Samenvatting voorraadbeheer PDF

Title Samenvatting voorraadbeheer
Course Voorraadbeheer en productieorganisatie
Institution Arteveldehogeschool
Pages 19
File Size 950.7 KB
File Type PDF
Total Downloads 109
Total Views 125

Summary

good summary of voorraadbeheer....


Description

Hoofdstuk 5 voorraadbeheer 5.1 Soorten voorraden -

Knelpunten die de goederenstroom stil leggen veroorzaken voorraden. Goederen met een stroomsnelheid van nul.

5.1.1 Voorradhoogte & voorraadverloop A) voorraadhoogte -

Tijdsgebonden Sterk verschillend per product

het verloop van de afname van een voorraad is niet identiek aan dat van het aanbod. B) voorraadverloop afhankelijk van de wijze van de voorraad en/of het afname patroon.

C) Voorraad voorraden kunnen onderverdeeld worden volgens verschillende gezichtspunten : -

Het traject waar de voorraad ligt of beweegt De soorten voorraad De theoretische of berekende voorraad

5.1.2 Voorraad naar traject  De plaats waar de voorraad zich bevind binnen de goederenstroom.  Word gebruikt bij voorraadanalyse om te traceren waar de voorraadvorming zich voordoet. - In het material management - In de fysieke distrubutie

De keten : 1) Goederen in bestelling - De onderneming ging reeds een verbintenis aan met een leverancier. Zij loopt voor deze voorraad een risico, tenzij het gedekt is door een klantenorder. 2) Inspectie - De inspectie kan verschillen qua doorlooptijd. Zo kan de doorlooptijd bij complexe goederen langer zijn.

3) Opslagen van grondstoffen en inkoopdelen - Hier is er nog geen al te groot risico voor productiebedrijven. - Het is gewenst om zoveel mogelijk standaardonderdelen in voorraad op te nemen. 4) Voorraad onderhanden werk (OHW) - Wanneer goederen een bewerking ondergaan - Deze producen dragen een bepaald risico wanneer ze nog niet of in het KOOP bevinden aangezien er nog geen klantenorder is. - Na het KOOP draagt deklant het risico. 5) Gereed product - Word zodanig opgeslagen dat de verzendig direct kan gebeuren. 6) Voorraadsanalyse - De centrale voorraadvorming gebeurd meestal in 1 punt van de goederen stroom, het klantenorderontkoppelpunt. Het is van groot belang dit te vinden door een analyse. - Hieruit kunnen coclusies getrokken worden om verbeteringen door te voeren. Pijplijnvoorraad: bandwerk die in een keer doorwerkt. Telkens je wanneer je een onderdeel hebt toegevoegd gaat het niet naar uw voorraad. Maar alles wat er in de pijplijn gebeurd heeft wel een voorraad. Filiaalvoorraad: alles wat er in de winkel ligt. Retour goederen: producten die stuk zijn , foute bestelling.

5.1.3 Voorraad naar soort De indeling naar soort is van belang voor de commerciële activiteiten van de onderneming. Strategische voorraad : -

word aangelegd om grote stagnaties (staking, politieke moeilijkheden,…) op te vangen. Goederen die van essentieel belang zijn voor de voortzetting van het productieproces. Meestal van blijvende aard. Bv : olie-industrie

Speculatieve voorraad : -

Voorraden van essentiële grondstoffen en inkoopdelen, omdat men bang is voor onverwachte en vrij hevige storingen in de inkoopprijzen. Van tijdelijke aard

Buffervoorraad : -

Hoeveelheid materiaal die wacht op verdere bewerking. Grondstoffen of halffabricaten Zowel in magazijnen als in de productieafdeling Het kan ook een hoeveelheid werk betreffen die bewust binnen de productieafdeling wordt gehouden, zodat de capaciteit zo goed mogelijk benut word.

Cyclusvoorraad : -

Het meest actieve deel Voorraad neemt gelijdelijk af en word periodiek aangevuld wanneer er orders komen.

Veiligheidsvoorraad : -

Buffer voor onzekerheden in de vraag of aanvoer.

Seizoensvoorraad : -

In geval dat het productieniveau niet in zijn geheel mee fluctueert. Seizoensgoederen Bv : kerstartikelen Producten die in korte tijd gefabriceerd worden Bv: suiker, conserevn

Restantparijen : -

Blijven na afloop in de markt over Kunnen niet meer volgens het normale patroon verkocht worden.

Incourante goederen : -

Grondstoffen en halfabricaten die in de toekomst niet meer gebruikt kunnen worden.

Afgekeurde goederen : -

ze voldoen niet aan de eisen. Liggen te wachten op : o Reparatie o Verschroting o Verkoop via ander kanaal  De afschrijving van deze vooraden moet zo snelmogelijk gebeuren want goederen die langer dan een jaar in voorrad blijven ondergaan een waarde daling van 25%

5.1.4 Theoretische voorraad Het biedt een houvast om de gegevens in administratieve zin vast te leggen. Technische voorraad :

-

Deze omvat volgens de administratie de goederen die werkelijk aanwezig zijn in het magazijn.

Men kan alles berekenen vanuit 3 gegevens : -

-

-

De bestelde voorraad o Goederen waartegenover een bestelling bij de leverancier staan maar nog niet opgenomen zijn in de magazijnvoorraad. Beschikbare goederen o Goederen waar nog geen bestelling tegenover staat. o Tijdsgebonden Gereserveerde voorraad o Goederen waar een klantenorder tegenover staat.

de effectieve voorraad omvat de som van de Fysieke voorraad en de bestelde voorraad. Economische voorraad : Is de voorraad waarover de onderneming een financieel risico loopt. (boek PG 161!!) = de geplande voorraad -

G(t) = G(t-1) – B(t) + I(t) Geplande voorraad = geplande voorraad van de week ervoor – de behoefte van de klant + de ontvangen inkopen

Een planner zal dit schema zodanig moeten invullen dat er voldoende voorraad is om de klantenorders te bevredigen maar dat het risico incourant (voorraad waar geen order meer voor binnen komt) zo laag mogelijk blijft. (vb boek pg 162)

Voorraad in één punt : Is maar in beperkte gevallen mogelijk, zelfstandige detaillist of producent van eenvoudige producten. (Lees boek pg 162)

5.2 Kosten betreffende voorraden Men kan 3 kosten onderscheiden : -

Bestelkosten Voorraadkosten Kosten van neeverkoop

5.2.1 Bestelkosten Omvatten de kosten die gerelateerd zijn aan het administratieve proces om een bestelling voor te bereiden, vrij te geven, te volgen bij de levernacier, te ontvangen, te inspecteren, op te slaan en de rekening te voldoen. Stappen : 1) 2) 3) 4) 5) 6)

Opzoeken van het te bestellen product (catalogus) Invullen bestelformulier (vb. R/3) Goedkeuring van afdelingschef Er volgt een budgettaire fiattering Bestelaanvraag versturen naar inkoopafdeling Bestelcyclus: check bestelaanvraag, aankooporder plaatsen, orderbevestiging verwerken, … 7) Eventueel offertes aanvragen 8) Verzenden van de inkooporder 9) Orderbevestiging van de leverancier Na ontvangst van bestelling : 10) 11) 12) 13) 14)

Controle van geleverde goederen Voorraad opvoeren i/d computer Ontvangst van de factuur Factuurcontrole Betaling

Kosten beperken : -

Gezamenlijk bestellen diverse goederen Leveranciers beperken Bestelcyclus vereenvoudigen en automatiseren (e-procourment)

5.2.2 Voorraadkosten Zowel directe als indirecte kosten kunnen onderverdeeld worden in de 3 R’s : -

Rentekosten Ruimtekosten Risicokosten

Rentekosten : Ze zijn afhankelijk van het rentepersentage dat de onderneming zou krijgen wanneer ze haar geld niet in de producten zou stoppen maar op de bank zou zetten. Vaak gelijk aan het rentebestand van leningen op korte termijn. Men kan door het reduceren van voorraden veel geld vrijmaken. Dit vrijgekomen geld kan terug in de onderneming gestoken worden met het oog op een groter rendement. (bv. HOLMATRO) Return on Investmen (ROI) belangrijk!!! Ruimtekosten : Zijn eigenlijk magazijnkosten. Ze worden uitgedrukt in m^2 of m^3. Kunnen duurder worden naargelang het magazijn verwarmd of gekoeld moet worden,… Risicokosten : Er ontstaat een risico op schade door diverse oorzaken. Het gaat zowel om de kosten van voorzorg als nazorg. Preventieve kosten -

Kosten van de verzekeringspremie ivm met brand, diefstal,…

Correctieve kosten -

Kosten van schade door foute handeling met vorkheftruck Overschrijden van houdbaarheidsdatum. Het opruimen van goederen die uit de mode zijn o Economische veroudering

5.2.3 kosten van neeverkoop Kosten verbonden aan niet beschikbare producten, out of stock situatie. -

Missen van verkoopmarge Het verliezen van klant(en) Naleveren van producten Administratieve kosten

Het kan gebeuren dat een klant een totaalorder plaats bestaande uit afzonderlijke deelorders. Dan zal de klant pas betalen als ze alles krijgt. Hier ligt dus het risico wanneer er een bepaald deel order niet aanwezig is. Formule & berekening Zie boek pg 168

5.3 Formule Van Camp Gegevens : -

Q = Quantitiy, bestelhoeveelheid per bestelling EOQ = Economic Order Quantity (Q*) D = Demand, de vraag naar het product in de beschouwde periode Cb = Costs bestelling, de kosten voor een bestelling van een hoeveelheid (Q) stuks Cv = voorraadkosten per stuk over de beschouwde periode Kc = totale kosten over de beschouwde periode Kb = bestelkosten over de beschouwde periode Kv = voorraadkosten over de beschouwde periode

Zie boek! Pg 169-175

5.4 Bestelmethoden De voorraadaanvulling is afhankelijk van de kosten die ermee gemoeid zijn en de hoeveelheid die men nodig heeft. Bestelkostel laag  zo veel mogelijk bestellingen  vermogensbeslag klein De frequentie van uitlevering zal gebonden zijn aan grenzen (Bv: 1xperweek,1xpermaand,…) Men zal een optimale bestelgrote moeten zoeken !!!vaak restricties mee gemoeid.

5.4.1 Bestelmoment en Bestelgrootte Kunnen onderverdeeld worden in vaste en variabele mogelijkheden. Hierdoor komen we tot 4 mogelijkheden :

Bestelgrens : -

Rackjobbers (leveranciers die de voorraad in het schap kunnen opvullen) hier worden de schappen in de supermarkt periodiek tot het maximum aangevuld (sorbo)

Verpakkingseenheden : -

Wanneer de Bestelgrote met vaste hoeveelheden dubbel zo groot is Dan kan de vaste bestelgrote ook als veelvoud van de vaste hoeveelheid ingebracht worden.

5.4.2 BQ-bestelmethode Systeem voor het besttellen o.b.v een tevoren berekend bestelniveau (B). dat is het punt waar de voorraad zodanig gezakt is dat er een nieuwe bestelling moet worden geplaatst. Hoe? Op het moment dat de voorraad gelijk of minder dan het bestel niveau is zal er een VASTE hoeveelheid Q besteld worden. Deze Q is zodanig groot dat de voorraad weer boven het bestelniveau stijgt. B en Q kunnen aangepast worden -

Onder invloed van een veranderde vraag Onder invloed van een veranderde Levertijd (L)  bestelgrens omhoog Onder invloed van bestelkosten & rentebestand

Voorwaarden : -

-

Als het bestellen bij de leverancier op elk moment afzonderlijk mogelijk is. De vraag bestaat uit vele relatief kleine orders. o Aanvullen magazijnvoorraad o Kantoorbenodigdheden o … De artikelen worden in standaardverpakking geleverd

Voordelen : -

Per afzonderlijk artikelnummer te gebruiken Het bestelniveau (B) kan relatief laag worden gekozen De leverancier weet op voorhand welke hoeveelheden en veelvouden er worden afgenomen en kan de verpakking hierop afstellen. o Beter stapelen voor transport o Hoeveelheden makkelijker controleren

5.4.3 De sS-bestelmethode Als op het vastgestelde bestelmoment de voorraad kleiner is dan s, wordt een zodanige bestelling geplaatst dat de voorraad hiervoor gelijk wordt aan het niveau S. Een vast bestelmoment = s Een variabele bestelserie  De hoogte van deze 2 zijn vooraf berekent In overeenstemming met : -

De vraag De levertijd Andere bepalende grootheden

De grote van de bestelserie wordt bepaald door het verschil van S en het niveau van de voorraad op het bestel moment. Wanneer word het gebruikt? -

Er bestaat slechts periodiek een mogelijkheid tot bestellen Wanneer afzonderlijk bestellen relatief duur is Wanneer je veel kleine dingen nodig hebt van dezelfde leverancier o Bv. Voorraadaanvulling in het schap van een winkel met een maximale schapmeting o De leverancier kan de kosten drukken door in 1 keer alles te zoeken en te versturen.

5.4.4 vergelijking bestelmethode Bs en Sq Bs: -

Ingeval er een beperking is in de maximale voorraadhoogte en/of maximale hoeveelheid geld. o Een tankstation kan maar opgevuld worden tot de tank vol zit. o Bij dure producten zoals bv.. goud zal er een finaciele beperking zijn.

Sq: -

-

Als er bij een leverancier veel bestellingen binnenkomen van verschillende artikelen met een vaste bestelgrote. o Bv. Bevestigingsmiddelen zoals bouten of moeren De bestel en afleverkosten zijn vaak relatief hoog. o Het loont dus deze bestellingen te bundelen.

 In de praktijk komt er meestal een bundeling van de bestelmethodes voor. Veel bedrijven hebben een variant gemaakt die pecifiek afgestemd is op hun productiepakket.

5.5 Vraagvoorspelling Het is een belangrijke input voor logistieke beheerssystemen (MRP,DRP) ze worden opgesteld door de marketing en verkoop afdeling. Karakteristieken : -

-

Voorspellingen zijn gewoonlijk fout, het is meer een benadering van de werkelijkheid. De fout dus zo klein mogelijk houden. Meer dan enkel een getal, men moet ook nagaan welke afwijkingen er verwacht kunnen worden. Gegarandeerde voorspellingen zijn nauwkeuriger. o Dus je moet specifiek zijn. o Dus je moet aggregeren  Gelaagdheid aanbrengen of samenvoegen. o Een hoge aggregatie  Een hoge graad van abstractie, ofwel minder concreet.  Nuttig in het geval van het zoeken naar overeenkomstige behoeftes. Hoe langer de voorspelhorizon des te minder accuraat zal de voorspelling zijn. Alle beschikbare informatie moet in gebrachtzijn. o Ook de mogelijke verstoringen

5.5.1 Voorspelmethoden Een product of een dienst zijn steeds moeilijker te voorspellen door het grilligere gedrag van consumeneten en industrieafnemers. Men gaat hier dus veel in investeren. Men kan voorspellen als : - Men op de hoogte is van het patroon van de vraag. - Men op de hoogte is van de invloed van promotionele acties. - Men op de hoogte is van de verandering in mode. - Er duidelijke trends aanwezig zijn.  Het gebeurd voornamelijk op korte termijn. Er zijn 4 voorspelmethoden -

Intuïtie Kwalitatieve modellen Causale modellen

-

Tijdreeksmodellen

Intuïtie : Het is misschien wel de meest gebruikte methode, ze is meestal gebasseerd op een combinatie van de andere methoden. -

Men zal echter een redelijke inschatting hebben van wat er verkocht zal worden. Er word toch gebruik gemaakt van historische gegevens. Ook verwachtingen van externe varianten spelen een rol (bv. Het weer) De wijze waarop er naar de consumenten geluisterd word.

Kwalitatieve modellen : Bij deze methode word het oordeel van meerdere personen gevraagd, aan de hand van bv. Marktonderzoek. Komt in beperkte maten voor door de hoge kost en de lage zekerheid van de uitkomst. Causale modellen : Hier word er verband gelegd tussen oorzaak en gevolg. Niet enkel rekening houden met interne factoren maar ook met feiten die van buiten komen. Zie voorbeeld van uitbreiding en schoonmaakmiddelen boek pg 180. Er word vaak uitgegaan van een lineair verband maar dit hoeft echter niet altijd op te gaan.

5.5.2 Tijdreeksvoorspellingen Hier gaat men er van uit dat er zich een bepaalde trend afspeelt in het verbruik. Men kan een lineair verband hebben, dan is de vraag een functie van de tijd. (bv. Een constante stijging van 3 eenheden per maand.) Maar het veraband kan verschillende andere vormen aannemen (2 de graads functie, 3de graads functie of een exponentieel verloop.) daarnaast kan er een golfbeweging plaats vinden door seizoensinvloeden (bv. Verkoop van ski’s)

Over het algemeen is er een afwijking in de getallenreeks te vinden. Er is echter meer onderzoek nodig om te ontdekken welk patroon de afwijking in de reeks vertoond. Men moet dus alert zijn voor een verandering in het patroon en hier op inspelen

Het voortschrijdend gemiddelde : Hierbij worden van een aantal recente waarnemingen het gemiddelde genomen, dat gemiddelde vormt dan de nieuwe voorspelde waarde. Het aantal waarnemingen kan zodanig gekozen worden dat de afwijkingen zo gering mogelijk zijn. Berekening : -

Bij 2 waarnemingen neem je de som van de laatste 2 en deel je die door 2 Bij 3 waarnemingen neem je de som van de laatste 3 en deel je die door 3 o Gemiddelde berekenen.

Men berekent het verschil over de meetperiode om na te gaan welke berekening het minste afwijkt van de werkelijkheid. -

C5 = ІA5-B5І o A5 = waarneming in maand 5 o B5 = gemiddelde berekend in de vorige stap.

Men gaat dit nog sommeren aan het eind, men gaat de som nemen van verschillende waarden bij C en delen door het aantal gekozen waarden. Hierdoor krijgt men de gemiddelde absolute afwijking. Het is een maatstaf voor de kwaliteitsvoorspelling = MAD (mean absolute deviation) Wanneer we sterke verstoringen willen voorkomen is het beter om het kwadraat te nemen van de afwijking. -

D5 = (A5-B5)^2

Men zal dit weer gaan sommeren en deze som dan weer delen door het aantal waarnemingen. Dit geeft ons de MSE (mean square error) Zie boek PG182-183

Het gewogen voortschrijdend gemiddelde : Bij deze gemiddelde berekening zijn de laatste waarnemingen van hoger belang. -

K = (1 x A1 + 2 x A2 +3 x A3)

Ook hier gaan we de MAD en de MSE berekenen Zie boek PG 184

De exponentiële vereffening : Gebaseerd op een afnemend verschil tussen de laatste voorspelde waarde en de laats gemeten waarde. Er word gebruik gemaakt van een dempingsfactor (alpha) deze kan een waarde tussen 0 en 1 aannemen. Formule :

-

Ft+1 = α x Yt + (1 – α) x Ft o Ft is de voorspelling op het moment t o α is de dempingsfactor o Yt is de waarneming op het moment t

Opnieuw kan je de MAD en MSE berekenen. Men kan ook de optimale α waarde bepalen door met behulp van een spreadsheetprogramma een iteratieve berekening te doen.

Boek PG 182-187!!!!

5.6 Stochatische modellen De vraag naar producten is onzeker, men probeert met behulp van kansen (waarschijnlijkheden) het verloop van de vraag in te schatten. Men zal uitgaan van een statistisch vraagpatroon en tot een voorspelling tussen bepaalde grenzen komen.

5.6.1 levertijd en neeverkopen

De vraag gedurende de levertijd is gelijk aan de gemiddelde vraag per week vermenigvuldigd met de levertijd. -

DL = µ x L o DL is de vraag gedurende de levertijd o µ is het gemiddeld verbruik per week o L levertijd van leverancier in aantal weken

Wil je de kans op neeverkopen verkleinen dan moet je extra voorraad aanleggen = veiligheidsvoorraad.

Berekening : Men kan hem berekenen adhv het percentage neeverkopen en het verloop van het vraag patroon. -

δL=δ x √ L /F o o o o

ơL is de standaardspreiding in stuks gedurende de levertijd ơ standaard spreiding per week  berekenen vanuit de historische waarde L is de levertijd van de leverancier in weken F is de voorspelperiode in weken

Men kan ook andersom reden, bij een percentage neeverkopen kan men de veiligheidsvoorraad V,v,x berekenen. -

Vv , x=kx × σL=kx ×σ × √ L/ F o o o

Vv,x is de veiligheidsvoorraad v in stuks bij een servicegraad x Kx is de veiligheidsfactor bij een gegeven servicegraad x X is de servicegraad uitgedrukt in procenten

We kunnen nu bereken op welk moment we moeten bijbestellen, deze voorraadhoogte is het bestelniveau of reorderpunt Bx. -

Bx = DL +Vv , x=μ × L+kx ×σ × √ L /F o o o

Bx is het reorderpunt in stuks bij een bepaalde servicegraad DL is de gevraagde hoeveelheid gedurende de levertijd Vv,x is de veiligheidsvoorraad in v stuks bij een servicegraad x

Kosten verbonden aan een veiligheidsvoorraad : -

Kvv=Vv , x × Cv o

Cv zijn de voorraadkosten per eenheid.

Goed bekijken in het boek ...


Similar Free PDFs