Schrijfmotoriek samenvatting PPTs PDF

Title Schrijfmotoriek samenvatting PPTs
Author Jens Van Mol
Course Psychomotorische ontwikkeling
Institution Odisee hogeschool
Pages 25
File Size 765 KB
File Type PDF
Total Downloads 18
Total Views 141

Summary

SV schrijfmotoriek powerpoints...


Description

Schrijven 1. Wat is schrijven? Schrijven is… •

…woorden vastleggen in tekens.



…communicatie.



…creatief expressiemiddel en visueel communicatiemiddel



…de meest complexe handeling of motorische sturing van de pols, de hand en de vingers in samenwerking met cognitieve, kinesthetische, perceptueel-motorische en taalgebonden componenten.



…gebaseerd op een bewust motorisch aanleerproces. (je moet het stap voor stap gedurende maanden aanleren)



…een geautomatiseerde vaardigheid

Schrijven is: •

Motorische en technische vaardigheid



Sensomotorische vaardigheid



Doelgerichte beweging



Eerst lezen en dan schrijven?



Ruimtelijke activiteit



Successief-coördinatieve vaardigheid



Cognitie en motoriek



Schrijven moet je leren (pag 21)



Simultaan-coördinatieve vaardigheid



 Geef voor elk van deze aspecten voorbeelden

Schrijven is:

Een complexe, motorische activiteit met cognitieve, creatieve, ruimtelijke en culturele aspecten, die bestaat uit doelgerichte bewegingen

2. Deelbewegingen van de schrijfbeweging -

Aanvoeren en afvoeren van de pols rondom een draaipunt in de pols Flexie en extensie van vingers (duim, wijsvinger en middelvinger) Verplaatsen onderarm rond draaipunt elleboog (ruitenwissersbeweging)

-

Schrijven bestaat, in tegenstelling tot tekenen, uit het maken van doorlopende, vloeiende en ritmische bewegingen

3. Schrijven is een psychomotorische vaardigheid o

Schrijven is veel meer dan een fijn-motorische activiteit!

o

Het is een totaal psychomotorisch gebeuren dat door bewegen, emoties en cognitie wordt beïnvloed

o

Geef voorbeelden vanuit elk gebied:

4. Doel: = op een soepele manier, met zo weinig mogelijk inspanning en met een bepaalde snelheid komen tot een leesbaar schrijfproduct.

5. Schrijfvoorwaarden/schrijfrijp?

(p29ev.)

5.1.Algemene voorwaarden • Taalbeheersing • (ruimtelijke begrippen in het platte vlak) • Zintuigen: kinesthesie/proprioceptie (inwendige spiergevoel) • Emotioneel evenwicht • (letters zijn heel abstract, hebben kinderen al interesse in deze symbolen?) • Geestelijk evenwicht • (in staat zijn om in groep te leren of in samenwerking tussen kind en leerkracht) • Motivatie • (sommige kinderen hebben geen zin om na te denken of te leren, ze willen spelen en met rust gelaten worden) • Concentratie • Aandachtig met de opdracht kunnen bezig zijn 5.2.Specifieke schrijfvoorwaarden • Cognitieve processen • Visueel-ruimtelijke aspecten • Motorische voorwaarden concretiseer deze voorwaarden

5.1.

Algemene voorwaarden

Taalbeheersing

• • •

Gesproken taal begrijpen Cognitie van ruimtelijke begrippen Voorbeelden:

Zintuigen

• • • •

Ogen en oren Zien en kijken Horen en luisteren Kinesthesie en proprioceptie

Emotioneel en geestelijk evenwicht

• • • • •

Abstraherende houding is vereist Interesse voor letters Wisselwerking met leerkracht en klasgenootjes Omgaan met druk en frustratie Voorbeeld pag 30

Motivatie en concentratie

• • • • • •

Leergierigheid Intrinsieke motivatie, m.a.w. ‘goesting’ Veel aandacht Volgehouden aandacht Taakspanning Voorbeeld Thomas p31

5.2.

Specifieke schrijfvoorwaarden

Cognitieve processen

Procesmodel van Smits-Engelsman: Top-down benadering • • • •

Intentie of beslissing om te schrijven: ‘Ik wil schrijven’ Linguïstisch (~woordenschat): ‘Wat wil ik schrijven?’ Lexicaal (~grammatica): ‘Hoe ga ik mijn gedachten uitdrukken?’ Foneem-grafeem (klank-symboolkoppeling): ‘Welke letters gebruik ik?’



Allograafselectie: • Lettertype kiezen (blokletters, gebonden schrift,…) • Vertaling van grafeem naar allograaf Executief: • Juiste krachtdosering van de spieren

(grafeem, hoe je het schrijft/ foneem,hoe het klinkt)



Visueel-ruimtelijke aspecten



• Juiste grootte en snelheid selecteren Ruimtelijke oriëntatie, structuratie en organisatie (weten waar men moet beginnen schrijven, voldoende plaats tss de woorden)



Richtingsbewust zijn



Visuele perceptie

(draai -en schrijfrichting) •

Vormonderscheidingsvermogen of kritische waarneming (om de vorm en de volgorde van letters in een woord te kunnen onderscheiden, om letters die op elkaar lijken te kunnen onderscheiden vb, m en n, h en k, b en d)

• • •

• •

Vormconstante Grootteconstante FAP

• Voorbeeld Jasmijn P34 Visueel geheugen Gevoel voor ritme (schrijven is een ritmische opeenvolging van tekens, het kind moet ook tijdig kunnen stoppen)

Motorische schrijfvoorwaarden



GM

Zit- en schrijfhouding: stilzitten, rechtzitten, … Evenwicht, stabiele zit, aanpassen aan de positie van de schrijvende arm • Gepaste tonus • FM: Pengreep  automatisatie van FM en GM noodzakelijk • •



Lichaamsbesef (kent het kind zijn eigen lichaam en lichaamsdelen, kan hij houdingen en bewegingen imiteren)

• •

Lateralisatie ~ handvoorkeur (actieve en passieve hand) Oog-handcoördinatie (samenwerking schrijfhand en ogen)

5.3.

Schrijfrijp?



Nature en nurture



Lichamelijk en geestelijk



Welke vragen kan je stellen als therapeut om te weten of een kind schrijfrijp is?



Welke oefeningen kunnen ouders doen met hun kind?

6. Evaluatie van het schrijven •

• • •

Product- en procesevaluatie • Product= resultaat op het blad is leesbaar en foutloos • Proces= schrijfproces: hoe? • Snelheid: snel of traag, stroef en langzaam? Onderwijs vooral gericht op product Meer aandacht geven aan het proces Goed schrijven is: • Leesbaar • Vlot • Goede ruimteverdeling • Bladspiegel • Goede houding en beweging tijdens schrijven • Correcte potloodgreep • Tempo

7. Schrijfhouding Een goede zithouding is belangrijk voor : - Algemeen welbevinden van het kind - Juiste functionering van de lichaamsorganen - Het voorkomen van leer- en schrijfproblemen

7.1. o o o o o

Oorzaken slechte houding

Gebreken in de lichaamsbouw Zwak spiersysteem Slechte regulatie van de spiertonus Slecht meubilair Slechte gewoonte

8. Correcte schrijfhouding o o o

Een correcte functionele houding Een juiste ligging van het schrijfblad Een correcte pen- en potloodgreep

8.1. o o o o o o o o

Schrijfhouding

Voeten steunen plat op de grond Romp en hoofd rechtop Schouders omlaag en ontspannen, evenwijdig aan tafelrand Ellebogen net buiten onderrand van de tafel Hoogte werkblad = ellebogen ter hoogte van het werkblad Afstand buik tafel = ‘vuist’ Afstand neus-tafel = lengte onderarm Schrijfhand steunt op de pink en pinkmuis

o o

Schrijfhand onder de schrijfregel Hand en voorarm vormen één lijn

8.2.

Pols niet geheven tijdens het schrijven

o

Schrijfhand : o half-supinatie, rust op de zijkant van de hand en de laatste twee vingers o Hand in verlengde van de onderarm o Hand onder de schrijfregel

o

Niet schrijvende hand o Ligt op het blad om het te fixeren en naar boven te schuiven o Niet langs het lichaam hangen

8.3. o o o

Pols en handen

o

Juiste ligging schrijfblad

Papier ligt midden voor de schrijflichaamshelft Rechtshandigen : papier iets schuin naar links onder een hoek van ongeveer 15° - 20° Linkshandigen papier schuin naar rechts onder een hoek van 10°

9. Wat is een goede pengreep? ‘Remedial teaching en psychomotoriek’ – Peerlings W. p. 276 en 277 o o o o o o o

9.1.

Driepuntsgreep Tussen de toppen van duim en wijsvinger Voldoende web-space Steunend op de rand van de middenvinger Op de juiste hoogte vasthouden (1 a 2 cm van de punt) Juiste potlooddruk Drie deelbewegingen moeten mogelijk zijn

De pengreep

Een ideale pengreep is een dynamische greep, waarbij de duim, wijs- en middelvinger doelgericht bewegen, terwijl de ringvinger en pink (gebogen in de handpalm) voor stabiliteit zorgen. Een dynamische greep vereist een open webspace (ruimte tussen wijsvinger en duim) van de hand, waarin de pen rust tussen duim en middelvinger. Alleen met een open webspace, kan een leerling vingerbewegingen maken. Ideaal is hierbij de driepuntsgreep. In de praktijk zie ik ook regelmatig kinderen met een dynamische vierpuntsgreep. Bij deze greep zijn ook vingerbewegingen zichtbaar en kunnen kinderen een mooi handschrift ontwikkelen.

9.2.

Gesloten webspace

Bij een gesloten webspace wordt de pen vastgeklemd tussen de duim en wijsvinger, waardoor geen vingerbewegingen mogelijk zijn. Hierdoor leert de leerling geen dynamische pengreep aan. Hij krijgt dan snel schrijfkramp, omdat hij vanuit zijn pols, onderarm en soms zelfs schouder gaat bewegen om te kunnen schrijven. Daarbij zorgt een gesloten greep ervoor, dat een leerling minder zicht heeft op de penpunt. Gevolg is dat de leerling half op het tafelblad gaat hangen om te zien wat hij schrijft.

9.3. o o o

9.4. o

Eigenschappen goede pengreep Maakt het mogelijk om soepel en vlot te schrijven Maakt het mogelijk met weinig inspanning te schrijven De drie deelbewegingen zijn mogelijk o Inscriptie o Kleine progressie o Grote progressie

De drie deelbewegingen

Grote progressie of glijbeweging Dit is de verplaatsing van de voorarm van links naar rechts o RH: onderarm pivoteert rond elleboog o LH: parallelle voortbeweging van de hele onderarm

o

Kleine progressie of polsbeweging

o

Dit is de beweging van pols en hand bij het schrijven van een woord. Alleen de hand beweegt, de arm blijft stil. Inscriptie of vingerbeweging Dit zijn de fijne buig- en strekbewegingen van de vingers bij het vormen van de letters. Arm en pols blijven stil.

10.

Schrijfmateriaal

o o

Afhankelijk van leeftijd en vaardigheidsniveau kind Beginnend schrijven: o Materiaal dat weerstand biedt o Waskrijtjes: Liggen goed in de kinderhand en glijden niet makkelijk van het blad o Krijt: Geschikt voor voorbereidende oefeningen en geeft voldoende weerstand en ook de mogelijkheid voor een lichte glijbeweging o Kleurpotloden: zacht  hard o Geen glad schrijfmateriaal o Ruw schrijfoppervlak o Schoolbord of lei

o

Idealiter: o 1ste en 2de leerjaar: potlood o Vanaf 3de leerjaar: vulpen

Potlood

Voordelen - ondervindt voldoende weerstand - glijdt niet weg - Letters worden hiermee goed ingeslepen - Kan met gom weggeveegd worden - verschillende graden van hardheid - verschillende diktes, zeskantige en driehoekige potloden Nadelen - je hebt een puntenslijper nodig om punt steeds bij te slijpen

Balpen

Voordelen - Goedkoop en makkelijk in onderhoud - Schrijft goed op een veerkrachtige ondergrond en op een papier met een lichte structuur Nadelen - Punt schrijft niet goed op glad papier met een harde ondergrond : punt gaat glijden en verkramping treedt op - Temperatuurgevoeligheid - Beschadiging van het kogeltje zorgt voor extra inktdeeltjes : resultaat is slordiger

Vilstift Fineliner

Voordelen - Uitstekend instrument voor een geoefend schrijver - Kinderen kleuren en tekenen graag met stift omdat het sneller gaat en de kleuren heviger zijn. Nadelen - Kwetsbare punt - Snel uitdrogen bij slecht plaatsen dop

Vulpen

- Vereist grote routine en goede beheersing van de pen - Volgroeide voorkeurhand en ontspannen greep is nodig  Daarom niet geschikt voor jonge kinderen

Rollerbal Floatingpe n

11. • •

= Combinatie van balpen en vulpen - Inslijping van de letters moet aanwezig zijn - Afwisseling van schrijfdruk en schrijfritme blijft zichtbaar - Men schrijft soepel, snel en vlot met dit instrument

Stoel

Hoogte van de zitting Vlakke zitting

• •

Zitting naar beneden toe afgerond Lendesteun

12. • • • • •

Tafel

Ellebogen thv werkvlak Te hoog? Te laag? Voetbankjes Verlichting

13.

Schrijfmethode?

Uniformiteit is noodzakelijk Kind moet in één beweging of doorgaande beweging kunnen schrijven Pauzemomenten (penoplichtingen) vermijden: • Andere lettergrootte • Andere helling • Concentratiedaling • Motorisch patroon wordt doorbroken • Souplesse, ritme dynamiek doorbroken • …  elk woord in één vlotte beweging schrijven geeft schrijfsnelheid • • •

14. Blokletters VS verbonden schrift (p60-61) -

Blokschrift : Letters waarvan de basisvormen het vierkant en de cirkel zijn, de letters kunnen als blokken samengevoegd worden tot woorden. Het is dus eerder tekenen dan schrijven.

-

Gebonden schrift : Een aaneenschakeling van letters die op zich bestaan uit een halenstructuur. Starten met een ophaal en stoppen met een slothaal, op die manier verbinden we letters tot woorden

15. Zoekopdracht

Verschillende schrijfmethodes

16.

Criteria voor een goede schrijfmethode

o

De schrijfmethode moet uitgaan van de voorbereidende schrijfpatronen.

o

Het schrijfonderwijs moet uitgaan van een rechtshellend verbonden schrift en voor de linkshandige een linkshellend verbonden schrift.(p120)

o

Eerst leren lezen, dan pas leren schrijven ! Het schrijven mag men dus niet opofferen aan het aanvankelijk leesproces. We leren geen losse schrijfletters in woordverband en geen blokletterschrift aan.

o

De lettervormen moeten eenduidig en duidelijk van vorm zijn en geen aanleiding geven tot vervorming. Overbodige krullen moeten worden weggelaten.

o

De letters moeten zoveel mogelijk zonder penoplichting kunnen worden geschreven, in één beweging. Geen penoplichtingen binnen één letter en zo weinig mogelijk in één woord.

o

De schrijfopdrachten moeten zoveel mogelijk aansluiten bij de leefwereld van het kind. De schrijfmethode moet basisoefenstof en extra oefenstof bevatten met de mogelijkheid tot differentiatie en remediëring.

o

De handleiding moet duidelijk zijn en er moet praktijkondersteunend advies en achtergrondinformatie in staan.

o

De handleiding moet suggesties geven over schrijfmateriaal, houding en beweging, bladligging, afbouw van de hulplijnen.

o

Er moeten goede oefenbladen bij zitten.

o

Er moeten goede voorbereidende oefeningen beschreven zijn.

o

Voor linkshandigen moeten er een goede uitleg en goede aanpassingen beschikbaar zijn.

o

Een goed gefundeerde opbouw van de oefeningen is nodig.

o

Er is steeds de vraag naar een uniforme en consequente toepassing van de schrijfmethode

17.

Uiteindelijke doelstelling schrijfonderwijs

Het kind brengen tot een geautomatiseerd en vloeiend handschrift zodat hij kan schrijven in een duidelijk leesbaar, vlot geschreven en goed verbonden en hellend handschrift. Maar ook het in een behoorlijk tempo kunnen opschrijven van letters en woorden

18.

Verkeersschrift als oplossing

 Pijning (1969) = Geen perfectie = Handschrift met optimum aan effect en minimum aan energieverbruik = goed leesbaar handschrift met een zodanige snelheid dat er geen te grote discrepantie is tussen het moment van de gedachte en het opschrijven van die gedachte

Metafoor van verkeer : -

Niet te snel schrijven dat het leesbaar blijft en binnen de lijnen : we maken geen brokken of vliegen niet uit de bocht

-

Niet te traag : we veroorzaken geen opstoppingen of laten anderen niet op ons wachten

-

Schrijfgedrag = rijgedrag van een brave huisvader: soepel, vlot en anticiperend

Ontwikkelingsfasen 1. Voorbereidend schrijven 2. Aanvankelijk schrijven 3. Voortgezet schrijven (werkcollege kindertekeningen 1BE)

1. Krabbels, kleuren en tekenen Eerste fase =krabbelfase

• • •

niet specifieke schrijffunctie, ‘doen-op-zich’ is belangrijk kind hanteert een potlood op dezelfde manier als een ander voorwerp zet eerder toevallig een kras op papier en blijft deze fantastische ervaring herhalen

Tweede fase =krabbelen en achteraf benoemen

• • •

kind wordt rijper en zijn vaardigheid groeit hij ervaart de expressiewaarde van krabbels het kind tekent niet met een vooropgezet plan, afhankelijk van het moment geeft hij een verschillende benaming aan het getekende

Derde fase (3e kk) =het ontwerpen

• •

het kind tekent met een vooropgezet plan alles wordt stilaan duidelijker, kleurrijker en vormgeving wordt veel beter belangrijk : niet alle kinderen kunnen even goed tekenen. Dit heeft te maken met oefening, rijpheid maar vooral ook met aanleg.



• •

1.1.

Kinderen krijgen meer beheersing over lijnen en figuren Opbouw van moeilijkheidsgraad bij het tekenen : geometrische figuren leren kinderen in een min of meer vaste volgorde natekenen.

Hoe verwerft het kind de schuine lijnen? 1. 2. 3. 4.

Kind herkent schuine lijn niet Schuine lijn wordt wel herkend, maar niet correct nagetekend Het kind kan schuine lijn of schuin kruis tekenen, maar vergissing is nog mogelijk Schuine lijn en kruis, driehoek en ruit worden vlot getekend. Dit gebeurt rond 6 jaar.

Kinderen zoeken zelf een oplossing om goed schuine lijnen te tekenen : ze draaien hun blad zodanig dat ze verticale of horizontale lijnen tekenen Ook bij kleuren zien we dat kinderen in een richting kleuren i.p.v. de verschillende richtingen te combineren

2. Over niet willen en niet kunnen o o o o o

Moeilijkheden bij tekenen, kleuren en fijn-motorische vaardigheden nooit negatief en slecht benoemen. Dit kan zorgen voor faalangst Kinderen die problemen hebben vertonen soms vermijdingsgedrag of zijn koppig en arrogant en weigeren liever i.p.v. uitgelachen te worden Andere kinderen proberen zich er uit te praten en geven een prachtige uitleg waarom de tekening niet voldoet aan de verwachtingen Sommige kleuters ontwikkelen trager en rustiger. Deze kinderen blijven liever nog een jaartje in de kleuterklas. Overgang naar lagere school zorgt alleen maar voor frustraties. Nog andere kinderen zijn angstig en proberen dit te verbergen door bravouregedrag. Op de speelplaats zijn ze stoer en sterk terwijl ze in de klas psychosomatische klachten vertonen.

3. Mijn kind wil niet kleuren o o

o o

o

Sommige kinderen kleuren niet graag omdat het veel inspanning vergt Werkblaadjes hebben een dubbel doel : o enerzijds oefenen van een bepaalde functie o anderzijds een oefenmoment voor het kleuren Inkleuren is een belangrijke voorbereiding op het schrijven Wat oefent inkleuren : o fijne heen-en weergaande en ook cirkelvormige bewegingen (inscriptie) ...


Similar Free PDFs