Samenvatting verhalen kinderbijbel PDF

Title Samenvatting verhalen kinderbijbel
Course Godsdienst
Institution Arteveldehogeschool
Pages 9
File Size 151.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 6
Total Views 125

Summary

Samenvatting kinderbijbel Hosanna (eerste testament)...


Description

Verhalen uit de bijbel (samenvattingen) Oude testament ABRAHAM Abraham gaat een verbond aan met God. Sara is onvruchtbaar maar wil Abraham kind geven. Ze laat abraham een tweede vrouw hebben en haar zwanger maken: Hagar. Hagar en Abraham krijgen een kind: Ismaël. Jaren later krijgen Abraham en Sara bezoek van drie mannen. Een man verzekerd Sara ervan dat ze volgend jaar een zoon zal hebben. Een jaar later bevalt ze van een zoon: Isaak. Eliëzer en zijn zoon Dan gaan op zoek naar een vrouw voor Isaak. Sara is nu een jaar dood. De vrouw (Rebekka) wordt door God aangeduid als beste voor Isaak. JAKOB Isaak en Rebekka hebben twee zonen: Jakob en Esau. Esau is de oudste (krijgt de zegen van God) en trekt het meest met Isaak op, maar Rebekka houdt het meest van Jakob. Op een dag ruilt Esau het eerstgeboorterecht voor een kom soep van Jakob. Isaak beschouwt Esau nog altijd als zijn oudste zoon, ookal heeft Jakob nu het eerstgeboorterecht. Isaak wil zijn zegen doorgeven en laat Esau eerst op jacht gaan. Rebekka laat Jakob een dier slachten en laat Jakob de kleren van Esau aantrekken. Isaak heeft niets door en geeft de zegen: het verbond van God door aan Jakob. Esau komt erachter en Jakob vlucht weg naar de broer van Rebekka (Laban) LEA EN RACHEL Laban heeft twee dochters: Lea en Rachel. Jakob gaat 7 jaar bij Laban werken. Jakob wil met Rachel trouwen maar op de dag van het huwelijk staat Lea onder de sluier (de jongste van een gezin moet met de jongste van een gezin trouwen). Jakob wil ook met Rachel trouwen dus gaat hij nog eens 7 jaar voor Laban werken. Jakob heeft twee vrouwen. Lea heeft ondertussen 3 kinderen met Jakob. Rachel is onvruchtbaar. Na vele jaren keert Jakob terug naar zijn land. Hij krijgt een nieuwe naam: Israël (= God strijdt). Want de nacht voor hij zijn broer Esau terug zou zijn had hij het gevoel dat hij met God had gevochten. Zijn broer, Esau is tegen de verwachtingen van Jakob in, gelukkig om zijn broer terug te zien. JOZEF Éen van de 12 kinderen van Jakob. Zijn lievelingszoon. Jozef krijgt rare dromen. Jakob schenkt Jozef een jas met allemaal verschillende kleuren. De broers van Jozef hebben een afkeer van Jozef en verkopen hem als slaaf in Egypte. In Egypte werkt Jozef voor de farao: Potifar. De vrouw van Potifar wordt verliefd op Jozef en probeert hem te verleiden. Jozef wijst haar af en ze beschuldigt Jozef ervan haar verkracht te hebben. Jozef belandt in de gevangenis. Daar ontrafelt hij enkele dromen van twee gevangenen.

1

De ene gevangene wordt vrijgelaten. Jaren gaan voorbij. De farao bij wie de gevangene werkt krijgt rare dromen. De gevangene herinnert zich Jozef. Jozef wordt vrijgelaten door de farao en ontrafelt de dromen van de farao (hongersnood). De farao laat Jozef helpen. Jozef en zijn vrouw Asnat krijgen 2 zonen. Er is hongersnood en de broers komen naar Egypte om graan te kopen. Jozef vertelt wie hij is en zijn vader Jakob en broers komen in Egypte wonen. Jakob sterft jaren later. MOZES Met Pesach herdenken de Joden de Bevrijding van hun Volk uit Egypte. Dit komt door het volgende verhaal: het Joodse volk werkte in Egypte als slaven. Ze moesten daar hard werken aan de gebouwen van de farao. Tot overmaat van ramp gaf de farao het bevel, dat alle pasgeboren Joodse jongetjes moesten worden gedood. Om haar kind voor dit lot te behoeden, verborg een vrouw haar baby in het riet aan de oever van de Nijl. De baby werd gevonden door de dochter van de farao die hem adopteerde en Mozes noemde. Hij groeide in het paleis van de farao op. Toen hij als jongeman zich onder de Joodse slaven begaf, voelde hij zich op mysterieuze wijze verwant met hen. En als hij besluit bij hen te blijven verschijnt God aan hem als brandende braamstruik. Hij droeg Mozes op dit volk, Zijn Volk, naar hun vrijheid te leiden. Mozes probeerde de farao te overtuigen, zonder resultaat. Toen riep Mozes de tien plagen over Egypte af. De plagen vernietigen het rijkdom van het Egyptische Rijk. De tiende plaag doodt alle eerstgeborenen van de Egyptenaren, maar slaat de Joden over. Hier komt de naam "Pesach" vandaan, wat "overslaan" betekent. De farao liet na de tiende plaag het Joodse volk gaan en zij vluchtten de woestijn in. De Joden moesten snel vertrekken waardoor ze geen tijd hadden gehad om het brood te laten rijzen en ze het ongerezen brood moesten eten. (Deze bevrijding uit Egypte herdenken de Joden met Pesach. Ze herdenken het Overslaan en eten Matses: het Ongerezen Brood). Jarenlang trokken Mozes en de Joden rond. God liet Mozes op een berg klimmen van waar hij het hele Beloofde Land kon zien. Toen hij weer beneden was, verdeelde hij het land onder de verschillende families van het volk. Niet lang daarna stierf hij.

RUTH https://www.youtube.com/watch?v=Y9xQY7UjTFI

SAMUËL Toen Samuël een kleuter was, hadden zijn ouders hem bij Eli gebracht. Dat hadden ze lang geleden beloofd. Zijn moeder wilde graag kinderen, maar jaar na haar werd ze niet zwanger. Toen had ze god in Sili gesmeekt om een kind en ze had beloofd om dat kind af te staan aan het heiligdom.

2

Samuel hoort paar keer een stem zijn naam roepen: het is God. Samuel is de nieuw profeet van God. God vraagt hem zijn volk te helpen. Het volk wil een koning, niet God. SAUL Samuel komt Saul tegen en maakt van hem een koning voor het volk. Saul doet niet wat God hem vraagt. Samuel is boos en teleurgesteld in hem. God verwerpt Saul als koning van Israël. Saul wordt zelf koning.

DAVID David is een jonge herdersjongen die op een dag zomaar tot koning wordt gezalfd. God kiest hém uit. Saul is op dat moment koning over Israël. David wordt bekend bij Saul doordat hij de reus Goliath verslaat; een reusachtige militair die een heel leger bang weet te maken. (Zo wordt duidelijk dat je in je zwakheid sterk bent, als je vertrouwt op God) David is ineens ontzettend populair bij het volk. Hij wordt legeraanvoerder onder koning Saul. Saul wordt bang van hem. Hij merkt dat de geest van God wel bij David is, maar niet bij hemzelf. Daarom wil hij hem vermoorden. Zo wordt hij ineens een vluchteling. Steeds weet David te ontkomen. Op een dag heeft hij de mogelijkheid om Saul te doden, maar dat doet hij niet. Hij snijdt een stuk van zijn mantel en bewijst dit zo aan Saul. Saul heeft nu respect voor David en zal hem niet meer proberen doden. Saul sneuvelt in de oorlog met de Filistijnen en David wordt koning. Hij brengt de ark naar zijn stad. Hij wil in de aanwezigheid van God wonen.

DAVID EN BATSEBA Als David ouder wordt, maakt hij een grote fout. Hij weet dat het verkeerd is om iets te nemen wat van een ander is. Maar op een avond ziet hij vanaf het dak van zijn paleis een heel mooie vrouw. Zij heet Bathséba. Zij is de vrouw van Uría, één van Davids soldaten. David wil Bathséba zo graag hebben dat hij haar naar zijn paleis laat brengen. Haar man is weg. Hij vecht in het leger. David slaapt bij haar en later merkt zij dat zij een baby verwacht. David maakt zich hier erg bezorgd over en stuurt een bericht aan zijn legeroverste Joab om Uría vooraan in het gevecht te plaatsen, zodat hij gedood zal worden. Zodra Uría dood is, trouwt David met Bathséba.

3

PROFEET NATHAN God is erg boos op David. Daarom stuurt hij zijn dienaar Nathan om hem op zijn zonden te wijzen. Hier zie je hoe Nathan met David spreekt. David heeft veel spijt van wat hij gedaan heeft en daarom brengt God hem niet ter dood, maar hij zegt wel: ’Omdat je deze slechte dingen hebt gedaan, zal er veel ellende over je huis komen.’ En wat een ellende overkomt David! Eerst sterft Bathséba’s zoon. Dan dwingt Davids eerstgeboren zoon Amnon zijn zuster Tamar om bij hem te slapen als hij met haar alleen is. Davids zoon Absalom is daarover zo boos dat hij Amnon doodt. Later wint Absalom de gunst van velen van het volk en laat zich tot koning uitroepen. Ten slotte wint David de strijd tegen Absalom, en Absalom wordt gedood. Ja, David heeft erg veel moeilijkheden. Intussen krijgt Bathséba weer een zoon, die Salomo wordt genoemd. Als David oud en ziek is, probeert zijn zoon Adonia zich tot koning te laten uitroepen. Dan laat David de priester Zadok olie over Salomo’s hoofd gieten om te tonen dat Salomo koning zal zijn. Kort daarna sterft David

KONING SALOMO SALOMO is nog maar een tiener als hij koning wordt. Hij heeft God lief en volgt alle goede raad van zijn vader David op. God is tevreden over Salomo en daarom zegt hij op een nacht in een droom tegen hem: ’Salomo, wat zou je nu graag van mij willen hebben?’ Dan antwoordt Salomo: ’Jehovah, mijn God, ik ben nog erg jong en ik weet niet hoe ik moet regeren. Geef mij daarom wijsheid om uw volk goed te regeren.’ God is blij dat Salomo dit vraagt. Daarom zegt hij: ’Omdat je om wijsheid hebt gevraagd en niet om een lang leven of rijkdom, zal ik je meer wijsheid geven dan iemand ooit heeft gehad. Maar ik zal je ook geven waar je niet om hebt gevraagd: rijkdom en eer.’ Korte tijd later komen er twee vrouwen bij Salomo met een groot probleem. ’Deze vrouw en ik wonen in hetzelfde huis’, zegt de ene. ’Ik heb een zoontje gekregen en twee dagen later kreeg ook zij een zoontje. Op een nacht stierf haar baby. Maar terwijl ik sliep, legde zij haar dode kind bij mij en nam mijn baby weg. Toen ik wakker werd en naar het dode kind keek, zag ik dat het niet mijn kind was.’ Dan zegt de andere vrouw: ’Nee! Het levende kind is van mij en het dode is van haar!’ De eerste vrouw antwoordt: ’Nee! Het dode kind is van jou en het levende is van mij!’ Zo spreken de vrouwen elkaar tegen. Wat zal Salomo doen? Hij laat een zwaard halen en zegt dan: ’Snijd het levende kind in tweeën en geef ieder een helft.’ ’Nee!’ schreeuwt de echte moeder. ’Doe dat alstublieft niet. Geef het dan maar aan haar!’ Maar de andere vrouw zegt: ’Geef het aan geen van ons beiden; snijd het maar in tweeën.’ Ten slotte zegt Salomo: ’Dood het kind niet! Geef het aan de eerste vrouw. Zij is de echte moeder.’ Salomo weet dit omdat de echte moeder zoveel van de baby houdt dat zij bereid is hem aan de andere vrouw te geven om zijn leven te sparen. Als de Israëlieten horen hoe Salomo dit probleem heeft opgelost, zijn zij verheugd dat zij zo’n wijze koning hebben.

4

ELIA Samenvatting/filmpje DE SCHEPPINGSVERHALEN In het eerste scheppingsverhaal maakt God de aarde in 7 dagen. Elke dag creëert hij een deel. De zevende dag is ingezet als de laatste dag en tevens ook een rustdag omdat dit de dag is dat men kan genieten van de gemaakte wereld. In het tweede scheppingsverhaal schiep God de hemel en aarde, maar was er op de hele aarde nog geen plant of struik opgeschoten, want het had nog niet geregend en er waren nog geen mensen om de aarde te bewerken. Uit de aardbodem maakte Hij de mens en plantte een tuin in Eden in het oosten. In het midden stond de boom des levens en er groeide ook een boom van de kennis van goed en kwaad. Hij zette de mens in de tuin en verbood hem te eten van de boom van kennis van goed en kwaad. God vond het niet goed dat de man alleen zou blijven en wilde een helper voor hem maken. Daarom maakte God alle in het wild levende dieren en vogels. De mens kreeg als taak alle dieren een naam te geven, dus God bracht alle dieren voor de mens, maar een helper vond deze niet. Daarom liet God de mens in een diepe slaap vallen, nam een rib weg en bouwde daarvan een vrouw. De mens herkende haar als 'zijn eigen gebeente en zijn eigen vlees'. De man en vrouw waren naakt, maar schaamden zich niet.

KAÏN EN ABEL Zonen van de eerste mens en zijn vrouw. Kregen ruzie. Kaïn sloeg Abel morsdood. Kaïn werd vervloekt en moet rondzwerven op de aarde. De eerste mens en zijn vrouw kregen nog een zoon: Set. Een nieuw begin voor God en de mens. DE ZONVLOED, NOACH God zag hoeveel mensen elkaar kwaad deden en dat deed hem verdriet. Hij was van plan om alles te verwoesten en opnieuw te beginnen. Maar er was één man met zijn gezin die hij wilde sparen. Hij gaf hem de opdracht een grote boot te bouwen. Noach moest ervoor zorgen dat hij van elke diersoort een mannetje en een vrouwtje meenam. Vervolgens zette God de wereld onder water. Toen het terug droog was kwamen ze uit de boot. Er verscheen een reusachtige regenboog. God zei: “dit is mijn regenboog. Het is een brug tussen mij en de mensen. Nooit meer zal ik de aarde verwoesten. Jullie horen voor altijd bij mij, wat er ook gebeurt.

5

DE TOREN VAN BABEL In het begin spraken alle mensen dezelfde taal. Ze besloten een hoge toren te bouwen. Eentje die tot in de hemel zou reiken. De mensen kregen ruzie. De een wilde iets heel anders dan de ander. Ze begrepen niet meer wat de ander bedoelde. Ze begonnen met elkaar te schelden en de woorden die ze gebruikten leken steeds minder op elkaar. De bouw van de toren werd stopgezet en de mensen verspreidden zich over de hele aarde.

JONA Profeet. Krijgt de oprdracht om naar Nineve te gaan en te verkondigen dat de stad zal verwoest worden omdat ze egoïstisch zijn en altijd ruzie maken. Jona wil niet en gaat de andere kant uit. Er is een storm en de mannen gooien Jona overboord: hij is de schuldige van de storm. Jona komt in de buin van een vis terecht. Na enkele dagen vraagt God het hem opnieuw. Hij gaat naar de stad en verkondigt daar de boodschap. Alle inwoners beginnen te bidden tot God en vragen vergeving. De stad wordt niet verwoest.

DANIËL Daniël was een man van grote wijsheid en innige vroomheid. Hij werd door Nebukadnezar tot stadhouder van Babel benoemd, en hij was onder Darius de Meder de eerste in het koninkrijk, welke waardigheid hij ook nog enige tijd behield onder Kores (Cyrus), de koning van Perzië. Hij trad op in het eind van de 7e eeuw vóór Chr. In de eerste helft van de 6e eeuw vóór Chr. is hij te midden van de heidense wereld en aan het machtigste hof tot een getuige gesteld van de Naam van Jahweh, en voor het volk van de joden, dat enkele jaren na hem ook naar Babel werd weggevoerd, om een profeet te zijn van de grote daden Gods, die aanstaande waren. Darius de Meder stelde over zijn rijk 120 stadhouders aan en over hen drie vorsten, van wie Daniël de eerste was. Daniël overtrof hen, omdat een voortreffelijker geest in hem was. Toen de koning hem daarom dacht te stellen over heel zijn koninkrijk, beraamden zij een plan om Daniël ten val te brengen. Ze misleidden koning Darius en lieten hem een wet uitvaardigen, op grond waarvan zij Daniël konden aanklagen. Daniël was gewoon drie maal daags tot zijn God te bidden. Volgens de nieuwe wet, die onherroepelijk was, mocht niemand gedurende 30 dagen iets aan een god of mens vragen, dan alleen aan de koning. Een overtreder moest in een kuil met leeuwen geworpen worden. Darius werd van Daniëls gebedsgewoonte op de hoogte gesteld en zag zich tot zijn grote verdriet genoodzaakt Daniël in de leeuwenkuil te laten werpen. De kuil werd daarna met een steen afgesloten en tevens verzegeld. De koning Darius kon er niet van slapen, omdat hij Daniël graag hadden willen behouden. Een wet van de Meden en de Perzen was echter onherroepelijk. De volgende dag stond Darius vroeg op en ging met haast naar de leeuwenkuil. Tot zijn opperste verbazing was Daniël niets overkomen, de leeuwen hadden hem met rust gelaten. Daniël, door zijn God bewaard, mocht weer uit de kuil komen. Hierop gaf Darius bevel dat allen in zijn koninkrijk de God van Daniël zouden vrezen. JUDITH

6

Het verhaal van Judith speelt zich af ten tijde van de Assyrische koning Neboekadnezar (Nabuchodonosor). Deze is zeer gericht op expansie van zijn rijk en heeft zijn wrede legeroverste Holofernes opdracht gegeven de stad Bethulië (Betulia) te veroveren. Tijdens de belegering wordt de watertoevoer van de Israëlitische stad afgesneden, en overweegt de leider overgave. Judith, een schone en vrome weduwe, besluit in verzet te komen. Ze trekt haar mooiste kleren aan en weet bij Holofernes te komen door de Assyrische wachten te vertellen dat ze hem kan wijzen hoe de stad te veroveren. Holofernes, betoverd door haar schoonheid, laat Judith in zijn tent komen, waarop zij zijn hoofd afhakt. Met het hoofd in een zak keert ze terug naar Bethulië. De Assyriërs geraken geheel in verwarring door de moord op hun leider en worden met gemak door de Hebreeuwen verjaagd.

ESTER Ester was een mooi meisje. Ze woonde in Perzië omdat haar grootvader daar als gevangene was terechtgekomen. Omdat haar beide ouders gestorven waren werd ze opgevoed door haar oom Mordechai, die werkte voor koning Ahasveros. Die koning was gehuwd met Wasti. Maar hij verstootte haar, toen ze tijdens een feest ruzie kregen. Omdat de koning een nieuwe koningin wou, liet hij zijn dienaars de mooiste meisjes van zijn rijk zoeken. Ester werd gekozen en werd de nieuwe koningin. Maar niemand wist dat ze joods was, ook de koning niet. Op een dag hoorde Mordechai, de oom van Ester, twee hovelingen die een aanslag tegen de koning planden. Hij waarschuwde Ester. Die zei het aan de koning. Toen de koning dat hoorde, werd hij woedend en liet de twee doden. 'Schrijf dat in de boeken en zet er de naam van die Mordechai bij', zei de koning tegen zijn secretarissen. 'Zo vergeten we nooit wat er gebeurd is.' Intussen benoemde koning Ahasveros Haman tot zijn eerste minister. Die eiste dat iedereen voor hem zou knielen, maar dat deed Mordekai niet. Hij is een jood, hij knielt alleen voor God. Haman was woedend en liet een wet maken waarin stond dat het hele Joodse volk moest gedood worden op de dertiende dag van de twaalfde maand, een datum die door het lot bepaald werd. Toen Mordekai dat hoorde probeerde hij Ester ervan te overtuigen om haar volk te redden. Op risico van haar leven ging ze ongevraagd naar de koning en nodigde hem en Haman uit om bij haar te komen eten. - Ester, waar kan ik jou een plezier mee doen? vroeg de koning toen ze aan het eten waren. - Dat weet ik niet zomaar. Maar ik nodig jullie graag uit om morgen weer bij mij te komen eten. Haman was enthousiast: hij werd al twee keer door de koningin te eten gevraagd! Intussen bleef hij zich ergeren aan Mordekai, die maar niet voor hem wilde knielen. Daarom liet hij een paal gereed maken om Mordekai aan op te hangen. De volgende dag wilde hij aan de koning vragen om het vonnis goed te keuren. Die nacht kon de koning maar niet slapen. Hij liet iemand komen om voor te lezen uit de boeken waarin hij belangrijke feiten liet opschrijven. Zo werd hij eraan herinnerd dat Mordekai een tijd geleden een aanslag had verijdeld en daarvoor nooit beloond werd. - Dat moet ik goed maken, dacht de koning. 's Morgens kwam Haman bij de koning om de goedkeuring te vragen voor het doodvonnis van Mordekai. Maar voor hij iets kon zeggen, nam de koning het woord: - Haman, ik wil iemand eren. Hoe kan ik dat het best doen? - Met

7

een eretocht in de stad. Haman dacht dat de koning hém wilde eren en dat was wat hij het liefste wou. - Heel goed, zei de koning, organiseer jij een eretocht voor Mordekai? Haman beet heel hard op zijn lippen. 's Avonds gingen de koning en Haman voor de tweede keer eten bij Ester. - Ester, waar kan ik jou een plezier mee doen? vroeg de koning weer. - Weet je, mijn beste koning, mijn leven is in gevaar en ook dat van mijn volk. - Dat kan toch niet Ester! Wie wil nu zoiets? - Haman wil dit, zei Ester stil. Toen begreep de koning dat Ester een joodse was. Hij liet Haman ophangen aan de paal die hij voor Mordekai had bedoeld en benoemde Mordekai als eerste minister in plaats van Haman. Toen de andere Joden in het land hoorden dat ze niet meer met de dood bedreigd werden, begonnen ze te dansen en te feesten. Tot vandaag vieren de joden deze redding tijdens Poerim, een heel vrolijk feest in het vroege voorjaar.

8

9...


Similar Free PDFs