Agogiek werkstuk interview en roos van leary 1 PDF

Title Agogiek werkstuk interview en roos van leary 1
Course Agogiek 2
Institution Arteveldehogeschool
Pages 14
File Size 778.2 KB
File Type PDF
Total Downloads 49
Total Views 124

Summary

taak voor 2 de semester...


Description

Werkstuk CV 2 – Agogiek 2020-2021

Naam: Docent: CV 2groep:

Orlando FRYNS Kaat Van de Moortele Groep B

Deel 1: Interview met een leraar (secundair onderwijs) 1. Voorbereidende opdrachten Bestudeer voorafgaand aan het interview deze opdracht en het sjabloon, evenals de theorie uit de hoofdstukken: ‘Mijn professionele identiteit als leraar’, ‘Luister- en gespreksvaardigheden’ Hieronder vind je vragen voor het interview. Breng deze waar mogelijk reeds in verband met de theorie. Bedenk vervolgens zelf nog vijf nieuwe vragen, gebaseerd op de theorie uit de syllabus, notities, oefeningen, bijlagen en/of actualiteit. Zorg ervoor dat je met jouw nieuwe vragen peilt naar de aspecten van het persoonlijk interpretatiekader en de basishoudingen van Rogers, waardoor je je werkstuk zinvol kan aanvullen. Vragen die je dient te stellen: 1. Waarom heb je voor onderwijs gekozen? 2. Omschrijf je job als leerkracht en maak hiervoor gebruik van een metafoor. 3. Wat zijn voor jou eigenschappen van een goede leerkracht? Noem er drie. 4. Omschrijf een uitdagende klassituatie. Vragen die je zelf bedenkt om tijdens het interview aan bod te laten komen (minstens vijf vragen): 5. Mocht je 1 ding veranderen aan de onderwijsmethode van vandaag kunnen veranderen, wat zou dit zijn? 6. Vind je jezelf een strenge of eerder een milde leerkracht? Waarom? 7. Hoe zou je omgaan met denigrerende opmerkingen van een leerling tegenover een mede-leerling? 8. Waarin verschilt jouw persoon die je thuis bent met de persoon die je voor de klas bent? 9. Ken je de leefsituaties van je leerlingen? 10.Geven je leerlingen jou soms een andere kijk op vooroordelen?

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 1

2. Het interview Je neemt het interview af aan de hand van je leidraad. Je past de vaardigheden rond actief luisteren toe. Je neemt het interview op (audio of video) en bewaart dit zorgvuldig. Je dient dit mee in met het werkstuk. Stel jezelf voor en licht het werkstuk toe. Verzamel de nodige identificatiegegevens van de leerkracht: 1. Voornaam: Geert 2. Geboortedatum: 3. Telefoonnummer: 0496415468 4. School: 5. Onderwijsvakken en onderwijsvorm: Neem het interview af aan de hand van je opgestelde interviewleidraad. Pas de vaardigheden rond actief luisteren toe. Stel zo nodig bijvragen tot je het gevoel hebt dat je het antwoord van de leerkracht volledig vat.

3. Verwerkingsopdrachten A. Opdracht persoonlijk interpretatiekader Ga in het interview op zoek naar drie verschillende aspecten van het persoonlijk interpretatiekader. Illustreer deze telkens met een ander citaat uit het interview. Beargumenteer op basis van de theorie waarom het gekozen citaat bij dat aspect van het persoonlijk interpretatiekader past. Aspect 1: Professioneel zelfbestaan - Beroepsmotivatie Citaat: Het lijkt een beetje cliché maar het is zo, het is eigenlijk altijd een beetje een roeping geweest. Dat was altijd al van jongsaf aan, mijn ouders hebben nog geprobeerd mij op andere gedachten te brengen, maar dat is niet gelukt. Argumentatie:

Aspect 2: Professioneel zelfbestaan - taakopvatting Citaat: Als leerkracht moet je een bezige bij zijn, altijd inventief zijn, op zoek gaan naar manieren om de les leuk aan te brengen, …, Altijd op zoek gaan naar geschikte lesvormen die de leerlingen boeien, …, naar ideale werkvormen, ideale aanknopingspunten, ideale interessepunten, … Argumentatie:

Aspect 3: Citaat: Argumentatie:

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 2

B. Opdracht basishoudingen Rogers Ga in het interview op zoek naar minstens twee basishoudingen van Rogers. Illustreer deze telkens met een ander citaat uit het interview. Beargumenteer op basis van de theorie waarom het gekozen citaat bij die basishouding van Rogers past. Basishouding 1: Citaat: Argumentatie:

Basishouding 2: Citaat: Argumentatie:

C. Opdracht luistervaardigheden

 Selecteer uit je interview één of meerdere fragment(en) waarin zo veel als mogelijk diverse luistervaardigheden aan bod komen. Typ dit fragment uit in de linkerkolom van de tabel in het sjabloon (ongeveer twee pagina’s). Vertaal waar nodig het interview naar Standaardnederlands. Structureer je tekst zodat de interviewer, leerkracht en luistervaardigheden duidelijk te onderscheiden zijn.  Benoem in de rechterkolom van het sjabloon alle luistervaardigheden die je toepaste tijdens het fragment. Zorg dat duidelijk wordt naar welke passage in de linkerkolom wordt verwezen.  Noteer voor drie van je tussenkomsten een alternatieve luistervaardigheid. Hoe had je anders kunnen tussenkomen tijdens het gesprek? Illustreer dit met een voorbeeld. Zorg ervoor dat deze alternatieve luistervaardigheden van elkaar verschillen en dat je alternatief ook een betere optie is dan je oorspronkelijk gekozen luistertechniek.

 Typ op de volgende 2 pagina’s je fragment uit.

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 3

Fragment uit je interview:

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 4

Luistervaardigheid en eventueel alternatief:

D. Opdracht gespreksvaardigheden Deze opdracht staat los van het interview. Probeer te denken aan een gebeurtenis of een situatie waarin je al lang iets wil zeggen aan iemand. Bijv. aan een vriend(in), aan je ouders, aan een docent… Dit mag gewoon een situatie zijn uit je dagelijkse leven. Schrijf de oorzaak van de situatie heel concreet uit: Wat is er precies gebeurd? Wat wil je vertellen? Waarom wil je Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 5

dat vertellen? Formuleer, volgens de drie basisregels van feedback geven, een gepaste feedback. Schrijf letterlijk uit wat jij precies zal zeggen. Situatie: In 2017 was ik aan het terugrijden van een fuif met een paar vrienden van Oostakker naar Gent. We moesten onderweg even stoppen omdat er een paar mensen dringend moesten plassen. Ze stapten af en verspreidden zich over het bos waar we naast aan het fietsen waren. Plots horen en zien we een politie combi die achter ons stopt. We wisten dat we in fout waren met wildplassen en wachtte geduldig af tot ze naar ons toekwamen. Ze stapten verontwaardigd naar ons toe en vroegen wat we precies aan het doen waren. We zeiden dat bepaalde mensen dringend moesten plassen en dat de weg naar huis nog een hele eind was. Ze wisten dat we van de fuif kwamen aangezien ze er al hele avond al moesten patrouilleren. Vervolgens vroegen ze naar onze identiteitskaarten en zei 1 politieagent zijn er hier buitenlanders bij en zonder dat we het echt beseffen zeggen we nee ondanks dat er een turkse jongen mee was die achter de boom wat verderop nog zat te plassen. Hij had de politie gezien en was aan het wachten tot ze weggingen. Toen zeiden de agenten: ‘ oké als er hier geen buitenlanders zijn mogen jullie vertrekken naar huis en zullen er geen sancties volgen’. Erna stapten ze terug naar de combi en reden rustig weg. Wij waren lichtjes aangeschoten maar begrepen als snel dat we geluk hadden dat onze turkse vriend wat verderop niet gekomen was of het was een ander verhaal. We vertelden wat er gebeurd was aan onze vriend die verontwaardigd opkeek en zei dat hij al vaker vormen van racisme heeft meegemaakt maar nog niet bij de politie zelf.

Feedback: We hebben dit verhaal nog niet doorverteld aan anderen mensen maar dit toont duidelijk aan dat zelfs in België nog steeds bepaalde vormen van racisme bestaat. Hoe de politieagent vroeg of er buitenlanders in onze groep waren en echt rondkeek om er 1 uit te halen zonder enige reden vond ik zeer raar want we waren allemaal in fout. En ons vervolgens zo lieten gaan bijna meteen nadat we zeiden dat we alleen met Belgen waren. Ik vind dit deprimerend om te horen dat er nog zoveel mensen zelfs in de politie nog steeds anders denken over buitenlanders. Onze turkse vriend zijn ‘missie’ is dan ook om racisme een halt toe te roepen en is nu zelf aan het studeren om politie agent te worden. Zodat anderen deze vorm van racisme hopelijk nooit moeten tegenkomen en dat iedereen gelijk behandeld wordt.

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 6

Deel 2: DE

INTERACTIEROOS VAN

LEARY

OPDRACHT 1: Analyseer de filmfragmenten Aan de hand van de inzichten van de roos van Leary analyseer je een filmfragment. Beantwoord hiervoor onderstaande vragen. Je kan kiezen uit 5 filmfragmenten, die je op Canvas kan terugvinden. Duid hier de titel van je gekozen filmfragment aan:  Filmfragment 1: Ina  Filmfragment 2: Olivier  Filmfragment 3: Nyncke  Filmfragment 4: B-stroom  Filmfragment 5: Coach Carter a. Welke twee interactieposities hanteert de leraar vooral? Benoem en motiveer grondig volgens de theoretische kenmerken van een interactiepositie, aangevuld met concrete verwijzingen naar het fragment. Interactiepositie 1: Boven-Samen Leidend Motivatie: non verbaal gedrag: De leerkracht staat rechtop met een energierijke houding voor de klas. Hij heeft oogcontact met alle leerlingen terwijl hij aan het praten is op een rustige maar krachtige manier. Hij duld ook zeker geen tegenspraak van de leerling die verwijten naar hem roept en gaat in gesprek met de leerling. De leerling

Interactiepositie 2: Motivatie:

b. Bespreek één interactiepositie die de leerling(en) hanteert/hanteren. Benoem en motiveer grondig volgens de theoretische kenmerken van een interactiepositie, aangevuld met concrete verwijzingen naar het fragment. Interactiepositie: Motivatie:

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 7

c. Welke twee tips zou je de leraar geven? Gebruik hiervoor de inzichten uit de roos van Leary (bijvoorbeeld: principes, impact op de groepssfeer). Tip 1: Motivatie:

Tip 2: Motivatie:

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 8

OPDRACHT 2: Mijn persoonlijke interactieroos De tweede opdracht m.b.t. de interactieroos van Leary bestaat uit 2 stappen: A. Interactieroos van jezelf B. Interactierozen vergelijken en bespreken

A. Interactieroos van jezelf Hoewel je gedrag beïnvloed wordt door de situatie, is er vaak wel een voorkeur te herkennen in jouw stijl van omgang met anderen. Door het beantwoorden van de vragen in de bijlage ‘Vragenlijst interactieroos Leary’ kun je op het spoor komen van je interpersoonlijke interactiestijl. Kleur in welke mate je bepaalde interactieposities gebruikt in:  interactie met je huisgenoten OF  in interactie met je vrienden of met jouw vriend/vriendin Op basis van de scores in de scoretabel (zie bijlage) kleur je vanuit het middelpunt van de cirkel naar de buitenkant: (zie instructiefilmpje op Canvas)   

niet ingekleurd = deze interactiepositie gebruik ik niet (score = 0) volledig ingekleurd = deze interactiepositie gebruik ik uitermate veel (score = 8) tussenin inkleuren = ik kleur in in welke mate ik deze interactiepositie gebruik

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 9

1. Welke interactiepositie gebruik je veel en graag? Motiveer a.d.h.v. de theorie van de roos van Leary (gebruik begrippen zoals zelfdefinitie, relatiewens…)

2. Welke interactiepositie gebruik je veel, maar zou je wat minder willen gebruiken?

3. Welke interactiepositie gebruik je weinig of niet, maar zou je wat vaker willen gebruiken? Koppel jouw antwoord aan de theorie van Leary.

B. Interactieroos vergelijken 

Je bezorgt de vragenlijst in de bijlage aan de andere (je huisgenoot, een vriend of je partner).



Je berekent de score bij de verschillende interactieposities (zie scoretabel in de bijlage). Je kleurt in welke mate jij bepaalde interactieposities gebruikt volgens je huisgenoot, een vriend of je partner. Je beantwoordt onderstaande vragen.

 

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 10

1. Welke interactiepositie gebruik jij veel en graag volgens je huisgenoot?

2. Welke interactiepositie gebruik jij weinig volgens je huisgenoot?

3. Leg de ingekleurde schema’s samen. Neem de tijd om deze rustig te bekijken. Vergelijk de verschillende interactieposities. Wat besluit je hieruit? (Waarin verschillen ze? Waarin zijn ze hetzelfde?)

4. Ga tenslotte bij jezelf na welke interactiepositie je meer zou willen gebruiken en motiveer je besluit (= Wat hoop je hiermee te bereiken? Met welk doel?).

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 11

Bijlage: Vragenlijst roos van Leary

(Vane,

1

2007)

1. Lees onderstaande stellingen en markeer de stellingen die van toepassing zijn op jou. 1 Kan opdrachten geven. 2 Kan voor mezelf zorgen. 3 Reageert hartelijk en met begrip. 4 Bewondert en imiteert anderen. 5 Is het met iedereen eens. 6 Schaamt zich voor zichzelf. 7 Is erg bezorgd om bevestiging te krijgen. 8 Geeft altijd advies. 9 Reageert verbitterd. 10 Reageert vanuit een ruim hart en ben onbaatzuchtig. 11 Doet opschepperig. 12 Is zakelijk. 13 Kan streng zijn wanneer dat nodig is. 14 Reageert koud en zonder gevoel. 15 Kan klagen wanneer dat nodig is. 16 Is samenwerkingsgezind. 17 Is klagerig. 18 Is kritisch ten opzichte van anderen. 19 Is gehoorzaam. 20 Reageert wreed en onhartelijk. 21 Voelt zich afhankelijk. 22 Is dictatoriaal. 23 Is dominerend. 24 Is er sterk op uit om met anderen goed overweg te kunnen. 25 Moedigt anderen aan. 26 Heeft er plezier in voor anderen te zorgen. 27 Is vastberaden maar rechtvaardig. 28 Reageert aan één stuk door vriendelijk. 29 Reageert mild op een fout. 30 Is een goede leider. 31 Reageert dankbaar. 32 Is behulpzaam. 33 Kan fouten van anderen niet verdragen.

34 Stelt zich onafhankelijk op. 35 Houdt van verantwoordelijkheid. 36 Heeft een gebrek aan zelfvertrouwen. 37 Laat anderen besluiten nemen. 38 Vindt iedereen aardig. 39 Houdt ervan om verzorgd te worden. 40 Is baas over anderen. 41 Is zachtmoedig. 42 Stelt zich bescheiden op. 43 Gehoorzaamt te bereidwillig. 44 Is heel beschermend. 45 Reageert vaak onvriendelijk. 46 Wordt door anderen gerespecteerd. 47 Rebelleert tegen van alles. 48 Reageert gepikeerd wanneer een ander de baas over hem/haar speelt. 49 Is assertief en vertrouwt op zichzelf. 50 Is sarcastisch. 51 Is verlegen. 52 Is egoïstisch. 53 Is sceptisch (twijfelzuchtig). 54 Is open en direct. 55 Is koppig. 56 Is gemakkelijk te beïnvloeden door anderen. 57 Denkt slechts aan zichzelf. 58 Is te toegeeflijk ten opzichte van anderen. 59 Is lichtgeraakt en makkelijk gekwetst. 60 Probeert iedereen te troosten en te bemoedigen. 61 Geeft gewoonlijk toe. 62 Reageert vol respect op gezag. 63 Wil dat iedereen hem/haar sympathiek vindt. 64 Zal iedereen geloven

1 Deze vragenlijst is geherformuleerd en gebaseerd op: Sjaak Vane (2007). Werken met de Roos van Leary. Zicht op communicatieve stijlen binnen social work. Soest: Nelissen. 55 p. Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 12

2.Scoretabel: In de tabel staat welke zinnen bij welk van de acht interactieposities hoort. -

Markeer de getallen van de stellingen die jij in de vragenlijst hebt aangeduid. Tel aan de hand van deze sleutel op hoeveel zinnen u van elk gedragstype heeft gemarkeerd. Dat is uw score per type. Je kan dus max. een 8 scoren per interactiepositie. Aan de hand van deze scores kan je je interactieroos inkleuren.(zie instructiefilmpje op Canvas)

Zelf ingevulde vragenlijst Bijbehorende stellingen Gedragstype

BS: Leidend

1

8

22 23

SB: Helpend

10

25

26 29

SO: Steunend

3

5

16 24

OS: Volgend

4

7

21 31

6

19

36 41

9

15

17 47

13

18

20 27

2

11

12 14

OT: Teruggetrokken

TO: Opstandig TB: Eisend BT: Zich tonend

3 0 3 2 2 8 3 7 4 2 4 8 3 3 3 4

35 44 38 39 43 53 45 49

Je score 4 0 5 8 5 6 6 2 5 1 5 5 5 0 5 2

46 60 63 64 61 59 54 57

Vragenlijst ingevuld door huisgenoot, vriend(in) of partner Bijbehorende stellingen Je Gedragstype score 3 4 1 8 22 23 46 35 BS: Leidend 0 0 3 5 10 25 26 29 60 44 SB: Helpend 8 2 5 2 SO: Steunend 3 5 16 24 8 38 6 63 6 3 39 4 7 21 31 64 OS: Volgend 7 2 6 19 36 41 4 43 5 61 OT: 2 1 Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 13

Teruggetrokken

TO: Opstandig TB: Eisend BT: Zich tonend

9

15

17 47

13

18

20 27

2

11

12 14

Werkstuk CV2 Agogiek 2020-2021 14

4 8 3 3 3 4

53 45 49

5 5 5 0 5 2

59 54 57...


Similar Free PDFs