Klassieke sociologische theorie KST - samenvatting Socio Economica PDF

Title Klassieke sociologische theorie KST - samenvatting Socio Economica
Author Lauranne Elst
Course Hedendaagse sociologische theorieen
Institution Universiteit Antwerpen
Pages 78
File Size 1.1 MB
File Type PDF
Total Downloads 103
Total Views 141

Summary

Download Klassieke sociologische theorie KST - samenvatting Socio Economica PDF


Description

UNIVERSITEIT ANTWERPEN

Samenvatting Klassieke Sociologische Theorie Walter Weyns: Klassieke Sociologen en hun Erfenis

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren. Te verkrijgen op www.socioeconomica.be

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren

Inleiding -

Boek over de grondleggers van de sociologie: Comte, Marx, Durkheim en Weber Hebben nog steeds invloed! Onderzoeken hen, beseffen dat we veel niet kunnen verklaren Bestemd voor de studerende lezer, met ruimte voor sociologische verbeelding

Hoofdstuk 1: Saint-Simon en Comte - Sociologie als een positieve wetenschap De natuurwetenschappen als voorbeeld Newton: kan wetmatigheden vastleggen, op wiskundige manier zekerheden uiten  Physique social van Comte Darwin: evolutie theorie, niet wiskundig, niet voorspellen wel verklaren  sociobiologen Giambattista Vico: tijdgenoot van Newton, pleitbezorger van de humane wetenschappen Alleen wat we zelf schapen kunnen we écht begrijpen  Sociologie als Nuovo Scienza zal de natuurwetenschap overschaduwen. (toch een impliciete verwijzing naar oude wetenschap: de natuurkunde) De link met de natuurwetenschappen probeert men te doen vervagen. TOCH kan niemand ontsnappen aan de link met de natuurwetenschap, zelfs Weber me z’n Verstehen niet.  Alleen Comte niet onder de indruk van de natuurwetenschap = vader van de sociologie (of toch voor de positivistische sociologie)

Comtes megalomanie Ambitieus: Reorganisatie wetenschap met sociologie als overkoepelende synthetische wetenschap Kan alleen sociologie zijn want is de enige die de hele mensheid als onderwerp van studie heeft. Oorzaak: sociologie omvat alles wat er te weten is over de ontwikkeling van de mens. => ook de kennis die verworven is & de manier waarop ze verworven is geweest. Voordien: taak van religie & metafysica  zochten naar samenhang, orde en overzicht Waren deel van de kinder- & pubertijd van de mensheid, sociologie = de erfgenaam van religie & metafysica. Cultus van de mensheid met hemzelf als hogepriester, vieren van het positieve tijdperk . Handelen is vanaf nu toegepaste wetenschap.

De buitenissige levenswandel der positivisten Saint-Simon = leermeester van Comte De positivisten waren vaak extreme persoonlijkheden, prometheïsche figuren  grootheids- en almacht waanzin

1

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren Doel: de wereld veroveren en herinrichten  wetenschappelijk totalitarisme: mensen en dingen te pakken willen krijgen, hen op een juiste plaats zet en optimaal laat functioneren. Daartoe: succes boeken, efficiënt zijn,… Tot heden veel effect: kijk maar naar de opvatting dat feitenkennis ons handelen bepaald, en wetenschap en technologie die tegenwoordig de wereld en haar economie stuurt, …

Saint-Simon (S-S) Hij maakte Franse Revolutie & Amerikaanse Revolutie mee. Grootheidswaanzin, “stamt af van Karel de Grote” Encyclopedisch project: Zijn honger naar kennis was onverzadigbaar. (mensen uitnodigen, wonen bij ingenieursschool vb. Ecole Polytechnique & Ecole de Médicine) Zijn ethiek: Hij had zeker en vast esprit. Hij vond het evangelisch beginsel te negatief: “doe anderen niet aan wat gij niet wilt dat u gedaan wordt”  Hij zoekt naar het positieve, wat men wel moet doen: ‘De mens moet werken’ Veel publicaties (plannen, manifesten, traktaten & brieven), benaderden iedereen met veel macht om te bekeren tot de ‘positivistische filosofie’

Waanzin als eretitel – de ontdekking van ‘le principe organisateur’ Kennis van de natuurwetenschappen: ‘geneesmiddel voor alle kwalen van de mensheid’  Fysio-politiek, zou grondbeginsel worden van het leven Travail sur la gravitation universelle: Wet van de zwaartekracht die het heelal eenheid geeft, zou ook de basis voor de orde in de menselijke samenleving moeten zijn.  Herinrichting van de Europese samenleving  Iedere natie zou binnen haar eigen wetenschappelijke, natuurlijke grenzen blijven, beperkt zijn in haar omvang en invloedsfeer en dit allen evenredig aan haar zwaartekracht.  Vrede en voorspoed De link tussen zwaartekracht en samenlevingsordening = duizelingwekkende sprong.  S-S werd betiteld als waanzinnig Antwoord: Waanzin is onontbeerlijk om grote dingen te doen. Nieuwe kennis is een vorm van waanzin, daarom kan niet iedereen dat doen. Kennis moet verspreid, verbeterd en toegepast worden. Deze moet gesystematiseerd worden. =>Positieve fusie: alle kennis samenbrengen , de positieve filosofie zou maatschappelijke orde in overeenstemming brengen met de kosmische orde. De achttiende eeuw was revolutionair en kritisch, maar moet nu ontdekkend en organiserend zijn. Zijn grote ontdekking = Het organiserend principe zelf

2

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren Je had maar enkele grote gekken nodig om dat te verwezenlijken. L’ organisateur: tekent de contouren van zijn ontdekking uit: de vestiging van een kennismaatschappij: wetenschappelijk gestuurde samenleving  bepleite de koppeling van 1. macht 2. kennis 3. organisatie  heilige graal van de menselijke vooruitgang  Tijdperk van fysico-politiek en sciëntistisch centrallisme = positieve tijdperk

Politiek als wetenschap van productie Van regeren naar bestuur Niet langer legisten & edellieden (geen partijen ed meer) maar door de natuurlijke leiders van de samenleving, leiders van de productie Parlement hervormen: Niet stem van hel volk WEL stem van de wetenschap 3 kamers Kamer van Uitvinding: Ontwerpers, architecten, dichters, schilders etc  moeten Frankrijk verfraaien (bedenken wegen etc) & feesten organiseren Kamer van Onderzoek natuurkundigen, wiskundigen  toetsen plannen van Kamer van Uitvinding op haalbaarheid en organiseren het onderwijs Kamer van Uitvoering: vertegenwoordiging van iedere industrietak  uitvoering goedgekeurde ontwerpen Overige wetgeving: combinatie directe democratie & wetenschappelijk despotisme = iedere Fransman kan wetsvoorstellen doen, parlement beslist wat er doorkomt omdat zij meest instaat zijn tot goede beslissingen  Comte: moest niets hebben van het gewone volk  wou autoritair technocratisch elitisme Actueel: zie huidige hervormingsvoorstellen ter modernisering ook mengeling van technocratie en populisme

Le parabole: gedachtenexperiment in L’Organisateur Gedachten experiment: (Hof van Assissen voor majesteitsschennis) Wat als X deel van de savants, artistes en artisans zouden sterven zou Frankrijk in rampspoed terecht komen. Als X van de edelieden, belangrijke van de kerkelijke orde, zelfs de broer van de koning zou overlijden: bedroefd maar niet zo schadelijk voor de Franse samenleving.  In de cel voor majesteitsschennis ! doel ≠ politieke macht geven aan arbeidende klasse = werk goed combineren waar mogelijk => land al 1 groot bedrijf  Geleerde kunstenaars en bedrijfsleiders moesten het land leiden  mogelijk een bondgenootschap tussen koningschap en industrie als overgangsmaatregel. Zouden samen een systeem van zedenleer en staatskunde ontwerpen waar iedereen zich aan moet houden. Over details moet je niet struikelen. 3

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren

Arbeid & liefde Doel: een echte industriële samenleving maken, iedereen efficiënt aan het werk. Lagere klassen waren in fysieke en morele zin aan het wegkwijnen.  Goed voedsel & onderwijs moet voor een arbeidzaam leven zorgen. ! Legt nadruk op belang rationele en efficiënte werkverdeling (voor Taylor) Beloning: evenredig met wat men deed  Geen liefdadigheid & armenzorg meer, want het enige wat men aan armen moet geven is de grootst mogelijke hoeveelheid arbeid Liefde in de vorm van filantropie & bereidwillige samenwerking hoofdbestanddeel van de arbeidende samenleving  broeders liefhebben ondersteunen & helpen  Overal op het werk zou liefde en medegevoel heersen

In combinatie: zorgt dit ervoor dat de samenleving verlost zal zijn armoede.  Comte: zou spreken over altruïsme, wat Saint Simon bedoelt is eerder team spirit

Tout par l’industrie, tout pour elle ≠ utopische socialist terwijl hij er wel bijgerekend werd. Waarom niet?: - Predikte geen gemeenschappelijk bezit van goederen - Sprak al helemaal niet over revolutie - Niet tegen privaat bezit Eigendomsvraagstuk van S-S: Hoe kan het eigendomsrecht hervormend worden opdat productiviteit & rijkdom van de hele samenleving verhoogt?  lofrede over industrie en wetenschap & hard werken moest beloond worden. Zweeg over: - Grove ongelijkheid - Zwakkeren die niet in staat waren tot werken - Het lot van de huidige bezittende klasse Hoe dan naar de nieuwe industriële orde?  vanzelf als er maar hard genoeg gewerkt werd volgens de ideeën van de wetenschap volgens het beginsel: “Tout par l’industrie, tout pour elle” (EXAMENVRAAG: leg dit citaat uit, wat bedoelde S-S hier mee?)

4

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren

Saint-Simonisten Aanhangers in Frankrijk, Duitsland, VK  wél voor afschaffing privé bezit, half-mystiek geloof in samenwerking & mensenliefde. Sekte met eigen ‘zedenwetten’

Saint-Simon tussen zelfmedelijden & zelfoverschatting Bedelbrieven: Er wordt wanhoop & zelfmedelijden uitgesproken. Maar de boventoon is altijd weer zelfoverschatting en grootheidswaan. Vond zich erg belangrijk want was bedenker van le doctrine industrielle et scientifique die met wetschappelijke zekerheid einde kon maken aan actuele sociale onrust. Vaak onbeantwoord => ontgoocheling => mislukte zelfmoordpoging Le catéchisme des industriels: legt hiërarchie van de industriële samenleving vast.  meritocratische piramide, iedereen krijgt plaats in overeenstemming met verdiensten. De klasse van de industriëlen zou de leiding nemen.  Enkel nog bepalen wat de rol was van de wetenschappers in de industriële samenleving.

Sv: S-S’s werken Travail sur la gravitation universelle: wet van de zwaartekracht die het heelal eenheid gaf ook de basis voor de menselijke samenleving.  Herinrichting van de Europese samenleving  iedere natie zou binnen zijn eigen wetenschappelijke, natuurlijke grenzen blijven.  Vrede en voorspoed L’ organisateur: tekent de contouren van zijn ontdekking uit: de vestiging ervan  bevat zijn Parabole

August Comte: in het spoor van Saint-Simon Biografie: geestelijk Dauphin & secretaris van Saint-Simon Vroeg rijp (op 14de vertelde hij z’n ouders dat het irrationeel was om in God te geloven) Studeerde aan Ecole Polytechnique, was autodidact & studeerde wiskunde Zin voor synthese was complementair aan Saint-Simon maar miste diens wolligheid. Werk: werkte me aan artikels van Saint-Simon. L’Industrie, L’Organisateur, Le Système industriel (vooral over politieke actualiteit) Eerste grote publicatie onder eigen naam: derde hoofdstuk van Le catéchise industriel – Système de politique positive.  1 van de meest invloedrijke boeken van 19de eeuw Veel ideeën kwamen van Saint-Simon, maar Comte maakte er een overzichtelijk denkenstelsel van & legde eigen accenten.

5

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren

Het positieve Comtes denken = erg consistent met wat extraordinaire kanten. Na de dood van zijn platonische geliefde Clotilde De Vaux maakte Comte van het positivisme een cultus (1945). Positivistische kerk met priesters, heilige dagen, rituelen (Catholisism minus Christianity)  Bewonderaars zoals Stuart Mill behielden afstand Système de politique positive:  Marx & Engels die voor revolutie pleiten Comte: ware, wetenschappelijke kennis zou orde en rust brengen in de samenleving.  bracht dit in praktijk: als vrijwillige docent in volwassenen onderwijs arbeiders inwijden in astronomie Beoogde systematische doorbraak van de wetenschap in alle levensdomeinen, dat zou het leven beter maken, in de eerste plaats voor de werkende bevolking. Proletariërs opjutten en tot revolutie aansporen heeft geen zin. Het is beter dat iedereen zijn plaats inneemt in de nieuwe, op wetenschappelijke organisatie gestoelde samenleving. Positieve politiek was er een van orde en vooruitgang, niet van oproer en revolutie.

Het reële versus de verbeelding Wat is het ‘positieve’? Zie citaat blz 27 = het reële, het nuttige en het zekere 1. Het reële Toewijding aan het onderzoek naar de zaken die we werkelijk kunnen begrijpen met ons denkvermogen. Uitsluiting van ondoordringbare mysteries  Verbeelding & fabula uitsluiten als men tot echte kennis wil komen (dat is voor theologen, metafysici & kinderen)  wetenschap kan niets aan met fantastische bedenksels : verbeelding moet onderworpen zijn aan de waarneming Dweept met Francis Bacon: uit in zijn Organum Novum: het eerste methodeboek van de moderne wetenschap begint met een meedogenloze kritiek op alle mogelijke idolen.  wil feiten niets dan feiten, want kennis die op niets betrekking heeft is niets waard. Maar wat is het reële? Nietzsche: er zijn enkel interpretaties, de feiten zijn er niet Bakoenin: sociale realiteit = 80% verbeelding Rousseau: je hebt onnozelaars nodig om in eigendom te geloven  brave, naïeve, die geloven instituties en daar naar handelen = noodzakelijk Geldt ook voor een maatschappij ( Tatcher ‘there is no such thing as society’) Als er minder mensen in geloven verliest de institutie ook aan kracht  Onderscheid tussen realiteit en verbeelding = ongelukkige keuze Leviathan van Hobbes: had nood aan een monster (niet reële) om de maatschappij uit te leggen. Niemand had het monster gezien maar het bestaat wel.

6

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren  bewijst dat je in de institutie moet geloven opdat je wilt dat het waar is, dat sociale werkelijkheid niet enkel te vatten is als we enkel naar de ‘feiten’ kijken. Zonder ons is er geen realiteit en zeker geen sociale realiteit.

Nut versus ledigheid – soorten kennis 2. Het nuttige Maar wat is dat? Voor wie?  slechts vage omschrijving “ Het nuttige (l’utile) contrasteert met het ledige (l’oiseux)” L’oiseux= nietsdoen, lege tijd Komt uit het oude Rome: het niet vervullen van een maatschappelijke opdracht  Comte verbindt positieve kennis aan activiteit  Kennis MOET dienen ter permanente verbetering van onze bestaansvoorwaarden” Dat het ook een ander doel heeft, wordt ontkend in het ‘positieve tijdperk’. Bacon: “waarheid en nuttigheid zijn 2 volkomen dezelfde zaken” Maar: Andere kennisvormen - Contemplatie & bezinning als doel - Socrates: weten dat je niets weet is echte wijsheid Kennis ≠  onwetendheid als je iets te weten komt besef je hoeveel je niet weet - Paracelsus: (holistisch) kennen verondersteld intimiteit met het gekende  liefdevol vereniging met het te kennen. - Plato: ware dingen zijn niet zien maar herinneren - Homo ludens: spelende mens die zo de wereld ontdekt Comte vindt dat spinsels onzin en bedrog & metafysica, theologie, animisme en fetisjisme Wie in het industriële tijdperk nog afkomt met nutteloze kennis dwaalt. Kennis die niet aanspoort tot productieve activiteit is geen kennis maar geklets dat mensen zind in de ogen strooit. => Herdefiniëring van de ‘wetende mens’ in de lijn van le grand organisateur SaintSimon. Homo Positivus: zoekt niet naar zin maar houdt zich enkel bezig met waarneembare feiten, lost praktische problemen op en organiseert zijn leven zo goed mogelijk. Bestreed overgeleverde achterlijkheid  Stuart Mill uit hierom zijn waardering voor Comte Maar vindt de positivistische reductie van kennis wel heel vergaan, zeker bij Comte.  Herleidt verhouding kenner en gekende tot iets instrumenteel, je moet het gewoon kunnen gebruiken. RAAR: Comte heeft zoveel aandacht voor het medemenselijke & altruïsme MAAR stoot medemenselijke kennis af: verstehen, interpretatie, inleving, verstandhouding, wederzijds begrip, medeleven en participatie.

7

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren

Zekerheid versus twijfel 3. Zekerheid Lijnrecht tov onwetendheid volgens Comte  twijfel = achterlijk => geen misschien, ongeveer,… Kennis is precies & ondubbelzinnig en helpt de harmonie in de gehele samenleving vestigen. Kennis ≠ dogmatisch want veranderd voortdurend, gaat vooruit .  Positief bestuurde maatschappij : op basis van best kennis die beschikbaar is  geen twijfel, bestuurders maken de enig mogelijke keuzes . Sciëntistisch autoritarisme wetenschappelijke consensus = beste & enige inzicht  geen tegenstem geduld, denken tegen de wetenschappelijke consensus = achterlijk Onnuttige kennis is overbodig, schadelijk en onwenselijk. Wetenschap dient niet gericht te zijn op ontbinding maar op organisatie. 4. Het tegenovergestelde van het negatieve (zie verder!)

Comtes sciëntocratie en repressieve tolerantie 1. Op het vlak van de samenleving Sciëntocraat: samenleving moet geregeerd worden door wetenschappelijk geschoolde bestuurders, een elite van deskundigen.  het gewone volk moet maar vertrouwen op hen want zich verzetten tegen feiten heeft geen zin.  positieve politiek: regeren op basis van feiten  garantie voor stabiliteit & consolideert de macht in de handen van wie ze bezit Conservatisme & zijn aanhangers: Gelijkenissen: obsessie voor orde Tegenstellingen: Conservatieven wilden de sociale orde herstellen terwijl Comte alles dddverwachtte van een op wetenschap gegrondveste orde. Die orde zou solider zijn. 2. Binnen de wetenschap zelf - Zijn de verhoudingen minder autoritair - Kennis: nooit absoluut, geen enkele theorie kan als dogma gelden, geen enkele is verheven boven de twijfel. MAAR gevaarlijke en extreme theorieën worden wel afgewezen. - Repressieve tolerantie: alleen beantwoordbare vragen (naar waarneembare feiten) zijn legitiem Onoplosbare vragen (linken met theologie & metafysica) worden verworpen. Ze worden niet verboden want dit zou strijdig zijn met de enige geldige methode. Het moet systematisch in onbruik te geraken. - Positivisme wijs niets af dus er zijn geen tegenstanders (behalve orde verstoorders). Het laat zijn tegenstanders systematisch in onbruik raken.

8

Samenvatting door: Saena Chakkar, Margot Maes, Jorien Froeyen, Sebastien Dinet, Imane Boujdaini, Milou Audenaerd, Tinne De Veth, Renee Beerens, Kristof Van Breda, Jeroen Neegers & Ignace Vercauteren

De impasse van het logisch positivisme Neo-positivistisme: Ernst Mach & Logisch-positivistische kringen: Schlick, Carnap  Weense school Wittgenstein & Popper spelen ook een rol. Wat is een feit? Comte: feit is een feit Misleidende waarneming, zintuigen, hoe in taal uitdrukken?  Logische positivisten zochten wijze om een feit uit te drukken en enkel een feit = Protocol zinnen = atomaire zinnen ≠ gelukt => conclusie dat simpele feiten niet bestaan Zinvolle (louter op feiten gebaseerde kennis) van het niet zinvolle is niet te onderscheiden Popper heeft het geprobeerd door de omweg van het falsifiëren, maar lukte om dezelfde reden niet: Geen verificatiebeginsel, en ook geen falsificatiebeginsel (Je kan dit nooit voor 100%) ...


Similar Free PDFs