Title | Pathologie - vpk handelen & redeneren 2 |
---|---|
Author | Elisa De Cokere |
Course | Pathologie, verpleegkunde en diagnostiek |
Institution | Hogeschool Gent |
Pages | 189 |
File Size | 3 MB |
File Type | |
Total Downloads | 106 |
Total Views | 159 |
vpk handelen & redeneren 2...
OnderzOeksmethOden 1. anamnese autO-anamnese:
ondervragen v pt. heterO-anamnese: ondervragen van mensen uit pt. zijn directe omgeving valkuilen:
geen vakjargon gebruiken, alles navragen ook in stress-situaties
verlOOp = systematisch •anamnese van de klacht •anamnese van begeleidende symptomen •persoonlijke anamnese •familiale anamnese •systeemanamnese
1. anamnese van de klacht vragen Over pijn
• • • • •
hoe lang duurt dit al? lokatie? uitstralingen? soort pijn? => stekend, gloeien, continu, gaat soms weg evolutie? => w erger/beter
2. anamnese van begeleidende symptOmen zijn er begeleidende symptomen bij de voornaamst klacht vb: nausea bij buikpijn
3. persOOnlijke anamnese medische
• • • • • • •
& sOciale geschiedenis
doorgemaakte ziekten heelkundige ingrepen? => metaal in lichaam > MRI medicatie usus & abusus => alcohol, drugs, medicatie beroep gezinssituatie => kleine kinderen, ouderen, ... sociale situatie => kent veel/weinig mensen
4. familiale anamnese erfelijke ziekten => belangrijke aanwijzing
5. systeemanamnese igv
• in academische setting • pt. wil uitgebreid preventief onderzoek • onduidelijke diagnose na anamnese en klinisch onderzoek => systematisch ondervragen van alle klachten => alle aandoeningen van elk stelsel nagaan
2. klinisch OnderzOek = lichamelijk onderzoek obv 5 zintuigen: gezicht, gehoor, reuk, tast (& smaak)
1. inspectie = bekijken / observeren van de pt. => dmv ogen & oren vb: gang van het lopen => normaal, manken, gebogen vb: huidskleur => cyanose, icterus, palor vb: tremor vb: soort ademhaling => normaal, piepend, kort, onregelmatig vb: spraak => normaal, luid, stil
2. percussie = bekloppen van lichaamsoppervlak om klank te produceren => geeft info over dichtheid van onderliggend weefsels vast weefsel = doffe klank hol weefsel = holle klank hoe: dmv middelvinger op het lichaamsdeel leggen en met de andere middenvinger op de middelste falanx tikken opsporen meteorisme (oclusie in colon) of ascites (abdominaal vochtzakje)
3. auscultatie = beluisteren van spontane geluiden dmv stethoscoop vb: hart: hartritme, ruis, lekgeruis van de kleppen vb: longen: lengte in- & uitademen, slijmen, ademruis vb: abdomen: darmperilstatiek
4. palpatie = betasten / voelen van het lichaam • onderliggende structuren vb: vetweefsel, arteriën, leverrand, trachea, vergrote mild, lymfoom, tumor, trachea • kwaliteit van de huid nagaan vb: vochtigheid, tugor, temp, dikte • pjinlijke plekken opsporen dmv druk
3. technisch OnderzOek = labo-onderzoek & medische beeldvorming
1. labO-OnderzOek i.v.m. referentiewaarden
=> 95% van de normale gezonde personen => verschillen volgens leeftijd, geslacht, origine => / populatie i.g.v. afwijkingen
i.f.v. “aan te raden” waarden interpretatie van afwijkingen van referentiewaarden
rekening houden met: • klinische context • grootte-orde van de afwijkingen • relatie tss andere analyses • evolutie
1. classificatie •blOedanalyse hematOlOgie
bloedcellenconcentratie: RBC, WBC op onstolbaar bloed => perifeer bloedonderzoek = PBO => bloedbuis met paarse dop biOchemische bepalingen
biochemische moleculen: elektrolyten, ureum, creatinine, glucose, ... op serum: door centrifucatie van gestold bloed => bloedbuis met rode dop blOedgasanalysen
& zuur/base-samenstelling van blOed
op arterieel bloed => soms d.m.v. capillair bloed (benadering) stOllingstesten
op plasma => buis (met citraat) met blauwe dop
hOrmOnale bepalingen
op serum serOlOgie
opzoeken van merkers van infecties => meestal antistoffen => soms antigenen van de kiem vb: HIV, toxoplasma gondii immunOlOgie
opzoeken van eiwitten bij het afweerproces allergieën nagaan tumOr merkers
opzoeken van antigenen die voorkomen bij malignante tumoren vb:prostaatspecifiekantigen
concentratiebepaling v lichaamsvreemde stoffen/medicijnen op serum vb:azolen,anti-epileptica,morfine,...
tOxicOlOgie
& therapeutische drug mOnitOring
•urineOnderzOek urine sediment
microscopisch onderzoek van vaste elementen in urine => best ochtend mid-stream urine biOchemisch OnderzOek
concentratie van opgeloste stoffen nagaan vb: ureum, elektrolyten, ... hOrmOnale bepalingen
op 24u urine => duidelijker dan in bloed => geeft duidelijkheid over hormoonproductie binnen 24u tOxicOlOgische bepalingen
=> duidelijker dan in bloed
•bacteriOlOgie = kweken van bacteriën op voedingsbodems => bloed, urine, sputum, faeces, wondvocht, ... positief resultaat = infectie => antibiogram => juiste antibiotica
•anatOmie, pathOlOgie & cytOlOgie microscopisch onderzoek => cellen & weefsels => afwijkingen
2. interpretatie •hematOlOgie: rOde reeks
kwantificerendmv - n RBC/mm3 - hematocriet = Ht => % vaste deeltjes op totale bloedvolume - hemoglobineconcentratie = Hgb - concentratie van jonge vormen RBC = reticulocyten
hiermee kan je vOlgende elementen berekenen - Mean Corpuscular Volume = MCV => Ht / n RBC - Mean Corpuscular Hemoglobine = MCH => Hgb / n RBC - Mean Corpuscular Hemoglobine concentration = MCHC => Hgb / Ht diagnOstisch belang
anemie / polycytemie => te weinig VS te veel RBC belangrijkste sOOrten anemie
- ijzergebreksanemie => verhoogd ijzerverlies, verhoogde behoefte, malabsorptie - macrocytaire / megaloblastische anemie => tekort vit B12 of foliumzuur - hemolytische anemie => abnormaal verhoogde afbraak v RBC tgv minderwaardige RBC vb: sikkelcelannemie => abnormaal verhoogde afbraak v RBC tgv destructieve factoren in het serum
vb: antilichamen, malaria - secundaire anemie =>begeleidendsymptoombijchronischeinflammatiesoflangdurigeinfecties - anemie door onderdrukking van beenmergfunctie = aplastische anemie vb: tgv chemotherapie
•hematOlOgie: witte reeks
- n WBC/mm3 - leukocytaire formule =>≠soortenWBCin% belang
stijging WBC normaal VS abnormaal => infectie VS leukemie = leukocytose
sOOrten wbc
-neutrofielegranulocyten => staaf- & segmentkernigen - eosinofiele granulocyten - basofiele granulocyten - lymfocyten - monocyten => meestal daling bij granulocyten belangrijkste vOrmen leukOcytOse
-neutrofilie =>stijgingvanvnlstaafkernigeneutrofielegranulocyten => acute bacteriële infecties - lymfocytose => stijging van lymfocyten => virale infecties -eosinofilie =>stijgingvaneosinofielegranulocyten => alergische toestanden
•hematOlOgie: blOedplaatjes / trOmbOcyten n trombocyten / mm3 trOmbOpenie
verlaagd n trombocyten => langere bloedingstijd => purpura trOmbOcytOse
verhoogd n trombocyten => meestal als reactie op ernstige aandoeningen vb. postoperatief
•hematOlOgie: bezinkingssnelheid erytrOcyten = bse prOces
- op onstolbaar bloed - daling meten na 1 & 2 uur => n mm erytrocyten zijn gezakt gestOOrde waarde
-weinigspecifiek =>afwijkingvanafinflammatieproces => vaak afwijkend bij ouderen - sensitief - goedkoop
•biOchemische bepalingen: eiwitten eiwitten in het blOed
=> tot eiwitconcentratie meten ‣albumine => albumineconcentratie ‣globuline => globuline concentratie =>%verdeling≠soortenglobulines => dmv elektroferese - alfa1- & alfa2-globulines - beta-globulines - gamma-globulines ‣C-reactieveproteïne=CRP ‣ferritine ‣haptoglobine
albumine
60% van de tot eiwitconcentratie - verhoogde waarde door: dehydratatie - verlaagde waarde door ‣slechteeiwitsynthese ‣albumineverlies ‣verhoogdeeiwitafbraak => kan leiden tot oedeem alfa1-
& alfa2-glObuline
omvateiwittenvoorinflammatoirproces =>verhoogdewaardedoorinfecties&inflammaties gamma-glObuline
= anti-lichamen => verhoogde waarde = als ziekten die aangevallen w door antilichamen - chronische infecties - auto-imuunziekten - levercirrose - maligne overproductie in beenmerg vb: multiple mueloom
c-reactieve prOteïne = crp = acute-fase eiwit dan fagocytose stimuleert => heeft invloed op bezinkingssnelheid ferritine
= Fe + eiwit apoferritine => concentratie ferritine in bloed toont n Fe in lichaam aan => ijzergebrek/ijzeropstapeling aantonen
haptOglObine
alfa2-globuline bind met vrije Hgb uit afgebroken RBC => complex w verwijderd door lever en gal
•biOchemische bepalingen: lipiden
concentratie bep van cholesterol en TAG =>gebondeninlipoproteïnen => transport bloed
•biOchemische bepalingen: glycemie nuchter meten normaal: < 100 mg / dl => storingen bij diabetici
•biOchemische bepalingen: elektrOlyten & mineralen natrium
- Na-K-pomp - verhoogde waarde door: dehydratatie - verlaagde waarde door ◊abnormaalverliesNa=>vianieren,huidofgastro-intestinaalprobleem ◊dilutiehyponatriëmie:verdunnenvanNaconcentratiebijlagewaardes => overmatige infusen zonder Na => oedeem bij hart-, lever- of nierinsufficiëntie - gevolg: mogelijke bewustzijnsstoornis => Na in urine bepalen kalium
- Na-K-pomp -verhoogdewaardedoor:nierinsufficiëntie ◊metaboleacidose ◊weefseldestructie ◊hemolyse ◊bloedinbloedbuistelanglatenstaan/geschud - verlaagde waarde bij: ◊onvoldoendeKbijinfuuspt. ◊gastro-intestinaalverlies ◊verliesviaurine - gevolgen ◊hart-ritmestoornissen,-stilstandofasystolie ◊darmparalyse calcium
- 1g Ca uit voeding / dag - resorptie afhankelijk van Vit D & parathormoon - in bloed: vrij & gebonden aan albumine - verhoogde calcemie door ernstige ziekten vb: botmetastasen & multiple myeloom - verlaagde calcemie door: ◊malabsorptie ◊tekortaanVitD ◊chronischenierinsufficiëntie
fe & fe-bindingscapaciteit
- opgeslagen in lever, milt, ... => gebonden aan ferritine - in bloed: vrij & gebonden aan transferrine (=transporteiwit Fe) -Fe-tekort≠Fe-binding => igv anemie: lage concentratie Fe & hoge Fe-bindingscapaciteit =>igvinflammatie:lageconcentratieFe&lageFe-bindingscapaciteit
•biOchemische bepalingen: enzymencOncentraties
- Enzymen komen intracellulair voor. - Celafbraak of necrose => in bloed =>soortenzymen≠weefselsoforganen
transaminasen: alat en asat4 - enzymen spelen een rol bij omzetten van aminozuuren - komen voor in - hartspier, skeletspieren & lever - stijging igv: - leveraandoeningen: hepatitis, cirrose, levermetastasen - hartaandoeningen: hartinfarct & myocarditis -spierziekten:crushsyndroom&chronischeinflammatie
alkalische fOsfatasen (af) - differentiatie bot- & leverfractie - stijginging hepatobillaire AF igv: - galwegobstructie (billair) - levermetastasen - cirrose - stijging AF uit bot igv: - kinderen is groeifase - botfractuur - botmetastasen - ziekte v Paget (vervormingen & verdikkingen in het bot) - osteomalacie door vit-D tekort (bot w zachter) => NIET osteoperose !
gamma-glutamyl-transferase (gamma-gt) - afkomstig uit lever & galwegen - stijging Gamma-GT igv - alcoholabusus - + stijging AF: galwegaandoeningen - + stijging transaminasen: leveraandoeningen
lactaatdehydrOgenase (ldh) - afkomstig uit: - skeletspieren - lever - nieren - myocard - RBC & WBC - stijging LDH igv celnecrose
amylase - afkomstig in speekselklieren & pancreas - amylasemie = spiegel v amylase - stijging amylasemie igv -inflammatiespeekselklierenofpancreas => onderscheid dmv elektroferese - pancreascarcinoom -nierinsufficiëntie(nierenscheidenamylaseuit)
lipase - afkomstig uit pancreas - stijging lipase igv pancreatitis
creatinefOsfOkinase (ck) - afkomstig uit: - gestreepte spieren (CKMM) - hartspier (CKMB) - hersenen (CKBB) => onderscheid dmv elektroferese - vooral gebruikt voor aantonen hartinfarct => 4u na infarct stijging CKMB (=> normaal 5% CKMB v totaal CK => 20-30%CKMB)
•biOchemische bepalingen: nierfunctiewaarden - Ureum & creatine w uitgescheiden door nieren (afbraakproduct eiwitmetabolisme) -stijginguremie&creatinemieigvverlaagdeglomerulairefiltratie => acuut & chronisch - atletisch gespierde mannen: lichte stijging creatine in evenwicht met spiermassa - stijging uremie + normale creatinemie igv maagbloeding - stijging uremie & creatinemie igv dehydratatie -dalingureumigvlageeiwitinname&leverinsuffieciëntie => zeldzaam
•biOchemische bepalingen: leverfunctie - werking lever: afbraak RBC => bilirubine (milt) => bilirubine bindt aan albumine => w geconjugeerd mbv gluceronzuur (lever) => 80% afgescheiden via galwegen naar darmen & 20% via bloed naar nieren en urine - indirecte bilirubine: gebonden aan albumine => niet-geconjugeerd - directe bilirubine:gebonden aan glceronzuur => geconjugeerd - bilirubine geeft kleur aan urine & faeces - stijging bilirubine veroorzaakt icterus (geelzucht) => start oogwit, later huidverkleuring - stijging bilirubine igv - hemolyse (= afbraak RBC): indirecte bilirubine => prehepatische icterus - gestoorde leverfunctie: gemengde bilirubine => hepatische icterus - gestoorde galuitscheiding: directe bilirubine => posthepatische icterus
•biOchemische bepalingen: urinezuurcOncentratie (uricemie) -urinezuur=afbraakproductvnucleïnezuren(RNA&DNA) -bronurinezuur:voedingsmiddelen&afbraaknucleïnezuren - verhoogde uricimie igv: - primaire uricemie (erfelijk) - weefseldestructie (vb na chemo) - zwaarlijvigheid - vasten - alcoholici -nierinsufficiëntie - gevolgen uricemie - jicht - uraatstenen in nieren -nierinsuffieciëntieinextremegevallen
2. medische beeldvOrming Zie: - Hoofdstuk 4: Diagnostische onderzoeken - Hoofdstuk 5: Medische beeldvorming - Hoofdstuk 6: Radioprotectie
4. diagnOstische OnderzOeken 1. röntgenfysica 1. definitie Röntgenstralen = ioniserende straling =>elektromagnetischegolvenmetkortegolflengte => straling doet ionen vormen in levend weefsel => stralingsschade aan DNA => mutaties => kanker
2. principe - röntgenbuis = loden buis met venster = vacuum - gloeidraad wekt elektronen op - elektronen botsen op trefplaat (anode) - röntgenstralen w gevormd => gaan enkel door venster/diafragma => foto nemen v lichaamsdeel
3. eigenschappen van röntgenstralen - 4 onderscheiden in menselijk lichaam - lucht - vetweefsel - zacht weefsel - botweefsel & afzetting v Ca-zouten - stralen dringen in op voorwerpen => absorptie => verstrooiing = secundaire strooistraling
- bepaalde stoffen lichten op oiv röntgenstralen =>fluorescentie => + nalichten = fosforescentie -beeldvorming:filmwontwikkeldmbvchemicaliën => in lichtdichte ijzeren casette
2. röntgenbeelden 1. systemen & technieken •afbeeldende systemen -fotografischefilm - beeldversterker die lichtintensiteit versterkt - radioscopie = videomonitor => pt goed positioneren
•digitale technieken substractie -voorangiografie - 1e beeld (arterieën normaal) w afsgetrokken v 2e beeld (arterieën met contraststof) => enkel gekleurde bloedvaten zijn zichtbaar
fOsfOrplaten - plaat w omgezet tot digitaal beeld - beeld kan w geoptimaliseerd dmv computer
flat panel detectOr - röntgenstralen w onmiddelijk omgezet tot beeld op computer
•röntgenOpnamen in praktijk -radiografie: - statische opname -detectoren:scherm-film,fosfor-platen,flatpanel -fluoroscopie: - dynamische opname -detectoren:beeldversterker,flatpanel
•echOgraffie - dOppler echOgrafie: - beeldvorming mbv ultrageluidsgolven (=ultrasound) - werking: - spanning zetten op piëzo-elektrisch kristal - gel plant golven voort van toestel op de huid van de pt - echo w opgevangen & geeft beeld weer op computer -echografischonderscheid: ●bot ●lucht ●wekedelen&vocht
- gebruik: onderzoek weke delen => bot of gas er voor blokeert zicht -vetweefselslechtdoorgankelijkvoorechografie - voordelen: ●nietinvasief ●geenioniserendestraling ●geenschadelijkenevenwerkingen ●geeftgoedbeeldvanorganen/zachtweefsel - nadelen: ●echografiedringtnietdoorbotoflucht ●opleiding&vakmanschapnodigvoorkwalitatievebeeldvorming ●kennisomdiagnosetestellen
dOppler - visualiseren bloedstroom in bloedvat - kenmerken die kunnen w bepaald ●hoeveelheidRBC ●stroomsnelheid ●stroomrichting
•cOmputertOmOgrafie (ct) - synoniemen - CT-scan - CT - CAT-scan - beeld: doorsneden van het lichaam => axiaal, sagittaal of coronaal => gedetailleerd beeld => kan per lichaamsregio aangevraagd w - werking: - wiel met röntgenbuis draait rond de pt - pt w mm per mm via een tafel door het wiel opgeschoven - spiraal-CT/volume-CT - tafel schuift continu op - geeft extra dimensie weer - voordelen: - gedetailleerd beeld - oplossend vermogen v enkele mm - nadelen: - sterke stralingsbelasting (± 200 röntgenfoto`s) - duur apparaat - duur onderzoek
2. cOntraststOffen - contraststof = product dat stralingen sterk absorbeert => geeft duidelijker beeld van organen of functies - soorten contraststoffen - positieve contrastmiddelen: slecht doorlaatbaar voor röntgenstralen (absorptie) => jodium- & bariumhoudende contraststoffen - negatieve contrastmiddelen: toedienen van een gas => andere structuren w beter afgegrensd - dubbelcontrastopnamen: 2 contrastmiddelen w gebruikt bij onderzoek
•barium - barium absorbeert meer röntgenstralen dan omliggende weefsels => wit beeld => postief beeld - wit poeder gemengd met water => ± vloeibaar - gebruik: - maag-darmstelsel => per os of rectaal - niet steriele toediening - aandachtspunten: - laxeermiddel:lavement voor onderzoek -somsspecifiekvoorbereidingnodig - niet igv: perforatie, post-op, slikproblemen - VPK aandachtspunten na bariumonderzoek: - 1 - 2 l water drinken => barium werkt constiperend - observatie stoelgang => wit = barium
•jOdiumhOudende prOducten - soorten jodiumhoudende producten - olie-oplossing - esters - waterige suikeroplossing - toedieningswegen: endoscopie, IV, intra-arterieel, punctie, katheter, per os, rectaal - bijwerkingen - toxiciteit: afh v hoev, toedieningsweg & prod =>reacties: ●pijnthvinloopweg ●warmgevoel/misselijk/braken ●toxischewerkingophart&nieren
- allergie: snelle & ernstige reacties igv toediening via bloedbaan =>reacties: ●urticaria(uitslag),erytheem(roodheid) ●oedeemvanQuincke(plotsezwellingwaarhuidlosserzit) ●hypotensie
●longoedeem ●anafylactischeschock =>lageRR,duizeligheid/flauwvallen,opzwellenhals& tong, ademhalingsproblemen, jeuk, braken, angst
- VPK aandachtspunten: - voor onderzoek: ●anamneseallergischereacties => indien positief duidelijk aanduiden in dossier ●ptvoorbereiden:perifeerinfuusplaatsen+voorbereidendemedicatie
- na onderzoek: ●observatieoprecoveryigvjodiumviabloedbaan ●allergie-observatie ●controlenierfuncties(urine&faeces)
3. gassen - lucht - laat meer röntgenstralen door - dubbelcontrasten: barium + gas => oraal, rectaal - niet steriel - w weinig gebruikt -maagonderzoek=>≠gassen
3. endOscOpie 1. definitie - inwendig beki...