De islamitische traditie (samenvatting) PDF

Title De islamitische traditie (samenvatting)
Course Godsdienst
Institution Arteveldehogeschool
Pages 5
File Size 101 KB
File Type PDF
Total Downloads 2
Total Views 148

Summary

Download De islamitische traditie (samenvatting) PDF


Description

De islamitische traditie De visie van de islam Wat betekent islam? Islam betekent letterlijk overgave aan Allah (God). Het gaat erom dat je vrede vindt in de overgave aan God. Mensen die deze weg volgen worden moslims genoemd (moslim is het VD van het werkwoord islam). In de eerste plaats is islam een houding, naast een religie. In het westen wordt vaak enkel gefocust op de uiterlijke kenmerken (rituelen, keldings- en voedselvoorschriften,…), maar het is op de eerste plaats een manier van leven, een gelovige manier van in het leven staan en naar de werkelijkheid kijken. Het gaat over ‘overgave/onderwerping aan God’. In de breedste betekenis duidt het woord islam de universele en altijd aanwezige situatie van wezens tegenover de Schepper aan. Er is ook interne pluraliteit binnen deze religie, waardoor het niet mogelijk is om alle belevingen van islam over dezelfde kam te scheren. Geloofspunten Er zijn 6 heel belangrijke pijlers waarop het geloof binnen de islam gestoeld is. -

-

-

-

Geloven dat er geen andere God is dan Allah. Het erkennen van de eenheid van God. Er is geen andere god en hij manifesteert zichzelf niet in andere wezens. Hij heeft ook geen verwanten zoals kinderen. Geloven in de engelen. Dit zijn een soort wezens tussen de mens en god. Zij kunnen geen zondes begaan want zij hebben geen vrije wil om zelf keuzes te maken. Ze kunnen onder meer als instrument van God optreden in het leven van de mens. Het geloof in de openbaringen van God. Hiermee wordt zowel de Koran bedoeld als andere openbaringen van de christelijke of joodse traditie. De Koran is het letterlijk uitgesproken woord van God dat voor altijd geldig is. De vorige openbaringen uit christelijke en joodse traditie werden volgens moslims doorheen de eeuwen gewijzigd en bevatten niet meer het letterlijke woord van God. Het geloof in de boodschappers van God. Het menselijk verstand is niet voldoende om meteen zelf de ware weg tot redding en zegen te vinden. God zond daarom profeten die zijn wil bekend maken, met het doel de mens te helpen in zijn zoektoch naar vrede en geluk. De profeten brachten buitengewone wonderen met zich mee, die nooit eerder waren gezien of gehoord. Er worden 25 profeten genoemd in de Koran (meeste ook in de Bijbel). Mohammed is de laatste profeet omdat hij de volledige en perfecte versie van het woord van God met zich meebracht.

-

-

Geloof in de dag des oordeels en het hiernamaals. Men zal dan onder meer ondervraagd worden over de goede en slechte daden die men op aarde heeft gesteld en er zal hierover verantwoording moeten worden afgelegd. Dan zal worden uitgemaakt of iemand het paradijs of de hel verdient. Dankzij de genade van God zullen de meeste moslims die in eerste instantie naar de hel worden gestuurd, uiteindelijk toch in de hemel belanden. Het geloof in goddelijke bestemming en beschikking = alles gebeurt met de wil van God. Niets kan plaatsvinden zonder de toestemming van God. De mens heeft de vrijheid om eigen keuzes te maken en kan kiezen om af te wijken van het goede pad. Maar net omdat het Gods wil is dat mensen een vrije keuze kunnen maken, zal God de door de mens gekozen acties tot stand brengen, ook al zijn ze slecht. Niets gebeurt tegen de wil van God, maar vele dingen kunnen gebeuren zonder zijn goedkeuring.

Godsbeeld In het Arabisch wordt naar God verwezen met de term Allah. Toen de eerste christenen de bijbel in het Arabisch vertaalden, gebruikten zij ook deze term. Moslims stellen ook dat Allah dezelfde God si als deze uit de joodse en christelijke geschriften. De islam is een soort verderzetting van deze religies. Elke religie bracht een hervorming, perfectionering en aanvulling mee van wat vooraf ging. Adam was ook volgens de Koran de eerste die God aanbad. Er is slechts één God voor moslims. Hij is van niets afhankelijk terwijl de volledige schepping wel van hem afhankelijk is. Alle elementen in de schepping worden geacht zich aan Gods wil te onderwerpen. Er bestaan binnen de islam ook geen meervoudigheid in God ( christelijke concept van drie-eenheid). Deze focus op eenheid van God binnen de islam betekent ook de afwijzing van absolute loyaliteit aan ander zaken dan God zoals geld, macht, bezittingen en egocentrisme. God is uniek en kan niet worden gelijkgesteld aan enig ander wezen in de schapping, hij is verheven boven alles wat de mens ook maar kan bedenken van definitie. De mens kan goed niet beschrijven in menselijke taal, men kan dus ook geen menselijke eigenschappen toedichten aan God. Het is wel mogelijk dat sommige menselijke eigenschappen bepaalde eigenschappen van God weerspiegelen. In de Koran zijn 99 namen terug te vinden van God die elk een eigenschap voorstellen. Mensen kennen God niet, maar kunnen kennis nemen van zijn eigenschappen. De namen van genade komen veel vaker voor dan namen van strengheid of toorn. Door de eigenschappen te leren kennen, kan er een spiritueel beeld van God onstaan in het hart en de geest van een moslim.

Belangrijke naam  Al-Rabb (de leermeester). God draagt zorg voor en geeft om de mensheid. Dit komt tot uiting doordat hij profeten zond om de mensen te leiden. God voorziet de mens van fysieke en spirituele elementen en de leiding die nodig is om tot persoonlijke ontwikkeling te komen. Hij heeft niet enkel de mens geschapen, maar staat hem ook voorturend bij, luistert naar, voedt en leidt de mens. In de naam Al-Rabb zit de betekenis vervat van zorg dragen voor, geven om iemand, leiden. God wilt het volledige potentieel uit de mens halen en ondersteunt hem hierbij. Mensbeeld God heeft een deel van zijn schepping toevertrouwd aan de mens die geacht wordt dit deel goed te beheren. De mens heeft enkele zaken van God gekregen om dit te kunnen doen. De mens heeft een biologische natuur en spirituele natuur (fitra) gekregen. Dit onderscheidt hem van andere schepselen. Biologische natuur = het lichaam en alle driften, verlangens die daarbij horen. De spirituele natuur ontstaat uit de ziel (ruh) van de mens voor deze verbonden werd met het lichaam. De ruh neigt naar God en zijn perfecte eigenschappen. Wanneer de ziel verbonden wordt met het lichaam spreken we van nafs en deze kan zowel naar het slechte als het goede neigen. De mens moet zijn fitra in stand houden en verder ontwikkelen. De mens moet zijn nafs (ziel en lichaam) zuiver houden, vrij van slechte invloeden, en zijn lichaam moet onderhouden worden. Hij heeft ook verstand ter beschikking gekregen en een vrije wil zodat hij zelf keuzes kan maken. De mens kan zelf kiezen hoe hij het deel van het scheppingsverhaal dat hem werd toevertrouwd zal beheersen. Dat is niet eenvoudig want de mens wordt door heel wat factoren beïnvloed. De mens beschikt over alles om een goed beheerder te kunnen zijn, maar kan ook kiezen voor slecht beheer. Een goed beheer zorgt ervoor dat de mens zijn natuurlijke kenmerken op de juiste manier inzet en zo zal hij ook zijn eigen natuur goed kunnen beschermen. Hoe weet de mens wat goed beheer is? De ruh van de mens is van nature uit goed en men kan vaak aanvoelen van wat moreel goed is. God zorgt er ook voor dat de mens een goed beheer kan nastreven, onder meer in de Koran. De mens heeft potentieel om het goede en het slechte doen en moet voortdurend morele keuzes maken. God laat de mens toe om foute keuzes te maken zodat hij wordt uitgedaagd om oplossingen te vinden voor problemen. Zonder uitdagingen kan de mens niet evolueren. Zonder lijden kan de mens niet kiezen om zijn goede eigenschappen te ontwikkelen en de juiste morele keuzes te leren maken.

Er wordt in de Koran vaak gesproken over goede daden doen, maar wat is dit? Als we kijken over welke goede daden het gaat, valt op dat ze steeds verbonden zijn met 1 v/d namen van God. Bv. Genadevol zijn, rechtvaardig zijn, vergeven,… De goede daden verwijzen naar eigenschappen van God die de mens ook moet nastreven. Door die eigenschappen te ontwikkelen komt de mens dichter bij God. Enkel goede daden doen is volgens de Koran niet voldoende. Het succes wordt pas bereikt door geloof te verbinden met de goede daden. Het gelover veronderstelt hier het ontwikkelen van een persoonlijke relatie met God, waarbij men ook veiligheid, vrede en bescherming vindt. Geloof moet goede daden inspireren. Het ontwikkelen van een persoonlijke relatie met God zal lijden tot een betere morele ontwikkeling De taak van de mens al beheerder op de aarde De taak van de mens is een goed beheeerder te zijn van het deel van de schepping dat hem werd toevertrouwd. De mens moet goede morele keuzes kunnen maken. Zijn innerlijke leiding (nafs) kan hem daarbij helpen, maar God leidt de mens ook bij deze taak. Daarom werd de Koran geopenbaard aan de mens met principes en waarden die universeel zijn. De mens heeft de verantwoordelijkheid gekregen o meen goed beheerder te zijn op drie domeinen Hij moet zijn innerlijke wereld goed beheren. De mens wordt beïnvloed door interne en externe factoren die hem kunnen doen afwijken van zijn biologische of spirituele natuur. Via de relatie met God is het de bedoeling dat hij een evenwicht vindt in zichzelf. Als een mens zijn verlangen naar eten niet onder controle krijgt en een buitensporig eetpatroon ontwikkelt, zal hij zijn biologische natuur beschadigen. Als een mens zijn woede jegens andere mensen niet kan controleren, zal hij zijn spirituele natuur schade toebrengen. Hij moet de oorspronkelijke biologische en spirituele natuur van de mens behouden om in evenwicht te kunnen zijn met zichzelf. Het is daarom belangrijk zih niet te veel te laten leiden door externe invloeden die schadelijk kunnen zijn. Om zich tegen die invloeden te kunnen wapenen is een sterke relatie met God nodig. De mens moet zijn sociale relaties beheren. God gaf de mens de verantwoordelijkheid om maatschappelijke relaties uit te bouwen en te beheren. God gaf hem autoriteit om gerechtigheid en eerlijkheid te verwezenlijken in de menselijke maatschappij. De mens moet streven naar het beheer van deze maatschappij volgens de Goddelijke eigenschappen en men moet elkaar daarin ondersteunen. De mens moet beheren in de aarde en haar vermogens. God wilt dat de mens zaken exploiteert die in de aarde zitten zoals goud, petroleum,… De mens moet deze zaken op de beste manier benutten en

eerlijk verdelen. Het is onze plicht zorg te dragen voor deze natuurlijke bronnen en ze niet te verspillen of te vernielen. Het uitsterven van diersoorten, de vernietiging van de natuurlijke omgeving en het broeikaseffect zijn allemaal gevolgen van het niet goed beheren van de aarde en haar vermogens. De profeet Mohammed 610: De engel Gabriël verscheen in Mekka aan Mohammed (40 jaar). Gabrël vertelde hem dat God hem had uitgekozen als laatste profeet. Vanaf dan kreeg Mohammed de rest van zijn leven verschillende openbaringen van God die later samen de Koran zouden vormen. Het was zijn taak om de oorspronkelijke religie van de mensheid, waar men van was afgeweken, te herstellen en te voltooien. Hij nam een plaats in naast alle andere profeten die God ooit had getuurd. Veel van zijn tijdgenoten aanbaden vele goden en verwierpen zijn oproep tot aanbidding van slechts één God. Vele van zijn aanhangers werden vervolgd in Mekka. Hij vertrok in 622 met een kleine groep geloven naar Yatrib (nu Medina) waar hij de eerste moslimgemeenschap vestigde. De emigratie telt als het eerste jaar van de islamitische kalender. In 630 trok Mohammed terug naar Mekka dat zich zonder strijf overgaf. Twee jaar later overleed Mohammed in Mekka en toen had het grootste deel van het Arabische schiereiland zich al bekeerd. Na zijn dood groeide het islamitische rijk nog zeer sterk. De Koran en Soenna (lees in cursus p 126 – 127)...


Similar Free PDFs