Samenvatting Lefort PDF

Title Samenvatting Lefort
Course sociale filosofie
Institution Hogeschool Vives
Pages 7
File Size 150.5 KB
File Type PDF
Total Downloads 51
Total Views 136

Summary

Samenvatting v/d bijlagen betreffende Lefort. ...


Description

Samenvatting: LEFORT 1. De politiek versus het politieke “Het politieke als horizon van de politiek.” Uit Podcast (Lefort): Het politieke = Kijken naar “hoe verschijnt de macht?” Hoe staat het met de verschillen tussen de politieke regimes en samenlevingsvormen. Hoe moeten we deze begrijpen? Wat zijn de grondbeginselen? Deze overstijgt de concrete politiek, de gekende democratische instellingen. Het politieke gaat over de wijze waarop we vorm geven aan onze collectieve besluitvorming, de samenleving ordenen én richting geven. De politiek = Deze term heeft zélf al een politieke betekenis/bevat een concrete samenlevingsvorm. Verwijst naar het bestaande systeem van politieke partijen, het parlement en de regering. De taak van de politiek is het land besturen. In dit democratische systeem is het best mogelijk dat er beslissingen worden genomen die op termijn leiden tot een andere samenleving, want in theorie staan de verschillende politieke partijen elk voor een andere visie op de toekomst van de samenleving. 1.1 De fout van het communisme en het hedendaagse politieke denken tout court, is gelegen in het onvermogen om in ‘politieke termen’ te denken: De politiek -> omgezet tot object van wetenschap Het politieke aspect -> uit het oog verloren

 Men is de politiek exclusief als een aparte discipline gaan beschouwen en heeft de ruimere horizon (het politieke) waarbinnen die functioneert uit het oog verloren. 1.1.1 Het communisme is goed voorbeeld vanwege zijn systeem; dat uitgaat van een wetenschappelijke visie op mens en samenleving.  Politiek stelsel dat in economisch opzicht wordt gekenmerkt door staatseigendom van de middelen van productie, vervoer en handel, en door de administratieve vaststelling van prijzen (dat wil zeggen: niet via markten). In politiek opzicht door de leidende rol van de communistische partij; en in sociaal opzicht door de overheersing van alle maatschappelijke 1

organisaties door diezelfde partij.  Deze ideologie streeft naar een land zonder regering, een "staatloze" en "klasseloze" maatschappij, waarin geen politieke en economische verschillen, zoals inkomensverschillen bestaan.  Ze wijt elke politieke spanning aan economische wanverhoudingen/ongelijkheid en daardoor aan een klassenstrijd  Marx is (een) grondlegger van het communisme 1.1.1.2 Lefort wijst op het probleem dat dergelijk manier van denken (de politiek) zijn eigen statuut niet in rekening neemt. Hierdoor komt men binnen de kortste keren terecht in een pretentieuze positie = absolute positie Door deze positie ontsnapt men aan de politieke analyses die men zelf aan het licht brengt. Is onmogelijk volgens Lefort  Geen enkel standpunt kan ontsnappen aan de horizon van datgene waarover ze iets wil zeggen. Ook volgens Lefort is het duidelijk dat sinds het begin van de moderniteit allerlei domeinen zoals politiek, recht, wetenschap, macht e.d. zich hebben losgerukt uit de greep van een heersende instantie (zoals in de middeleeuwen bijvoorbeeld de christelijke theologie). Deze scheiding is volgens Lefort ook onomkeerbaar. MAAR!  Die scheiding zélf erkent men niet als een politiek feit! Wat fout is volgens Lefort! Zo probeert de wetenschap een objectief inzicht in de samenleving te krijgen door zich op te stellen alsof zij erbuiten staat/stond. Het ontgaat de wetenschap dat zowel haar eigen standpunt als haar onafhankelijkheid op zichzelf reeds dóór en dóór politieke feiten (historale feiten) zijn. = Hetgeen mensen in de loop van de geschiedenis samen (als polis, gemeenschap) beslist hebben! Het wijst op de manier waarop mensen in de gang der gebeurtenissen toch ingegrepen hebben! Die beslissingen worden genomen in een steeds wijzigende context. ‘Het ontwerp’ van de werkelijkheid: de mens is zijn houding tegenover de werkelijkheid  De horizon (context?) waarbinnen dit ‘ontwerp’ gebeurt (functioneert?) is voor Lefort het politieke.

2. Het politieke statuut van de mensenrechten 2.1 Lefort geeft kritiek op Marx 2

2.1.1 Bruno Bauers uitspraak:  De joden kunnen volgens hem in hun emancipatiestrijd géén beroep doen op de mensenrechten. Dit omdat de joden rechten eisen voor zichzelf (voor hun eigen geloofs- en andere privileges als joden) Terwijl men enkel als universeel mens beroep kan doen op de mensenrechten. “Slechts vanuit wat mij gelijk maakt aan alle andere mensen en niet vanuit een individueel belang kan ik mensenrechten claimen.”

2.1.2 Marx zijn kritiek hierop:  Het recht op godsdienst staat uitdrukkelijk in de “Verklaring van de rechten van de mens en van de burger”  Maakt in zijn discussie hieromtrent duidelijk, dat mensenrechten wetten zijn die de asociale positie van de burger in de hand werken. Ze houden de strijd tussen verschillende economische meningen in stand. In plaats van de (economische) verscheurdheid van de (burgerlijke) samenleving te herstellen, gaan de mensenrechten deze juist verergeren. 2.1.3 Claude Lefort zijn kritiek:  Indien men in tijden dat het communisme (totalitarisme) prevaleert beroep wil doen op de mensenrechten, zullen volgens Lefort de slachtoffers van zo’n regime door zowel voorstanders als tegenstanders van het regime niet ten volle begrepen worden. 2.1.4 Het probleem: = Zowel voorstanders als tegenstanders van het communisme zullen deze aanspraak op de mensenrechten interpreteren vanuit hun eigen positie – wat de rechten reduceert van ‘echte politieke’ rechten, naar individuele rechten. (zie ook 4.1: het natuurlijke van de mensenrechten) 2.1.5 Ze worden in hun politieke statuut miskend.  Dit omdat men ze blijft beschouwen als rechten die exclusief het individu aanbelangen. Daardoor moeten ze door om het even welk politiek regime worden erkend (precies omdat ze in principe niets met politiek – louter het individu – te maken hebben), zo luidt de redenering. LEFORT = NIET EENS, VOLGENS HEM DE REDEN WAAROM TOTALITAIRE REGIMES HUN GANG KONDEN BLIJVEN GAAN  Men kon zich onttrekken aan de politieke problematiek en de verantwoordelijkheid van de terreur. Het regime bleef van elke politieke kritiek gevrijwaard! 2.1.6 Oplossing: 3

= Om de slachtoffers van een totalitair systeem bij te kunnen staan, dienen we de politieke dimensie van hun beroep op de mensenrechten te bevestigen. (Hierover meer in punt 4!!!)

3. De noodzakelijke onbepaaldheid van de democratie 3.1 Elke blik op de werkelijkheid is politiek in de mate hij er altijd al deel van uitmaakt Volgens Lefort mag de concrete politiek nooit haar ‘horizon’ en de plaats die ze daarin bekleedt uit het oog verliezen. Wanneer de politiek aan politiek doet vanuit een vermeend inzicht in het wezen van de gemeenschap, dan vergeet ze ‘het politieke’ van haar positie.  Ze vergeet dan hoe haar greep op de samenleving deel uitmaakt van de samenleving waarop ze greep wil krijgen! Die vergetelheid is gevaarlijk – houdt het risico van machtsmisbruik in!! 3.2 Machtsuitoefening en totalitarisme Macht wordt (zoals in hierboven geschetst werd) op die manier iets dat aan ‘specialisten’ moet overgelaten worden. In dat geval komt de macht sowieso in de handen terecht van ‘experts’ die vanuit hun visie (waarheidsclaim) voorgoed beslag zouden leggen op de politiek, maar ook het politieke. Deze machtsuitoefening kan overslaan naar een totalitair regime!

3.3 Verwantschap tussen democratie en totalitarisme Uit podcast (Lefort): Voor Lefort is de democratie een voorwaarde voor het totalitarisme. Het wordt geboren uit een duidelijk breuk met wat vooraf ging – de verwoesting van het oude regime bv: onthoofding van de Koning  de nieuwe grondslag van de macht berust nu bij het volk = een democratische revolutie. Doordat er hierdoor geen volle legitimiteit kan gelden bij bepaalde machtshebbers, heerst er continu een onzekerheid binnen de democratie = de onbepaaldheid De macht is als het ware ‘een lege plaats’ geworden. Een democratie heeft steeds een onvolledig, gebroken karakter en zal nooit een 4

‘vol’ regime zijn. Het is een regime dat gekenmerkt wordt door verdeeldheid! Er heerst een ‘versplinterde’ stem (v/h volk) De macht komt terug naar de ‘gemeenschap’. Echter, deze heeft geen reëel ‘lichaam’ en kan dus niet tot een werkelijke eenheid herleidt worden. * 1  Net omdat de gemeenschap niet kan teruggevoerd worden naar een reële essentie, noemt Lefort het een symbolische en kunstmatige ‘eenheid’ van domeinen en individuen. Daardoor kan haar betekenis niet permanent vastgelegd worden en moet zij deze laten overlaten aan een ‘noodzakelijke onbepaaldheid’ = de hoogste gezagsinstantie binnen een democratie  “De samenhang van eenheid in verdeeldheid”. 3.3.1 Het gevaar van een omschakeling naar een totalitair regime Uit podcast (Lefort): Doordat er steeds een onzekerheid heerst binnen een gemeenschap is er ook steeds het risico dat de democratie omslaat in haar tegendeel  totalitarisme Het totalitarisme is een poging (gedoemd om te mislukken) om die ‘verdeelde’ samenleving terug ‘heel’ te maken:  Concreet: - De staat met de burgerlijke samenleving verzoenen - De staat is OVERAL = totale macht Het totalitarisme ontstaat op die manier als REACTIE op een DEMOCRATISERING Een democratie  tracht macht te funderen in die ‘versplintering’ Het totalitarisme  tracht versplintering ongedaan te maken Wanneer dreigt totalitarisme de bovenhand te nemen? Het risico vergroot wanneer men het onvolledige karakter van de politieke samenleving niet langer kan verdragen. Wanneer conflicten niet meer ‘symbolisch’ kunnen worden opgelost binnen de bestaande politieke instituties.

4. Mensenrechten: een recht op rechten 4.1 Lefort zet zich sterk af tegen de gewoonlijke visie op de mensenrechten Doorgaans: mensenrechten worden geïnterpreteerd als formuleringen voor de natuurlijke rechten van de mens. Lefort merkt echter op dat een legitimatie voor dergelijke rechten niet in de natuur moet word gezocht worden. Uit Podcast (Lefort): Voor Lefort is het onmogelijk dat een persoon van nature machtshebber kan zijn = DESINCORPORATIE

1 DESINCORPORATIE = de macht heerst niet bij een bepaald ‘persoon’ of ‘lichaam’ Symbolisch: de koning (machthebber) wordt onthoofd

5

Houdt risico’s in: - Beperkt bij voorbaat de vrijheid die erin gesteld zit - Machtsmisbruik door degene die er beroep op doet

4.2 Lefort zijn kritiek op Marx’ definitie van mensenrechten 4.2.1 Marx definieert mensenrechten als volgt: “De mensenrechten zijn een instrument in de handen van de heersende (kapitalistische) macht die daarmee op een verdoken manier de sociale versplinterde burgerlijke maatschappij in stand wil houden (en zo ook het kapitalisme). Dit soort rechten installeert immers een formele scheiding tussen individu en politiek en dit is precies de mogelijkheidsvoorwaarde voor een stevige burgerlijke samenleving.” 4.2.2 Lefort  kritiek: Het aanbrengen van zo’n scheiding is zélf een ‘politieke’ daad. Die precies daarom het individu de mogelijkheid geeft om politiek tussen beiden te komen om het tij alsnog te keren. 4.2.3 Lefort definieert de mensenrechten als volgt: Ze garanderen de burger een stem die ontsnapt aan de greep van de politieke macht en precies daarom zijn het politieke rechten, rechten waarin het politieke aan bod kan komen omdat ze in staat zijn in de bestaande macht (de politiek) in te grijpen. De rechten van de mens wijzen er voor Lefort vooral op dat macht en recht altijd zullen samengaan.  “In naam van de rechten van de mens kan men de politiek op de vingers tikken en haar met haar eigen grondslag confronteren”. Lefort hamert er ook op dat de rechten van de mens (sinds de moderniteit) hun rechtsgeldigheid enkel te danken hebben aan het feit dat ze als zodanig afgekondigd zijn. “Een auto-declaratie van de rechten van de mens, door de mens, over de mens”.  In deze zin wordt getoond dat elk recht tout court terugkomt op een politieke daad, een machtsdaad!!  Pas wanneer men zijn rechten declareert, constitueert de mens zichzelf als rechtssubject. Doordat hij zichzelf enkel laat afhangen van wat hij over zichzelf declareert, verbiedt hij voortaan elke definitieve inhoudelijke bepaling van zijn menselijke natuur. Het is geen feitelijke bepaling, maar een symbolische! Hierdoor kunnen er aan deze bepaling (op latere momenten) wijzigingen aangebracht worden.  Het rechtssubject wordt niet langer als een absoluut-subject gedacht.

6

 In die zin vormen de mensenrechten een ‘recht op rechten’: in naam van de mensenrechten kan ik eisen dat een politiek regime mij rechten geeft.

7...


Similar Free PDFs