remmend afh. van de receptoren op de doelcellen/organen 3. Je kan uitleggen welke zenuwstelsel actief is bij een reactie van ‘vechten of vluchten’ en welk zenuwstelsel voor de herstelreactie zorgt. Je kan hierbij een kort overzicht geven van de verschillende effecten die optreden t.h.v. de orgaanstelsels als er een stressreactie is. orthosympathisch: fight or flight ↑ metabolisme (glycogeen-> glucose, vetafbraak), waakzaamheid, paraatheid tot plotse lichamelijke activiteit symptomen: zweten, versnelde hartslag, verwijde luchtwegen en versneld ademhalen, … parasympathisch: rest and digest (herstel) vertraging van lichaamsprocessen m.u.v. ↑ spijsvertering en activiteit urogenitaal symptomen: vernauwde pupillen, vertraagde hartslag, bronchoconstrictie, … Zelftoets 1. Geef een antwoord op de vragen in de instructies 2. Bestudeer de mindmap, beschikbaar op toledo 3. Leg uit wat een stressreactie betekent voor hart en bloedvaten Stress is bedoeld voor situaties waarin je snel moet handelen, bij voorkeur zonder na te denken. Adrenaline en cortisol zorgen ervoor dat je hart sneller gaat slaan, ademhaling versnelt, bloeddruk wordt verhoogd, en je spieren op scherp staan. Je hele lijf staat klaar om razendsnel in actie te komen.

4. Wat zijn paravertebrale ganglia die gegroepeerd zijn in grensstrengen = grensketens? De paravertebrale ganglia zijn onderling verbonden autonome ganglia die dicht bij de spinale zenuwen en de wervels liggen, van het onderste cervicale / bovenste thoraxniveau tot het sacrale niveau van het ruggenmerg. De ketens van paravertebrale ganglia zijn gepaard en liggen net lateraal aan de organen van de wervels. 5. Wat zijn prevertebrale gangla? Prevertebrale ganglia (of collaterale ganglia , [1] of preaortische ganglia [2] ) zijn sympathische ganglia die tussen de paravertebrale ganglia en het doelorgaan liggen. Net als bij de paravertebrale ganglia zijn de prevertebrale ganglia de knobbeltjes waar preganglionische neuronen synaps vormen met hun postganglionische tegenhangers. De zenuwen die synaps vormen in de prevertebrale ganglia, laten de bekkenadercera doordringen. Enkele van de doelen die aanwezig zijn in de bekkenadercera omvatten het enterische zenuwstelsel , evenals het renale systeem, de blaas en alle andere organen die in de buik aanwezig zijn. 6. Welk is het stresshormoon bij uitstek? Geef de effecten ervan. Als we stress ervaren, komt het stresshormoon cortisol vrij om ervoor te zorgen dat we adequaat op gevaar kunnen reageren. Het stresshormoon wordt naar onze hersenen gestuurd en deze stuurt op zijn beurt signalen naar het hele lichaam over wat er moet gebeuren. Dit hormoon heeft als doel om het directe vrijkomen van energie door omzet van glucogeen door de andere stresshormonen op te vangen en het lichaam na de directe schok weer terug te brengen in een situatie waarin je lichaam weer in balans is. De energie die daarvoor nodig is wordt gecreëerd doordat de eiwitten in je spieren worden afgebroken en omgezet in aminozuren, deze aminozuren kunnen weer worden omgezet in glucose. Ook corstisol heeft het effect dat de bloedsuikerspiegel sterk stijgt. Een ander effect van cortisol is dat dit hormoon ervoor zorgt dat je immuunsysteem tijdelijk wordt uitgeschakeld en je spijsvertering wordt vertraagd. De energie die het immuunsysteem normaal gesproken gebruikt wordt nu omgeleid en ingezet om te herstellen van de directe aanslag op het evenwicht in je lichaam door de afgifte van adrenaline en noradrenaline. 7. Welke soort geneesmiddelen kunnen mydriase geven? Anticholinergica Anticholinergica is een klasse van geneesmiddelen die de neurotransmitter acetylcholine in het centrale en perifere zenuwstelsel remt. Dit medicijn zet de arts in voor de behandeling van onder andere duizeligheid en bewegingsziekte (reisziekte). Eén van de mogelijke bijwerkingen van anticholinergica is mydriasis, een droge mond (xerostomie), constipatie en een verminderd zweten. Antidepressiva Een groep van antidepressiva heeft als bijwerking eveneens pupildilatatie. Dit hoeft echter niet te betekenen dat dit bij iedereen optreedt die dit medicijn inneemt. Pupil verwijdende oogdruppels De oogarts zet medicijnen in om doelbewust de pupillen te verwijden tijdens het oogonderzoek. Dit is nodig om een beter beeld te krijgen van het netvlies wat zich aan de achterkant van het oog bevindt. Ook schrijft de oogarts mogelijk oogdruppels in bij patiënten met oogspiersamentrekkingen. Bij het gebruik van mydriatica, de pupil verwijdende oogdruppels, ontstaat eveneens mydriasis. Dit zijn veilige oogmedicijnen waarvoor een medische behandeling niet nodig is omdat het effect verdwijnt wanneer het geneesmiddel is uitgewerkt. Soms duurt dit wel lang (tot 24u). Aanbevolen is om een goede zonnebril te dragen totdat de oogdruppels uitgewerkt zijn.

8. Bij tachycardie kan men medicamenteus ingrijpen. Met welke geneesmiddelen (groep)? Anti-aritmica; deze middelen verlagen de hartslag en zorgen ervoor dat het hart regelmatiger klopt. Er zijn verschillende anti-aritmica, waronder : flecaïnide, amiodaron, disopyramide, propafenon, kinidine en fenytoïne. Welke wordt voorgeschreven hangt af van het soort ritmestoornis en de locatie ervan. Bètablokkers; deze middelen vertragen de hartslag en heffen verschillende hartritmestoornissen op. Bij hartritmestoornissen wordt meestal sotalol gebruikt omdat deze hierbij het grootste effect heeft. Calciumblokkers; de calciumblokkers verapamil en diltiazem werken naast vaatverwijdend ook sterk op het hart. Ze verlagen de hartslag. Digoxine; verbetert de pompkracht van het hart, heft verschillende hartritmestoornissen op en verlaagt de hartslag. 9. Bronchoconstrictie is te behandelen met bronchodilatoren. Welke 2 mogelijkheden zijn er medicamenteus? Ontstekingsremmers De ontstekingsremmer is een geneesmiddel dat de chronische ontsteking bestrijdt die bij astma of COPD in de luchtwegen aanwezig is. Deze moet ervoor zorgen dat de ontsteking onder controle blijft. Deze medicijnen worden ook wel luchtwegbeschermers genoemd. Enkele voorbeelden: Geïnhaleerde corticosteroïden: Dit is verreweg de meest gebruikte ontstekingsremmer bij astma/COPD. Bijvoorbeeld: Budesonide, Beclometason, QVAR, Fluticason, Ciclesonide. Afhankelijk van het medicijn ontstaat het optimale effect na 2-4-6 weken of enkele maanden. Deze medicijnen zorgen voor het verminderen ontsteking en zwelling in de longen. Mogelijke bijwerkingen zijn onder meer lichte keelirritatie, hoesten, heesheid. Het risico van ongewenste effecten van inhalatiecorticosteroïden is gering, en alleszins kleiner dan het bewezen positief effect. Geïnhaleerde cromonen: Bijvoorbeeld: cromoglicinezuur en nedocromil Deze medicijnen zijn bij astma minder effectief gebleken dan inhalatiecorticosteroiden en zijn daarom verwijderd uit het behandelplan voor astma bij volwassenen (in de standaard van het Nederlandse huisartsen genootschap). Deze medicijnen werden vooral gebruikt bij behandeling van luchtwegklachten veroorzaakt door allergieën en inspanning. Het kan 4-6 weken duren voor de maximale werking wordt waargenomen. Anti-leukotrieen Bijvoorbeeld: Montelukast. Deze medicijnen bestrijden/voorkomen ontsteking door stoffen die daar een rol in spelen (leukotriënen genaamd) te blokkeren. Luchtwegverwijders Een luchtwegverwijder is een geneesmiddel om te zorgen dat de luchtwegen worden verwijd en dat mensen hierdoor weer vrij of vrijer kunnen ademhalen. Er zijn meerdere soorten luchtwegverwijders, afhankelijk van de duur van de werking en/of de oorzaak van de ademhalingsproblemen. Beta-2-agonisten: Beta-2-agonisten ontspannen de spieren in de luchtwegen. Hierdoor wordt het ademen gemakkelijker. Deze zijn weer onder te verdelen in kort- en langwerkende. 

Kortwerkende beta-2-agonisten, bijvoorbeeld: salbutamol, fenoterol en terbutaline. Deze worden gebruikt om acute of plotse klachten van kortademigheid te behandelen en om de klachten van inspanningsastma te voorkomen. Het medicijn werkt binnen 5 minuten, en de werking houdt ongeveer 4 tot 6 uur aan.

Mogelijke bijwerkingen zijn onder meer, beven, hoofdpijn en versnelde hartslag (hartkloppingen). 

Langwerkende beta-2-agonisten, bijvoorbeeld: salmeterol, formoterol, indacaterol. Deze openen de luchtwegen en werken lang. Hoe snel dit medicijn werkt is afhankelijk van welke er gebruikt wordt: salmeterol duurt ong. 15 minuten voor het werkt, formoterol slechts 3 minuten. Mogelijke bijwerkingen zijn onder meer beven, hoofdpijn en versnelde hartslag.

Anticholinergica: Anticholinergische medicijnen zijn bijvoorbeeld: ipratropium bromide, tiotropium. Ze verwijden de luchtwegen door spieren te ontspannen. Dit helpt om aanvallen te voorkomen. Deze worden gebruikt als mensen niet goed reageren op beta-2 agonisten of bij behandeling van zware astma-aanval als aanvullende luchtwegverwijding nodig is. Deze verwijden de luchtwegen na ongeveer 15 minuten en werken 4 tot 6 uur (een enkele werkt 24 uur). Combinatiemedicijnen OOntstekingsremmende en luchtwegverwijdende geneesmiddelen via 1 inhalatie worden toegediend. Combinatie medicijnen voorkomen de ontsteking en openen de luchtwegen, bijvoorbeeld budesonide/formoterol en fluticason/salmeterol....


Similar Free PDFs