Samenvatting VTO PDF

Title Samenvatting VTO
Course Ouderschap
Institution Hogeschool Gent
Pages 40
File Size 936.4 KB
File Type PDF
Total Downloads 12
Total Views 105

Summary

VTO InleidingInleidingInhoudelijke situering- Orthopedagogiek als handelingswetenschap o Wisselwerking theorie – praktijk staat centraal (aan elkaar aftoetsen)  Buikgevoel is belangrijk, maar altijd theoretische basis nodig, buigevoel-acties zijn niet altijd de correcte o Orthopedagogiek is voortdu...


Description

VTO

Inleiding

Inleiding Inhoudelijke situering -

Orthopedagogiek als handelingswetenschap o Wisselwerking theorie – praktijk staat centraal (aan elkaar aftoetsen) Buikgevoel is belangrijk, maar altijd theoretische basis nodig, buigevoel-acties zijn niet altijd de correcte o Orthopedagogiek is voortdurend in beweging 

-

In deze lessen: 4 verschillende visies op OS o Modellen om naar kennis en mensen te gaan kijken (mensvisie – wereldvisie) o Alle theorieën die wel al gezien hebben, vallen binnen 1 van die 4 o Deze invalshoek vertelt veel over hoe de HV met jou als cliënt aan de slag gaat

4 wetenschapsfilosofische kaders/paradigma’s Empirisch-analytisch model - Mens als kennis - Nomologisch, kwantitatief - Nadruk op kennis, klaarheid, verklaren - Toetsen van hypothesen -

Kennis als proces van reductionisme Remediëring en cognitieve ontwikkeling Interesse in gedrag van mensen, voorspellen, optimaliseren en bijsturen van gedrag, …

Existentieel-fenomenologisch model - Mens als verhaal - Ideografisch: uniciteit van mens -

Begrijpen Interpreteren van fenomenen Het subjectieve Ontmoeten van de ‘ander’ Aanraken, zorgen voor, praten Mens die verhaal met zich meedraagt, kijken naar innerlijke belevingswereld (en onbewustzijn)

Postmodern-kritisch model - Mens als gerechtigheid

-

Geënt op mensenrechten Sociale vaardigheid en inclusief burgerschap Emancipatie en empowerment

-

QoL

-

1

VTO

Inleiding

-

Van ‘rehabilitatie en zorg’ naar ‘support’

-

Kritische visie op mens en maatschappij Vertrekkend vanuit mensenrechten kader

-

Holistisch-integratief model - Mens als totaliteit -

Socio-culturele en historische context ‘Open mindedness’ en ‘reflective daily’

-

Brengt alles beetje samen (combinatie van visies)

-

2

Integratief/complementair Geen ‘grand narrative’ Globaliteit/holistisch

VTO

H1

H1: Empirisch-analytisch paradigma De empirische-analytische benadering onder de loep Onderzoek: opvoeden onderzocht -

Nagaan van effect van positief ouderschap op jonge kinderen, bekeken op lange termijn Positief ouderschap = algemene theorie  dus gingen ze dit gaan operationaliseren (vertalen) naar concrete gedragingen van ouders (al dan niet binnen positief ouderschap) Bv. in welke mate gaan ze positief gedrag van kind stimuleren, in welke mate was men sensitief voor emoties van kind, in welke mate bekrachtigde ze kind, … Nagaan van gedrag van kinderen o Bv. meer/minder gedragsproblemen, minder goed/beter doen op school, stellen ze pro-sociaal gedrag op school? … Finale doel: is er een verband tussen die 2? = ja! Past binnen empirisch kader: o

-

-

Vaststellen wat er werkt in praktijk zodanig dat men op basis daarvan interventies kunnen ontwerpen  handelingsalternatieven creëren o Theorie toetsen in de praktijk  We moeten beschikken over getoetste kennis om ons handelen op te baseren o Gedrag bekijken in de werkelijkheid o  Getoetste kennis over feiten en verbanden, oorzaken en gevolgen moet de basis zijn voor de aanpak van problemen o

Empirisch analytisch kader? -

-

Analytisch: uit welke elementen bestaat het? o Opvoedingswerkelijkheid beetje bij beetje interpreteren o  Totaalvisies op opvoeden gaan ze uiteenrafelen in toetsbare brokstukken  Die toetsing moet op systematische wijze gebeuren Empirisch: richt zich op concrete praktijk, opvoedingswerkelijkheid o Ideeën en theorieën toetsen aan die praktijk

 Wetenschappelijke kennis moet gebaseerd zijn op getoetste feiten en verbanden en dat moet de basis zijn voor de aanpak van problemen  Wetenschappelijk debat moet waardenvrij zijn  Men gaat uit van het concrete gedrag + hoe we er verbanden in kunnen zien + hoe we het kunnen aanpassen

De empirische cyclus -

3

= De onderzoekscyclus of methodologie van gedragswetenschappelijk onderzoek

VTO

H1

Stappen - Observatie: vertrekken vanuit het concrete/de praktijk (waarneming) o -

Vanuit de observatie gaat men via inductie (van specifieke naar algemene)  vertalen in algemene theorie/hypothese o

-

-

Bv. Lijdt sociaal-economische status tot studiesucces?

Via deductie: algemene omzetten naar specifieke toetsbare hypothese o

-

Bv. lkr stelt vast dat leerlingen die het moeilijk hebben thuis, het vaak minder goed doen op school

Bv. Bij lln van de 3de graad lager onderwijs: leidt minder inkomen en opleidingsniveau bij de ouders tot minder schoolsucces?  verband?

Toetsen in de praktijk (steekproeven via vragenlijsten, observaties, …) Evalueren: klopt de vooropgestelde stelling of niet?  Op basis daarvan terug verder onderzoek doen

Bedenkingen, gevaren en knelpunten Stelling: hulpverleners moeten zich enkel baseren op effectief bewezen interventies? Meerwaarde

Knelpunten en gevaren ‘Evidence BEEST practice’

Men vertrekt vanuit de praktijk

Nadruk op effectiviteit (wat werkt er?) en veronderstelde neutraliteit - Onderzoek is niet waardenvrij: men maakt bepaalde keuzes om te kijken of er verband is - Je kan geen onderzoek doen zonder keuzes te maken (komen voort uit bepaalde visie, waarden, normen, …

Richt zich op objectiviteit en generaliseerbaarheid

Beperkte reflectie - Door veronderstelling van neutraliteit  dit kan niet, dus belang van reflecteren - Er is geen reflectie over wat ze willen bereiken, of de keuzes ook de goede keuzes zijn - Willen zich niet bezighouden met ethische discussies Decontextualisering - Geen aandacht voor volledige context - Toepassen van eenvoudige oorzaak-gevolg relatie op complexe, sociale problemen Soms dynamiek van problemen: men vereenvoudigt dit o Geen rekening houden met wie het kind/gezin is o

o

4

Geen oog voor waarden en normen binnen gezin

VTO

H1 o

Wat vinden zij belangrijk? Wat zijn hun talenten en mogelijkheden? Wat zijn hun werkpunten?

Beperkte bewegingsruimte en eigen inbreng - Minder inbreng van hulpverleners, maar ook van cliënt en gezin Te veel nadruk op gedrag - Geen ruimere processen zoals burgerschapsvorming, KvL, welbevinden, … - Zichtbare observeerbare zaken

Essentie van het empirisch-analytisch paradigma? -

Mens als kennis  verandering is mogelijk

-

Belang van kennisverwerving o Goede kennis van mens (z’n denken en gedrag) kan leiden tot verandering van die mens door ons handelen ernaar te richten o Grote maakbaarheid en positivisme  (Cognitief) gedragstherapeutisch kader o

o

Ook gekenmerkt door gedragsverandering, richten op concreet waarneembaar gedrag

Gedragstherapeutisch kader -

Gebaseerd op de leertheorie

-

Centraal: concreet observeerbaar, meetbaar gedrag Geloof in sterke veranderbaarheid

-

-

‘Logisch positivisme’ o Is optimistisch: gelooft in veranderbaarheid van gedrag door logisch te ontleden/logische verbanden (oorzaak-gevolg relaties) Ontstaan: American Dream (jaren ’60) Grondleggers: Pavlov, Watson; Thorndike; Skinner; Hull, Dollar & Miller Belang van goede observatie  aan- of afleren van gedrag

Vormen van leren Gaat iedere keer om een hogere vorm Habituatie en sensitisatie (leren door herkenning) -

-

5

Habituatie (gewenning): leren prikkel herkennen als iets die niet zo belangrijk is, iets die geen noemenswaardige gevolgen heeft o Bv. de klok die tikt Sensitisatie: overgevoeligheid voor bepaalde prikkels, omdat ze in verleden wel noemenswaardige gevolgen hadden o Bv. na brand overgevoelig zijn voor geur voor rook

VTO

H1

Klassieke conditionering (leren door associatie – verbanden leggen) -

Hond van Pavlov: leerproces o Hond leerde associatie leggen tussen geluid van de bel en krijgen van eten Reactie van hond = kwijlen Verband leggen tussen 2 prikkels in de omgeving o

-

Men is hier verder op ingegaan: Watson & Little Albert - Werkt dit principe ook op domein van emoties?  Kunnen angsten aangeleerd worden? - Little Albert angst aanleren: bij in contact komen met speelgoedrat, liet Watson een heel hard geluid spelen  legde verband tussen rat en luid geluid (had al schrik bij zien van de rat) -

Angsten ook terug afleren  veel minder evident: we vermijden waar we bang voor zijn (bv. vliegangst): Albert vermeed de rat

-

Om af te leren zou hij moeten beseffen dat rat ook voor kan komen zonder geluid  de associatie doofde niet uit Ging het zelfs generaliseren: was bang voor alles wat wit en pluizig is

-

= Nog moeilijker: afleren van alles wat wit en pluizig is Behandelingsstragieën die dit stuk voor stuk aanpakken (angst afbouwen  afleren)

o

o

Onaangename sensaties bij bang zijn o Ook verband tussen al die prikkels in je lichaam bv. bij angst voor water o Stuk voor stuk opbouwen (bij water zitten, voeten in water, …), bij iedere stap wachten tot je rustig bent geworden o Ervaren dat het wel aangenaam kan zijn o

Operatie conditionering (leren door gevolgen op eigen gedrag) -

Thorndike’s puzzlebox o Als kat op hendel drukte, kon hij uit de kooi en voedsel krijgen Als gedrag positief gevolg kent, zal het gedrag herhaald worden o Als gedrag negatief gevolg kent, zal het niet herhaald worden

o

-

Aanvullend experiment: Skinner’s box o Rat in kooi: ene helft van kooi stond onder stroom, op andere helft kon ze voedsel krijgen  leerde snel dat ze niet op helft van stroom moest staan

Modelling of modelleren (leren door observeren van een model) -

Gedrag wordt beïnvloed door de gevolgen die er komen op het gedrag  wat gebeurt er als we die gevolgen zien bij iemand anders? Bobo Doll experiment o

6

Toonde video aan kinderen waarbij volwassenen heel agressief speelden met speelgoed

VTO

H1 o

1ste groep kinderen zag na het fragment dat volwassene beloond werd, 2de groep zag dat volwassene preek kreeg, 3de groep kreeg filmpje te zien zonder iets

Vaststelling: 1ste groep speelde meest agressief met het speelgoed o Conclusie: je hoeft niet altijd zelf de gevolgen te dragen, als je de gevolgen ziet bij een andere kan gedrag ook aan- of afgeleerd worden Voorbeeldgedrag! Zeker bij positieve gevolgen gaan anderen makkelijk dingen oppikken of nadoen o

-

Basisprincipes van leertheorie -

Het meest menselijke gedrag = leergedrag Alle gedrag kan afgeleerd worden … … door het koppelen van + of – gevolgen aan het aan- of af te leren gedrag Het ontstaan, voortduren en ophouden van gedrag hangt af van gebeurtenissen als stimuli in de omgeving

 SGG schema: situatie (stimuli in omgeving), gedrag, gevolgen -

-

Je kan situatie veranderen/aanpakken  preventief handelen o (Bv. persoon die overprikkeld is, in aparte ruimte laten eten, bv. structuur bieden door dagschema) Gedrag veranderen door gevolgen te veranderen  halen geen winst uit hun negatief gedrag, positief gedrag bekrachtigen (bv. token economy)

Enkele methodieken gebaseerd op deze theorie Token economy system - Onmiddellijke bekrachtiging door tokens (bv. stickers, duimpjes) - Bij verzamelen van bepaald aantal tokens: inwisselen voor grotere beloning - Gebaseerd op feit dat gedrag onmiddellijk beloond/bestraft moet worden  Gevolgen moeten direct komen Op goede manier gebruiken: o Rekening houden met haalbaarheid: te moeilijk = kind gaat niet proberen o

-

Moeten weten welk gedrag ze moeten stellen om beloond te worden o Kinderen moeten controle kunnen hebben over gedrag  Bv. bedplassen heeft te maken met lichamelijke factoren, waar ze wel controle over hebben: bv. regelmatig drinken en naar toilet gaan overdag, ’s avonds na bepaald uur niet meer drinken  kan wel voorwerp zijn van beloning o

Strafprocedures/isolatie - Isolatie of time-out: iemand uit de bekrachtigende omgeving weghalen en apart zetten

7

VTO -

H1 Als kind ongewenst gedrag stelt, heeft het vaak toeschouwers  kan bekrachtigend zijn (negatieve aandacht kan positief ervaren worden voor kind) Kind weghalen = negatief gevolg geven  afleren Is zowel inspelen op gevolgen van gedrag als inspelen op situatie (rustplek)

Oefening vormen Operante conditionering: - Kind in time-out zetten - In stop 4-7 programma: ouders leren om hun kinderen meer te belonen Klassieke conditionering Behandeling tegen angststoornissen: stap voor stap blootstellen aan hetgeen waar je bang voor bent Modelleren -

-

Begeleider maakt telkens goede afspraken wanneer hij spel speelt met kinderen uit leefgroep

Kijken naar probleemgedrag -

Wat is het concrete probleemgedrag? Hoe wordt het in stand gehouden? Zijn er dingen die gedrag uitlokken telkens? Zijn er gevolgen die het gedrag versterken? Hoe kunnen we het gedrag beïnvloeden? (SGG) o Hoe kunnen we naar de situatie gaan kijken? o Meer structuur, rust, veilige omgeving meer uitdaging, meer uitlaatkleppen, …  Behandelmethoden voor planmatige gedragsverandering o

-

-

Cognitieve gedragstherapie -

Het is niet de situatie die maakt dat we bepaald gedrag stellen, maar de betekenis die we geven aan situatie  SGGG (2de G = gedachten) o

-

Bv. lessituatie: ik moet goed noteren anders ga ik niet slagen = goed opletten, ik zal wel in de cursus staan = minder goed opletten

Belang van interne mediërende processen: alles wat we in ons hoofd doen Alle cognitieve processen die tussen situatie en gedrag zit (gedachten, aandacht, geheugen, …) o Belangrijkste hierbij: gedachten en gevoelens (SGGGG) o

Informatie selecteren, interpreteren en verder verwerken Hierdoor: mentale schema’s o = Hypotheses over de aard van de gebeurtenis, theorieën in ons hoofd over hoe de werkelijkheid in elkaar zit o

-

o

8

Bv. hechtingsproblematiek: mensen zijn niet te betrouwen

VTO

H1 o

Situaties anders interpreteren  leidt tot bepaalde gevoelens  leidt tot bepaald gedrag  gevolg 

o

Bv. vriendin zegt afspraak af, ontgoocheld zijn, kwaad berichtje sturen, vriendin neemt geen contact meer op

 Schema’s worden zo bevestigd  schema doorbreken? RET

Belang van gedachten: RET (Albert Ellis) - Onze gedachten beïnvloeden onze gevoelens, deze beïnvloeden ons gedrag - “We make ourselves unhappy” o Het is vaak niet de situatie die ons ongelukkig maakt, maar de gedachten over de situatie Vb van negatieve gedachten die negatieve gevolgen/gevoelens met zich meebrengen: ‘Musturbation’ (niet helpende gedachten): we hebben te veel musts (moetens) in ons hoofd o

-

Ik moet goede ouder/dochter zijn, ik moet goede begeleider zijn, ik moet perfect zijn, ik moet goede vriend zijn o  Blokkeren ons (stress): idee dat we niks waard zijn als we niet voldoen aan die moetens

o

We moeten die storende gedachten uitdagen (en dan als ik eens niet …? Wat is het ergste dat kan gebeuren?) o In de plaats: helpende gedachten stellen o

 o

Bv. examen: helpende (ik lukt wel, ik heb goed gestudeerd), niet helpende (veel te moeilijk, ik ga gebuisd zijn)

Niet helpende gedachten beïnvloeden ons gedrag  Bv. vragen niet goed lezen, te vlug antwoorden, vragen overslaan

Voorbeeld van cognitieve technieken? -

Geheel van technieken die belang onderstrepen van cognitieve processen als mediërend proces (bevinden zich tussen situatie en gedrag) o Denkprocessen (cognitieve functies) stukje proberen bevorderen door dingen planmatig aan te pakken o

Bv. Meichenbaum, Feuerstein, …

Toepassingen uit de orthopedagogische praktijk

-

Stop 4-7 (kind- en oudertraining), Triple P Zelfinstructietrainingsprogramma’s Sociale vaardigheidstraining

-

Assertiviteitstraining

-

9

VTO

H1

Gedragstherapie VS humanisme Gebaseerd op Natuurwetenschappen Mens als kennis Experimenteren

Gedragswetenschappen Mens als verhaal Begrijpen, inleven, interpreteren

Men gaat uit van Gehele mens Concreet observeerbaar gedrag Totaaldenken Elementarisme, reductionisme Groei en zelfactualisatie als doel, door Gedragsverandering als doel, door relatie, dialoog, acceptatie beïnvloeding als controleren, corrigeren, onderdrukken)

Reuven Feuerstein -

Waarom? o Gaat uit van logisch positivisme  gelooft heel hard in veranderbaarheid o

Gaat uit van cognitieve functies (denkvaardigheden die hij wil aanleren)

Portret -

Geboren in jaren 20

-

Onderwijzer die na WOII gevlucht is, ontfermde zich over de kinderen die in concentratiekampen gezeten hadden

-

Moest IQ-testen afnemen: stelde vast dat die testen niet mogelijkheden weergaven van die kinderen o  Houden geen rekening met feit dat ze 4 jaar in verschrikkelijke omstandigheden geleefd hebben (konden zich niet goed ontwikkelen) Begon daarop verder denken  ontstaan van zijn theorie en methode Feuerstein-instituut, Stichting Leerbevordering houden zich bezig met die methode o Zetten de theorie verder  blijft actueel (ook al is hij er niet meer) Richt zich vooral op kinderen, jongeren en volwassenen met verstandelijke beperking (veel gewerkt met kinderen met Down-Syndroom) o

-

Feuerstein-methode -

Kern: geloof in “kan niet bestaat niet” o Zegt bv. bij Down: “de chromosomen hebben niet het laatste woord”

-

 Iedereen kan leren (leren), iedereen kan zich ontwikkelen, kan leren effectiever denken o Ziet dit heel wijd: leren … boodschappen doen, OV nemen, relaties aangaan, op schools vlak, veters strikken, … Noemt mensen met beperking ‘mensen met achtergebleven prestatieniveau’

-

o

10

Iemand zijn prestatie toont zelden zijn potentieel

VTO

H1 Bij deze mensen: cognitieve problemen door ofwel onvoldoende/foute stimulering door volwassenen, ofwel door aanlegprobleem daardoor iemand niet genoeg kan opnemen o  Zelfs bij aanlegprobleem persoon meer intensief gaan begeleiden/mediëren/trainen op ontwikkeling van cognitieve functies (denkvermogen) Er is geen plafond (eindpunt) van maximum kunnen leren  iedereen kan levenslang blijven leren o “We moeten zoeken naar de gaatjes in het plafond”  als er een eindpunt dreigt te komen, blijven zoeken naar mogelijkheden om te leren o

-

-

Filmfragment Feuerstein Centrum Nederland

Oefening - Feuersteun heeft kritiek op IQ-test omdat die te veel aansluit bij wat kind al kan (zone van actuele ontwikkeling)  waar staat een kind t.o.v. de rest = juist o Staan niet stil bij wat een kind kan leren, hoe een kind leert en hoe een kind verder kan leren - Wat wil men precies verrijken bij het IVP? o

De denkfuncties, cognitieve functies, oplossingsstrategieën

Instrueren VS mediëren Instrueren Mediëren

-

Vertellen hoe iets moet, kind is afhankelijk van jouw instructies

-

Leert hierbij niet hoe die toekomstige zaken moet aanpakken Laten ...


Similar Free PDFs