Samenvatting gerechtelijke geneeskunde en criminalistiek PDF

Title Samenvatting gerechtelijke geneeskunde en criminalistiek
Author Eline Celis
Course Gerechtelijke geneeskunde en criminalistiek
Institution Katholieke Universiteit Leuven
Pages 49
File Size 1.6 MB
File Type PDF
Total Downloads 92
Total Views 135

Summary

Dit vak werd gegeven door Dr. Professor Wim ...


Description

SAMENVATTING GERECHTELIJKE GENEESKUNDE EN CRIMINALISTIEK 1. JUSTITIE EN GENEESKUNDE

In België is er een staande magistratuur en een zetelende magistratuur. De staande magistratuur bestaat uit het opsporen van misdrijven en brengt verdachten voor de rechtbank (requisitoir). De zetelende magistratuur bestaat uit de rechters die onafhankelijk gerechtelijk onderzoek moeten voeren en oordelen over de schuldvraag. Bij het onderzoeken van een misdrijf zijn er drie niveaus: 1) Parket voert opsporingsonderzoek tijdens het vooronderzoek uit. Dit gebeurt door de PDK of men kan mensen op heterdaad betrappen. Nadien beslist men of men de zaak wil seponeren of vervolgen. De PDK beslist over die seponering, een vervolging of voorlopige aanhouding van 24u of hij stelt een onderzoeksrechter aan. Een procureur kan nooit een opdracht geven die ingaat tegen de privacy; dit kan enkel indien hij het onderzoek doorvoert naar de procureur. Een huiszoeking moet bijvoorbeeld enorm goed gemotiveerd zijn aangezien het Hof van Cassatie dit kan verwerpen. 2) Rechtbank voert een gerechtelijk onderzoek in samenwerking met de onderzoeksrechter die dwangmaatregelen mag opleggen en eventueel een inbreuk kan maken op iemands privacy. Het is ook mogelijk om een verdachte hier te plaatsen in voorlopige hechtenis. 3) Raadkamer beslist of de zaak wordt doorgestuurd naar de Kamer van Inbeschuldigingsstelling, die dan weer beslist of de zaak naar de rechtbank gaat (1 ste aanleg/beroep) of de verdachte buiten vervolging wordt gesteld. In België bestaat er een strafwetboek en een wetboek van strafvordering. De politie kan enkel en alleen PV’s opstellen bij gerechtelijke opdrachten. Volgens de wet van Franchimont is er een geheim van onderzoek dat niet tegensprekelijk is. Art. 43 en 44 Sv. handelen over de deskundige en diens eed. Ook het principe van schadevergoeding wordt toegepast: men gaat kijken naar een causaal verband tussen feit en schade. Elke zaak start in de rechtbank van eerste aanleg in de diverse gerechtelijke arrondissementen. Van het gehele parket is de procureur het hoofd, hij heeft verschillende substituten die dezelfde bevoegdheid hebben. Wanneer een rechter een vonnis uitspreekt, geeft hij een officiële neerslag over waarom een persoon (niet) schuldig is. Zowel de beklaagde als het openbaar ministerie kan dan in beroep gaan: Het Hof Van Beroep (arrest). Tevens heb je ook nog het Hof van Cassatie, maar deze kunnen niet indelen over de inhoud, enkel over de vorm. Forensische psychiaters zijn altijd betrokken bij de behandeling van delinquenten: internering. Om geneeskunde uit te oefenen zijn er drie grote voorwaarden: je moet een artsendiploma hebben dat erkend is door de FOD volksgezondheid, een visum hebben van de geneeskunde commissie over je geschiktheid en je houden aan de deontologische code die is ontwikkeld door de orde van artsen. Een arts mag zijn beroepsgeheim schenden indien dit wordt gevraagd door de onderzoeksrechter in kader van een onderzoek; staat vermeld in de wet. Er is enkel sprake van een strafbaar feit bij een inbreuk op de artikel in het Strafwetboek wat erg verschilt van burgerlijke zaken: STRAFZAKEN - Bewijs van inbreuk en daderschap - Niet tegensprekelijk - Strafrechtelijke tarieven

BURGERLIJKE ZAKEN - Tegensprekelijke procedure - Kosten voor belanghebbende partij - Bewijsvoering eisende partij 1

Met de forensische geneeskunde wil men de waarheid achterhalen en reconstrueren. Wetsdokters moeten kennis van bewijsvoering en opsporing hebben; er bestaan echter amper opleidingen om hieraan te voldoen waar de materiële bewijsvoering centraal staat. Crime analysis and management is een wetenschap die handelt over op welke manier men feiten moet oplossen en hiermee moet omgaan. De forensische geneeskunde omvat tevens alle wetenschappen: zowel uit de gedragsweten als uit de positieve wetenschappen waar de wetsdokter medische kennis en kunde zal aanwenden ter opheldering van de waarheid. Er is een grote geschiedenis terug te vinden, het eerste rapport was opgesteld door een arts die het lijk van Julius Caesar had onderzocht. Sindsdien is de forensische geneeskunde enorm veranderd, zo was er vroeger sprake van hekserij en ging men vooral uitwendig lijken onderzoeken terwijl er vandaag de dag een volledige binnen-buiten kering plaats vindt. Zelfs in 1532 was er een wet “constitutio criminalis coralina” over de rechten en de plichten van artsen. Het specialisme is expliciet ontstaan in 2002: zich bezig houden met het onderzoek van overledenen maar ze onderzoeken natuurlijk ook levenden in vechtpartijen of mishandeling. Ook krijgen ze veel expertise opdrachten zoals medische fouten onderzoeken of biologische sporen. Er bestaan verschillende takken van de forensische geneeskunde, zo hebben we in België geen forensische antropologie. Wél hebben we forensische psychiatrie dat handelt over de (on) toerekeningsvatbaarheid (art. 71 Sw.). Men voert ook veel onderzoek naar gevaren in de maatschappij en recidive. Ook kan men raad geven bij een gedwongen opname wat wordt geregeld in de Wet ter bescherming van geesteszieke 26 juni 1990: 1) Vaststellen van een arts 2) Psychiatrische aandoening? 3) Op geen enkele andere manier De persoon moet een gevaar voor zichzelf of voor derden zijn. Eerst gaan men de patiënt 40 dagen observeren waarna een opname volgt van maximum 2 jaar die acuut of niet acuut is. Bij een acute opname gaat het om een onmiddellijke opname waar veel agressie aanwezig is zoals een man die in een psychotische toestand verwikkeld is en dreigt om mensen te vermoorden. De vrederechter beslist hier ook vaak over en kan dat op elk moment terug intrekken. Bij een niet acute opname gaat het over een aanvraag. Enkele artikelen die belangrijk zijn voor geneeskundigen: Art. 458 Sw. over schending beroepsgeheim, Art. 20 KB 31 mei 1885 over aangifteplicht, Art. 55, 56, 57, 63, 64, 65 Sw. Men komt ook vaak slachtoffers tegen van fysieke agressie waarbij het vaak gaat om minderjarigen en kwetsbare personen met een aangetaste handelings- en oordeelsbekwaamheid. Indien een arts zo een situatie tegenkomt zijn er enkele voorwaarden indien hij hulp wilt verlenen: 1) Hij moet het zelf vastgesteld hebben 2) Er moet sprake zijn van een ernstig en dreigend gevaar voor fysieke of psychische gezondheid 3) Zelf of met hulp van derden geen bescherming kunnen bieden Bij elke onderzoekshandeling moeten alle partijen worden betrokken; indien dit niet gebeurt, kan het onderzoek altijd worden geschorst of nietig worden verklaard. De persoon die verliest moet terugbetalen aan de winnende partij, in het strafrecht betaalt de overheid. Als een deskundige in het strafrecht kan je enkel weigeren indien je niet onafhankelijk kan optreden (spaghetti-arrest Dutroux) of indien je jezelf onbevoegd vindt.

2

2. THANATOLOGIE (THANATOS = DOOD + LOGOS = LEER VAN) Er is een wet vastgesteld na de zaak Dutroux die stelt dat er altijd de juiste en nodige zorg moet zijn voor nabestaanden. De term lijk is verboden, men moet spreken van een dood lichaam. De dood is een fenomeen, een feit wat niet rekbaar is in de tijd. De dood betekent een onomkeerbaar verlies van het functioneren van een lichaam in zijn geheel, dat is een biologische definitie omdat de mens erg complex is. Een cel staat centraal in een lichaam en heeft zuurstof nodig, wat zij verbranden in CO2. Verschillende cellen zorgen voor het ontstaan van weefsels die dan weer zorgen voor het ontstaan van organen. Het geheel van al die organen zorgen voor het gehele menselijk organisme. De somatische dood omvat het proces van een mens die onomkeerbaar beschadigd raakt en dood gaat. Als mens gaan we dan uiteenvallen in die fundamentele bouwstenen zoals vetten en koolhydraten, wat de staat van ontbinding is. Natuurlijk is er eerst: 1) Stervensfase of agonie: een acute dood kan mogelijk zijn maar vaak gebeurt het na een aanslepend ziekteproces omdat orgaan na orgaan aftakelt. 2) Ontbindingsfase: - Vroege fase: afkoeling, lijkvlekken, lijkstijfheid, 2-3 dagen. Bestaat uit de supravitale fase waar individuele cellen nog kunnen leven zoals spiercellen en de cellulaire dood waar alle cellen dood zijn. - Late fase: uitwendige verschijnselen. Euthanasie is het onderbreken van de stervensfase om de dood te vervroegen; men gaat de patiënt eigenlijk doden. Dit wordt vandaag de dag niet meer als moord beschouwd indien men voldoet aan de voorwaarden. Therapeutische hardnekkigheid betekent het uitstellen van de stervensfase; een patiënt zal lijden en nog gaat men zware antibiotica voorschijven bij een longontsteking terwijl dat geen nut meer heeft. Bij palliatieve zorg wil men de symptomen van de stervensfase reduceren zodat de patiënt niet meer lijdt terwijl de stervensfase wel blijft doorgaan. De levensbron van ons lichaam is zuurstof ( O2) en ervoor zorgen dat alle cellen zuurstof krijgen. Er zijn dan ook 3 vitale functies: ademhaling (longen), bloedsomloop (hart) en sturing (hersenen). Indien er onomkeerbare schade is aan de hersenstam, ben je dood omdat dan neuronen gaan afsterven en de ademhaling gaat stoppen waardoor je in een erg diepe coma belandt. De resterende delen van onze hersenen hebben geen vitale functies. Bv. Hersenen zijn beschadigd door een verkeersongeval maar de stam werkt nog: vegetatieve status. Bij een vegetatieve status is het moeilijk te voorspellen in welke mate iemand zal herstellen. Onze hersenen kunnen 3 minuten overleven zonder zuurstof: de groothersenen liggen vooraan en de kleinhersenen liggen achteraan die zorgen voor evenwicht en lichaamsoriëntatie. Onze voorhoofdskwab maakt dat we mens zijn. Ook bevindt het ARAS of het bewustzijnscentrum zich in de hersenen. Een long is een zak vol kleine blaasjes ( longblaasjes) waar lucht in komt waarvan 21 % uit zuurstof bestaat. In tussenschotten zitten haarvaatjes die zuurstof in het bloed versturen. Bij de grote bloedsomloop gaat er bloed via de longaders naar het linkerhart. Bij de kleine bloedsomloop komt er bloed van het rechterhart naar de longader dat zuurstof gaat afgeven aan organen, dit wordt ook wel aderlijk bloed genoemd. Er zijn verschillende doodscriteria: je hebt de cardiorespiratoire criteria waar men gaat kijken naar ademhaling, circulatie en zenuwen zoals reflexen of pijnprikkels. Bij reanimatie gaat men de vitale functies overnemen maar dat is afhankelijk van de tijd: vaak start men reanimatie zonder het tijdsverloop te weten. Let op voor schijndood bij onderkoeling (dood vaststellen na opwarmen tot 35°C), vergiftiging, verdrinking, elektrocutie, epilepsie, schedel-hersentrauma waar de organen langer werken zonder zuurstof. Men moet hier kijken naar de post-mortale verschijnselen, indien die er niet zijn moet je de reanimatie starten. Er is wel een bepaald Lazarus-syndroom bij schijndood dat mensen opeens wakker worden. De hersendood criteria worden toegepast wanneer iemand kunstmatig in leven wordt gehouden. Je bent hersendood wanneer 3 onafhankelijke artsen die niets met elkaar te maken hebben dit vaststellen. 3

De transplantatiewet stelt dat iedereen donor is tenzij je expliciet hebt gesteld van niet. Bij een niet natuurlijk overlijden moet de procureur toestemming geven en zal hij een wetsarts aanstellen. Er worden wel bijna nooit weefsels weggenomen. De procureur kan uiteraard ook altijd weigeren om principiële redenen of omwille van de raad van de wetsarts.  Transplantatiewet 13 juni 1986, art. 10,11,13 Sw. A. POSTMORTEM VERANDERING

VROEGTIJDIG

LAATTIJDIG

- lijkvlekken - lijkstijfheid - lijkafkoeling

- autolyse - rotting



Lijkvlekken

= bloed dat blijft stilstaan in de bloedvaten dat zich gaat stapelen in de laagstgelegen gebieden. Bloed bestaat uit bloedvellen waar vooral de rode belangrijk zijn omdat deze O² binden met hemoglobine (eiwitten). Hoe meer bloed, hoe donkerder: hoe meer hemoglobine is gebonden met O² hoe roder >< hoe minder hoe donkerroder wat men ook wel blauw bloed of aderlijk bloed noemt. Vooral zuurstofarm bloed gaat lijkvlekken veroorzaken. Door de ontbinding zullen de bloedcellen uit mekaar vallen waardoor de hemoglobine zich gaat vastzetten in een weefsel  gefixeerde lijkvlekken, anders kan dit nog perfect veranderen. Bij vrouwen komt dit vaak voor onder de borst waardoor je moet opletten dat je dit niet verwart met een kneuzing. Op steunvlakken komen lijkvlekken niet voor. Wanneer men dan lijkvlekken vindt op de buik terwijl de persoon op zijn rug ligt, kan je er zeker van zijn dat deze persoon is verplaatst. Met behulp van die lijkvlekken kan je de oorspronkelijke houding gaan reconstrueren. MAAR: 1) Verplaatsbaarheid: indien een persoon op zijn buik ligt, maar binnen de 6u op zijn rug wordt gelegd zullen de lijkvlekken op zijn buik verdwijnen en nieuwe lijkvlekken op zijn rug verschijnen. Vermindering: indien een persoon op zijn buik ligt, maar tussen de 6u en 12u op zijn rug wordt gelegd zullen er nog restanten van lijkvlekken op zijn buik te vinden zijn alsook zullen er nieuwe lijkvlekken op zijn rug verschijnen. (verandering +12u  gefixeerd). 2) Wegdrukbaarheid: wanneer je een lichte druk op de lijkvlekken zet kun je deze wegduwen tot 20-24u na het overlijden. Een persoon bij verhanging heeft lijkvlekken op hielen, kuiten en de bips wat wil zeggen dat deze losgemaakt is tussen de 6 en 12u na de verhanging. Lijkvlekken kunnen enorm uitgesproken zijn waardoor er vibices of puntbloedinkjes ontstaan. Het kan ook onuitgesproken zijn indien er weinig of geen bloed is wat een aanwijzing kan zijn op bloedarmoede, kanker of grote bloedingen. Wanneer je een bleke lever ziet bij een persoon, is dit ook niet normaal en wijst dit op geen bloed of een vetlever door alcohol of obesitas. Wanneer je donker bloed ziet, weet je dat het gaat om bloed wat in contact is gekomen met maagzuur. Kerstrode lijkvlekken wijzen op CO-intoxicatie en baksteenrode lijkvlekken wijzen op cyanide intoxicatie. Lijkvlekken verdwijnen tevens wanneer het lichaam in een staat van ontbinding gaat. 

Lijkstijfheid en initiële lijkverslapping

Spierdraden zitten vol met draden die aan mekaar gaan haken bij een inspanning en uit mekaar haken bij een ontspanning. Wij zijn altijd actief: er is altijd een minimum aan spanning en dus verkeren wij nooit in een toestand van volledige ontspanning tenzij je een spierrelaxerend middel hebt genomen of onder anesthesie bent. Bij het overlijden valt de zenuwprikkel weg, maar het loskoppelen van spierdraden vraagt inspanning of energie door ATP (dit is de brandstof voor energie) en die energie is er niet meer waardoor de spierdraden zich

4

gewoon aan mekaar gaan vasthaken zoals bij verkramping. De spieren zullen dus opstijven tot de spiercellen kapot gaan. Die lijkstijfheid kan beïnvloed worden door een hoge temperatuur en actieve spier. Bij een hoge temperatuur loopt het proces sneller waardoor er een snellere stijfheid plaatsvindt en dus ook een snellere ontbinding. Bij een actieve spier gaat men sneller een tekort hebben aan ATP omdat de reserve al is opgebruikt. Vanaf 3u is het lichaam zo stijf als een plank en onmogelijk plooibaar, volledig na 6-8u, maximaal na 12-24u en verdwijnt na 2-3 dagen. In het eerste uur van ontspanning zullen alle sluitspieren (ogen en mond open) ontspannen waardoor urine en zaadvocht eruit zal komen alsook zullen de pupillen verwijden. Dit proces loopt volgens de regel van Nysten: eerst de kleine spieren en het bovenlichaam. Het is mogelijk om de lijkstijfheid te doorbreken tijdens de eerste 8u: zo kan je een gebogen arm strekken en dan ontstaat er nieuwe lijkstijfheid. Bij maximale lijfstijfheid (12-14u) is doorbreken onmogelijk. Er is tevens een groot verschil tussen kinderen en volwassenen en volwassenen en senioren waar men dan spreekt van kadaverspasme wat wil zeggen dat er bij bepaalde groepen wel sprake is van onmiddellijke stijfheid: mensen met een epileptische aanval, drenkelingen die zich aan een stuk hout vasthouden, elektrocutie, hersenletsel, … Lijkstijfheid geeft ons dus informatie over de overlijdensduur, de lichaamshouding en de omstandigheden die zijn voorafgegaan aan het overlijden. 

Lijkafkoeling

Zegt ons iets over de schatting van het tijdstip van overlijden. Het lichaam koelt af omdat de omgevingstemperatuur koeler is dan onze centrale kerntemperatuur van 37°C. Wanneer je dood bent, kan je zelf geen warmte meer produceren waardoor je warmte gaat verliezen. Het lichaam koelt af op een constante wijze met 1 à 2 °C per uur. Allereerst heb je de plateaufase waar onze mantel eerst gaat afkoelen en nadien de kern. Tot slot gaan de ruimte met de scheikundige processen ook afkoelen omdat die vaak na het afkoelen van de mantel nog warm kunnen zijn zoals de spiercellen. LICHAAMSEIGEN FACTOREN - Koorts - Onderkoeling - Vetweefsel

OMGEVINSFACTOREN - Bedekt met kledij of dekens - In het water snellere afkoeling

Om de kerntemperatuur te meten moet je een thermometer 8cm in iemands aars steken. Vaak wordt de methode en de monogram van Henssge gebruikt die een afweging maakt met de kerntemperatuur, omgevingstemperatuur en lichaamsgewicht als factoren. Uiteraard zijn er ook nog andere veranderingen zoals uitdroging: het lijkt alsof de nagels groeien omdat de vingertoppen gaan krimpen. Ook in de ogen zal de druk verminderen omdat het natuurlijk oogvocht gaat verdwijnen waardoor de pupillen gaan vervormen (teken van Tonelli) en er zullen tache noires ontstaan of Sommerse vlekken door het slijmvlies van de ogen wat zal uitdrogen. Tot slot zal de cornea vertroebelen. Ook kijkt men naar de supravitaliteit: waar men gaat kijken naar de mechanische spierreactie. Men gaat een spier prikkelen door te kloppen waardoor soms spieren nog zullen samentrekken waardoor je weet dat de persoon ongeveer 8u geleden overleden is. Soms zal men stroom op de spier zetten, je kan dit ook chemisch doen door een vloeistof in te spuiten die pupillen gaat vernauwen of verwijden wat enkel de eerste uren kan gebeuren maar dit wordt vaak niet gedaan omdat men dan de vloeistof van het eigen oog gaat contamineren terwijl dit belangrijk is voor verder onderzoek. Casus: 65 jaar alleenwonende man werd om 13.30u dood aangetroffen in zijn woning, hij werd voor het laatst levend gezien de avond voordien. Ten eerste moet je goed rondkijken naar de omstandigheden: men ziet een spuit (prikletstel?) en medicatie liggen, tv-boekje ligt open en bed is beslapen. Volgens de houding kan je afleiden dat de man in mekaar is gestuikt, mond en ogen zijn open alsook was hij bezig met zijn schoenen aan te doen. Ten

5

tweede voer je een lichamelijk onderzoek: een heelkundig litteken te vinden wat wijst op een recente operatie alsook zijn er geen lijkvlekken: geen uitwendige letsels. Blijkt dat hij een geperforeerd maagzweer had en een onbehandelbare uitzetting van de buikaorta wat niet meer geopereerd kon worden. Hij kon dus ieder moment sterven.

Ontbinding start ongeveer vanaf de 3de dag na overlijden wanneer het lichaam begint te rotten. Het lichaam eindigt in skelettering. Nadien kan er een volledige oplossing van het skelet plaats vinden tenzij er verstening van de fossielen plaats vindt. Mummificatie en adipocire zijn natuurlijke processen, crematie niet. Mummificatie ontstaat door snelle uitdroging en de organen die gaan rotten. Adipocire ontstaat door vetweefsel wanneer lichamen zijn afgesloten van de lucht. Bij beide kan putrefactie voorkomen wat ontbinding betekent. 

Autolyse

In cellen zitten enzymen met een oplossingsvermogen die zichzelf kapot gaan maken door dat oplossingsvermogen bij sterfte. Denk maar aan de hemolyse of het bloed dat gaat ontbinden, de verweking van de pancreas en bijnieren of de verzwakking van de wand van bloedvaten, galblaas en de maag. 

Rotting

Bacteriën gaan zich voeden met cellen en vermenigvuldigen aangezien de verdedigingscellen er niet meer zijn. Er zal rottingsgas en rottingsvocht ontstaan. Het begint na een drietal dagen, er gaat een verkleuring plaats vinden van groen naar zwart en een verweking. Men wil honden trainen om specifieke rottingsgeuren van mensen te onderscheiden van dieren, maar dit is erg moeilijk omdat varkens wel lijken qua geur op mensen. Er ontstaat een groene kleur omdat er bij ...


Similar Free PDFs