Samenvatting - Botweefsel PDF

Title Samenvatting - Botweefsel
Author Leen Ameryckx
Course Inleiding in de Kinesiologie
Institution Universiteit Hasselt
Pages 10
File Size 836.8 KB
File Type PDF
Total Downloads 43
Total Views 145

Summary

Botweefsel
...


Description

Botweefsel 





Gespecialiseerde vorm van BW o Kan grote trekkrachten weerstaan o Drukbestendig Één v/d hardste substanties in ons lichaam: o 30% collageen o 60% kalkzouten o 10% water, cellen, BV Sterk dynamisch (ook in volwassen toestand) o Remodellering oiv druk- en trekkrachten o Door afbraak & opbouw van botweefsel

Functies:     

Ondersteuning weke delen Bescherming organen Vormt een systeem van hefbomen: krachten van spieren overbrengen op beenderen en omzetten in bewegingen Vomt een mergholte met BM, waarin bloedcellen aangemaakt worden Fungeert als enorm reservoir voor mineralen (90% v/d calciumvoorraad)

4 soorten bot: lang bot, plat bot, onregelmatig bot en korte beenderen Compact en spongieus beenweefsel:  

Compact bot: massief, zonder zichtbare holten en gelegen in de diafyse Spongieus bot: netwerk van botbalkjes (trabeculae), waartussen holten en gelegen in de epifysen

Periost & endost 

Periost: buitenste beenvlies (dikste laag) – Aanhechting spieren via pezen – Isoleert het bot v/d aangrenzende weefsel – Sterk gevasculariseerd: voeding v/h bot + aanleveren osteoblasten – Speelt een rol bij de groei en het herstel van beenderen



Endost: binnenste beenvlies (dunste laag)

– – –

Bekleding mergholte Sterk gevasculariseerd: voeding v/h bot + aanleveren osteoblasten Actief tijdens de botgroei en bij herstel of remodellering

Microscopische kenmerken van beenweefsel  Bot is samengesteld uit cellen en verkalkte intercellulaire matrix (de bot- of beenmatrix) Er zijn 4 typen botcellen te onderscheiden:    

Osteoblasten: botvormende cellen Osteocyten: volwassen botcellen Osteoclasten: botafbrekende cellen Osteoprogenitor cellen: stamcellen!

Osteoblast  ontstaan uit de osteoprogenitor cellen 



Verantwoordelijk voor de vorming van nieuw beenweefsel (osteogenese): o Synthetiseren de organische bestanddelen van de botmatrix o Produceren collageen o Bevorderen de afzetting van calciumzouten in de organische matrix Differentieert tot osteocyt, als hij volledig ingesloten raakt

Osteocyt  Volwassen botcellen. Ze ontstaan door rijping uit osteoblasten.   

Liggen in de lacunae van de verkalkte botmatrix Maken contact met elkaar via lange celuitlopers, in canaliculi Produceren stoffen die noodzakelijk zijn om de botmatrix in stand te houden; helpen bij botherstel

Osteoclast Grote, onregelmatig gevormde, meerkernige cellen en ze ontstaan door fusie van éénkernige voorlopercellen, afkomstig uit het BM Functie: Vrij beweeglijke cellen, die bot kunnen afbreken (osteolyse of botresorptie) → Lacune van Howship

Periost

Buitenste vezelige laag: vezels van Sharpey! Binnenste cellulaire laag: Veel Bloedvaten en Osteoprogenitorcellen

Endost Veel dunnere laag van Bindweefsel Bestaat voornamelijk uit osteoprogenitorcellen

Soorten beenweefsel Compact en spongieus beenweefsel: Microscopisch dezelfde lamellaire opbouw: 1. Botcellen (osteocyten) in kleine groepjes (lacunae) 2. Dunne laagjes gecalcifeerde matrix (lamellae) 3. Canaliculi: – Uitlopers osteocyten – Onderlinge verbinding lacunae, BV

Figuur 1 Spongieus bot

Figuur 2 Compact bot

Primair en secundair beenweefsel: Primair beenweefsel: • ‘onrijpe’ vorm (embryonaal, bij herstel na fracturen, schedelnaden, tandalveolen) • Grote hoeveelheden collagene vezels in allerlei richtingen (gevlochten of plexiform beenweefsel) • Laag gehalte aan mineralen

Secundair beenweefsel:

• • •

‘rijpe’ vorm van beenweefsel Evenwijdige ragnschikking collagene vezels in parallele of concentrische lamellae (lamellair beenweefsel) Rond een centrale holte (BV, zenuwen, los BW): osteonkanaal of kanaal van Havers

Vergelijking van kraakbeen en beenweefsel:

Histogenese Intramembraneuze of (en)desmale verbening Ontstaat direct vanuit het bindweefsel in de vorm van een band (desmos) • •



Stamcellen (mesenhcymcellen) differentiëren in osteoblasten Produceert spongieus botweefsel, daarna dicht botweefsel Vormt platte schedelbotten, onderkaak, sleutelbeen

Endochondrale verbening

Indirect vanuit kraakbeen (chondros); KB wordt vervangen door bot (5 stappen!)  de meeste botten  Vervanging begint in het midden (diafyse)  Vervanging gaat door in de uiteinden (epifysen)  Eerst vorming ‘beenmanchet’ (= desmale verbening)!!  Terwijl het bot langer wordt, wordt ook de diameter bij de buitenste omtrek groter  diktegroei of appositionele botgroei

Appositionele botvorming = diktegroei Appositionele groei wordt veroorzaakt door osteoblasten die vlak onder het periost en dus rondom het bot liggen. In het centrum van de beenderen, meer richting de mergholte breken osteoclasten botweefsel af.

Bot(re)modellering Behoeften voor een normale botgroei • •

• •

Voortdurende aanvoer van mineralen: vnl. calcium + fosfaat Vitamine D3 (cholecalciferol) o Bronnen  Absorptie (GI-tractus) door Voeding (vis, lever, …): vetoplosbaar (!) of Voedingssupplementen  Gevormd door de cellen v/d epidermis  Stratum spinosum + stratum germinativum  oiv UV-straling! o Via lever naar nieren o Omzetting in CALCITRIOL o stimulatie GI-absorptie calciumen fosfaationen Vitamine A en Vitamine C Hormonen o Groeihormoon (GH) o Schildklierhormoon (thyroxine) o Geslachtshormonen (testosteron) o Parathormoon of PTH (bijschildklieren) o Calcitonine (schildklier) tegenwerking

Herstel van een botbreuk  osteoblasten zullen zich binden op de breuk en zo botweefsel aanmaken en aan de andere kant van de breuk zullen er osteoclasten zich binden en zo botweefsel afbreken.

Pezen en ligamenten  dens geordend fibrocollageneus bindweefsel Pezen: bevestiging uiteinden spieren aan bot • • • •

zeer grote trekkracht bevatten weinig bloedvaten (‘wit’) bevatten GEEN elastische vezels (niet-elastisch!) indien mechanisch conflict (‘frictie’) met onderliggend bot: vaginae synovialis

Ligamenten: verbinden de articulerende botten met elkaar • • • • •

fibreuze verdikkingen v/d capsula articularis ‘schokdempers’ stevig en buigzaam bevaten elastische vezels (>< peesweefsel) NIET uitrekbaar → “Een verrekt ligament veroorzaakt verstuiking”

Botverbindingen

De ‘traditionele’ functionele indeling van de synoviale gewrichten Non-axiale gewrichten Glijdend/vlak gewricht en kan als bewegingen: translaties, (rotaties) uitvoeren

Uni-axiale gewrichten Rotatie rond één as en translatie is mogelijk, maar wordt sterk beperkt door ligamenten. 2 soorten: 1. Scharniergewricht: convex/cilindrisch gewrichtsvlak (kop’) past in concaaf gewrichtsvlak (‘kom’) Bewegingen: flexie (buigen) en extensie (strekken) 2. Rolgewricht: de rotatie-as valt samen met de lengte-as van één van de deelnemende botten

Bi-axiale gewrichten Rotatie rond twee assen. 2 soorten: 1. Ellipsoïd gewricht: ‘ei’-vormige gewrichtskop (convex in twee richtingen); vorm van de kom sluit hierop aan 2. Zadelgewricht: Gewrichtsvlak v/d kop is in één richting convex, in de andere concaaf 3. bewegingen: o 2 hoofdbewegingen: flexie/extensie & ABductie/ADductie en andere (los gewrichtskapsel!): oppositie (ABductie + flexie + ENDOrotatie) & repositie

Multi-axiale gewrichten = het kogelgewricht. Kop heeft een bol-/kogel-vorm. In werkelijkheid wordt er bewogen rond een ontelbaar aantal assen, maar in de praktijk worden de bewegingen benoemd rond 3 assen (hoofdassen). Bewegingen: • • •

Rotatie rond een sagittale as: ABductie (v/h lichaam af bewegen) & ADductie (naar het lichaam toe bewegen) Rotatie rond een transversale as:(ante)flexie (naar voren) & retroflexie of extensie (naar achteren) Rotatie rond een longitudinale as: ENDOrotatie (naar binnen draaien) & EXOrotatie (naar buiten draaien)

Het condyloïd gewricht cf. kogelgewricht, maar concave partner = ondiep. Het is eigenlijk een ‘scharniergewricht’ met afwijkende vorm. Het komt meestal voor bij gepaarde gewrichten en heeft slechts 2 vrijheidsgraden. De 3de vrijheidsgraad wordt praktisch totaal uitgesloten door de ligamenten. Vb: knie, vinger

Anisotrofisch = materialen met verschillende mechanische eigenschappen afhankelijk van de richting van de mechanische stress/belasting/kracht Bot is sterker en stijver als de belasting snel inwerkt. Bot is zwakker en minder stijf als de belasting traag inwerkt....


Similar Free PDFs