Samenvatting - investeringsanalyse PDF

Title Samenvatting - investeringsanalyse
Course Management accounting voor IT
Institution Karel de Grote Hogeschool
Pages 10
File Size 245.9 KB
File Type PDF
Total Downloads 77
Total Views 120

Summary

investeringsanalyse
...


Description

Management accounting voor IT: Deel 2 - investeringsanalyse Inleiding Investeringsbeslissingen: huis kopen, auto kopen, lancering v nieuwe producten, overnemen bestaande zaak, zelf maken of outsourcen, bijstuderen, ... types v investeringen: vervangingsinvesteringen, kostenbesparende investeringen verbeteringsinvesteringen, uitbreidingsinvesteringen, nieuwe producten of technologieën, strategische projecten, niet-financieel gemotiveerde projecten (veiligheid,milieu, wettelijke eisen), ... essentieel kenmerk ve investering: de inkomsten en uitgaven komen voor in verschillende tijdsperiodes. afhankelijk vd timing vd inkomsten & uitgaven worden 3 types investeringsprojecten onderscheiden: TYPE 1. Conventioneel investeringsproject

0 -

1 -

2 +

3 +

4 +

5 +

... +

n +

voorbeelden Kopen nieuwe machine

2.Leningtype

+

-

-

-

-

-

-

-

woonkrediet

3.Niet conventioneel investeringsproject

-

+

+

+

-

+

-

-

Nucleaire centrale

Definitie: een investering is een verzamelijk van verwachte kasstromen  een investringsproject is altijd voor te stellen als een verzameling van verwachte kasstromen.  de economische waardeering ve investering kan gebeuren op basis van deze verwachte kasstromen, omdat deze objectiever zijn dan het boekhoudkundig resultaat, datt gestuurd wordt door waarderingsregels en fiscale overwegingen. o Om kasstromen op tijdsas voor te stellen: bij jaar nul kijk je naar wat je nog kan verdienen (vb verkopen oude printers) en trek je daarvan af wat je moet kopen (nieuwe printers).  in bepaalde gevallen wordt toch gebruik gemaakt van boekhoudkundige resultaten met het oog op beoordeling ve investering (vb Accounting Rate of return) maar kasstroom-gebaseerde methoden komen veel meer voor. Belangrijk!  boekhoudkundige stromen ≠ kasstromen (m.a.w inkomsten en uitgaven ≠ kosten en opbrengsten)  de meeste investeringsanalysemethoden houden rekening met de tijdswaarde van geld.

1. Kasstromen versus boekhoudkundige stromen Kasstromen Betalen van aangekochte handelsgoederen

Allebei resultatenrekening Ontvangst op de zichtrekening vanInboeken ve afschrijving intresten

Betalen vd vennootschapsbelasting na

Contante betaling vd ruitenwasserVerkoop v handelsgoederen

Management accounting voor IT: Deel 2 - investeringsanalyse ontvangst vh aanslagbiljet Investeren in een vast actief

Contante aankoop v handelsgoederen

Inboeken waardevermindering

Aflossen ve lening

Betaling van intresten op lening Inboeken vd personeelskosten bij maandeinde

Betaling van personeelskosten Contante betaling van diensten en Aankopen handelsgoederen, met diverse goederen betalingsuitstel v 1 maand Opname ve lening

Contant betaalde omzet

kapitaalsverhoging

Aanleg ve voorziening Terugname ve afschrijving Verkopen met betaling op termijn Herwaardering ve V.A. Toename vd voorraad

 

  

een kasstroom overzicht (cash flow statement): het cijfermatig overzicht van alle ontvangsten en uitgaven in een bepaalde periode noodzaak tot planning vd kasstromen, immers: een onderneming moet zorgen voor voldoende voorraad. o een onderneming dient haar betalingen tijdig te kunnen uitvoeren. o Indien een onderneming beschikt over onvoldoende liquide middelen dienen bronnen overeenkomstig de behoefte te worden aangewend anderzijds: een riante kasvoorraad is onvoordelig. Beleggingen in functie vd termijn van beschikbaarheid moet overwogen worden. Indien de operationele kasstromen onvoldoende zijn om de betalingen tijdig te kunnen uitvoeren, dient de onderneming bijkomende financieringsbronnen aan te wenden. De bronnen moeten overeenkomstig de aard vd werkmiddelen zijn o vb vaste activa worden gefinancierd met: eigen middelen, termijnkredieten, leasing o vb voorraden worden gefinancierd met: bedrijfskapitaal, leverancierskrediet, kaskrediet, ... o vb vorderingen op ten hoogste 1 jaar worden gefinancierd met: factoring, kaskrediet, ...

Terminologie Termijnkrediet: Kredieten ter financiering van vaste activa, met afbetaling op periodieke basis (vb. 3 maandelijks) en berekening vd interesten op het nog in omloop zijnde saldo. (niet flexibel, maar goedkoper dan kaskrediet) Factoring: combinatie van financiering, kredietverzekering en debiteurenadministratie, waarbij de onderneming haar debiteurenvorderingen verkoopt aan de factoring maatschappij. Kaskrediet: de eenvoudigste en soepelste vorm van kredietverlening ter aanvulling vh bedrijfskapitaal. De bank verbindt zich ertoe een bepaald bedrag ter beschikking te stellen aan de ondernemerkredietnemer. Een kaskrediet maakt het de ondernemer mogelijk om geld op te nemen bij de bank door middel van debetstand in rekening tot maximaal het bedrag vh verleende krediet, "de kredietlijn" (duur maar flexibel, interest op de werkelijke debetstanden, provisie op de max. debetstand).

methodologie voor het opstellen voor een kasstroomplanning Stap 1: planning vd inkomsten per maand uit de verkopen.

Management accounting voor IT: Deel 2 - investeringsanalyse 

vereist een inschatting vh betalingsgedrag vd klanten

Maand November

Opbrengsten uit verkoop HG per maand Na 2 mnd

Na 1 mnd

Contant

Inkomsten per maand

...

Stap2: planning vd uitgaven per maand voor de aankoop van handelsgoederen. 

betaling aangekochte handelsgoederen, grondstoffen,...

Maand November

Aankoop van HG per maand Uitgaven/maand 1000 0

...

0

1000

(als er wordt betaald met uitstel zijn de tweede en derde kolom niet aan elkaar gelijk) Stap3: bepaling vd overige geldbewegingen en bepaling vh eindsaldo liquide middelen.

Begin

Eind saldo

Totaal uit

Divident lening voorafbet.

Betaling personeel

Betaling leveranciers

Totaal In

Ontvangst interest

Ontvangst klanten

Beginsaldo

betaling ddg,personeelskosten, belastingen, aangeschafte vaste activa, ...

Maand



ot. in uit

November

...

CONCLUSIE: ES kasvoorraad = BV kasvoorraad + IN - UIT opmerking:  

in de kasplanning worden geen afschrijvingen vermeld, enkel de volledige bedragen! in de kasplanning moeten geen waardeverminderingen

De tijdswaarde van geld De waarde over n jaren (Kn met n = aantal jaren) van een bedrag dat ik vandaag ontvang (k0), gegeven een jaarlijkse rente van r:

K n =K 0 *(1+r) n

Management accounting voor IT: Deel 2 - investeringsanalyse De waarde vandaag (k0) van een bedrag dat ik over n jaren zal ontvangen (kt, met t=n), gegeven een bepaalde rente (r):

K0=

k t ,met t=n (1+r) n

Kn is altijd groter dan K0,   

gegeven r>0, omdat

de rente de gevolgen van inflatie opvangt (het algemene verhogen vd prijspeil) een consument wil beloond worden voor het uitstellen van consumptiegedrag de belegger een vergoeding wil voor het risico gepaard gaande met een belegging.

afhankelijk van de r bij risicovrije beleggingen, de inflatievoet, de verwachte risicovergoeding moet de actualiseringsvoet (r) worden ingevuld. Een r op jaarbasis omzetten naar een r op maandbasis:

r m=

12

√(1+rj) - 1

Eindwaarde van een annuïteit (Future value) = FV, de slotwaarde van een annuïteit, op het moment van de laatst voorziene ontvangst of betaling. 

een annuïteit: een rij van gelijke bedragen met gelijke tussenpauzen.

FV (k , n ,r) = k*(1+r) n -1 r   

k= het bedrag dat periodiek wordt betaald of ontvangen (de termijn genoemd) n = het aantal perioden r= het interestpercentage

Beginwaarde van een annuïteit (present value) PV (k ,n , r) = k*

1 r

1 r*(1+r) n

Relatie tussen begin- en eindwaarde van een annuïteit PV (k ,n , r) =

FV (k , n, r) *

1 (1+r) n

FV (k , n, r) = PV (k , n ,r) * (1+r) n

FV (k ,n , r)

Bijzonder geval: de perpetuïteit = De perpetuïteit is een annuïteit met een oneindig aantal betalingen of ontvangsten (m.a.W. met een oneindig aantal termijnen)

PV (k ,n=∞ ,r )=

k r

Management accounting voor IT: Deel 2 - investeringsanalyse Evaluatietechnieken: 6methodes 



Meetbare methodes: o analyse op basis van verwachte boekhoudkundige resultaten  ARR  ROI (return on investment) o analyse op basis van verwhacte kasstromen  onder rekening te houden met tijdswaarde  Payback period (PB)  tijdswaarde in rekening brengend  Net Present Value (NPV)  Internal rate of return (IRR)  Discounted payback (DPB) Intuitieve- en andere selectiemethodes o overredingskracht van proffessionele associaties, industriegroepen, consultants, ... o hoogdringendheid o andere: politieke druk, garanderen van operationele continuïteit, ...

Doel investeringsanalyse Bepalen welke investeringsbeslissingen genomen moeten worden. Het management dient de beslissingen te nemen die de grootste aandeelhouderswaarde opleveren.

In deze cursus gaan we uit van een anatal vereenvoudigde veronderstellingen:     

rente is vast gedurende de periode van analyse geen inflatie er zijn geen vennootschapsbelastingen het vereiste kapitaal is beschikbaar alle bedragen worden op het einde van de periode geïnd of betaald (postnumerandum)

Welke kasstromen? 



 

enkel inkomsten en uitgaven o geen kosten en opbrengsten ( geen rekening houden met afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen) enkel differentiële kasstromen o dus kasstromen die onafhankelijk zijn van het al dan niet uitvoeren van de investering zijn irrelevant enkel operationele kasstromen o dus geen financiële stromen (geen rekening houden met terugbetaling leningen) geen sunk cost o sunk cost zijn uitgaven die gebeurden voor de beslissing inzake het project. Het zijn uitgaven die niet teruggedraaid kunnen worden. De uitgaven werden ook niet veroorzaakt door het project (kosten die je sowieso maakt)

Payback-period (PB) = Terugverdienperiode, d.w.z. hoeveel tijd is nodig om de oorspronkelijke uitgaande kasstroom (de investering) terug te verdienen via de inkomende kasstromen van het project.

PB= A+

B C

Management accounting voor IT: Deel 2 - investeringsanalyse  A: de laatste periode met een negatieve cumulatieve cash flow (vb. jaar 3)  B:de absolute waarde van de cumulatieve cashflow op het einde van A (wanneer deze het laatst negatief is) o cumulatieve cashflow = binnenkomend geld sinds de investering - het geïnvesteerd bedrag  C: de totale cash flow tijdens de periode na A (het bedrag dat tijdens de volgende periode binnenkomt) voorbeeld: 1

0

2

3

4

5

6

7

8

-1000

= investering 500

500

500

500

500

500

500

500 = inkomende kasstromen

PB = 2 jaar Praktisch   

het management bepaalt de toegelaten PB-period als de berekende PB-period ≤ vooropgestelde norm --> positief advies bij een vergelijking van projecten wordt de investering weerhouden met de kortste PB-period

voordelen:    

gemakkelijk en populaire methode implicit wordt rekening gehouden met het risico: hoe langer het duurt, hoe hoger het risico weinig inspanningen vereist om lange termijn kasstromen in te schatten er wordt in belangrijke mate rekening gehouden met de impact op liquiditeit

nadelen:     

er wordt geen rekening gehouden met de kasstromen die volgen na de PB-period er wordt geen rekening gehouden met de tijdswaarde van geld projecten die pas op lange termijn opleveren worden zelden weerhouden bij gebruik van de PB-methode de methode is enkel bruikbaar bij investeringen van het conventionele type (eerste jaar zware investering, daarna besparen) er is geen objectief vastgelegde norm.

Accounting Rate of Return (ARR) = het gemiddeld boekhoudkundig resultaat (na afschrijvingen, voor interestkosten, voor belastingen) wordt gedeeld door het gemiddeld geïnvesteerde bedrag.

ARR =

Gemiddeld boekhoudkundig resultaat Gemiddeld geïnvesteerd vermogen

Gemiddeld geïnvesteerd bedrag = Aanschaffingswaarde + restwaarde 2  restwaarde: als je op het einde nog iets kan verkopen voor een restbedrag  gemiddeld boekhoudkundig resultaat: voor elk jaar het verschil tussen inkomsten en uitgaven. Dan van al deze getallen het gemiddelde nemen.

Management accounting voor IT: Deel 2 - investeringsanalyse praktisch:  

het management bepaalt een minimumwaarde voor de ARR. bij een vergelijking van projecten wordt de investering weerhouden met de hoogste ARR.

voordelen:   

de methode sluit aan bij de boekhoudkundige cijfers de methode is eenvoudig en bekend de kasstromen gedurende de gehele levensduur van het project wordt opgenomen

nadelen:     

er wordt geen rekening gehouden met de tijdswaarde van geld er wordt geen rekening gehouden met de kapitaalkost het analyseresultaat hangt sterk af van de waarderingsregels er wordt geen rekening gehouden met de timing van de opbrengsten er wordt geen rekening gehouden met de omvang van de investering.

Return on investment (ROI) =het gemiddelde boekhoudkundige resultaat wordt gedeeld door het oorspronkelijke investeringsbedrag.

ROI=

Gemiddelde jaarlijkse boekhoudkundigresultaat Oorspronkelijke investeringsbedrag

Relatie tssn ARR & ROI als er geen restwaarde is van de investering: dan is de return on investment de helft van de ARR.

Net Present Value (NPV) = netto huidige waarde is de actuele waarde (d.w.z. de waarde vandaag) van alle toekomstige kasstromen. De kasstromen worden geactualiseerd tegen een gekende kapitaalkost (of een vereist rendement)

[

]

bedragperiode 2 bedragperiode 1 + +... −geïnvesteerd bedrag 1 (1+%vereist rendement ∈0,00) (1+%vereist rendement ∈0,00)2 praktisch 

het management bepaalt een actualiseringsgraad, rekening houdend met de risicograad. o als npv ≥0: de actuele waarde van de inkomstenstromen is groter dan de actuele waarde van de uitgaven (de investering), en dus wordt het investeringsvoorstel als positief beoordeeld. o als npv1j vs. schulden >1j die binnen het jaar vervallen ► waarborgen (persoonlijke waarborgen, akelijke waarborgen) ► LT kredieten  investeringskrediet, lening op afbetaling, leasing, actergestelde leningen  startersleningen: starteo, optimeo, ... ► KT kredieten  kaskrediet, leverancierskrediet, KKK ► vermeld telkens het soort krediet, het kredietbedrag, de looptijd, de rentevoet en de waarborg vaste kosten, variabele kosten  onderscheid vaste en variabele kosten ► afschrijvingen ► interesten van kredieten ► personeelskosten (brutoloon & patronale bijdrage RSZ, maar ook verzekering, eindejaarspremie, vakantiegeld, ...) ► energieverbruik ► vervoerskosten ► verpakkingskosten  opm.: ► aankopen handelsgoederen ≠ voorraden ► Interestbetaling ≠ aflossing van een krediet ► hou rekening met mogelijke inefficiënties + inflatie  bepaal de kostprijs balans, resultatenrekening, kasplanning  balans, rr ► is de som vd activa gelijk aan de som vd passiva? ► is het resultaat correct verwerkt in de passiva rekeningen vd balans? ► komt het eindbedrag in de cash flow statement overeen met het bedrag in de balans?  kasplanning ► directe methode: weergave van operationele ontvangsten en uitgaven ► indirecte mode: weergave vd kasstroom uit operationele activiteiten vanuit het bedrijfsresultaat correcties toe te passen:  voor resultaatposten die geen operationele kasstroom met zich meebrengen (vb. afschrijvingen) en  voor kastromen die in de betreffende periode geen resultaatpost zijn (vb mutaties in werkkapitaal) a. mutaties in werkkapitaal: (debiteuren, crediteuren, voorraden)

Management accounting voor IT: Deel 2 - investeringsanalyse ► kasstromen die voortvloeien uit de bedrijfsvoering (cash flow from operating activities)  bedrijfsresultaat + afschrijvingen + waardeverminderingen +/- variatie behoefte bedrijfskapitaal  bedrag moet positief zijn ► kasstromen die voortvloeien uit investeringsactiviteiten (cash flow from investing activiteis)  aanschaffingen in vaste activa - verkoop vaste activa  in normale omstandigheden is dit bedrag negatief ► kasstromen die voortvloeien uit financieringsactiviteiten (cash flow from financing activities)  vb emissie van aandelen, nieuwe lening, kapitaalaflossingen, financiële kosten, betaling van dividenten, ..  bedrag kan positief of negatief zijn 7. break-even punt  hoeveel bedraagt mijn verkoopprijs? welke omzet verwacht ik te realiseren?  contributie = omzet - variabele kosten  contributiemarge = (omzet- variabele kosten)/ omzet ► zodra het break-even punt is overschreden, zal:↑ of ↓ vh resultaat =:↑ of ↓ vd omzet (tov omzet bij break-evenpunt)*contributiemarge  wat if analyses...


Similar Free PDFs