Werkstuk \"Rusland en de Syrische burgeroorlog\" - cijfer 14,7 PDF

Title Werkstuk \"Rusland en de Syrische burgeroorlog\" - cijfer 14,7
Course Theorie van de internationale betrekkingen
Institution Universiteit Gent
Pages 8
File Size 129.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 81
Total Views 129

Summary

Rusland en de Syrische burgeroorlog...


Description

Rusland en de Syrische burgeroorlog

Inleiding

De internationale betrekkingen worden gevoerd door de verschillende actoren, waarvan de belangrijkste misschien wel de staten zijn. Hun gedrag en politieke houding worden bepaald door hun interactie onderling. Elke staat streeft namelijk belangen na en wil doelen bereiken. Om de internationale betrekkingen tussen staten beter te begrijpen zijn er enkele theorieën opgesteld. Tot de bekendste van deze modellen horen onder andere het realisme, het liberalisme en het structuralisme. In dit korte onderzoek worden enkele van deze theorieën toegepast op de Syrische burgeroorlog. Deze oorlog neemt sinds 2011 de regio van het Midden-Oosten en de rest van de wereld in beslag. De Syrische burgeroorlog is het volgende conflict in de Arabische Lente. Dit zijn een reeks conflicten waarbij systematisch opstanden ontstaan tegen regimes in Arabische landen. Sinds het begin van de Syrische burgeroorlog raken ook meer en meer partijen betrokken in de strijd. De sjiitische regering staat, onder leiding van president Assad, tegenover de soennitische rebellen in Syrië, maar ook zelfstandig opererende radicale groepen mengen zich in de strijd. Naast deze partijen zijn heel wat buitenlandse mogendheden direct of indirect betrokken in de oorlog. Specifiek wordt voor deze casus de rol van Rusland onderzocht. Rusland, met aan het hoofd president Poetin, heeft zich in dit conflict aan de zijde van de Syrische regering geschaard. In de eerste plaats wordt getracht meer duiding te geven bij wat Rusland in deze oorlog precies doet. Hierop volgend wordt een verklaring gezocht voor de positie van Rusland, waarom kiest het de kant van de Syrische regering en niet die van de opstandelingen, zoals de Westerse wereld dat doet? Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de gevolgen van deze relatie tussen Rusland en Syrië, wat zijn de voor- en nadelen voor beide partijen en hoe zien zij de uitkomst van dit conflict?

2

Wat is de rol van Rusland in de Syrische burgeroorlog?

Zoals vermeld in de inleiding staat Rusland aan de zijde van de huidige Syrische regering. Concreet helpt Rusland in Syrië door wapens te leveren en militaire adviseurs ter beschikking te stellen. Daarbuiten helpt het door Syrië diplomatisch te beschermen, bijvoorbeeld in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Dit zet Rusland in een positie lijnrecht tegenover het Westen (Allison, 2013, 795). Zo hield Rusland, gesteund door China, met haar veto tegen dat overtredingen tegen de rechten van de mens in Syrië werden veroordeeld (MacFarquhar & Shadidfeb, 2012, 1). Rusland beschikt bovendien over een marinebasis in Syrië. Deze basis is het enige Russische contact met de Middellandse Zee. Tien tot vijftien schepen zijn er permanent aanwezig en worden vooral ingezet voor wapenhandel. De Russische schepen worden als vijandig beschouwd en zelf aangevallen door het leger van de rebellen, het Vrije Syrische leger (Allison, 2013, 807). De Russische wapenhandel voorziet Syrië van militaire slagkracht. Deze handel is echter niet enkel diplomatiek maar betekent voor Rusland ook inkomsten. Daarnaast wil het Westerse invallers afschrikken door Syrië militaire sterker te maken (Allison, 2013, 806). Dit kan ook het omgekeerde effect hebben, meer wapens kunnen het conflict nog meer doen escaleren en een Westerse interventie zou dan onvermijdelijk zijn. De inzet van wapens escaleerde in 2013 toen een incident plaatsvond waarbij chemische wapens werden gebruikt. Het betrof een aanval van de regering op de rebellen, maar hoe de regering aan de wapens kwam is onduidelijk (Allison, 2013, 812). President Poetin zelf zei hierover dat er geen twijfel bestond dat er gifgas gebruikt was, maar dat alles erop wees dat dit door de oppositie was ingezet, met als doel een militaire interventie van hun buitenlandse partners uit te lokken. De Russische president voegde daar nog aan toe dat het Syrische regime bereid was haar chemische wapens onder internationale controle te plaatsen (Poetin, 2013, 2-3). Roy Allison beschrijft in zijn artikel “Russia and Syria, explaining alignment with a regime in crisis” de Syrische burgeroorlog als een brutale strijd om macht met een onbeperkt gebruik van militaire kracht. Het is een oorlog die breuklijnen in de wereldwijde gemeenschap van staten heeft blootgelegd (Allison, 2013, 795). De burgeroorlog op deze manier beschrijven, als een brutale strijd om macht, leunt dicht aan bij het realisme en hoe de aanhang daarvan dit conflict zou verklaren. Het realisme gaat er namelijk vanuit dat alles draait om macht en competitie. Volgens deze theorie is het dan ook onvermijdelijk dat er conflicten komen tussen staten (Donnely, 2013, 32-34).

Waarom kiest Rusland de zijde van Syrische regering?

Hoe kunnen we verklaren dat Rusland de zijde van de Syrische regering verkiest in dit conflict? Op deze vraag zijn waarschijnlijk verschillende antwoorden mogelijk.

3

Volgens de wereldgeschiedenis-benadering vloeit alles voort uit de geschiedenis. Deze theorie zegt dat alles een historische basis heeft, de relatie tussen Syrië en Rusland zou dus te verklaren zijn aan de hand van het verleden. Wanneer men de geschiedenis van beide landen gaat onderzoeken blijken beide landen inderdaad verwantschap te hebben met elkaar. De RussischSyrische relatie is er al sinds 1970 en werd gevestigd in de Koude Oorlog. De Ba’ath partij die toen, onder leiding van de vader van de huidige president, de leiding had over Syrië werkte samen met de Sovjet-Unie. Deze relatie was niet gebaseerd op ideologische gelijkenissen, de Ba’ath partij bant in tegendeel zelf het communisme uit, maar was gericht op winst. Beide landen haalden voordeel uit de samenwerking en er ontstond interdependentie. Hoewel het doorheen de jaren een bijzonder troebele relatie betrof vormt ze nog steeds de basis voor de relatie tussen de twee landen vandaag (Allison, 2013, 801). Rusland heeft echter niet alleen met Syrië een verleden, ook haar gezamenlijke geschiedenis met het Westen speelt mee. Vroegere vijandigheid en de toenmalige veiligheidspolitiek zijn vandaag doorslaggevend voor steun van Rusland aan andere niet-Westersgezinde landen (Allison, 2013, 801). Nochtans is de relatie tussen Rusland en de Verenigde Staten niet altijd slecht geweest. Na de aanslagen van 11 september 2001 in New York zag het er zelfs goed uit, de beide grootmachten zochten toenadering tot elkaar. Rusland had de neiging zich aan te sluiten bij de Verenigde Staten, die op dat moment al duidelijk de machtigste staat waren. Deze tactiek wordt bandwagoning genoemd, men sluit zich aan bij een agressievere staat om daar voordeel uit te halen (Donnely, 2013, 37-38). Het tij keerde echter al snel na de invasie door de Verenigde Staten in Irak, waardoor Rusland zich opnieuw tegen het Westen keerde (Ambrosio, 2005, 1189-1190).

De steun van Rusland kan dus verklaard worden aan de hand van het verleden maar dat is niet voldoende. Ook hedendaagse aspecten spelen een rol. Rusland en Syrië, specifieker president Poetin en president Assad, delen namelijk dezelfde internationale visie. Ze hechten veel belang aan territoriale soevereiniteit en willen niet dat het Westen de macht heeft om normatieve en humane regels op te leggen aan andere landen (Allison, 2013, 801). Deze gedeelde politieke visie versterkt de relatie tussen deze twee landen. Beide presidenten voelen zich gesteund door elkaar. In het geval van Syrië is het vrij eenvoudig te verklaren waarom het op dit moment belang hecht aan territoriale soevereiniteit. De Westerse landen hebben hun steun betuigd aan de rebellerende groepen en dus wil Syrië deze kwestie liever oplossen zonder inmenging van buitenaf. In het geval van Rusland ligt de verklaring iets gecompliceerder. De reden waarom Rusland zo afkering is tegen interventies van buitenaf en het schenden van territoriale soevereiniteit ligt in de angst om ooit zelf aan de beurt te komen. Rusland wil in de eerste plaats haar eigen soevereiniteit niet in gevaar brengen en beschermt daarom de soevereiniteit van andere landen. De wijze waarop president Poetin belang hecht aan internationale overeenkomsten en streng toezicht houdt op overtredingen weerspiegelt volgens Allison dan ook vooral de zorgen omtrent politieke legitimiteit en samenhang wat betreft haar eigen staat, veel meer dan er sprake is van solidariteit of verwantschap met de Syrische leiders (Allison, 2013, 796). De drijfveer voor vele opstanden in de Arabische Lente, frustratie tegenover corruptie en een tekort aan verantwoordelijkheid bij politieke leiders, kan namelijk ook toegepast worden op de situatie in Rusland. Protestacties door de Russische bevolking tonen aan dat deze laatste mondiger zijn geworden en wekken bij president Poetin de vrees dat hem hetzelfde lot als de Arabische leiders te wachten staat. Aan de hand van de problemen in Syrië kan president

4

Poetin Rusland weer verenigen onder zijn bewind, door de Verenigde Staten als gemeenschappelijke vijand voor te stellen (Borshchevskaya, 2013, 2). President Poetin legde hier in 2013 ook duidelijk de nadruk op door te eisen dat de internationale wetgeving altijd moet worden nageleefd, in deze complexe en turbulente wereld is dat volgens hem de enige manier om internationale betrekkingen niet in chaos te laten overgaan. Militaire operaties zijn enkel toegestaan na toestemming van de VN-Veiligheidsraad en moeten anders gezien worden als een daad van agressie (Poetin, 2013, 2). Dit debat rond interventie en legitimiteit wordt door verschillende stromingen gevoerd. Nationalisten dragen soevereiniteit van staten hoog in het vaandel. Het is de enige kracht die kleine staten hebben om zichzelf te beschermen en een interventie kan enkel de orde ondermijnen. Hierbij sluiten de pluralisten zich aan. De solidaristen daarentegen gaan wel uit van interventierecht in bepaalde gevallen. Ook revolutionisten stellen enkele bodemregels, zelf in geval van oorlog, die interventie legitimeren. Rationalisten leggen de verantwoordelijkheid bij de Verenigde Naties, zonder toestemming van hen is interveniëren niet toegestaan. Dit is ook wat president Poetin stelt, maar hij beschikt dan ook over de macht om beslissingen van de Verenigde Naties te beïnvloeden. De realisten, tot slot, stellen dat een staat zelf verantwoordelijk is voor zijn burgers, interventies worden enkel gevoerd uit eigenbelang. Deze verschillende opinies geven duidelijk aan dat er spanningen zijn tussen het recht om te interveniëren en het bewaken van de orde (Linklater, 2013, 97-100). De angst voor interventie van buitenaf zorgt er voor dat beleidsmakers in hun landen focussen op het verkrijgen van macht en invloed. De kans om veroverd te worden verminderd inderdaad naarmate een staat sterker wordt, zeker wanneer een land bijvoorbeeld over nucleaire wapens beschikt om terug te vechten, zoals dat het geval is voor Rusland. Dit heeft echter niet hetzelfde effect binnenin een land. De stabiliteit en overlevingskansen van regeringen verhogen niet door meer macht en een grotere invloedssfeer (Ambrosio, 2005, 1192). De Russische afkeer tegen buitenlandse inmenging werd ook duidelijk in de strijd tegen het regime van Moammar Kadhafi, de toenmalige leider van Libië. Zo vond Rusland het ongehoord om regimewissels van buitenaf te promoten, om de territoriale bevoegdheid van een soeverein land te schenden en moeten staatsstructuren niet gespiegeld worden aan de standaarden opgelegd door het Westen. Dit zijn maar enkele van de schendingen en frustraties die president Poetin te allen tijde wou vermijden in Syrië. De Verenigde Naties zou volgens hem geen kant moeten kiezen in een burgeroorlog, dat zorgt er namelijk voor dat rebellen zich gesteund voelen met als gevolg een agressievere houding en minder neiging tot het verlenen van medewerking. Hij voegde daar nog aan toe dat het bedwingen van crisissen met dwang een gevaar inhoud voor de wereldvrede en stabiliteit (Allison, 2013, 796-7). President Poetin waarschuwt in 2013 zelf dat de Verenigde Naties hetzelfde lot kan ondergaan als de Volkerenbond, die door een gebrek aan macht instortte, als invloedrijke landen militaire actie ondernemen zonder toestemming van de VN-Veiligheidsraad (Poetin, 2013, 1). Het is ook in deze context dat Rusland voorstellen voor militaire interventies van de Verenigde Naties tegenhoudt met haar veto (MacFarquhar & Shadidfeb, 2012, 1). Naast de schending van principes inzake territoriale soevereiniteit verloor Rusland met Libië ook een commerciële bondgenoot. Na de val van het Libische regime verloor het wapencontracten ter waarde van vier miljard dollar (Borshchevskaya, 2013, 1). Gezien de langdurige en toenemende wapenhandel met Syrië zou Rusland daar hetzelfde risico kunnen lopen en opnieuw inkomsten verliezen.

5

Rusland wil niet enkel invloed behouden in Syrië maar ook daarbuiten haar terrein uitbreiden. Het wil een positie verkrijgen waardoor het onmisbaar wordt in toekomstige onderhandelingen over het lot van het Midden-Oosten (Allison, 2013, 800). Rusland neemt bewust een anti-Amerikaanse houding aan, waarbij het er alles aan doet om de Verenigde Staten geen invloed te laten winnen in het Midden-Oosten. Rusland wil op die manier een tegengewicht vormen ten opzichte van het Westen in deze regio (Borshchevskaya, 2013, 1). De Russische invloed in Syrië kan tevens gezien worden als het laatste restje van de eens zo grote macht die de Sovjet-Unie vormde in het Midden-Oosten (Allison, 2013, 803). Het is denkelijk dat president Poetin niet de geschiedenis wil ingaan als de Russische leider die nog meer invloed van de voormalige heerschappij heeft verloren. Als het Syrische regime verdwijnt, verliest Rusland namelijk opnieuw een bondgenoot en worden nog andere bondgenoten verzwakt, zoals Iran (Allison, 2013, 808). Prestige, status, politieke invloed, leiderschap… zijn de waarden waar politieke leiders vandaag de dag naar streven. Het belang dat zij hieraan hechten bepaalt hun houding in de internationale betrekkingen. President Poetin ziet via Syrië zijn kans om zijn politieke invloed uit te breiden. Een kans die hij niet onbenut wil laten door zich aan de Westerse zijde te scharen. Deze internationale status is dan ook zeer competitief, waar de ene status wint, verliest de andere (Ambrosio, 2005, 1192).

Een ander aspect van de Syrische burgeroorlog is de bedreiging van het islamisme. Rusland vecht concreet tegen de verspreiding van islamitische netwerken. Het wil in de eerste plaats vermijden dat radicalisme doorstroomt naar de regio van de Kaukasus, in handen van Rusland, waar sinds lange tijd al een groot aantal soennitische moslims wonen (Allison, 2013, 809). De Soennitische rebellen in Syrië zullen een opstand in de Kaukasus aanmoedigen als wraak voor de Russische steun aan de sjiitische regering in Syrië. Omgekeerd is de steun van het Westen aan de rebellen, die op hun beurt de Soennitische groeperingen in de Kaukasus steunen, voor Rusland dan ook absoluut onaanvaardbaar (Allison, 2013, 814).

Wat zijn de gevolgen van de Russisch-Syrische relatie vandaag en in de toekomst?

Op haar rol in de Syrische burgeroorlog kwam al veel kritiek uit diverse hoeken, maar wat zijn concreet de gevolgen voor Rusland? Het land wordt bijvoorbeeld verantwoordelijk geacht voor het voortbestaan van het conflict. Toch moeten hierbij kanttekeningen geplaatst worden. Rusland mag niet als de enige schuldige gezien worden voor uitblijvende militaire acties van het Westen. Zowel de NAVO, de Verenigde Staten als vele West-Europese landen hielden lang een weifelende houding aan om militair in te grijpen. Pas toen het conflict meer en meer escaleerde werden concrete initiatieven genomen (Allison, 2013, 795). Rusland gelooft daarentegen dat Syrië steunen in de toekomst macht zal opleveren in het Midden-Oosten. Dit kan in twijfel getrokken worden, maar het is ondertussen wel duidelijk dat er

6

geen mogelijke oplossing gevonden wordt waarin Rusland niet betrokken is. Ook de Verenigde Staten realiseert zich dit en zij nemen dan ook concrete initiatieven om samen met Rusland de burgeroorlog te beëindigen (Allison, 2013, 821). Rusland moet zich daarnaast ook afvragen wat Syrië hen nog te bieden heeft. Als energieproducent raakt het land achterop op de concurrentie, de olieproductie daalt en de gasreserves raken op. Bovendien slinken de kansen van Rusland om samen te werken met andere energie-producerende landen net door de steun aan Syrië, aangezien vele landen in het MiddenOosten en de Golf de oppositie steunen. (Allison, 2013, 807). Een ander probleem waar Rusland mee te kampen krijgt is het sektarische karakter van de Syrische burgeroorlog, steeds meer groeperingen mengen zich in de strijd. Russische wapens komen in handen van de groeperingen die de Syrische regering steunen, hoewel Rusland niet aan dergelijke wil gekoppeld worden (Allison, 2013, 811). Direct of indirect wapens leveren aan deze organisaties kan Rusland heel wat imagoschade en, erger nog, nieuwe vijanden opleveren. De bondgenootschappen die in dit conflict gesmeed worden of door de omstandigheden versterkt worden zullen bovendien ook in de toekomst de verhoudingen bepalen. In een toekomstig Westers conflict met Iran, bijvoorbeeld, zou Rusland, als bondgenoot van Iran, opnieuw betrokken zijn (Allison, 2013, 808).

Concluderend kan gesteld worden dat de uitkomst van dit conflict onmogelijk te voorspellen is. De enige zekerheid voorlopig is dat meerdere partijen de Syrische burgeroorlog niet ongeschonden zullen doorkomen. De relatie tussen de Verenigde Staten en Rusland wordt nog maar eens flink op de proef gesteld, de Verenigde Naties bereikt als vredesorgaan geen doorbraak en lijkt intern verdeeld, de islamitische godsdienst krijgt een gewelddadig en agressief beeld over zich… De Syrische burgeroorlog heeft hoe dan ook een grote impact op de internationale betrekkingen.

Literatuurlijst

Allison, R. (2013). Russia and Syria: explaining alignment with a regime in crisis. Affairs, 89 (4), 795-823.

International

Ambrosio, T. (2005). The Russo-American Dispute over the Invasion of Iraq: International and the Role of Positional Goods. Europe-Asia Studies, 57 (8), 1189-1210.

Status

Borshchevskaya, A. (2013, 24 januari). Russia’s Many Interests in Syria. Geraadpleegd op 1 november, 2015, van http://www.washingtoninstitute.org/policy-analysis/view/russias-manyinterests-in-syria

7

Donnely, J. (2013). Realism. In S. Burchill en A. Linklater (Ed.), Theories of international relations ed.) Verenigde Staten, New York: Palgrave macmillan.

Linklater, A. (2013). The English School. In S.Burchill en A. Linklater (Ed.), Theories of relations (5e ed.) Verenigde Staten, New York: Palgrave macmillan.

(5e

international

MacFarquhar, N., & Shadidfeb, A. (2012, 4 februari). Russia and China Block U.N. Action on Crisis in Syria. Geraadpleegd op 18 november, 2015, van http://www.nytimes.com/2012/02/05/world/middleeast/syria-homs-death-toll-said-torise.html

Poetin, V. (2013, 12 september). A Plea for Caution from Russia. Geraadpleegd op 23 november, 2015, van http://www.nytimes.com/2013/09/12/opinion/putin-plea-forcaution-from-russiaon-syria.html?_r=0

8...


Similar Free PDFs